TOYOTA PRIUS 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: PRIUS, Model: TOYOTA PRIUS 2022Pages: 766, PDF Size: 72.33 MB
Page 301 of 766

2994-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)
■Werkingsvoorwaarden
Het Pre-Crash Safety-systeem wordt inge schakeld en het systeem oordeelt dat de
kans op een frontale aanrijding met een obstakel groot is.
Voor de werking van elke functie gelden de volgende snelheden:
● Pre-Crash-waarschuwing
● Pre-Crash Brake Assist
● Pre-Crash Brake-systeem
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet:
● Als een accupool is losgenomen en weer aangesloten en er vervolgens gedurende
een bepaalde tijd niet met de auto is gereden
● Als de selectiehendel in stand R staat
● Als het controlelampje VSC OFF brandt (alleen de Pre-Crash-waarschuwingsfunctie
werkt)
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen
uw auto en het object
VoertuigenOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 10 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 10 - 80 km/hOngeveer 10 - 80 km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
VoertuigenOngeveer 30 - 180 km/hOngeveer 30 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 30 - 80 km/hOngeveer 30 - 80 km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
VoertuigenOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 10 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 10 - 80 km/hOngeveer 10 - 80 km/h
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 299 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM
Page 302 of 766

3004-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)■
Objectdetectiefunctie
■ Uitschakelen van het Pre-Crash Brake-systeem
Als zich een van de volgende situaties voordoet terwijl het Pre-Crash Brake-systeem
in werking is, wordt dit systeem uitgeschakeld:
●Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
● Er wordt een scherpe stuurbeweging gemaakt of het stuurwiel wordt plotseling
gedraaid.
■ Omstandigheden waaronder het systeem mogelijk werkt, zelfs als er geen kans
op een aanrijding is
●In bepaalde situaties, zoals de onderstaande, oordeelt het systeem mogelijk dat een
aanrijding aan de voorzijde waarschijnlijk is en treedt het in werking.
• Wanneer een signaleerbaar object wordt gepasseerd
• Bij het veranderen van rijstrook om een signaleerbaar object in te halen
• Wanneer u een signaleerbaar object snel nadert
• Bij het naderen van objecten in de berm, zoals signaleerbare objecten, vangrails,
telefoonpalen, bomen of muren
Het systeem signaleert obstakels op basis van
hun formaat, vorm, beweging, enz. Afhankelijk
van de helderheid van het omgevingslicht en
de beweging, het postuur en de hoek van het
gesignaleerde object wordt een object mogelijk
niet gesignaleerd, waardoor het systeem niet
goed werkt. (
Blz. 302)
De afbeelding geeft aan welke objecten gesig-
naleerd kunnen worden.
• Wanneer het signaleerbare object datwordt genaderd zich op een naastlig-
gende rijstrook of langs de weg bevindt,
bijvoorbeeld bij het veranderen van koers
of bij het rijden op een bochtige weg
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 300 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM
Page 303 of 766

3014-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)• Als er (geverfde) patronen vóór uw auto
aanwezig zijn die ten onrechte aangezien
kunnen worden voor een signaleerbaar object
• Als de voorzijde van uw auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz.
• Als een signaleerbaar object uw auto zeer dicht nadert en vervolgens stopt voor- dat het zich in de rijrichting van uw auto bevindt
• Als de voorzijde van uw auto omhoog of omlaag gaat, bijvoorbeeld op een onef- fen of golvend wegdek
• Bij het rijden op een weg omringd door een constructie, zoals een tunnel of een
stalen brug
• Als er zich metalen objecten (putdeksel, staalplaat, enz.), opstaande randen of uitstekende delen voor uw auto bevinden
• Bij het naderen van een slagboom van een elektronische tolpoort, slagboom bij een parkeerterrein of andere afscheiding die open en dicht gaat
• Wassen in een autowasstraat • Als er een signaleerbaar object of ander
object langs de weg staat aan het begin
van een bocht
• Bij het inhalen van een signaleerbaar object dat van rijstrook verandert of een
bocht naar rechts/links maakt
• Bij het passeren van een signaleerbaar object dat stilstaat op de rijstrook voor het
tegemoetkomende verkeer om rechts of
links af te slaan
• Wanneer onder een object (verkeersbord, billboard, enz.) door wordt gereden
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 301 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM
Page 304 of 766

3024-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)• Bij het rijden door stoom of rook
• Wanneer dicht bij een object wordt gereden dat radiogolven weerkaatst, zoals een
grote vrachtwagen of een vangrail
• Als wordt gereden in de buurt van een televisiezendmast, radiozender, elektrici- teitscentrale of andere locatie waar sterke radiogolven of elektromagnetische vel-
den aanwezig zijn
■ Situaties waarin het systeem mogelijk niet goed werkt
● In sommige situaties, zoals onderstaande, wordt een object mogelijk niet gesigna-
leerd door de radarsensor en de camera voor, waardoor het systeem niet goed
werkt:
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto nadert
• Wanneer uw auto of een signaleerbaar object een schommelende beweging
maakt
• Als een signaleerbaar object een abrupte beweging maakt (zoals een uitwijkma- noeuvre, plotseling versnellen of afremmen)
• Wanneer uw auto een signaleerbaar object snel nadert
• Wanneer een signaleerbaar object zich vlak bij bijvoorbeeld een muur, hek, vang-
rail, putdeksel, voertuig of stalen rijplaat bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich onder een constructie bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object gedeeltelijk verborgen is achter een object zoals een groot stuk bagage, een paraplu of een vangrail
• Wanneer zich meerdere signaleerbare objecten dicht bij elkaar bevinden
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op een signaleerbaar object schijnt
• Wanneer een signaleerbaar object wit is en er extreem licht uitziet
• Wanneer een signaleerbaar object bijna dezelfde kleur heeft of even licht is als zijn omgeving
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto afsnijdt of plotseling opduikt voor uw auto
• Als de voorzijde van uw auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz.
• Wanneer een zeer fel licht, bijvoorbeeld de zon of de koplampen van tegemoetko-
mend verkeer, rechtstreeks in de camera voor schijnt
• Bij het naderen van de zijkant of voorkant van een voorligger
• Als de voorligger een motorfiets is • Bij het rijden door of onder objecten die in
contact kunnen komen met uw auto, zoals
hoog gras, boomtakken of een spandoek
• Wanneer een signaleerbaar object zich niet direct voor uw auto bevindt
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 302 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM
Page 305 of 766

3034-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)• Als de voorligger smal is, zoals een scootmobiel
• Als een voorligger een smalle achterzijde heeft, zoals een onbeladen vrachtwagen
• Als een voorligger een lading vervoert die uitsteekt voorbij de achterbumper
• Als een voorligger een onregelmatige vorm heeft, zoals een tractor of een zijspan
• Als de voorligger een kinderfiets, een fiets met bepakking, een fiets met iemand
achterop of een fiets met een bijzondere vorm (fiets met een kinderzitje, tandem,
enz.) is
• Als een voetganger of de rijhoogte van een fietser korter is dan ongeveer 1 m of langer is dan ongeveer 2 m
• Als een voetganger of fietser breed vallende kleding (regenjas, lange rok, enz.) draagt, waardoor zijn of haar silhouet onduidelijk wordt
• Als een voetganger vooroverbuigt of gehurkt zit of een fietser vooroverbuigt
• Als een voetganger of fietser zich snel voortbeweegt
• Als een voetgangers een wandelwagentje, rolstoel, fiets of ander voertuig voort-
duwt
• Bij slecht weer zoals bij hevige regen, mist, sneeuw of een zandstorm
• Bij het rijden door stoom of rook
• Als er weinig omgevingslicht is, zoals tijdens de schemering, of 's nachts of in een tunnel, waardoor een signaleerbaar object bijna dezelfde kleur lijkt te hebben als
zijn omgeving
• Wanneer er wordt gereden op een plek waar de helderheid van het omgevings- licht plotseling verandert, zoals bij het in- of uitrijden van een tunnel
• Nadat het hybridesysteem is gestart en de auto een poosje heeft stilgestaan
• Bij het afslaan naar links/rechts en gedurende een paar seconden na het afslaan naar links/rechts
• Bij het rijden in een bocht en een paar seconden na het rijden in een bocht
• Wanneer uw auto slipt • Als een voorligger een lage achterzijde heeft, zoals een oprijwagen
• Als een voorligger een extreem grote bodemvrijheid heeft
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 303 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM
Page 306 of 766

3044-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)• Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
• Als een ruitenwisserblad de camera voor blokkeert
• Er wordt met extreem hoge snelheden gereden
• Als op een helling wordt gereden
• Wanneer de radarsensor of de camera voor niet goed is uitgelijnd
● In sommige situaties, zoals de onderstaande, kan wellicht onvoldoende remkracht
worden gerealiseerd, waardoor he t systeem mogelijk niet goed werkt:
• Als de remmen niet op volle sterkte kunnen werken, bijvoorbeeld wanneer de onderdelen van het remsysteem extreem koud, extreem heet of nat zijn
• Als de auto niet goed wordt onderhouden (extreem versleten remdelen of banden,
onjuiste bandenspanning, enz.)
• Als er met de auto gereden wordt op grind of een andere gladde ondergrond
■ Als de VSC wordt uitgeschakeld
●Als de VSC wordt uitgeschakeld ( Blz. 441), worden ook het Pre-Crash Brake
Assist-systeem en de Pre-Cras h Brake-functie uitgeschakeld.
● Het waarschuwingslampje PCS gaat branden en “VSC Turned Off Pre-Collision
Brake System Unavailable” (VSC UIT. PCS-rem niet beschikbaar.) wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay. • Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 304 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM
Page 307 of 766

305
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)
LTA (Lane Tracing Assist)*
Als wordt gereden op een weg met duidelijke witte (gele) rijstrookmarkerin-
gen, waarschuwt het LTA-systeem de bestuurder wanneer de auto de huidige
rijstrook of koers dreigt te verlaten
*. Het systeem kan ook het stuurwiel enigs-
zins bedienen om te helpen voorkomen dat de rijstrook of koers wordt verla-
ten
*. Wanneer de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbe-
reik is ingeschakeld, bedient dit systeem het stuurwiel ook om de auto goed
op de rijstrook te houden.
Het LTA-systeem herkent witte (gele)
rijstrookmarkeringen of de rijbaan
*
met behulp van de camera voor. Het
detecteert ook voorliggers met behulp
van de camera voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoep-
rand
: Indien aanwezig
Overzicht van functies
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 305 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM
Page 308 of 766

3064-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)
WAARSCHUWING
■Voordat u het LTA-systeem gebruikt
● Vertrouw niet uitsluit end op het LTA-systeem. Het LTA-systeem is geen systeem
dat de auto automatisch bestuurt of de hoeveelheid aandacht die moet worden
besteed aan het gebied vóór de auto beperkt. De bestuurder dient altijd volledige
verantwoordelijkheid te nemen voor een veilig rijgedrag door de omgeving steeds
goed in de gaten te houden en het stuurwiel te bedienen om de rijrichting van de
auto te corrigeren. De bestuurder moet ook zorgen voor voldoende pauzes als hij
moe is, bijvoorbeeld als hij langere tijd heeft gereden.
● Als u niet op de juiste manier rijdt en niet goed oplet, kunt u een ongeval veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
● Als u het LTA-systeem niet gebruikt, zet het systeem dan uit met de toets LTA.
■ Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van het LTA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets LTA om het systeem uit te schakelen. Als u
dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval, met ernstig letsel tot gevolg.
● Er wordt gereden op een wegdek dat glad is door regenachtig weer, sneeuwval,
vorst, enz.
● Er wordt gereden op een met sneeuw bedekte weg.
● Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
● Er wordt gereden in een tijdelijke rijstrook of een smalle rijstrook door wegwerk-
zaamheden.
● Er wordt gereden in een gebied met wegwerkzaamheden.
● Er is/zijn een reservewiel, sneeuwkettingen, enz. gemonteerd.
● Als de banden erg versleten zijn of als de bandenspanning te laag is.
● Tijdens het slepen in een noodgeval.
■ Voorkomen van storingen in het LTA-systeem en onbedoeld uitgevoerde han-
delingen
● Breng geen wijzigingen aan de koplampen aan en plak geen stickers op het lamp-
glas.
● Breng geen wijzigingen aan de wielophanging, enz. aan. Als onderdelen van de
wielophanging moeten worden vervangen, neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
● Monteer of plaats geen voorwerpen op de motorkap of de grille. Monteer ook geen
accessoires aan de voorzijde van de auto (bullbars, enz.).
● Als uw voorruit gerepareerd moet worden, neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 306 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM
Page 309 of 766

3074-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)
WAARSCHUWING
■Omstandigheden waaronder de func ties mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de functies mogelijk niet goed, waardoor de auto zijn
rijstrook zou kunnen verlaten. Houd om veilig te rijden de omgeving steeds goed in
de gaten, bedien het stuurwiel om de rijrichting van de auto te corrigeren en vertrouw
niet uitsluitend op de werking van het systeem.
● Wanneer het display voor rijden met de volgregeling wordt weergegeven
( Blz. 315) en de voorligger slingert. (Mogelijk gaat uw auto dienovereenkomstig
ook slingeren en verlaat mogelijk de rijstrook.)
● Wanneer het display voor rijden met de volgregeling wordt weergegeven
( Blz. 315) en de voorligger zijn rijstrook verlaat. (Uw auto volgt mogelijk de voor-
ligger en verlaat mogelijk de rijstrook.)
● Wanneer het display voor rijden met de volgregeling wordt weergegeven
( Blz. 315) en de voorligger zeer dicht op de rijstrookmarkering links/rechts rijdt.
(Uw auto volgt mogelijk de voorligger en verlaat mogelijk de rijstrook.)
● Er wordt gereden in een scherpe bocht.
●Wanneer het display voor rijden met de volg-
regeling wordt weergegeven ( Blz. 315) en
de voorligger van rijstrook wisselt. (Uw auto
volgt mogelijk de voorligger en wisselt ook
van rijstrook.)
● Er bevinden zich naast de weg objecten die
onterecht kunnen worden aangezien voor
witte (gele) lijnen (vangrails, reflecterende
palen, enz.).
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 307 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM
Page 310 of 766

3084-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)
WAARSCHUWING
●Er zijn schaduwen op de weg die parallel lopen aan de witte (gele) lijnen of deze
bedekken.
● Er wordt met de auto gereden in een gebied zonder witte (gele) lijnen, zoals voor
een tolboom of kaartautomaat of op een kruising.
● De witte (gele) lijnen zijn onderbroken of er zijn verhoogde rijstrookmarkeringen of
stenen aanwezig.
● De witte (gele) lijnen zijn niet of moeilijk te zien door zand, enz.
● Er wordt met de auto gereden op een wegdek dat nat is door regen, plassen, enz.
● De verkeerslijnen zijn geel (waardoor ze mogelijk moeilijker te herkennen zijn dan
witte lijnen).
● De witte (gele) lijnen lopen over een stoeprand, enz.
● Er wordt met de auto gereden op een helder oppervlak, zoals beton.
● Als de rand van de weg niet duidelijk of niet recht is.
● Er wordt met de auto gereden op een oppervlak dat helder is als gevolg van gere-
flecteerd licht, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een plaats
waar de weg zich splitst, wegen samenko-
men, enz.
● Vanwege wegwerkzaamheden bevinden
zich asfaltreparatiemarkeringen, witte (gele)
lijnen enz. op de weg.
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 308 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM