display TOYOTA HIGHLANDER 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: HIGHLANDER, Model: TOYOTA HIGHLANDER 2023Pages: 498, PDF Size: 69.85 MB
Page 99 of 498

Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(→Blz. 415)
Weergave instellingen
Voertuigfuncties en instellingen die u
kunt wijzigen
→Blz. 415
Instellingen weergave instrumentenpaneel
→Blz. 92
Onderbreking van de weergave van de
instellingen
• Bepaalde instellingen kunnen niet
gewijzigd worden tijdens het rijden.
Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand voordat u instellingen
wijzigt.
•
Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, kan het instelscherm
tijdelijk niet worden bediend.
WAARSCHUWING!
Waarschuwing bij het instellen van
het display
Zorg dat de auto geparkeerd staat op
een plaats met voldoende ventilatie als
het hybridesysteem tijdens het
wijzigen van instellingen op het scherm
instellingen in werking is. In een
afgesloten ruimte, zoals een garage,
kunnen uitlaatgassen die het
schadelijke koolmonoxide (CO)
bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan leiden tot de
dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
Tijdens het instellen van het display
Zorg ervoor dat het hybridesysteem
draait tijdens het instellen van het
display om te voorkomen dat de
12V-accu leeg raakt.
2.1 Instrumentenpaneel
97
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 100 of 498

2.1.6 Head-up display*
*Indien aanwezig
Het head-up display is gekoppeld aan het instrumentenpaneel en het navigatiesysteem
(indien aanwezig) en geeft verschillende informatie weer in het directe blikveld van de
bestuurder, zoals de actuele rijsnelheid en routebegeleiding naar een ingestelde
bestemming.
Systeemonderdelen
AWeergave schakelstand (→blz. 176)
BDisplayzone RSA (Road Sign Assist)
(indien aanwezig) (→blz. 231)
CDisplayzone rijsnelheid
DHybridesysteemindicator/
toerenteller/buitentemperatuur
(→blz. 100)
EAan navigatiesysteem gekoppelde
displayzone (indien aanwezig)
(→blz. 101)
De volgende gegevens van het
navigatiesysteem worden
weergegeven:
• Routebegeleiding naar bestemming• Straatnaam
• Kompas (weergave rijrichting
boven)
FDisplayzone status ondersteunend
systeem (→blz. 101)
GDisplayzone meldingen (→blz. 101)
De volgende pop-updisplays worden
in bepaalde situaties weergegeven:
• Waarschuwing/melding
• Status handsfree-systeem
• Status bediening audiosysteem
Het head-up display werkt wanneer
Het contact AAN staat.Bij gebruik van het head-up display
Met een (gepolariseerde) zonnebril op is het
head-up display soms moeilijk afleesbaar.
Pas de helderheid van het head-up display
aan of zet uw zonnebril af.
De afbeeldingen die hier worden gebruikt, dienen slechts als voorbeeld en verschillen
mogelijk van de daadwerkelijk door het head-up display weergegeven afbeelding.
2.1 Instrumentenpaneel
98
Page 101 of 498

Weergave buitentemperatuur
Wanneer de buitentemperatuur ongeveer
3°C of lager wordt, gaat het controlelampje
lage buitentemperatuur gedurende
ongeveer 10 seconden knipperen en
vervolgens gaan het controlelampje lage
buitentemperatuur en de weergave van de
buitentemperatuur uit. Het controlelampje
lage buitentemperatuur werkt weer als de
buitentemperatuur ongeveer 5°C of hoger
wordt en dan daalt tot 3°C of lager.
WAARSCHUWING!
Voordat u het head-up display gebruikt• Controleer of de positie en de
helderheid van het head-up display
geen belemmering vormen voor
veilig rijden. Als de positie of de
helderheid van het display niet goed
is afgesteld, kan het zicht van de
bestuurder worden belemmerd, kan
dat leiden tot een ongeval met
dodelijk of ernstig letsel kan tot
gevolg.
• Kijk tijdens het rijden niet
voortdurend op het head-up display,
aangezien u anders voetgangers,
objecten op de weg, enz. over het
hoofd kunt zien.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
onderdelen
• Plaats geen bekers of blikjes drinken
in de buurt van de projector van het
head-up display. Als de projector nat
wordt, kunnen er elektrische
storingen ontstaan.
OPMERKING(Vervolg)
• Plaats geen voorwerpen op de
projector van het head-up display en
plak er ook geen stickers op. Als u dat
toch doet, worden er mogelijk geen
meldingen meer op het head-up
display weergegeven.
• Raak de binnenzijde van de projector
van het head-up display niet aan en
steek ook geen scherpe voorwerpen
in de projector. Dit kan tot
mechanische defecten leiden.
Gebruik van het head-up display
Wijzigen van instellingen van het
head-up display
Selecteer
op het multi-
informatiedisplay (→blz. 415) en
vervolgens HUD.
Inschakelen/uitschakelen van het
head-up display
Druk op
om het head-up display in of
uit te schakelen.
Wijzigen van de instellingen van het
head-up display
Houd
ingedrukt om de volgende
instellingen weer te geven.
• Helderheid/positie HUD
Hiermee kunt u de helderheid en de
verticale positie van het head-up
display instellen.
• Rijondersteuning HUD
– Instellingen toerenteller
Leeg/hybridesysteem/toerenteller
Hiermee kunt u de weergave wijzigen
naar leeg (geen
weergave)/hybridesysteemindicator/toerenteller.
Hiermee kan de weergave van de
volgende onderwerpen worden in- of
uitgeschakeld:
– Navigatie (indien aanwezig)
– Ondersteunend systeem
– Kompas (indien aanwezig)
– Audio
2.1 Instrumentenpaneel
99
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 102 of 498

• Rotatie HUD
Hiermee kan de hoek van het head-up
display worden ingesteld.
Druk op de toets
ofom de
hoek van het head-up display in te
stellen.
Inschakelen/uitschakelen van het
head-up display
Als het head-up display is uitgeschakeld,
blijft het uitgeschakeld als het contact
UIT en vervolgens weer AAN wordt gezet.
Helderheid display
De helderheid van het head-up display
kan worden ingesteld via
op het
multi-informatiedisplay. Bovendien
wordt de helderheid automatisch
aangepast aan de lichtsterkte van de
omgeving.
Automatisch afstellen van de stand van
het head-up display (auto's met
ergonomisch geheugen)
Met het ergonomische geheugen kan een
gewenste stand van het head-up display
in het geheugen worden opgeslagen en
automatisch worden opgeroepen.
(→Blz. 134)
Als de 12V-accu wordt losgekoppeld
De aangepaste instellingen van het
head-up display worden gereset.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(→Blz. 415)
WAARSCHUWING!
Waarschuwing met betrekking tot
het instellen van het head-up display
Zorg dat de auto geparkeerd staat op
een plaats met voldoende ventilatie,
aangezien het hybridesysteem tijdens
het instellen van het head-up display
moet draaien. In een afgesloten ruimte,
zoals een garage, kunnen uitlaatgassen
die het schadelijke koolmonoxide (CO)
WAARSCHUWING!(Vervolg)
bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan leiden tot de
dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
Bij het wijzigen van de instellingen van
het head-up display
Zorg ervoor dat het hybridesysteem
tijdens het instellen van het head-up
display draait, om te voorkomen dat de
12V-accu ontladen raakt.
Hybridesysteemindicator/toerenteller/
buitentemperatuur
Hybridesysteemindicator
ALaadgebied
BHybride eco-gebied
CEco-gebied
DPower-gebied
Er wordt dezelfde informatie
weergegeven als op het
instrumentenpaneel
(hybridesysteemindicator). Zie blz. 79
voor meer informatie.
Toerenteller
Geeft het motortoerental aan in
omwentelingen per minuut.
2.1 Instrumentenpaneel
100
Page 103 of 498

Buitentemperatuur
Wordt weergegeven in de volgende
situaties:
• Wanneer het contact AAN wordt gezet
(weergegeven gedurende ongeveer
10 seconden)
• Wanneer het controlelampje lage
buitentemperatuur knippert
Er wordt dezelfde informatie
weergegeven als op het multi-
informatiedisplay. Zie voor meer
informatie de beschrijving van de
weergave van de buitentemperatuur op
het multi-informatiedisplay. (→Blz. 80)
Aan navigatiesysteem gekoppelde
displayzone (indien aanwezig)
Hiermee kunnen de volgende aan het
navigatiesysteem gekoppelde
onderwerpen worden weergegeven:
(Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem.)
Routebegeleiding naar bestemming
Wordt weergegeven als het
navigatiesysteem met een
routebegeleiding bezig is. Wanneer u een
kruising nadert, wordt een pijl
weergegeven om aan te geven welke kant
u op moet.
Straatnaam
Afhankelijk van de situatie worden de
straatnamen van een naderende kruising
weergegeven.
Kompas (weergave rijrichting boven)
Geeft de rijrichting aan.
Weergave straatnaam
Afhankelijk van de situatie, zoals wanneer
er geen informatie beschikbaar is in
kaartgegevens enz., worden de
straatnamen van een kruising mogelijk
niet weergegeven.Displayzone status ondersteunend
systeem
Hiermee wordt de status van de volgende
systemen weergegeven:
• LTA (Lane Tracing Assist) (→blz. 211)
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (→blz. 220)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(→blz. 200)
• Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) (indien
aanwezig) (→blz. 259)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien
aanwezig) (→blz. 240)
• Wegrijregeling (→blz. 158)
• Brake Override-systeem (→blz. 159)
Er wordt dezelfde informatie
weergegeven als op het multi-
informatiedisplay. Zie de beschrijving
van de desbetreffende systemen voor
meer informatie.
Icoon
/
De volgende aan het multi-
informatiedisplay gekoppelde iconen en een
melding kunnen worden weergegeven:
: Centrale waarschuwingsicoon
Wordt weergegeven als op het
multi-informatiedisplay een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven. (→Blz. 373)
: Informatie-icoon
Wordt weergegeven als op het
multi-informatiedisplay een
pop-updisplay met een suggestie/tip
wordt weergegeven. (→Blz. 96)
Displayzone meldingen
Afhankelijk van de situatie wordt het
volgende weergegeven:
Waarschuwing/melding
Afhankelijk van de situatie wordt een
waarschuwingsmelding of een andere
melding weergegeven.
2.1 Instrumentenpaneel
101
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 104 of 498

• Waarschuwingsmeldingen
Bepaalde waarschuwingsmeldingen
kunnen worden weergegeven.
• Pop-updisplays
Als een ondersteunend systeem in
werking is, wordt bepaalde informatie
die wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay, als pop-updisplay
weergegeven op het head-up display.
Status handsfree-systeem
Wordt weergegeven als het
handsfree-systeem wordt bediend.
(Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem.)
Status bediening audiosysteem
Wordt weergegeven als het
audiosysteem wordt bediend.
(Raadpleeg de handleiding voor het
multimediasysteem.)
Pop-updisplays
Afhankelijk van het pop-updisplay wordt
het onderwerp dat op dat moment wordt
weergegeven in de displayzone voor
meldingen, mogelijk tijdelijk niet
weergegeven. Het onderwerp wordt
weergegeven zodra het pop-updisplay
niet meer wordt weergegeven.
2.1.7 Energiemonitor/
verbruiksscherm
De status van het hybridesysteem kan wor-
den afgelezen op het multi-informatiedi-
splay en het display van het audiosysteem.
Systeemonderdelen
AScherm audiosysteem
BMulti-informatiedisplay
CBedieningstoetsen
instrumentenpaneel
Energiemonitor
Multi-informatiedisplay
Druk een aantal keer op de bediening-
stoetsen van het instrumentenpaneel op
het stuurwiel om de weergave van de
energiemonitor te selecteren.
Scherm audiosysteem
1. Selecteer
in het hoofdmenu.
2. Selecteer “Energy flow”
(energiestroom).
Het display aflezen
De pijlen verschijnen overeenkomstig de
energiestroom. Wanneer er geen
energiestroom is, worden er geen pijlen
weergegeven.
De kleur van de pijlen wijzigt als volgt:
Groen of blauw: Als het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt geregenereerd of
opgeladen.
Geel of oranje: Als het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt gebruikt.
Rood: Als de benzinemotor wordt gebruikt.
Multi-informatiedisplay (7 inch display)
In de afbeelding worden alle pijlen ter
illustratie weergegeven. De
daadwerkelijke weergave is afhankelijk
van de omstandigheden.
A
C
D
B
2.1 Instrumentenpaneel
102
Page 105 of 498

ABenzinemotor
BBatterijpakket (tractiebatterij)
CBandenmaat voor
DAchterbanden
Multi-informatiedisplay (12,3 inch display)
In de afbeelding worden alle pijlen ter
illustratie weergegeven. De
daadwerkelijke weergave is afhankelijk
van de omstandigheden.
ABenzinemotor
BBatterijpakket (tractiebatterij)
CBandenmaat voor
DAchterbanden
Scherm audiosysteem
In de afbeelding worden alle pijlen ter
illustratie weergegeven. De
daadwerkelijke weergave is afhankelijk
van de omstandigheden.
ABenzinemotor
BElektromotor voor (tractiemotor)
CBatterijpakket (tractiebatterij)
DElektromotor achter (tractiemotor)
EAchterbanden
FBandenmaat voor
Waarschuwing ladingstoestand
batterijpakket (tractiebatterij)
• De zoemer klinkt met tussenpozen als
het batterijpakket (tractiebatterij)
ongeladen blijft als de selectiehendel
in stand N staat of als de resterende
lading onder een vastgesteld niveau
daalt. Als de ladingstoestand nog
verder daalt, klinkt de zoemer continu.
• Volg de aanwijzingen die worden
weergegeven op het scherm om het
probleem te verhelpen als er een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven op het multi-
informatiedisplay en er een zoemer
klinkt.
Verbruik
Ritinformatie
1. Selecteer
in het hoofdmenu.
2. Selecteer “Trip information”
(ritinformatie).
Als een ander scherm dan “Current”
(huidig) wordt weergegeven, selecteer
dan “Current” (huidig).
AResetten van de verbruiksgegevens
BHet brandstofverbruik gedurende de
laatste 15 minuten
CActueel brandstofverbruik
DGemiddelde rijsnelheid sinds het
starten van het hybridesysteem.
EVerstreken tijd sinds het starten van
het hybridesysteem.
FActieradius
2.1 Instrumentenpaneel
103
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 109 of 498

Als “New Key Registered Contact Your
Dealer if You Did Not Register a New
Key” (Er is een nieuwe sleutel
geregistreerd. Neem contact op met
uw dealer als u geen nieuwe sleutel
geregistreerd hebt) wordt
weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Deze melding wordt weergegeven elke
keer dat het bestuurdersportier wordt
geopend als de portieren van buitenaf
worden ontgrendeld gedurende
ongeveer 10 dagen nadat er een nieuwe
elektronische sleutel is geregistreerd.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de melding wordt
weergegeven, maar u geen nieuwe
elektronische sleutel hebt geregistreerd,
om te controleren of er een onbekende
elektronische sleutel (anders dan de
sleutels die u in uw bezit hebt) is
geregistreerd.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
sleutel
• Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet
bloot aan sterke schokken en buig ze
niet.
• Stel de sleutels niet langdurig bloot
aan hoge temperaturen.
• Voorkom dat de sleutels nat worden
en reinig ze niet in een ultrasoon
reinigingsbad of iets dergelijks.
• Bevestig geen metaalhoudende of
magnetische voorwerpen aan de
sleutels en houd de sleutels uit de
buurt van dergelijke voorwerpen.
• Haal de sleutels niet uit elkaar.
• Plak geen stickers o.i.d. op het
oppervlak van de elektronische
sleutel.
• Houd de sleutels uit de buurt van
apparaten die magnetische velden
opwekken, bijvoorbeeld
OPMERKING(Vervolg)
televisietoestellen, audiosystemen en
inductiekookplaten.
• Houd de sleutels uit de buurt van
medische apparatuur, zoals
laagfrequente therapeutische
uitrusting en therapeutische
apparaten met microgolven, en zorg
ervoor dat u de sleutels niet bij u
draagt als u medische hulp ontvangt.
De elektronische sleutel bij u dragen
Houd de elektronische sleutel altijd ten
minste 10 cm uit de buurt van
ingeschakelde elektrische apparaten.
Radiogolven die worden uitgezonden
door elektrische apparaten die zich
minder dan 10 cm van de elektronische
sleutel vandaan bevinden, kunnen de
correcte werking van de sleutel
hinderen.
In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
→Blz. 393
Wanneer u een elektronische sleutel
verliest
→Blz. 392
Afstandsbediening
De elektronische sleutels zijn voorzien
van de volgende afstandsbediening:
AVergrendelen van de portieren
(→blz. 109)
BSluiten van de ruiten*1(→blz. 109)
3.1 Informatie over sleutels
107
3
Voordat u gaat rijden
Page 111 of 498

*De instellingen voor het
ontgrendelen van de portieren
kunnen worden gewijzigd. (→Blz. 109,
blz. 415)
2. Raak de vergrendelsensor (de
inkeping aan de bovenzijde van de
voorportiergreep) aan om alle
portieren te vergrendelen.
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Afstandsbediening
1. Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Houd deze toets ingedrukt om de
ruiten te sluiten.
*
2. Ontgrendelen van alle portieren
Houd deze toets ingedrukt om de
ruiten te openen.
*
*
Deze instellingen moeten aan de
persoonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Instellen van de ontgrendelfunctie
Het is mogelijk om in te stellen welke
portieren met de instapfunctie via de
afstandsbediening worden ontgrendeld.
1. Zet het contact UIT.
2. Houd de toets
ofingedrukt
en houd tegelijkertijd de toets
gedurende ongeveer 5 seconden
ingedrukt als het controlelampje in de
sleutel uit is.De instelling verandert telkens wanneer
een handeling wordt uitgevoerd, zoals
hieronder is aangegeven. (Als u de
instelling opnieuw wilt wijzigen, laat u de
toetsen los, wacht u ten minste
5 seconden en herhaalt u vervolgens stap
2.)
Multi-
informatiedisplay/
piepsignaalOntgrendelfunctie
(auto's met linkse
besturing)
(auto's met rechtse
besturing)
Exterieur: 3 keer
een piepsignaal
Interieur: Eén bel-
signaalAls u de portier-
greep van het be-
stuurdersportier
vasthoudt, wordt
alleen het bestuur-
dersportier ont-
grendeld.
Als u de portier-
greep van het voor-
passagiersportier
vasthoudt, worden
alle portieren ont-
grendeld.
Exterieur: Twee
piepsignalen
Interieur: Eén bel-
signaalAls u een voorpor-
tiergreep vast-
houdt, worden alle
portieren
ontgrendeld.
Voor auto's met een alarm: om te
voorkomen dat het alarm onbedoeld
wordt geactiveerd, moet u de portieren
ontgrendelen met de afstandsbediening
en een portier eenmaal openen en sluiten
als de instellingen zijn gewijzigd. (Als er
binnen 30 seconden nadat op
is
gedrukt geen portier wordt geopend,
worden de portieren weer vergrendeld en
wordt het alarm automatisch
ingeschakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit
wordt geactiveerd. (→Blz. 67)
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
109
3
Voordat u gaat rijden
Page 112 of 498

Systeem voor
crashportierontgrendeling
Als de auto aan een sterke schok wordt
blootgesteld, worden alle portieren
ontgrendeld. Of het systeem in werking
treedt, is afhankelijk van de kracht van de
schok of het type ongeval.
Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om
aan te geven dat de portieren zijn
vergrendeld/ontgrendeld. (Vergrendeld:
eenmaal; ontgrendeld: tweemaal)
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat
de ruiten en het panoramadak
*bediend
worden.
*Indien aanwezig
Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden
na het ontgrendelen van de auto een
portier wordt geopend, zorgt de
beveiligingsfunctie ervoor dat de auto
weer automatisch wordt vergrendeld.
Wanneer het portier niet kan worden
vergrendeld met de vergrendelsensor
op het oppervlak van de
voorportiergreep
Als het portier niet kan worden
vergrendeld, zelfs niet wanneer het
sensorgebied bovenaan wordt
aangeraakt, kunt u proberen de
sensorgebieden bovenaan en onderaan
tegelijkertijd aan te raken.
Wanneer u handschoenen draagt, trek
deze dan uit.Zoemer centrale vergrendeling
Als geprobeerd wordt de portieren te
vergrendelen wanneer een portier niet
geheel gesloten is, klinkt er gedurende
5 seconden een zoemer. Sluit het portier
volledig om de zoemer uit te schakelen en
vergrendel de portieren opnieuw.
Het alarm inschakelen (indien
aanwezig)
Wanneer de portieren worden
vergrendeld, wordt het alarmsysteem
ingeschakeld. (→Blz. 67)
Omstandigheden die de werking van
het Smart entry-systeem met
startknop en de afstandsbediening
beïnvloeden
→Blz. 126
Wanneer het Smart entry-systeem met
startknop of de afstandsbediening niet
goed werkt
Gebruik de mechanische sleutel om de
portieren te vergrendelen en
ontgrendelen. (→Blz. 393)
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
(→Blz. 346)
Als de 12V-accu is ontladen
De portieren kunnen niet worden
vergrendeld en ontgrendeld met het
Smart entry-systeem met startknop of de
afstandsbediening. Vergrendel of
ontgrendel de portieren met de
mechanische sleutel. (→Blz. 393)
Herinneringsfunctie achterstoel
Om u eraan te herinneren bagage e.d. op
de achterstoelen niet te vergeten, klinkt
er wanneer het contact UIT is gezet en
aan een van de volgende voorwaarden is
voldaan, een zoemer en wordt gedurende
ongeveer 6 seconden een melding
weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
110