TOYOTA GR YARIS 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: GR YARIS, Model: TOYOTA GR YARIS 2022Pages: 458, PDF Size: 79.45 MB
Page 191 of 458

189
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
U kunt de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist inschake-
len/uitschakelen via op het multi-
informatiedisplay. (Blz. 360)
Wanneer de Dynamic Radar Cruise
Control met Road Sign Assist in wer-
king is en u bergaf rijdt, overschrijdt de
rijsnelheid mogelijk de ingestelde snel-
heid.
In dit geval wordt de weergegeven
ingestelde rijsnelheid verlicht en klinkt
er een zoemer om de bestuurder te
waarschuwen.
■De Dynamic Radar Cruise Control kan
worden gebruikt als
●De selectiehendel staat in het 2e bereik of
hoger.
●Afhankelijk van de regelmodus kan dit item
op de volgende snelheden worden inge-
steld:
• Afstandsregelmodus: O ngeveer 30 km/h of
hoger
• Constante-snelheidsregelmodus: Onge- veer 30 km/h of hoger
■Accelereren na het instellen van de rij-
snelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na
het accelereren gaat de auto weer rijden met
de ingestelde snelheid. Als de afstandsregel-
modus is ingeschakeld, neemt de rijsnelheid
echter mogelijk af tot onder de ingestelde
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger
gehandhaafd blijft.
■Selectie schakelstand
Selecteert een schakelstand die past bij de
rijsnelheid. Als het motortoerental te hoog of
te laag is, kan de regeling automatisch wor-
den uitgeschakeld.
■Automatisch uitschakelen van de
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer
25 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat
hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
●Als de selectiehendel in de neutraalstand
staat of het koppelingspedaal gedurende
een bepaalde tijd of langer wordt ingetrapt.
●De parkeerrem is geactiveerd.
Als de afstandsregelmodus om een andere
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Automatisch uitschakelen van de con-
stante-snelheidsregelmodus
De constante-snelhei dsregelmodus wordt
automatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer
30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
●Als de selectiehendel in de neutraalstand
staat of het koppelingspedaal gedurende
een bepaalde tijd of langer wordt ingetrapt.
●De parkeerrem is geactiveerd.
Inschakelen/uitschakelen
Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 189 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 192 of 458

190
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als de constante-snelheidsregelmodus om
een andere dan de hierboven genoemde
redenen automatisch uitgeschakeld wordt,
kan er een storing in het systeem aanwezig
zijn. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■De Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist werkt mogelijk niet
goed wanneer
De Dynamic Radar Cruise Control met Road
Sign Assist werkt mogelijk niet goed in situa-
ties waarbij de RSA mogelijk niet goed werkt
of niet goed signaleert ( Blz. 194). Contro-
leer daarom, wanneer u deze functie
gebruikt, het weergegeven verkeersbord met
de snelheidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de inge-
stelde snelheid mogelijk niet gewijzigd in de
herkende snelheidslimiet door het ingedrukt
houden van de schakelaar +RES/-SET:
●Als er geen informatie over de snelheidsli-
miet beschikbaar is
●Wanneer de herkende snelheidslimiet
gelijk is aan de ingestelde snelheid
●Wanneer de herkende snelheidslimiet bui-
ten het snelheidsbereik van het Dynamic
Radar Cruise Control-systeem ligt
■Werking van de remmen
Er kan een geluid van de remmen hoorbaar
zijn en de reactie van het rempedaal kan ver-
anderen, maar dit duidt niet op een storing.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers
voor Dynamic Radar Cruise Control
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te
geven of om de bestuurder te informeren dat
hij tijdens het rijden extra moet opletten. Lees
de op het multi-informatiedisplay weergege-
ven waarschuwingsmelding en volg de aan-
wijzingen op. ( Blz. 158, 323)
■Omstandigheden waarin de sensor
voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhanke-
lijk van de omstandigheden het rempedaal
wanneer het systeem onvoldoende decele-
reert of bedien het gaspedaal wanneer moet
worden geaccelereerd. Omdat de sensor deze voertuigen wellicht
niet op de juiste manier signaleert, wordt er
mogelijk geen naderingswaarschuwing
(
Blz. 187) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dez elfde rijstrook rijden
●Voertuigen met een relatief kleine achter-
zijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
●Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
●Als door omringend verkeer opgeworpen
water of sneeuw de signalering door de
sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver ingezakt
is (omdat er zware lading in de bagage-
ruimte vervoerd wordt, enz.)
