reset TOYOTA PRIUS PLUG-IN HYBRID 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: PRIUS PLUG-IN HYBRID, Model: TOYOTA PRIUS PLUG-IN HYBRID 2023Pages: 554, PDF Size: 107.79 MB
Page 174 of 554

Item Instellingen Resultaat van instelling
“Pop-up Display On/
Off” (pop-updisplay
aan/uit)“Instrument
Panel Light”
(verlichting in-
strumentenpa-
neel)
*2
“On” (aan)
Schakelt het pop-updisplay van
het geselecteerde item op het
multi-informatiedisplay in en uit. “Off” (uit)
“Climate set-
tings” (instellin-
gen klimaatre-
geling)“On” (aan)
“Off” (uit)
“Cruise Control
Operation Dis-
play” (weergave
werking cruise
control)“On” (aan)
“Off” (uit)
“HUD Settings”
(instellingen
HUD)
*3
“On” (aan)
“Off” (uit)
“Driving Mode
Select” (rijmo-
dusselectie)“On” (aan)
“Off” (uit)
“Traction Bat-
tery Cooler”
(koeler tractie-
batterij)
*3
“On” (aan)
“Off” (uit)
“Language” (taal)
*4
“English” (Engels)
Wijzigt de taal die op het scherm
wordt weergegeven. “Français” (Frans)
“Español” (Spaans)
“Deutsch” (Duits)
“Italiano” (Italiaans)
“
” (Russisch)
“Calendar” (kalender) Dag/maand/jaarWijzigt de datum die wordt ge-
bruikt voor het registreren van
de elektriciteits- en brandstof-
verbruiksgegevens en de laad-
schemafunctie.
“History Reset” (re-
setten geschiedenis)“Eco-Diary
(Daily)” (eco-
logboek (dage-
lijks))“Yes” ( ja)
Wist gegevens van “Eco-Diary
(Daily)” (eco-logboek (dage-
lijks)). (→Blz. 164)
“No” (nee)
“Eco-Diary
(Monthly)”
(eco-logboek
(maandelijks))“Yes” ( ja)
Wist gegevens van “Eco-Diary
(Monthly)” (eco-logboek (maan-
delijks)). (→Blz. 164)
“No” (nee)
“Electricity Con-
sumption Reset” (re-
setten van elektrici-
teitsverbruik)“Yes” ( ja)
Wist de gegevens van het totale
gemiddelde elektriciteitsver-
bruik. (→Blz. 149, blz. 163)
“No” (nee)
3.1 Instrumentenpaneel
172 
Page 179 of 554

Hulpdisplay centraal
waarschuwingslampje
Als het centrale waarschuwingslampje
(→blz. 439) brandt of knippert, wordt op
het head-up display een hulpdisplay
weergegeven om de bestuurder te
informeren.
Als het centrale waarschuwingslampje
brandt of knippert, bekijk dan de melding
die wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay en voer de
desbetreffende storingzoekprocedure
uit. (→Blz. 442)
Auto's met rechtse besturing: Het
centrale waarschuwingslampje verschijnt
onder de weergave van de rijsnelheid.
Inschakelen/uitschakelen van het
head-up display
Als het head-up display wordt
uitgeschakeld met de toets HUD, wordt
het niet weergegeven totdat het head-up
display weer wordt ingeschakeld met de
toets HUD. (De werking van het head-up
display is niet gekoppeld aan het
contact.)
Helderheid display
• De helderheid van het head-up
display wordt automatisch aangepast
aan de bedrijfsstatus van de
koplampen (aan/uit) en de helderheid
van de omgeving.
• Als de helderheid van het head-up
display boven een bepaald niveau
wordt ingesteld, wordt het display
automatisch gedimd als de auto tot
stilstand wordt gebracht. Zodra deauto wegrijdt en een rijsnelheid van
ongeveer 5 km/h of hoger bereikt,
keert het display automatisch terug
naar de vorige helderheid.
Weergave rijsnelheid
In een extreem koude omgeving wijken
de weergave van de snelheidsmeter en
de rijsnelheid van het head-up display
mogelijk iets af.
Head-up display
Met een (gepolariseerde) zonnebril op is
het head-up display soms moeilijk
afleesbaar.
Als de 12V-accu wordt losgekoppeld
De aangepaste instellingen van het
head-up display worden gereset.
WAARSCHUWING!
Voordat u het head-up display
gebruikt
• Controleer of de positie en de
helderheid van het head-up display
geen belemmering vormen voor
veilig rijden. Als de positie of de
helderheid van het display niet goed
is afgesteld, kan het zicht van de
bestuurder worden belemmerd, kan
dat leiden tot een ongeval met
dodelijk of ernstig letsel kan tot
gevolg.
• Kijk tijdens het rijden niet
voortdurend op het head-up display,
aangezien u anders voetgangers,
objecten op de weg, enz. over het
hoofd kunt zien.
3.1 Instrumentenpaneel
177
3
Instrumentenpaneel 
Page 182 of 554

Ritinformatie
Als een ander scherm dan “Trip
information” (ritinformatie) wordt
weergegeven, selecteert u “Trip
information” (ritinformatie).
1Het brandstofverbruik gedurende de
laatste 15 minuten
2De geregenereerde energie gedurende
de laatste 15 minuten
Eén symboolstaat voor 30 Wh.
Er worden maximaal 5 symbolen
getoond.
3Actueel brandstofverbruik
4Resetten van de verbruiksgegevens
5Gemiddelde rijsnelheid sinds het
starten van het hybridesysteem
6Verstreken tijd sinds het starten van
het hybridesysteem
7Actieradius
Het gemiddelde brandstofverbruik
gedurende de laatste 15 minuten
wordt door middel van kleuren
verdeeld in vorige gemiddelden en
gemiddelden sinds de laatste keer dat
het contact AAN is gezet.
Het weergegeven gemiddelde
brandstofverbruik is een globale
waarde.
De afbeelding is slechts een
voorbeeld en kan afwijken van de
werkelijke situatie.Geschiedenis
Als een ander scherm dan “History”
(geschiedenis) wordt weergegeven,
selecteer dan “History” (geschiedenis).
1Het laagste gemeten
brandstofverbruik
2Recent brandstofverbruik
3Vorige gemeten brandstofverbruik
Geeft het gemiddelde dagelijkse
brandstofverbruik weer.
4Het recente brandstofverbruik
bijwerken
5De gegevens uit de geschiedenis
resetten
De geschiedenis van het gemiddelde
brandstofverbruik is door middel van
kleuren verdeeld in vorige
gemiddelden en het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de gegevens
de laatste keer zijn bijgewerkt.
Het weergegeven gemiddelde
brandstofverbruik is een globale
waarde.
De afbeelding is slechts een
voorbeeld en kan afwijken van de
werkelijke situatie.
De gegevens uit de geschiedenis
bijwerken
Werk het recente brandstofverbruik bij
door “Update” (updaten) te selecteren
om het actuele brandstofverbruik
opnieuw te meten.
3.1 Instrumentenpaneel
180 
Page 183 of 554

De gegevens resetten
De verbruiksgegevens kunnen worden
gewist door “Clear” (wissen) te
selecteren.
Actieradius
Geeft de geschatte maximale afstand aan
die nog met de in de tank aanwezige
brandstof kan worden gereden.
Deze afstand wordt berekend op basis
van het gemiddelde brandstofverbruik.
Hierdoor kan de werkelijke afstand die
nog kan worden gereden, afwijken van de
weergegeven afstand.
Beginscherm
Het gemiddelde brandstofverbruik en de
actieradius kunnen worden weergegeven
op het beginscherm van het
navigatiesysteem.
Raadpleeg de handleiding voor het
navigatiesysteem voor meer informatie
over het beginscherm.
3.1 Instrumentenpaneel
181
3
Instrumentenpaneel 
Page 404 of 554

– Als er banden zonder
bandenspanningssensoren en
-zenders zijn gebruikt.
– Als de identificatiecode op de
bandenspanningssensoren en
-zenders niet is geregistreerd in de
bandenspanningswaarschuwings-
systeem-ECU.
• In de volgende situaties kunnen de
prestaties worden beïnvloed.
– In de buurt van een
televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven
of andere locatie waar sterke
radiogolven of elektromagnetische
velden aanwezig zijn
– Als u een draagbare radio, mobiele
telefoon, draadloze telefoon of een
ander draadloos
communicatiemiddel bij u draagt
• Wanneer de auto geparkeerd is, kan
het langer duren voordat de
waarschuwing verschijnt of verdwijnt.
• Wanneer de bandenspanning snel
daalt, zoals bij een klapband, dan
verschijnt de waarschuwing mogelijk
niet.
De initialisatieprocedure
• Voer de initialisatie uit na het op
spanning brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden
koud zijn bij de initialisatie en bij het
aanpassen van de bandenspanning.
• Als u het contact tijdens de
initialisatie per ongeluk UIT hebt
gezet, dan is het niet noodzakelijk de
resettoets in te drukken, omdat de
initialisatie automatisch herstart
wordt wanneer het contact de
volgende keer AAN wordt gezet.
• Als u per ongeluk de resettoets
indrukt wanneer initialiseren niet
nodig is, breng de banden dan op de
juiste spanning wanneer ze koud zijn
en voer opnieuw de initialisatie uit.Waarschuwingen bandenspanning-
swaarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het
bandenspanningswaarschuwingssysteem
is gebaseerd op de omstandigheden
waaronder het systeem geïnitialiseerd
is. Daarom laat het systeem mogelijk
zelfs een waarschuwing zien wanneer de
bandenspanning niet laag genoeg is of
wanneer de druk hoger is dan de druk
die was ingesteld tijdens het initialiseren
van het systeem.
Als de initialisatie van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem niet
voltooid is
De initialisatie kan worden uitgevoerd in
enkele minuten. In de volgende gevallen
worden de instellingen echter niet
opgeslagen en zal het systeem niet goed
werken. Laat, als herhaalde pogingen de
bandenspanning op te slaan mislukken,
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Als het systeem wordt geïnitialiseerd,
knippert het waarschuwingslampje
lage bandenspanning niet 3 keer en
verschijnt de melding voor het
instellen niet op het
multi-informatiedisplay.
• Nadat er na de initialisatie gedurende
een bepaalde tijd gereden is, gaat het
waarschuwingslampje branden nadat
het gedurende 1 minuut heeft
geknipperd.
Registreren van identificatiecodes
De identificatiecodes van de
bandenspanningssensoren en -zenders
van twee sets banden kunnen worden
geregistreerd. Als de identificatiecodes
voor zowel de normale banden als de
winterbanden vooraf zijn geregistreerd,
is het niet nodig om de
identificatiecodes te registreren
wanneer de normale banden worden
vervangen door winterbanden.
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
402