TOYOTA GR YARIS 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: GR YARIS, Model: TOYOTA GR YARIS 2022Pages: 458, PDF Size: 79.45 MB
Page 181 of 458

179
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Stuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan
alle werkingsvoorwaarden voor de Lane
Departure Alert-functie wordt voldaan, maar
ook aan alle onderstaande voorwaarden.
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( Blz. 180)
●Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• De instelling voor “Sway Warning” (waar-
schuwing voor slingeren) in van het
multi-informatiedisplay is ON (aan).
( Blz. 360)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of
hoger.
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( Blz. 180)
●Lane Centering-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De instelling voor “Lane Center” (midden
rijstrook) in van het multi-informatie-
display is ON (aan) ( Blz. 360).
• Deze functie herkent witte (gele) rijstrook-
markeringen of de positie van een voorlig-
ger (behalve bij kleine voorliggers, zoals
een motorfiets).
• Het Dynamic Radar Cruise Control-sys- teem werkt in de afstandsregelmodus.
• De breedte van de rijstrook is ongeveer 3 - 4 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet
bediend.
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( Blz. 180)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd. • Het stuurwiel wordt niet bediend met een
stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( Blz. 180)
• De auto rijdt in het midden van een rij- strook.
• Stuurassistentiefunctie is niet in werking.
■Tijdelijk uitschakelen van functies
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den wordt voldaan, wordt een functie
mogelijk tijdelij k uitgeschakeld. Als echter
weer aan de werkingsvoorwaarden wordt
voldaan, wordt de werking van de functie
automatisch hervat. ( Blz. 178)
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den (Blz. 178) wordt voldaan terwijl de
Lane Centering-functie in werking is, klinkt
er mogelijk een zoemer om aan te geven
dat de functie tijdelij k is uitgeschakeld.
■Stuurassistentiefunctie/Lane Centering-
functie
●Afhankelijk van de rijsnelheid, de situatie
rondom het verlaten van de rijstrook, de
wegomstandigheden, enz. merkt de
bestuurder mogelijk niet dat de functie in
werking is of werkt de functie mogelijk
helemaal niet.
●De bediening van het stuurwiel door de
bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de stuurre-
geling van de functie.
●Probeer niet zelf de werking van de
stuurassistentiefunctie te testen.
■Lane Departure Alert-functie
●De waarschuwingszoemer is mogelijk
slecht te horen door geluiden van buiten,
afspelen van muziek, enz.
●Als de rand van de rijbaan* niet duidelijk of
niet recht is, werkt de Lane Departure
Alert-functie mogelijk niet.
●Auto's met BSM: Het systeem kan mogelijk
niet vaststellen of er een gevaar bestaat
voor een aanrijding met een voertuig op
een aangrenzende rijstrook.
●Probeer niet zelf de werking van de Lane
Departure Alert-functie te testen.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 179 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 182 of 458

180
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Waarschuwing handen van het stuur-
wiel
In de volgende situaties wordt op het multi-
informatiedisplay een waarschuwingsmelding
weergegeven om de bestuurder aan te spo-
ren het stuurwiel vast te houden. Tevens
wordt het in de afbeelding weergegeven sym-
bool op het multi-informatiedisplay weerge-
geven. De waarschuwing stopt wanneer het
systeem signaleert dat de bestuurder het
stuurwiel vasthoudt. Houd uw handen altijd
aan het stuurwiel wanneer u dit systeem
gebruikt, ongeacht eventuele waarschuwin-
gen.
●Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl het systeem in werking is
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden, klinkt de zoemer, wordt de
bestuurder gewaarschuwd en wordt de func-
tie tijdelijk uitgesc hakeld. Deze waarschu-
wing werkt op dezelfde wijze als de
bestuurder het stuurwiel licht blijft vasthou-
den.
●Wanneer bij het nemen van een bocht het
systeem vaststelt dat de auto de rijstrook
dreigt te verlaten terwijl de Lane Centering-
functie in werking is.
Afhankelijk van de voertuigconditie en de
conditie van de weg, wordt er mogelijk geen
waarschuwing gegeven. Bovendien wordt,
als het systeem signaleert dat de auto in een
bocht rijdt, de bestuurder eerder gewaar-
schuwd dan bij het rijden op een rechte weg.
●Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te
houden terwijl de stuurassistentie in wer-
king is.
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden en de stuurwielassistentie in
werking is, klinkt de zoemer en wordt de
bestuurder gewaarschuwd. Elke keer dat de zoemer klinkt, houdt he
t geluid hiervan langer
aan.
■Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Als het systeem oordeelt dat de auto slingert
terwijl de waarschuwingsfunctie voor het slin-
geren van de auto in werking is, klinkt er een
zoemer en wordt er een waarschuwingsmel-
ding weergegeven om de bestuurder aan te
sporen rust te nemen. Tegelijkertijd wordt het
in de afbeelding weergegeven symbool op
het multi-informatiedisplay weergegeven.
Afhankelijk van de aut o en de conditie van de
weg, wordt er mogelijk geen waarschuwing
gegeven.
■Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje LTA oranje
brandt, volg dan de desbetreffende storing-
zoekprocedure. Volg de instructies die op het
scherm worden weergegeven als er een
andere waarschuwingsmelding wordt weer-
gegeven.
●“LTA Malfunction Visit Your Dealer” (Sto-
ring in LTA. Ga naar uw dealer)
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat
de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●“LTA Unavailable” (LTA niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgesc hakeld als
gevolg van een storing in een andere sensor
dan de camera voor. Schakel het LTA-sys-
teem uit, wacht een poosje en schakel het
LTA-systeem weer in.
●“LTA Unavailable at Current Speed” (LTA
niet beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van
het LTA-systeem. Rijd langzamer.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 180 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 183 of 458