●De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 190 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 193 of 458

191
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Omstandigheden waaronder de
afstandsregelmodus mogelijk niet goed
werkt
Bedien indien nodig in onderstaande geval-
len het rempedaal (of, afhankelijk van de situ-
atie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet
op de juiste manier signaleert, werkt het sys-
teem mogelijk niet goed.
●Als de weg erg bochtig is of de rijstroken
erg smal zijn
●Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uit-
voeren of frequent va n rijstrook wisselt
●Als uw voorligger plotseling decelereert
●Als u op een weg rijdt die wordt omgeven
door een constructie, zoals in een tunnel of
op een ijzeren brug
●Als de rijsnelheid afneemt tot de ingestelde
snelheid na acceleratie van de auto door
intrappen van het gaspedaal.
*: Indien aanwezig
Het RSA-systeem herkent bepaalde
verkeersborden door gebruik te maken
van de camera voor en/of het navigatie-
systeem (als er informatie over de snel-
heidslimiet beschikbaar is) en voorziet
de bestuurder via het display van infor-
matie.
Als het systeem vaststelt dat de snel-
heidslimiet wordt overschreden of wan-
neer er bijvoorbeeld verboden acties
ten opzichte van de herkende verkeers-
borden worden uitgevoerd, wordt de
bestuurder gewaarschuwd door middel
van een waarschuwingsdisplay en
waarschuwingszoemer.
RSA (Road Sign Assist)*
Overzicht van de functie
WAARSCHUWING
■Voordat u de RSA gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het RSA-sys-
teem. De RSA is een systeem dat de
bestuurder ondersteunt middels het bie-
den van informatie, maar het is geen ver-
vanging van het eigen inzicht en de
oplettendheid van de bestuurder. Rijd
voorzichtig door altijd goed op de ver-
keersregels te letten.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 191 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 194 of 458

192
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Wanneer de camera voor een verkeers-
bord herkent en/of er informatie over
een verkeersbord beschikbaar is via
het navigatiesysteem, wordt het bord
weergegeven op het multi-informatie-
display.
Wanneer de informatie van het
ondersteunende systeem wordt
geselecteerd, kunnen er maximaal 3
verkeersborden worden weergege-
ven. ( Blz. 86)
Wanneer een ander tabblad dan dat
van het ondersteunende systeem is
geselecteerd, worden alleen de vol-
gende typen verkeersborden weer-
gegeven. ( Blz. 86)
• Verkeersbord begin/ei nde snelheidslimiet
• Verkeersbord met aan snelheidslimiet gerelateerde informatie (autoweg, snel-
weg, bebouwde kom, woonerf)
• Verkeersbord einde verboden
• Verkeersbord verboden in te rijden
*
(indien een melding nodig is)
• Verkeersbord maxim aal toegestane snel-
heid met aanvullend bord (alleen op- en
afritten)
*: Auto's met navigatiesysteem Als er andere verkeersborden dan die met
de maximaal toegestane snelheid worden
herkend, worden deze trapsgewijs weerge-
geven onder het verkeersbord met de maxi-
maal toegestane snelheid.
De volgende soorten verkeersborden,
inclusief elektronische verkeersborden
en knipperende verkeersborden, wor-
den herkend.
Niet-officiële (niet aan het Verdrag van
Wenen voldoende) of recentelijk geïntrodu-
ceerde verkeersborden worden mogelijk niet
herkend.
Verkeersborden snelheidslimiet
Weergave op het multi-
informatiedisplay
Ondersteunde soorten
verkeersborden
Snelheidslimiet begint/zone
maximumsnelheid begint
Snelheidslimiet eindigt/zone
maximumsnelheid eindigt
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 192 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 195 of 458

193
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Aan snelheidslimiet gerelateerde
informatie
*
*: Wordt weergegeven wanneer een ver-
keersbord wordt herkend maar de infor-
matie over de snelheidslimiet voor de weg
niet beschikbaar is in het navigatiesys-
teem
Verkeersborden inhaalverbod
Andere verkeersborden
*: Auto's met navigatiesysteem
Maximaal toegestane snelheid met
aanvullend teken*1
*1: Gelijktijdig met snelheidslimiet weergege-
ven
*2: Inhoud niet herkend.*3: Als de richtingaanwij zers bij het wisselen
van rijstrook niet worden bediend, wordt
het teken niet weergegeven.
Begin autoweg
Einde autoweg
Oprit snelweg
Afrit snelweg
Begin bebouwde kom
Einde bebouwde kom
Begin bebouwde kom
Einde bebouwde kom
Begin erf
Einde erf
Begin inhaalverbod
Einde inhaalverbod
Verboden in te rijden
*
Einde verboden
Stop
Nat
Regen
IJs
Aanvullend teken aanwe-
zig
*2
Afrit rechts*3
Afrit links*3
Tijd
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 193 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 196 of 458

194
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
In de volgende situaties waarschuwt
het RSA-systeem de bestuurder.
Wanneer de rijsnelheid de drempel-
waarde voor de snelheidswaarschu-
wing van het weergegeven
verkeersbord met de maximaal toe-
gestane snelheid overschrijdt, wordt
het verkeersbord duidelijker zicht-
baar gemaakt en klinkt er een zoe-
mer.
Als het RSA-systee m een verkeers-
bord voor verboden in te rijden her-
kent en signaleert dat de bestuurder
het inrijverbod negeert op basis van
de kaartinformatie van het navigatie-
systeem, knippert het verkeersbord
voor verboden in te rijden en klinkt er
een zoemer. (Auto's met navigatie-
systeem)
Als wordt gesignaleerd dat uw auto
een ander voertuig inhaalt terwijl er
een verkeersbord voor een inhaal-
verbod wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, gaat het ver-
keersbord knipperen en klinkt er een
zoemer.
Afhankelijk van de situatie wordt de ver-
keerssituatie (richting en snelheid van
het verkeer en hoeveelheid verkeer)
mogelijk niet goed gesignaleerd en
werkt de waarschuwingsfunctie moge-
lijk niet goed.
■Instellen
1 Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
en selecteer .
2 Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel, selecteer en druk vervolgens
op .
■Automatisch uitschakelen van weer-
gave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer
verkeersborden automatisch uitgeschakeld.
●Er wordt over een bepaalde afstand geen
verkeersbord herkend.
●De weg verandert als gevolg van een
afslag naar links of rechts, enz.
■Omstandigheden waaronder de functie
mogelijk niet goed werkt of niet goed
signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet
normaal en worden verkeersborden mogelijk
niet herkend, worden onjuiste verkeersbor-
den weergegeven, enz. Dit duidt echter niet
op een storing.
●De camera voor is niet goed uitgelijnd
doordat de sensor, enz. is blootgesteld aan
hevige schokken.
●Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op
de voorruit in de buurt van de camera voor.
●Onder barre weersomstandigheden, bij-
voorbeeld bij zware regenval, mist,
sneeuw of zandstormen
●Licht van een tegenligger, de zon, enz.
dringt de camera voor binnen.
●Het verkeersbord is vuil of vervaagd, staat
scheef of is krom.
●Het elektronische verkeersbord heeft wei-
nig contrast.
●Het verkeersbord gaat helemaal of gedeel-
telijk verscholen achter boombladeren, een
paal, o.i.d.
●Het verkeersbord is alleen korte tijd zicht-
baar voor de camera voor.
●De omgeving (bij afsl aan, rijstrookwisse-
ling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
Waarschuwingsfunctie
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 194 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 197 of 458

195
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Wanneer een verkeersbord niet van toe-
passing is op de rijstrook waar op dat
moment op wordt gereden, maar dit bord
wel direct na een vertakking van de snel-
weg staat of bij een aangrenzende rijstrook
net voordat rijstroken samenkomen.
●Er zitten stickers op de achterzijde van de
voorligger.
●Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt
op een verkeersbord dat compatibel is met
het systeem.
●Mogelijk worden verkeersborden met de
snelheidslimiet voor parallelwegen gesig-
naleerd en weergegeven (wanneer deze in
het zicht van de camera voor staan) terwijl
de auto op de hoofdweg rijdt.
●Mogelijk worden verkeersborden met de
maximaal toegestane snelheid voor afsla-
gen van rotondes gesignaleerd en weerge-
geven (wanneer deze in het zicht van de
camera voor staan) terwijl de auto op de
rotonde rijdt.
●De voorzijde van de auto staat omhoog of
omlaag door de belading van de auto.
●De helderheid van het omgevingslicht is
niet voldoende of verandert plotseling.
●Wanneer een verkeersbord voor vrachtwa-
gens, enz. wordt herkend.
●Er wordt met de auto in een land gereden
waar het verkeer aan de andere kant rijdt.
●De kaartgegevens van het navigatiesys-
teem zijn niet meer up-to-date.
●Het navigatiesysteem werkt niet.
●De snelheidsinformatie die op het instru-
mentenpaneel wordt weergegeven ver-
schilt mogelijk van de informatie die wordt
weergegeven op het navigatiesysteem als
gevolg van de gebruikte kaartgegevens
van het navigatiesysteem.
■Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd
gezet terwijl er een verkeersbord met de
maximaal toegestane snelheid op het multi-
informatiedisplay werd weergegeven, wordt
datzelfde verkeersbord weer weergegeven
wanneer het contact AAN wordt gezet.
■Als “RSA Malfunction Visit Your Dealer”
(Storing in RSA. Ga naar uw dealer)
wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (Systemen met
mogelijkheden voor pers oonlijke voorkeursin-
stellingen: Blz. 360)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 195 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 198 of 458

196
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Uitzetten van de motor
1 Trap het koppelingspedaal geheel
in en trap het rempedaal in om de
auto tot stilstand te brengen.
2 Zet de selectiehendel in de neu-
traalstand en laat het koppelingspe-
daal los. De motor wordt
automatisch uitgezet.
Wanneer de motor is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem, gaat het controle-
lampje van het Stop & Start-systeem bran-
den.
■Opnieuw starten van de motor
Trap, terwijl de selectiehendel in de
neutraalstand staat, het koppelingspe-
daal in. De motor wordt automatisch
weer gestart.
Als de motor start, gaat het controlelampje
van het Stop & Start-systeem uit.
Druk op de uitschakeltoets van het Stop
& Start-systeem om het Stop & Start-
systeem uit te schakelen.
Het controlelampje uitgeschakeld Stop
& Start-systeem gaat branden.
Als nogmaals op de toets wordt gedrukt,
wordt het Stop & Start-systeem weer inge-
schakeld en gaat het controlelampje uitge-
schakeld Stop & Start-systeem uit.
■Automatisch inschakelen van het Stop
& Start-systeem
Als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld
met de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem, zal het systeem automatisch weer
worden ingeschakeld als de motor weer
wordt gestart nadat het contact UIT is gezet.
■Punten bij het gebruik
●Als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem en de startknop wordt inge-
drukt, kan de motor niet worden herstart
door de automatische motorstartfunctie.
Start in dat geval de motor volgens de nor-
male startprocedure. ( Blz. 136)
●Wanneer de motor wordt herstart door het
Stop & Start-systeem, zijn de accessoire-
aansluitingen mogelijk tijdelijk niet bruik-
baar. Dit duidt echter niet op een storing.
Stop & Start-systeem
Het Stop & Start-systeem schakelt
de motor uit en start deze weer
overeenkomstig de bediening van
het koppelingspedaal of de selec-
tiehendel als de auto tot stilstand
wordt gebracht, bijvoorbeeld bij
een verkeerslicht of kruispunt, om
het brandstofverbruik te verlagen
en geluid en vervuiling door een
stationair draaiende motor te
voorkomen.
Werking Stop & Start-systeem
Uitschakelen van het Stop &
Start-systeem
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 196 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 199 of 458

197
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Het plaatsen en verwijderen van elektri-
sche onderdelen en draadloze apparaten
is mogelijk van invloed op het Stop & Start-
systeem. Neem voor meer informatie con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Zet het contact UIT en zet de motor volle-
dig uit wanneer de auto voor langere tijd
wordt stilgezet.
●Als de motor wordt herstart door het Stop
& Start-systeem, kan de besturing van de
auto zwaarder aanvoelen.
■Voorwaarden voor werking
●Het Stop & Start-systeem werkt als aan de
volgende voorwaarden wordt voldaan:
• Er is gedurende een bepaalde tijd met de
auto gereden.
• Het koppelingspedaal niet wordt ingetrapt.
• De selectiehendel staat in stand N.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is
vastgemaakt.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• De geselecteerde rijmodi zijn de normale
modus en de track-modus.
• De voorruitverwarming is uitgeschakeld.
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De buitentemperatuur is -5°C of hoger.
• De motorkap en achterklep zijn gesloten.
(→Blz. 197)
●Onder de volgende omstandigheden wordt
de motor mogelijk niet uitgeschakeld door
het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op
een storing van het Stop & Start-systeem.
• Als de airconditioning wordt gebruikt.
• Als de accu periodiek wordt opgeladen.
• Als de accu niet voldoende is opgeladen,
bijvoorbeeld als de auto gedurende lange
tijd heeft stilgestaan en de ladingstoestand
is afgenomen, als de elektrische belasting
hoog is, als de temperatuur van de accu-
vloeistof extreem laag is of als de accu ver-
ouderd is.
• Als het vacuüm van de rembekrachtiger te
laag is.
• Als de verstreken tijd sinds het starten van
de motor kort is.
• Als de auto frequent tot stilstand wordt
gebracht, bijvoorbeeld in een file.
• Als de temperatuur van de koelvloeistof of
van de transmissievloeistof extreem laag
of hoog is.
• Als het stuurwiel wordt bediend.
• Als de auto op grote hoogte rijdt.
• Als de temperatuur van de accuvloeistof extreem laag of hoog is.
• Enige tijd nadat de accupolen zijn losgeno-
men en weer aangesloten.
●De motor wordt automatisch herstart wan-
neer deze is uitgeschakeld door het Stop &
Start-systeem als aan een van de vol-
gende voorwaarden voldaan is:
(Rijd met de auto om ervoor te zorgen dat de
motor weer door het Stop & Start-systeem
wordt uitgeschakeld.)
• De airconditioning wordt ingeschakeld.
• De voorruitverwarming wordt ingescha-
keld.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De rijmodus wordt gewijzigd van de nor-
male modus en track-modus in een andere
modus.
• De uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem wordt ingedrukt.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• De auto begint te rollen op een helling.
●Onder de volgende omstandigheden wordt
de motor mogelijk automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem: (Rijd met de auto
om ervoor te zorgen dat de motor weer
door het Stop & Start-systeem wordt uitge-
schakeld.)
• Als het rempedaal pompend of diep wordt
ingetrapt.
• Als de airconditioning wordt gebruikt.
• Als een schakelaar van het airconditio-
ningsysteem wordt bediend (schakelaar
achterruitverwarming, enz.).
• Als de accu bijna leeg is.
■Als de motorkap wordt geopend
Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-
systeem en de motorkap wordt geopend,
slaat de motor af en kan de motor niet wor-
den gestart door de automatische motorstart-
functie. Start in dat geval de motor volgens
de normale startprocedure. (→Blz. 136)
■Als de motorkap of achterklep wordt
gesloten
Nadat de motor is gestart terwijl de motorkap
of achterklep was geopend, werkt het Stop &
Start-systeem niet. Sluit de motorkap en de
achterklep, zet het contact UIT, wacht ten
minste 30 seconden en start vervolgens de
motor.
M52L09toeuenvhch04.fm Page 197 Tuesday, December 15, 2020 11:02 AM
Page 200 of 458

198
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Airconditioning terwijl de motor door
het Stop & Start-systeem is uitgescha-
keld
Auto's met een automatische airconditioning:
Als de airconditioning in de automatische
modus staat en de motor is uitgeschakeld
door het Stop & Start-systeem, kan de venti-
lator met een lage snelheid gaan draaien om
te voorkomen dat de temperatuur in het inte-
rieur hoger of lager wordt, of kan hij worden
uitgeschakeld.
Schakel het Stop & Start-systeem uit door de
uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem
in te drukken om de prestaties van de aircon-
ditioning voorrang te geven als de auto stil-
staat.
●Als de voorruit beslagen is
Schakel de voorruitverwarming in.
( Blz. 231)
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uit-
schakeltoets van het Stop & Start-systeem
om het Stop & Start-systeem uit te schakelen.
●Als het airconditioningsysteem een onaan-
gename geur verspreidt
Druk op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem om het Stop & Start-systeem
uit te schakelen.
■Wijzigen van de tijd voor uitschakeling
bij stilstand bij ingeschakelde aircondi-
tioning
De werkingsduur van het Stop & Start-sys-
teem als de airconditioni ng is ingeschakeld,
kan via van het multi-informatiedisplay
( Blz. 86) worden gewijzigd. (De werkings-
duur van het Stop & Start-systeem als de air-
conditioning is uitges chakeld, kan niet
worden gewijzigd.)
■Weergeven van de status van het Stop
& Start-systeem
Blz. 91
■Meldingen multi-informatiedisplay
In de volgende gevallen kunnen en een
melding worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
●Wanneer de motor niet kan worden uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem “Non-Dedicated Battery” (niet-specifieke
batterij)
• Er is een accu geplaatst die niet is ontwor- pen voor gebruik met een Stop & Start-sys-
teem.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
“Battery Charging” (accu aan het opla-
den)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
Het uitschakelen van de motor is tijdelijk
niet mogelijk om voorrang te geven aan het
laden van de accu. Nadat de motor gedu-
rende een bepaalde periode heeft gedraaid,
wordt het systeem weer geactiveerd.
• Mogelijk wordt een onderhoudslaadproce- dure uitgevoerd
Wanneer de onderhoudslaadprocedure
van maximaal een uur is voltooid, kan het
systeem worden bediend.
• Indien continu weergegeven gedurende een langere tijd (meer dan een uur)
De accu kan verouderd zijn. Neem voor
meer informatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
“Stop & Start Unavailable” (Stop & Start-
systeem niet beschikbaar)
• Het Stop & Start-systeem is tijdelijk uitge- schakeld.
Laat de motor gedurende enige tijd
draaien.
• De motor is mogelijk herstart terwijl de motorkap was geopend.
Sluit de motorkap, zet het contact UIT,
wacht ten minste 30 seconden en start ver-
volgens de motor.
“In Preparation” (in voorbereiding)
• De auto rijdt op grote hoogte.
“For Climate Control” (voor klimaatrege-
ling)
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de omgevingstemperatuur hoog of laag is.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 198 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM