ECU TOYOTA HIGHLANDER 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: HIGHLANDER, Model: TOYOTA HIGHLANDER 2020Pages: 568, PDF Size: 97.56 MB
Page 35 of 568

35
1
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
HIGHLANDER HV_EE
■Onderdelen SRS-airbagsysteem
Voorpassagiersairbag
Controlelampjes PASS AIR BAG ON en PASS AIR BAG OFF
Side airbags voor
Curtain airbags
Sensoren aanrijding opzij (achter)
Waarschuwingslampje SRS
Bestuurdersairbag
Sensoren aanrijding opzij (voorportier)
Gordelspanners en spankrachtbegrenzers
Knie-airbag bestuurder
Sensoren frontale aanrijding
Airbag-ECU
Aan/uit-schakelaar airbag
De belangrijkste onderdel en van het SRS-airbagsysteem zijn hierboven afgebeeld.
Het SRS-airbagsysteem wordt aangestuurd door de airbag-ECU. Bij het activeren
van de airbags zorgt een chemische reacti e in de ontstekingsmechanismen ervoor
dat de airbags snel gevuld worden met niet-giftig gas om de beweging van de inzit-
tenden te helpen beperken.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 35 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 437 of 568

437
6
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
HIGHLANDER HV_EE
Als de bandenspanning onder een
bepaalde waarde komt, wordt de
bestuurder gewaarschuwd door mid-
del van een melding op het scherm
en een waarschuwingslampje.
(→Blz. 487)
De getoonde afbeelding dient slechts als
voorbeeld en verschilt mogelijk van het wer-
kelijke beeld op het multi-informatiedisplay.
■Periodieke controle van de banden-
spanning
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem vervangt de periodieke controle van de
bandenspanning niet. Controleer daarom ook
zelf regelmatig de bandenspanning.
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet
goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden werkt
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet overeenkomt met de
OE-specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet de voorgeschreven maat
heeft. • Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteu-
nende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven waarde.
• Als het reservewiel zich op een plaats bevindt waar een slechte ontvangst van
radiosignalen is.
*
• Als er banden zonder bandenspannings-sensoren en -zenders zijn gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden- spanningssensoren en -zenders niet is
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
*: Alleen auto's met een volwaardig reserve-
wiel
●In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
• Als u een draagbare radio, mobiele tele- foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
●Als de bandenpositiegegevens niet juist
worden weergegeven als gevolg van
slechte ontvangst van de radiogolven, kan
de weergave worden hersteld door verder
te rijden en zo de ontvangst van de radio-
golven te veranderen.
●Wanneer de auto geparkeerd is, kan het
langer duren voordat de waarschuwing
verschijnt of verdwijnt.
●Wanneer de bandenspanning snel daalt,
zoals bij een klapband, dan verschijnt de
waarschuwing mogelijk niet.
■Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de omstandigheden waaronder het
systeem geïnitialiseerd is. Daarom laat het
systeem mogelijk zelfs een waarschuwing
zien wanneer de bandenspanning niet laag
genoeg is of wanneer de druk hoger is dan
de druk die was ingesteld tijdens het initiali-
seren van het systeem.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 437 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 446 of 568

4466-3. Zelf uit te voeren onderhoud
HIGHLANDER HV_EE
Bij het vervangen van banden of velgen
moeten de bandenspanningssensoren
en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssenso-
ren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze
componenten worden geregistreerd in
de bandenspanningswaarschuwings-
systeem-ECU en moet het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
worden geïnitialis eerd. Laat de identifi-
catiecodes van de bandenspannings-
sensoren en -zenders registreren door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. ( →Blz. 448)
■Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspan-
ningssensor en -zender niet is geregistreerd,
werkt het bandenspanningswaarschuwings-
systeem niet correct. Na ongeveer 10 minu-
ten rijden gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning gedurende 1 minuut
knipperen en het blijft daarna branden om
aan te geven dat er een storing in het sys-
teem aanwezig is.■Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden geïni-
tialiseerd onder de volgende
omstandigheden:
Bij het wijzigen van de bandenspan-
ning (bijvoorbeeld omdat u de rij-
snelheid aanzienlijk gaat
veranderen).
Bij het wijzigen van de bandenspan-
ning omdat er een andere banden-
maat gemonteerd is.
Bij het wisselen van wielen.
Nadat de identificatiecodes zijn
geregistreerd. ( →Blz. 448)
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt ge ïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
Plaatsen van banden-
spanningssensoren en
-zenders
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden,
velgen, bandenspanningssensoren,
-zenders en ventieldopjes
●Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige omdat de bandenspan-
ningssensoren en -zenders beschadigd
kunnen raken als er niet voorzichtig
mee wordt omgegaan.
●Vergeet niet de dopjes weer op de ven-
tielen aan te brengen. Als de ventieldop-
jes niet geplaatst worden, dan kan er
water in de bandenspanningssensoren
terechtkomen en kunnen ze vast gaan
zitten.
●Vervang ventieldopjes alleen door het
voorgeschreven type ventieldopje. De
dop kan anders vast gaan zitten.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang bij het repareren of
vervangen van de band de bandenspan-
ningssensor en -zender. ( →Blz. 446)
Initialiseren van het
bandenspannings-
waarschuwingssysteem
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 446 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 500 of 568

5007-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
HIGHLANDER HV_EE
6 Plaats de krikslinger in het hulpstuk.
Draai de krikslinger linksom.
Het wiel wordt volledig naar beneden gela-
ten.
Draai de krikslinger langzaam om het reser-
vewiel op de grond te laten zaken. Als de
krikslinger snel wordt gedraaid, kan de
draadkabel van de as aan de binnenzijde
van de unit glijden en kunt u het wiel moge-
lijk niet neerlaten.
Als het reservewiel niet kan worden neerge-
laten: →Blz. 502
7 Trek het reservewiel onder de auto
uit en zet het rechtop tegen de bum-
per.
Met een compact reservewiel Met een volwaardig reservewiel
Auto's met een compact reservewiel
8 Druk de secundaire grendel vol-
ledig in en verwijder de houder
van het hijsgedeelte .
9 Kantel de houder en voer deze
door de opening in het wiel. Verwij-
der vervolgens het hijsgedeelte .
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 500 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 501 of 568

501
7
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
HIGHLANDER HV_EE
Auto's met een volwaardig reserve-
wiel
8 Druk de secundaire grendel vol-
ledig in en verwijder de houder
van het hijsgedeelte .
9 Kantel de houder zodanig, dat
deze gemakkelijk door de opening
van het wiel kan worden gevoerd.
Verwijder het hijsgedeelte nadat u
de houder door de opening in het
wiel gevoerd hebt . 1
Plaats wielblokken.
2 Draai de wielmoeren iets los (één
slag).WAARSCHUWING
■Bij het opbergen van het reservewiel
Zorg ervoor dat er geen vingers of andere
lichaamsdelen tussen het reservewiel en
de carrosserie bekneld raken.
Vervangen van een wiel met
een lekke band
Lekke bandPositie wielblok
Links voorAchter het rechter
achterwiel
Rechts voorAchter het linker ach-
terwiel
Links achterVoor het rechter voor-
wiel
Rechts achterVoor het linker voor-
wiel
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 501 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 505 of 568