181
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden
gewijzigd. (Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke vo orkeursinstellingen:
Blz. 360)
*: Indien aanwezig
Wanneer de afstandsregelmodus is
ingeschakeld, accelereert en decele-
reert de auto automatisch overeenkom-
stig de veranderingen in snelheid van
de voorligger, zelfs wanneer het gaspe-
daal niet wordt ingetrapt. In de con-
stante-snelheidsr egelmodus rijdt de
auto met een constante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise
Control op autowegen en snelwegen.
Afstandsregelmodus ( Blz. 184)
Constante-snelheidsregelmodus
(Blz. 187)
■Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
Dynamic Radar Cruise
Control*
Overzicht van functies
Systeemonderdelen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 181 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 184 of 458

182
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■BedieningsschakelaarsAfstandsschakelaar
Schakelaar +RES
Uitschakeltoets
Schakelaar -SET
Cruise control-hoofdschakelaar
WAARSCHUWING
■Voor het gebruik van de Dynamic
Radar Cruise Control
●Voor veilig rijden is alleen de bestuurder
verantwoordelijk. Vertrouw niet alleen
op het systeem en rijd voorzichtig door
altijd goed op de omgeving te letten.
●Het Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem biedt ondersteuning bij het rijden
om de bestuurder te ontlasten. Er zijn
echter grenzen aan de geboden onder-
steuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen
aandachtig door. Vertrouw niet blindelings
op dit systeem en rijd altijd voorzichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert: Blz. 190
• Omstandigheden waaronder de afstandsregelmodus mogelijk niet goed
werkt: Blz. 191
●Stel de geschikte snelheid in op basis
van de snelheidslimiet, de verkeersin-
tensiteit, de wegcondities, de weersom-
standigheden, enz. De bestuurder is
verantwoordelijk voor het controleren
van de ingestelde snelheid.
●Zelfs als het systeem normaal werkt,
kan de door het systeem gesignaleerde
status van de voorligger afwijken van de
door de bestuurder waargenomen sta-
tus. Daarom moet de bestuurder altijd
alert blijven, het gevaar van elke situatie
inschatten en veilig rijden. Volledig ver-
trouwen op het systeem of aannemen
dat het systeem de veiligheid garan-
deert tijdens het rijden kan leiden tot
een ongeval met ernstig letsel als
gevolg.
●Schakel de Dynamic Radar Cruise Con-
trol uit met de cruise control-hoofdscha-
kelaar als deze niet wordt gebruikt.
■Waarschuwingen met betrekking tot
de ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht, aangezien er grenzen zijn aan de
door het systeem geboden ondersteuning.
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval ver-
oorzaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
●De bestuurder helpen bij het meten van
de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control dient
alleen ter ondersteuning van de bestuur-
der bij het bepalen van de volgafstand tus-
sen de eigen auto en een bepaalde
voorligger. Het systeem is niet bedoeld om
zorgeloos of roekeloos rijgedrag te recht-
vaardigen en kan de bestuurder ook niet
helpen tijdens het rijden bij slecht zicht.
Het blijft noodzakelijk dat de bestuurder
zelf de omgeving van de auto goed in de
gaten houdt.
●De bestuurder helpen bij het bepalen
van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control bepaalt
of de volgafstand tussen de eigen auto en
een bepaalde voorligger binnen een vast-
gelegd bereik ligt. Het systeem kan geen
andere beoordelingen maken. Het is
daarom strikt noodzakelijk dat u zelf alert
blijft en inschat of een situatie mogelijk
gevaarlijk is.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 182 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 185 of 458

183
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●De bestuurder helpen bij het bedienen
van de auto
De Dynamic Radar Cruise Control heeft
geen functies om aanrijdingen met een
voorligger te voorkomen of vermijden.
Daarom dient u wanneer er gevaar dreigt
direct de controle over de auto te nemen
en juist te handelen om de veiligheid van
alle betrokkenen te garanderen.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van de Dynamic Radar
Cruise Control
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control
niet in de volgende situaties. Als u dat wel
doet, wordt de snelheid mogelijk niet goed
geregeld, waardoor een ongeval met ern-
stig letsel kan ontstaan.
●Op wegen met voetgangers, fietsers,
enz.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw
glad zijn
●Op steile hellingen bergafwaarts of op
afwisselend sterk dalende en sterk stij-
gende wegen
Bij het afdalen van een steile helling kan
de rijsnelheid de ingeste lde snelheid over-
schrijden.
●Op invoegstroken van autowegen en
snelwegen
●Als de weersomstandigheden zo slecht
zijn dat ze een juiste signalering door de
sensoren onmogelijk zouden kunnen
maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware
regenval, enz.)
●Als er regen, sneeuw, enz. op de voor-
zijde van de radar of de camera voor zit
●In verkeersomstandigheden waarbij her-
haaldelijk accelereren en decelereren
noodzakelijk is
●Tijdens het slepen in een noodgeval
●Als er vaak een naderingswaarschu-
wing hoorbaar is
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 183 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 186 of 458

184
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
In deze modus registreert een radar of er binnen ongeveer 100 meter voor u een
voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens gebruikt om de afstand tussen uw auto en
de voorligger te berekenen en een geschikte afstand tussen uw auto en de voorlig-
ger te handhaven. De gewenste tussenafs tand kan tevens met de afstandsschake-
laar worden ingesteld.
Bij het afdalen van een helling kan de tussenafstand korter worden.
Voorbeeld van het rijden me t een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld.
Voorbeeld van deceleratie en rijden met de volgregeling
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelheid.
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automatisch de snelheid van
uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden gereduceerd, schakelt het systeem het rem-
systeem in (de remlichten gaan dan branden). Het systeem regelt de snelheid van de auto zo
dat de afstand die de bestuurder heeft ingest eld tot de voorligger gehandhaafd blijft. Als het
systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen om een veilige afstand tot de voorligger te cre-
ëren, klinkt er een naderingswaarschuwing.
Als u de richtingaanwijzers inschakelt en bij een ri jsnelheid van 80 km/h of hoger een rijstrook
opschuift om in te halen, zal de auto accele reren zodat een voertuig op de andere rijstrook
sneller kan worden ingehaald.
Het oordeel van het systeem met betrekking tot wat een rijstrook voor inhalen is, is mogelijk
alleen gebaseerd op de positie van het stuurwiel in de auto (bestuurder links of rechts) Als de
auto rijdt in een regio waar de rijstrook voor inhalen zich aan de andere kant bevindt dan waar
de auto normaal rijdt, accelereert de auto mogelijk wanneer de richti ngaanwijzerschakelaar
wordt bediend in de tegengestelde richting van de ri jstrook voor inhalen (bijv. als de bestuur-
der normaal rijdt in een regio waar de rijstrook voor inhalen zich rechts bevindt, maar de
bestuurder rijdt nu in een regio waar de rijstrook voor inhalen zich links bevindt, accelereert de
auto mogelijk als de richtingaanwij zer rechts wordt ingeschakeld).
Rijden in de afstandsregelmodus
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 184 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 187 of 458

185
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de ingestelde snel-
heid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt wordt. Het systeem
schakelt vervolgens weer over op het rijden met constante snelheid.
1Druk op de cruise control-hoofd-
schakelaar om de cruise control in
te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic Radar
Cruise Control gaat branden en er wordt een
melding weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. Druk nogmaals op de schakelaar
om de cruise control uit te schakelen.
Als de cruise control-hoofdschakelaar gedu-
rende ten minste 1,5 seconden ingedrukt
wordt gehouden, schakelt het systeem over
op de constante-snelheidsregelmodus.
( Blz. 187)
“Radar Ready” (radar gereed)
2 Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (ongeveer 30
km/h of hoger) en druk op de scha-
kelaar -SET om de snelheid op te
slaan.
Het controlelampje cruise control SET gaat
branden.
De rijsnelheid op het moment dat de schake-
laar wordt losgelaten, wordt de ingestelde
snelheid.
■Wijzigen van de ingestelde snel-
heid met de schakelaar
Druk, om de ingestelde snelheid te wij-
zigen, op de schakelaar +RES of -SET
totdat de gewenste snelheid wordt
weergegeven.
1 Verhogen van de snelheid
2 Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Druk op de schakelaar.
Ruime afstelling: Houd de schakelaar inge-
drukt om de snelheid te wijzigen en laat hem
los als de gewenste snelheid is bereikt.
Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)
Wijzigen van de ingestelde
snelheid
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 185 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 188 of 458

186
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als de afstandsregelmodus is inge-
schakeld, wordt de ingestelde snelheid
als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h*1 of 1 mph*2 telkens als
de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: Wordt in stappen van 5
km/h
*1 of 5 mph*2 verhoogd of verlaagd
zolang de schakelaar ingedrukt wordt
gehouden
In de constante-snelheidsregelmodus
(Blz. 187) wordt de ingestelde snel-
heid als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h*1 of 1 mph*2 telkens als
de schakelaar wordt ingedrukt
Ruime afstelling: Zolang de schakelaar inge-
drukt wordt gehouden, wordt de snelheid
gewijzigd.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
■Wijzigen van de ingestelde snel-
heid met het gaspedaal
1 Accelereer met behulp van het gas-
pedaal naar de gewenste rijsnel-
heid.
2 Druk op de schakelaar -SET. Door de schakelaar in te drukken wordt
de afstand tot de voorligger als volgt
gewijzigd:
1
Lang
2 Gemiddeld
3 Kort
Als er een auto voor u rijdt, wordt het sym-
bool voor een voorligger ook weergege-
ven.
Selecteer een afstand in de onder-
staande tabel. Houd er rekening mee
dat de aangegeven afstanden overeen-
komen met een rijsnelheid van 80
km/h. De tussenafstand is afhankelijk
van de rijsnelheid.
Wijzigen van de tussenafstand
(afstandsregelmodus)
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus)
AfstandsoptiesTussenafstand
LangOngeveer 50 m
GemiddeldOngeveer 40 m
KortOngeveer 30 m (100 ft.)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 186 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 189 of 458

187
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
1Als u op de uitschakeltoets drukt,
wordt de snelheidsregeling uitge-
schakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens uitge-
schakeld als het rempedaal wordt ingetrapt.
2Als u op de schakelaar +RES drukt,
wordt de cruise control hervat en
wordt de ingestelde rijsnelheid her-
vat.
De cruise control wordt echter niet hervat
wanneer de rijsnelheid ongeveer 25 km/h of
lager is.
Wanneer uw auto een voorligger te
dicht nadert en automatisch decelere-
ren door middel van de cruise control
niet mogelijk is, zal het scherm gaan
knipperen en een zoemer klinken om
de bestuurder te waarschuwen. Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren als een andere
bestuurder vóór u invoegt terwijl u een
voorligger volgt. Trap het rempedaal in
om voldoende afstand tot uw voorligger
te houden.
■Mogelijk worden geen waarschu-
wingen gegeven
In de volgende gevallen worden moge-
lijk geen waarschuwingen gegeven als
de tussenafstand klein is.
Als de snelheid van de voorligger
gelijk is aan of hoger is dan de snel-
heid van uw eigen auto
Als de voorligger extreem langzaam
rijdt
Direct nadat de snelheid van de
cruise control is ingesteld
Bij het intrappen van het gaspedaal
Wanneer de constante-snelheidsregel-
modus is geselecteerd, blijft de auto
met een ingestelde snelheid rijden,
zonder de tussenafstand te regelen.
Selecteer deze modus alleen wanneer
de afstandsregelmodus niet goed werkt
als gevolg van een vuile radar.
1 Houd bij uitgeschakelde cruise con-
trol de cruise control-hoofdschake-
laar gedurende ten minste 1,5
seconden ingedrukt.
Direct nadat op de schakelaar is gedrukt,
gaat het controlelampje Dynamic Radar
Cruise Control branden. Vervolgens gaat het
controlelampje cruise control branden.
Uitschakelen en hervatten van
de snelheidsregeling
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus)Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 187 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 190 of 458

188
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Overschakelen naar de constante-snel-
heidsregelmodus is alleen mogelijk als de
schakelaar wordt bediend terwijl de cruise
control uit staat.
2 Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (ongeveer 30
km/h of hoger) en druk op de scha-
kelaar -SET om de snelheid op te
slaan.
Het controlelampje cruise control SET gaat
branden.
De rijsnelheid op het moment dat de schake-
laar wordt losgelaten, wordt de ingestelde
snelheid.
Wijzigen van de inges telde snelheid:
Blz. 185
Uitschakelen en hervatten van de ingestelde
snelheid: Blz. 187
Wanneer deze functie is ingeschakeld
en het systeem in de afstandsregelmo-
dus (Blz. 184) werkt en een verkeers-
bord met een snelheidslimiet wordt
gesignaleerd, wordt de herkende snel-
heidslimiet weergegeven met een pijl
omhoog/omlaag. De ingestelde snel-
heid kan tot de herkende snelheidsli-
miet worden verhoogd/verlaagd door
de schakelaar +RES/-SET ingedrukt te
houden.
Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid lager is dan de her-
kende snelheidslimiet
Houd de schakelaar +RES ingedrukt.
Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid hoger is dan de her-
kende snelheidslimiet
Houd de schakelaar -SET ingedrukt.
Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 188 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM