reset TOYOTA MIRAI 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: MIRAI, Model: TOYOTA MIRAI 2020Pages: 572, PDF Size: 97.42 MB
Page 112 of 572

112
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3-1. Instrumentenpaneel
■Onderwerpen die worden weerge-
geven
Kilometerteller
Geeft de totale afstand weer die met de auto
gereden is.
Dagteller A/dagteller B
Geeft de afstand weer die met de auto gere-
den is sinds de teller de laatste keer op nul is
gezet. Dagteller A en B kunnen onafhanke-
lijk van elkaar worden gebruikt en verschil-
lende afstanden weergeven.
■Wijzigen van de weergave
Het onderwerp verandert iedere keer
dat op de toets ODO/TRIP wordt
gedrukt. Als de dagteller wordt weerge-
geven, wordt deze gereset als de toets
ingedrukt wordt gehouden. De helderheid van de dashboardver-
lichting kan worden ingesteld.
1
Helderder
2 Donkerder
■Afstellen helderheid instrumentenpa-
neel
De helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel kan afzonderlijk worden
aangepast wanneer de achterlichten branden
en wanneer de achterlichten uit zijn. Wan-
neer de omgeving echter li cht is (bijvoorbeeld
overdag), wordt de helderheid van de verlich-
ting van het instrumentenpaneel niet aange-
past wanneer de achterlichten worden
ingeschakeld.
Weergave kilometerteller en
dagtellerDimmer dashboardverlichting
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 112 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 114 of 572

114
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3-1. Instrumentenpaneel
De onderstaande informatie wordt op
het multi-informatiedisplay weergege-
ven.Informatie ondersteunend systeem
Geeft een afbeelding weer wanneer de
onderstaande systemen in werking zijn en
een ander menu-icoon dan wordt
geselecteerd:
• LTA (Lane Tracing Assist) ( →Blz. 231)
• Dynamic Radar Cruise Control met volle- dig snelheidsbereik ( →Blz. 245)
• RSA (Road Sign Assist) ( →Blz. 241)
Informatiedisplayzone
Er kunnen verschillende soorten informatie
worden weergegeven door een menu-icoon
te selecteren.
Daarnaast kunnen in bepaalde situaties
pop-updisplays met waarschuwingen of sug-
gesties/tips worden weergegeven.
Menu-iconen ( →Blz. 115)
■Het multi-informatiedisplay wordt weer-
gegeven wanneer
Het contact AAN staat.
■Bij het wijzigen van de rijmodus
De achtergrondkleur van het multi-informatie-
display wijzigt over eenkomstig de geselec-
teerde rijmodus. ( →Blz. 320, 321)
■LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of lichte
puntjes verschijnen. Dit verschijnsel is ken-
merkend voor LCD-schermen en u kunt het
scherm zonder problem en blijven gebruiken.
Het multi-informatiedisplay wordt
bediend met de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel.
Scrol door het scherm
*/wijzig het
scherm
*/beweeg de cursor
Indrukken: Invoeren/instellen
Ingedrukt houden: Resetten/weer-
geven van de aan de persoonlijke
voorkeur aanpasbaar items
Multi-infor matiedisplay
Het multi-informatiedisplay wordt
gebruikt om informatie met
betrekking tot het brandstofver-
bruik en verschillende soorten rij-
gerelateerde info rmatie weer te
geven. Het multi-informatiedisplay
kan ook worden gebruikt voor het
wijzigen van de display-instellin-
gen en andere instellingen.
Informatie op display
A
Wijzigen van de weergave
B
C
A
B
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 114 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 116 of 572

116
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3-1. Instrumentenpaneel
Actueel brandstofverbruik
Geeft het actuele brandstofverbruik weer.
Gemiddeld brandstofverbruik
Houd van de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel ingedrukt om de weer-
gave van het gemiddelde brandstofverbruik
te resetten.
De weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik kan worden gereset
in . (→Blz. 120)
Gemiddeld brandstofverbruik (sinds
starten)
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik
weer sinds het starten van het brandstofcel-
systeem.
Gemiddeld brandstofverbruik (sinds
tanken)
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik
weer sinds het tanken.
■Indicator brandstofcelsysteem
Laadgebied
Laat de regeneratiestatus* zien. De gerege-
nereerde energie wordt gebruikt om de trac-
tiebatterij te laden.
Eco-gebied
Laat zien dat er milieu vriendelijk wordt gere-
den. Als u probeert om de naald tijdens het
rijden in het Eco-gebied te houden, rijdt u
milieuvriendelijker.
PWR-gebied
Laat zien dat de grens van een bereik voor
milieuvriendelijk rijden wordt overschreden
(bij rijden op vol vermogen en dergelijke).
*: Met “regenereren” wordt in deze handlei- ding het omzetten van bewegingsenergie
van de auto in elektrische energie
bedoeld.
In de volgende situatie werkt de indica-
tor van het brandstofcelsysteem niet.
Het controlelampje READY brandt
niet.
De selectiehendel staat in een
andere stand dan D of de Br-modus.
A
B
A
B
C
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 116 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 118 of 572

118
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3-1. Instrumentenpaneel
Eco Score
De volgende 3 Eco-rijmethoden worden
geëvalueerd op 5 niveaus: soepel wegrijden
vanuit stilstand, rijden zonder plotselinge
acceleratie en soepel tot stilstand komen. Bij
stilstaande auto wordt er een Eco-score van
maximaal 100 weergegeven.
Score
Eco-status wegrijden vanuit stil-
stand
Eco-status rijden met constante
snelheid
Eco-status tot stilstand brengen
De 3 situaties worden tijdens het rijden met
de iconen weergegeven.
Lezen van het staafdisplay:
Na het wegrijden wordt de Eco Score pas
weergegeven als de rijsnelheid hoger wordt
dan ongeveer 30 km/h.
Telkens als de auto wegrijdt, wordt de Eco
Score gereset en wordt een nieuwe evalua-
tie gestart. Als het brandstofcelsysteem stopt, wordt de
huidige totaalscore weergegeven.
*
*
: De score wordt alleen weergegeven wan- neer “Eco Score” wordt geselecteerd voor
“Trip Summary” (overzicht rit).
(→ Blz. 120)
■Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal/“Eco Score” werkt niet wan-
neer
De begeleiding milieubewust bedienen gas-
pedaal/”Eco Score” werkt niet in de volgende
situaties:
●De indicator van het brandstofcelsysteem
werkt niet.
●Er wordt met de auto gereden terwijl de
Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik is ingeschakeld.
■Weergave informatie ondersteu-
nend systeem
Hiermee kan de werkingsstatus van de
volgende systemen worden weergege-
ven:
LTA (Lane Tracing Assist)
(→Blz. 231)
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik ( →Blz. 245)
■Aan navigatiesysteem gekop-
pelde weergave
Hiermee kan de volgende aan het navi-
gatiesysteem gekoppelde informatie
worden weergegeven.
Routebegeleiding
Kompasdisplay (weergave noorden
boven/weergave rijrichting boven)
ScoreStaafdisplay
Niet
beoor-
deeld
Laag
Hoog
A
B
C
D
Weergave informatie
ondersteunend systeem
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 118 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 119 of 572

119
3
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Hiermee kunt u een audiobron of num-
mer selecteren op het display.
■Rij-informatie
2 items die worden geselecteerd met
behulp van de instelling van de “Drive
Info Items” (rij-informatie-items) (gemid-
delde rijsnelheid, afstand en totale tijd)
kunnen verticaal worden weergegeven.
De weergegeven informatie wijzigt
overeenkomstig de instelling van “Drive
Info Type” (rij-informa tietype) (sinds het
starten van het systeem of tussen
resets). ( →Blz. 120)
Gebruik de weergegeven informatie slechts
ter referentie.
De volgende items worden weergegeven.
“Trip” (rit)
• “Average Speed” (gemiddelde rijsnel-
heid): Geeft de gemiddelde rijsnelheid
sinds het starten van het brandstofcelsys-
teem weer
*
• “Distance” (afstand): Geeft de gereden afstand sinds het starten van het brand-
stofcelsysteem weer
*
• “Total Time” (totale tijd): Geeft de verstre-
ken tijd sinds het starten van het brand-
stofcelsysteem weer
*
*
: Deze items worden telkens wanneer het brandstofcelsysteem wordt uitgeschakeld
gereset.
“Total” (totaal)
• “Average Speed” (gemiddelde rijsnel-
heid): Geeft de gemiddelde rijsnelheid
sinds het resetten van de weergave weer
*
• “Distance” (afstand): Geeft de afgelegde afstand sinds het resetten van het display
weer
*
• “Total Time” (totale tijd): Geeft de verstre-
ken tijd sinds het resetten van het display
weer
*
*
: Geef om te resetten het gewenste item weer en houd ingedrukt.
■Energiemonitor
→Blz. 126
■Bandenspanning
Geeft de spanning van iedere band
weer.
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave
Weergave voertuiginformatie
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 119 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 120 of 572

120
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3-1. Instrumentenpaneel
■Instellingen voor de weergave van
het instrumentenpaneel die u kunt
wijzigen
Ta a l
Hiermee kunt u de taal op het multi-informa-
tiedisplay wijzigen.
Eenheden (indien aanwezig)
Hiermee kunnen de weergegeven meeteen-
heden worden gewijzigd.
(Instellingen weergave rij-infor-
matie)
Hiermee kunt u de volgende zaken instellen.
• Brandstofcelsysteem
Hiermee kunt u de begeleiding milieubewust
bedienen gaspedaal in- en uitschakelen
( → Blz. 117).
• Brandstofverbruik
Hiermee kunt u de weergave van het brand-
stofverbruik wijzigen ( →Blz. 115).
(Audio-instellingen)
Hiermee kunt u het scherm in- of uit-
schakelen.
(Instellingen weergave voertui-
ginformatie)
• Informatie op display
Hiermee kunt u de volgende zaken instellen.
Energiemonitor:
Hiermee kunt u de energiemonitor in- of uit-
schakelen ( →Blz. 126).
• “Drive Info Type” (rij-informatietype)
Hiermee kunt u de weergave van het rij-
informatietype wijzigen tussen de rit en het
totaal. ( →Blz. 119). • “Drive Info Items” (rij-informatie-items)
Hiermee kunt u de items instellen op het
bovenste en onderste deel van het rij-infor-
matiescherm. Hierbij kunt u kiezen uit drie
items: gemiddelde rijsnelheid, afstand en
totale tijd.
“Trip Summary” (overzicht rit)
Hiermee kunt u de weergegeven onderwer-
pen instellen wanneer het contact UIT staat.
“Pop-Up Display” (pop-updisplay)
Hiermee kunt u pop-updisplays voor elk rele-
vant systeem in- of uitschakelen.
“Multi-information display off” (multi-
informatiedisplay UIT)
Hiermee kunt u het multi-informatiedisplay
uitzetten.
Druk op een van de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel om het multi-infor-
matiedisplay weer aan te zetten.
“Default Settings” (standaardinstel-
lingen)
Hiermee kunnen de instellingen van de
weergave van het instrumentenpaneel wor-
den gereset.
■Onderbreking van de weergave van de
instellingen
●In de volgende situaties wordt de bedie-
ning van het instellingendisplay tijdelijk uit-
geschakeld.
• Wanneer er een waarschuwingsmelding op het multi-informatiedisplay verschijnt.
• Wanneer de auto begint te rijden
●Instellingen voor functies waarmee de auto
niet is uitgerust, worden niet weergegeven.
●Als een functie is uitgeschakeld, kunnen
de instellingen voor de desbetreffende
functie niet worden geselecteerd.
Weergave instellingen
OPMERKING
■Tijdens het instellen van het display
Zorg ervoor dat het brandstofcelsysteem
in werking is tijdens het instellen van het
display om te voorkomen dat de 12V-accu
leeg raakt.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 120 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 124 of 572

124
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3-1. Instrumentenpaneel
■Wijzigen van instellingen van het
head-up display
De volgende instellingen kunnen wor-
den gewijzigd via op het multi-
informatiedisplay. ( →Blz. 474)
Helderheid en verticale positie van
het head-up display
Hiermee kunnen de helderheid en de verti-
cale positie van het head-up display worden
ingesteld.
Indicator brandstofcelsysteem
Hiermee kunt u de indicator van het brand-
stofcelsysteem in-/uitschakelen.
Informatie op het display
Hiermee kan de weergave van de volgende
onderwerpen worden in- of uitgeschakeld:
• Routebegeleiding naar bestem-
ming/straatnaam
• Weergave ondersteunend systeem
*
• Kompas (weergave rijrichting boven)
• Status bediening audiosysteem
*: Zorg ervoor dat u dit display inschakelt wanneer u de ondersteunende systemen
gebruikt
Hoek display
Hiermee kan de hoek van het head-up dis-
play worden ingesteld.
■Inschakelen/uitschakelen van het head-
up display
Als het head-up display is uitgeschakeld, blijft
het uitgeschakeld als het contact UIT en ver-
volgens weer AAN wordt gezet.
■Helderheid display
De helderheid van het head-up display kan
worden ingesteld via op het multi-infor-
matiedisplay. Bovendien wordt de helderheid
automatisch aangepast aan de lichtsterkte
van de omgeving.
■Automatisch instellen positie head-up
display (indien aanwezig)
Wanneer de weergavepositie in het geheu-
gen is opgeslagen, wordt het head-up display
automatisch op de gewenste positie inge-
steld. ( →Blz. 148)
■Als de 12V-accu wordt losgekoppeld
De aangepaste instellingen van het head-up
display worden gereset.
Hiermee wordt de status van de vol-
gende systemen weergegeven:
LTA (Lane Tracing Assist)
(→Blz. 231)
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik ( →Blz. 245)
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display. Zie de beschrijving van de
desbetreffende systemen voor meer infor-
matie.
Pop-updisplays voor de onderstaande
systemen worden indien nodig weerge-
geven.
■Ondersteunende systemen
Geeft een waarschuwing/melding/tip of
de bedrijfsst atus van een relevant sys-
teem weer.
OPMERKING
■Bij het wijzigen van de instellingen
van het head-up display
Zorg ervoor dat het brandstofcelsysteem
tijdens het instellen van het head-up dis-
play in werking is, om te voorkomen dat de
12V-accu ontladen raakt.
Displayzone ondersteunend
systeem
Pop-updisplay
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 124 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 128 of 572

128
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3-1. Instrumentenpaneel
■Weergaveprocedure
1 Selecteer op de Toyota Multi-
Operation Touch ( →Blz. 356).
2 Selecteer op het scherm.
Een scherm weergeven in volledig-scherm-
modus ( →Blz. 356)
■Display
Het laagste gemeten brandstofver-
bruik
Recent brandstofverbruik
Vorige gemeten brandstofverbruik
De gegevens uit de geschiedenis
resetten
Het recente brandstofverbruik bij-
werken
De geschiedenis van het gemiddelde brand-
stofverbruik is door middel van kleuren ver-
deeld in vorige gemiddelden en het
gemiddelde brandstofverbruik sinds de
gegevens de laatste keer zijn bijgewerkt.
Het weergegeven gemiddelde brandstofver-
bruik is een globale waarde.
De afbeelding is slechts een voorbeeld en
kan afwijken van de werkelijke situatie.
■De gegevens uit de geschiedenis bij-
werken
Werk het recente brandstofverbruik bij door
“Updaten” te selecteren om het actuele
brandstofverbruik opnieuw te meten.
■De gegevens resetten
De verbruiksgegevens kunnen worden
gewist door “Wissen” te selecteren.
Geeft de hoeveelheid lucht weer die
deze keer door het brandstofcelsys-
teem is gereinigd, met betrekking tot
het optimale vermogen dat wordt gege-
nereerd door het brandstofcelsysteem
als gevolg van de bedrijfsstatus van het
gaspedaal en het brandstofcelsysteem.
■Weergaveprocedure
1 Selecteer op de Toyota Multi-
Operation Touch. ( →Blz. 356)
Scherm “Geschiedenis”
(alleen multimedia-display)
A
B
C
D
E
Scherm “Luchtreiniging”
(alleen multimedia-display)
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 128 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 129 of 572

129
3
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
3-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
2Selecteer op het scherm.
Een scherm weergeven in volledig-scherm-
modus ( →Blz. 356)
■Display
Hoeveelheid gereinigde lucht op dat
moment
Geeft de hoeveelheid gereinigde lucht op
dat moment weer per tijdseenheid.
Weergave geschatte hoeveelheid
gereinigde lucht
Geeft de totale hoeveelheid gereinigde lucht
sinds het starten van het brandstofcelsys-
teem weer.
Hoeveelheid gereinigde lucht tus-
sen resets
Geeft de geschatte totale hoeveelheid gerei-
nigde lucht sinds een reset weer.
Hardlopersweergave
Het aantal hardlopers is afhankelijk van de
geschatte hoeveelheid gereinigde lucht tus-
sen resets.
De gegevens resetten
De geschiedenis tot dit moment wissen.
De afbeelding is slechts een voorbeeld en
kan afwijken van de werkelijke situatie.
■Luchtreinigingsgegevens worden gere-
set wanneer
“Wissen” wordt geselecteerd om de gege-
vens te resetten tijdens de weergave van de
hoeveelheid gereinigde lucht en de hardlo-
pers.
■Weergave hardloper
Wanneer u tien hardlopers hebt verzameld,
worden ze opgenomen in een hardlo-
persmarkering.
■Display
●De werkelijke hoeveelheid lucht verschilt
mogelijk, omdat de benodigde hoeveelheid
lucht tijdens het stroomopwekking veran-
dert als gevolg van de gebruiksomgeving
(klimaat, hoogte, enz.) en de stroomop-
wekking, evenals de rijomstandigheden.
●De weergave van de hoeveelheid gerei-
nigde lucht op dat moment werkt mogelijk
traag en wordt tijdens het gebruik mogelijk
vertraagd; dit duidt echter niet op een sto-
ring.
A
B
C
D
E
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 129 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 392 of 572

392
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Parkeer de auto op een veilige plaats gedu-
rende ongeveer 20 minuten als de initialisatie
na 1 uur of langer rijden niet is voltooid en rijd
vervolgens nogmaals met de auto.
●Als er tijdens de initialisatie achteruit gere-
den wordt, worden de gegevens tot dat
punt gereset. Herhaal de initialisatieproce-
dure in dat geval vanaf het begin.
●In de volgende situaties wordt de initialisa-
tie niet gestart of is de initialisatie niet goed
voltooid en werkt het systeem niet goed.
Voer de initialisatieprocedure nogmaals
uit.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning niet 3 keer knippert wanneer
wordt geprobeerd om de initialisatie te
starten.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den wanneer er na de initialisatie gedu-
rende ongeveer 20 minuten met de auto is
gereden.
Als de bandenspanning van elke band nog
steeds niet wordt weergegeven, laat dan de
auto controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Elke bandenspanningssensor en -zen-
der is voorzien van een unieke identifi-
catiecode. Bij het vervangen van een
bandenspanningssensor en -zender is
het noodzakelijk om de identificatie-
code te registreren.
Ga als volgt te werk bij het registreren
van de identificatiecodes:
1 Breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand, zet het contact UIT,
wacht gedurende ten minste onge-
veer 15 minuten en voer de proce-
dure uit.
2 Start het brandstofcelsysteem.
(→Blz. 180)
3 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren.
4 Druk op of om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selec-
teren en houd vervolgens
ingedrukt.
5 Druk op of om TPWS te
selecteren en druk vervolgens op
.
6 Druk op of om “Change
Wheel” (wielen wijzigen) te selecte-
ren. Houd vervolgens ingedrukt
tot het waarschuwingslampje lage
bandenspanning 3 keer langzaam
knippert.
WAARSCHUWING
■Bij het initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
Initialiseer het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem niet zonder eerst de
banden op de voorgeschreven spanning te
brengen. Anders kan het voorkomen dat
het waarschuwingslampje voor de lage
bandenspanning niet gaat branden terwijl
de bandenspanning te laag is, of wel gaat
branden terwijl de bandenspanning in orde
is.
Registreren van
identificatiecodes
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 392 Friday, November 6, 2020 11:27 AM