505
7
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
HIGHLANDER HV_EE
3
Druk de secundaire grendel vol-
ledig in en plaat de houder op
het hijsgedeelte .
4 Leg het wiel op de grond met de
buitenzijde (ventielzijde) omhoog
gericht. 5
Controleer voor het omhoog bren-
gen van het wiel of het hijsgedeelte
loodrecht op de wielkast staat. (Pro-
beer het wiel recht onder de auto te
plaatsen, in de buurt waar de draad-
kabel hangt.)
Ventieldopje
6 Draai met behulp van de krikslinger
en het hulpstuk de klembout van het
wiel vast door hem rechtsom te
draaien tot het wiel zich in de juiste
positie bevindt en u twee keer een
klik hoort wanneer de krikslinger
overspringt.
7 Controleer of het na het vastdraaien
niet loszit:
1 Probeer het wiel heen en weer te
bewegen
2 Probeer het wiel rond te draaien
Controleer visueel of het wiel niet achter
onderdelen eromheen is blijven steken.
Als het wiel loszit of verkeerd is bevestigd,
herhaal dan stap 2 t/m 7.
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 505 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM
Page 517 of 568

517
7
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
HIGHLANDER HV_EE
8
Controleer of het controlelampje
READY gaat branden. Neem als het
controlelampje niet gaat branden
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
9 Verwijder de startkabels als het
hybridesysteem gestart is in exact
de omgekeerde volgorde van aan-
sluiten.
10 Sluit het deksel van de speciale
hulpstartaansluiting en plaats het
deksel van de zekeringenkast weer
in de oorspronkelijke positie.
Laat, nadat het hybridesysteem is
gestart, de auto zo snel mogelijk nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■Starten van het hybridesysteem wan-
neer de 12V-accu ontladen is
Het hybridesysteem kan niet worden gestart
door de auto aan te duwen.
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem uit
als het hybridesysteem is uitgeschakeld.
●Schakel niet-noodzakelij ke elektrische ver-
bruikers uit als er gedurende langere tijd
met lage snelheden gereden wordt, bij-
voorbeeld in een file.
■Als de 12V-accu verwijderd of ontladen
is
●De in de ECU opgeslagen informatie wordt
gewist. Laat wanneer de 12V-accu volledig
is ontladen de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Sommige systemen moeten mogelijk wor-
den geïnitialiseerd. ( →Blz. 548)
■Bij het losnemen van de 12V-accuklem-
men
Wanneer de 12V-accuklemmen worden los-
genomen, wordt de in de ECU opgeslagen
informatie gewist. Neem voordat u de
12V-accuklemmen losneemt contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Opladen van de 12V-accu
De 12V-accu zal geleidelijk aan ontladen,
zelfs wanneer de auto niet in gebruik is. Dit
wordt veroorzaakt door natuurlijke ontlading
en het effect van bepaalde elektrische appa-
ratuur. Als de auto langere tijd niet gebruikt
wordt, kan de 12V-accu ontladen en kan het
hybridesysteem mogeli jk niet meer worden
gestart. (De 12V-accu laadt automatisch op
wanneer het hybridesysteem in werking is.)
■Bij het bijladen of vervangen van de
12V-accu
●Wanneer de 12V-accu is ontladen, is het in
sommige gevallen niet mogelijk om de por-
tieren te ontgrendelen met het Smart
entry-systeem met startknop. Gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te vergrendelen of
te ontgrendelen.
●Mogelijk start het hybr idesysteem niet bij
de eerste poging nadat de 12V-accu weer
is opgeladen, maar start hij wel normaal na
de tweede poging. Dit duidt niet op een
storing.
●De stand van het contact wordt door de
auto geregistreerd. Wanneer de 12V-accu
weer wordt aangesloten, keert het systeem
terug naar de stand die was geselecteerd
voordat de 12V-accu ontladen was. Zorg
dat het contact UIT staat voordat de
12V-accu wordt losgenomen.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten
van de 12V-accu wanneer u niet zeker
weet in welke stand het contact stond voor-
dat de 12V-accu werd opgeladen.
●Auto's met elektrisch bedienbare achter-
klep: De elektrisch bedienbare achterklep
moet worden geïnitialiseerd. ( →Blz. 146)
HIGHLANDER-HYBRID_OM_Europe_OM48G42E.book Page 517 Thursday, September 3, 2020 8:42 AM