TOYOTA PROACE CITY VERSO EV 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: PROACE CITY VERSO EV, Model: TOYOTA PROACE CITY VERSO EV 2021Pages: 352, PDF Size: 75.88 MB
Page 81 of 352

81
Ergonomie en comfort
3
WARNI NG
Vergrendel de verwijderbare scheidingswand uitsluitend in deze 2 standen.
WARNI NG
Leun bij het instappen niet op de verwijderbare scheidingswand.
WARNI NG
Wees alert als de auto zich op een steile helling bevindt, er zich achter de scheidingswand bagage bevindt en er passagiers aan boord zijn.
WARNI NG
Plaats geen bagage achter de scheidingswand achter de tweede zitrij wanneer de rugleuning van het 2/3-deel van de bank is neergeklapt.
WARNI NG
Schakel de voorpassagiersairbag uit wanneer u lange voorwerpen vervoert.
Verplaatsen van de
scheidingswand
Naar voren verplaatsen van de scheidingswand
► Klap de rugleuningen van de stoelen van de tweede zitrij neer en controleer of ze goed zijn neergeklapt. Pas indien nodig de stand van de
stoelen van de eerste zitrij aan (door ze naar voren te bewegen).► Maak de bovenste grendels A en B los.► Controleer of de grendels C en D ontgrendeld worden.► Schuif de scheidingswand naar voren.► Vergrendel de onderste grendels C en D en controleer of de paspennen goed in hun behuizingen vallen.► Vergrendel de bovenste grendels A en B.
Naar achteren verplaatsen van de scheidingswand
► Maak de bovenste grendels A en B los.► Maak de onderste grendels C en D los.► Schuif de scheidingswand naar achteren.► Vergrendel de bovenste grendels A en B.► Klap de rugleuningen van de stoelen van de tweede zitrij terug.
NOTIC E
De bovenste aanslagen moeten mogelijk worden versteld als:– er overmatige kracht moet worden uitgeoefend om de bovenste grendels A en B te bedienen.– er tijdens het rijden geluiden hoorbaar zijn die worden veroorzaakt door overmatige speling.
Page 82 of 352

82
NOTIC E
Als de scheidingswand wordt vergrendeld achter de stoelen van de tweede of de eerste zitrij, wordt met een vergrendelgeluid aangegeven dat de bovenste grendels gesloten zijn.
WARNI NG
Rijd nooit met een niet-vergrendelde scheidingswand.
WARNI NG
Verplaats de scheidingswand niet als de grendels uitgeklapt zijn - kans op krassen of beschadiging van kunststof panelen!
WARNI NG
Verwijder de scheidingswand nooit om de auto om te bouwen van een bedrijfsauto naar een personenauto.Hierdoor zou de veiligheid van gebruikers in gevaar kunnen komen door de afwezigheid van een kinderslot op de achterklep (verplicht bij personenauto's).
WARNI NG
Let op de laadhoogte achter de scheidingswand en het formaat van de lange lading in de beschermhoes: de bestuurder moet goed zicht houden.
WARNI NG
Plaats geen lading tussen de scheidingswand en de rugleuning van de bank.
Openen/sluiten van het luik
► Open/sluit het luik E met de grendel.► Gebruik de steun F om het luik open te houden.
WARNI NG
Wanneer u bagage vervoert, moet het luik E open worden gehouden met de steun F.
WARNI NG
Doe altijd het volgende: sluit het luik E, berg de steun F op in zijn behuizing (gebruik de clip) en
zet de rugleuning van de buitenste passagiersstoel(en) (afhankelijk van de positie van de scheidingswand) rechtop als u geen lange lading vervoert.
WARNI NG
Plaats indien mogelijk geen lading op de glijstang van het luik E. Plaats lading indien mogelijk op de neergeklapte rugleuningen van de stoelen.De maximaal toegestane belasting van de glijstang van het luik E is 20 kg.
Page 83 of 352

83
Ergonomie en comfort
3
Plaatsen van de
beschermhoes
WARNI NG
De beschermhoes moet altijd geplaatst zijn als de rugleuning van de buitenste zitplaats is neergeklapt en het luik in de scheidingswand open is.
WARNI NG
Er mag geen passagier op de buitenste zitplaats van de eerste zitrij plaatsnemen als de rugleuning van de buitenste zitplaats op de tweede zitrij erachter is neergeklapt en het luik open is vanwege een lange lading.Er mag geen passagier op de middelste zitplaats van de tweede zitrij plaatsnemen als de rugleuning van de buitenste zitplaats neergeklapt is en het luik open is vanwege een lange lading.
WARNI NG
Zorg er bij het laden van lange voorwerpen voor dat de beschermhoes correct wordt geplaatst.
► Klap de rugleuning van de buitenste zitplaats(en) neer (afhankelijk van de positie van de scheidingswand)Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de achterbank en met name het neerklappen van de rugleuningen.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de tweezitsbank voor en met name de neergeklapte positie van de buitenste zitplaats.
► Plaats de beschermhoes door de 4 klemhaken van de hoes vast te maken aan de 4 bevestigingspunten op de scheidingswand.► Trek de hoofdsteunstangen uit de neergeklapte rugleuning(en) van de buitenste zitplaats(en) (afhankelijk van de positie van de scheidingswand); er blijven twee uitsparingen zichtbaar.► Laad de gewenste voorwerpen.
NOTIC E
Plaats geen zware lading op de neergeklapte
rugleuning van de eerste zitrij. Plaats zware lading indien mogelijk op de vloer.De maximaal toegestane belasting van de neergeklapte rugleuningen van de tweede zitrij is 80 kg.
Page 84 of 352

84
NOTIC E
Het is normaal dat een extra stuk beschermhoes zichtbaar is als de scheidingswand achter de eerste zitrij is geplaatst.► Zet dit extra stuk beschermhoes vast in de ruimte onder het dashboardkastje.
► Bevestig de lus(sen) rond de hoofdsteun(en) (afhankelijk van de positie van de scheidingswand)► Trek de lus(sen) met behulp van het instelbare deel aan om de geladen voorwerpen op de juiste wijze binnen de hoes vast te houden.
WARNI NG
Plaats lading uitsluitend in een beschermhoes in het passagierscompartiment (met name op de afdekplaat).
NOTIC E
Controleer regelmatig of de beschermhoes nog
in een goede staat verkeert.Neem bij tekenen van slijtage contact op met een TOYOTA-dealer om de hoes te laten vervangen door een beschermhoes die voldoet aan de specificaties en de kwaliteit die TOYOTA en uw auto nodig hebben.
Verwarming en ventilatie
Advies
NOTIC E
Gebruik van het ventilatie- en airconditioningsysteem► Let er voor een gelijkmatige verdeling
van de lucht naar het interieur op dat het luchtinlaatrooster onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters en overige uitstroomopeningen alsmede de luchtafvoeropening in de bagageruimte vrij blijven.► Dek de zonlichtsensor op het dashboard niet af; deze wordt gebruikt voor het regelen van de automatische airconditioning.► Zet de airconditioning ten minste één of twee keer per maand 5 tot 10 minuten aan om het systeem in perfecte staat te houden.► Als het systeem geen koude lucht aanvoert, schakel het dan uit en neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhangwagen op een steile helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een optimale trekkracht van de motor.
Page 85 of 352

85
Ergonomie en comfort
3
WARNI NG
Vermijd te lang rijden met een uitgeschakelde aanjager en het te lang gebruiken van de luchtrecirculatie. Zo voorkomt u dat de ruiten beslaan of de luchtkwaliteit vermindert.
Als de binnentemperatuur zeer hoog is wanneer de auto lang in de zon heeft gestaan, is het raadzaam het passagierscompartiment korte tijd te ventileren.Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid voldoende hoog is ingesteld, zodat de lucht in het passagierscompartiment goed ververst wordt.
NOTIC E
Condensvorming door de airconditioning kan ertoe leiden dat zich een klein plasje water onder de auto vormt Dit is een normaal verschijnsel.
NOTIC E
Onderhoud van het ventilatie- en airconditioningsysteem► Controleer regelmatig de staat van het interieurfilter en laat de filterelementen periodiek vervangen.Het is raadzaam om een gecombineerd interieurfilter te gebruiken. Het specifieke actieve additief helpt te beschermen tegen schadelijke gassen en stank.► Om een correcte werking van de airconditioning te garanderen, moet u deze overeenkomstig de aanbevelingen in het onderhoudsschema van de fabrikant laten controleren.
NOTIC E
Snel verwarmen van het interieur
► Druk op toets 3c.► Draai knop 1 naar een hogere temperatuur (minstens 21).► Draai knop 2 naar stand 3 of verder.
► Druk op toets 4 voor een sneller resultaat (laat de luchtrecirculatie niet te lang ingeschakeld staan, anders kunnen de ruiten beslaan).► Druk niet op de andere toetsen.
Bevat gefluoreerde broeikasgassen R134aAfhankelijk van de uitvoering en het land van bestemming bevat het airconditioningsysteem gefluoreerde broeikasgassen R134a.
NOTIC E
Stop & StartDe verwarmings- en airconditioningssystemen werken alleen als de motor draait.Schakel tijdelijk het Stop & Start-systeem uit om een comfortabele temperatuur in het passagierscompartiment te behouden.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de Stop & Start.
Page 86 of 352

86
Verwarming
Handmatig bediende
airconditioning
De airconditioning werkt alleen bij draaiende motor.
1.Temperatuur.
2.Luchtstroom.
3.Luchtverdeling.
4.Recirculatie van lucht in het interieur.
5.Airconditioning aan/uit.
Luchtopbrengst
► Draai aan knop 2 om de gewenste luchtopbrengst te verkrijgen.
NOTIC E
Wanneer de draaiknop van de luchtcirculatie in de stand minimaal staat (systeem UIT), wordt de temperatuur in de auto niet meer geregeld. Er blijft door de rijwind echter nog wel een kleine luchtstroom gehandhaafd.
Temperatuur
► Draai knop 1 van “LO” (koel) naar “HI” (warm) om de temperatuur naar behoefte in te stellen.
NOTIC E
Een waarde van rond de 21 zorgt voor een optimaal comfort. Afhankelijk van uw wensen is een instelling tussen 18 en 24 gebruikelijk.Daarnaast raden we aan om instellingsverschillen tussen links en rechts van meer dan 3 te vermijden.
NOTIC E
Als de temperatuur in de auto bij het instappen aanzienlijk lager of hoger is dan de ingestelde waarde van de comfortmodus, hoeft de weergegeven waarde niet te worden gewijzigd om het vereiste comfortniveau te bereiken. Het systeem compenseert automatisch en zo snel mogelijk het temperatuurverschil.
NOTIC E
Om het passagierscompartiment maximaal te koelen of te verwarmen is het mogelijk de minimale waarde 14 of de maximale waarde 28 te overschrijden.► Draai draaiknop 1 naar links tot aan LO of naar rechts tot aan HI.
Luchtverdeling
Voorruit en zijruiten (3a).Uitstroomopeningen in het midden en opzij (3b).Voetenruimten (3c).De luchtverdeling kan gedetailleerder worden afgesteld door meerdere toetsen in te drukken.
Airconditioning
De airconditioning werkt doeltreffend in elk jaargetijde, bij draaiende motor en mits de ruiten zijn gesloten.
Dit systeem maakt het mogelijk om:– in de zomer de temperatuur in het interieur te verlagen,– in de winter bij temperaturen boven 3°C beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Aan/uit
► Druk op toets 5 om de airconditioning in of uit te schakelen.
Page 87 of 352

87
Ergonomie en comfort
3
Om bij ingeschakelde airconditioning sneller koele lucht te verkrijgen kunt u gedurende enige tijd de recirculatiestand inschakelen door op toets 4 te drukken. Schakel daarna de toevoer van buitenlucht weer in.
NOTIC E
De airconditioning werkt niet als de regeling voor de luchtopbrengst in de stand UIT staat.
WARNI NG
Als de airconditioning is uitgeschakeld, kunnen onaangename verschijnselen optreden (vocht, beslagen ruiten).
Automatische
airconditioning met
gescheiden regeling
1.Temperatuur.
2.Luchtstroom.
3.Luchtverdeling.
4.Recirculatie van lucht in het interieur.
5.Airconditioning aan/uit.
6.Automatische comfortmodus.
7.Programma “Zicht”.
8.Functie “Mono”.
Automatische comfortmodus
► Druk meerdere keren op toets “AUTO” (6).De geactiveerde modus wordt zoals hieronder beschreven op het scherm weergegeven:Zorgt voor een zachte, stille werking door de luchtstroom te beperken.Biedt het beste compromis tussen een comfortabele temperatuur en een stille werking.Zorgt voor een dynamische, effectieve luchtstroom.
NOTIC E
Wanneer de motor koud is, zal de luchtstroom slechts geleidelijk toenemen tot het optimale niveau om te voorkomen dat te veel koude lucht wordt verspreid.Bij koud weer wordt er eerst alleen warme lucht naar de voorruit, de zijruiten en de voetenruimte gevoerd.
Handmatige modus
Als u dat wenst, kunt een andere dan de door het systeem voorgestelde modus kiezen door een instelling te wijzigen. De overige functies worden
dan nog steeds automatisch geregeld.
Het symbool “AUTO” verdwijnt wanneer u een instelling wijzigt.
Uitschakelen van het systeem
► Druk op toets 2 “-” totdat het ventilatorsymbool is verdwenen.Hierdoor worden alle functies van de automatische airconditioning met gescheiden regeling uitgeschakeld.De temperatuur wordt niet langer geregeld. Er blijft door de rijwind echter nog wel een kleine luchtstroom gehandhaafd.► Druk op toets 2 “+” om het systeem weer in te schakelen.
Temperatuur
De bestuurder en voorpassagier kunnen de temperatuur afzonderlijk van elkaar naar wens instellen.De op het display weergegeven waarde heeft betrekking op een bepaald comfortniveau en niet op een temperatuur in graden Celsius of Fahrenheit.
► Duw toets 1 omlaag om de waarde te verlagen of omhoog om de waarde te verhogen.
Page 88 of 352

88
NOTIC E
Een waarde van rond de 21 zorgt voor een optimaal comfort. Afhankelijk van uw wensen is een instelling tussen 18 en 24 gebruikelijk.Daarnaast raden we aan om instellingsverschillen tussen links en rechts van meer dan 3 te vermijden.
NOTIC E
Als de temperatuur in de auto bij het instappen aanzienlijk lager of hoger is dan de ingestelde waarde van de comfortmodus, hoeft de weergegeven waarde niet te worden gewijzigd om het vereiste comfortniveau te bereiken. Het systeem compenseert automatisch en zo snel mogelijk het temperatuurverschil.
NOTIC E
Om het passagierscompartiment maximaal te koelen of te verwarmen is het mogelijk de minimale waarde 14 of de maximale waarde 28 te overschrijden.► Duw toets 1 omlaag tot LO wordt weergegeven of omhoog tot HI wordt weergegeven.
Functie “Mono”
Het comfortniveau aan passagierszijde kan worden aangepast aan het comfortniveau aan bestuurderszijde (monozone).► Druk op de desbetreffende toets 8 om de functie in/uit te schakelen.Als de functie wordt ingeschakeld, gaat het controlelampje in de toets branden.De functie wordt automatisch uitgeschakeld als een passagier de temperatuurschakelaar gebruikt.
Programma “Zicht”
► Druk op toets “Zicht” (7) om de voorruit en de zijruiten zo snel mogelijk te ontwasemen of te ontdooien. Het systeem werkt volledig automatisch en regelt de luchttemperatuur, de aanjagersnelheid en de luchttoevoer; het stelt de luchtverdeling zodanig in dat de voorruit en de zijruiten zo snel mogelijk schoon worden.► Druk nogmaals op toets “Zicht” (7) om het programma te stoppen.
Of► Druk op toets “AUTO” (6) om terug te keren naar het automatische comfortprogramma.
Airconditioning
De airconditioning werkt doeltreffend in elk jaargetijde, bij draaiende motor en mits de ruiten zijn gesloten.Dit systeem maakt het mogelijk om:
– in de zomer de temperatuur in het interieur te verlagen,– in de winter bij temperaturen boven 3°C beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Aan/uit
► Druk op toets 5 om de airconditioning in of uit te schakelen.Om bij ingeschakelde airconditioning sneller koele lucht te verkrijgen kunt u gedurende enige tijd de recirculatiestand inschakelen door op toets 4 te drukken. Schakel daarna de toevoer van buitenlucht weer in.
NOTIC E
De airconditioning werkt niet als de regeling voor de luchtopbrengst in de stand UIT staat.
WARNI NG
Als de airconditioning is uitgeschakeld, kunnen onaangename verschijnselen optreden (vocht, beslagen ruiten).
Luchtverdeling
► Druk herhaaldelijk op toets 3 om de luchtstroom te verdelen naar:
– de voorruit, de zijruiten en de voetenruimten, – de voetenruimten,– de middelste ventilatieroosters, de zijventilatieroosters en de voetenruimten,
Page 89 of 352

89
Ergonomie en comfort
3
– de voorruit, de zijruiten, de middelste ventilatieroosters, de zijventilatieroosters en de voetenruimten,– de middelste ventilatieroosters en de zijventilatieroosters, – de voorruit en de zijruiten (ontwasemen of ontdooien).
WARNI NG
Voor een optimaal comfort (afhankelijk van de buitentemperatuur)< 15°C: druk op toets 3 tot er lucht gaat stromen naar de voorruit, zijruiten en voetenruimten.15°C - 25°C: druk op toets 3 tot er lucht gaat stromen naar de uitstroomopeningen in het midden en opzij en de voetenruimten.> 25°C: druk op toets 3 tot er lucht gaat stromen naar de uitstroomopeningen in het midden en opzij.
Luchtopbrengst
► Druk op de toetsen 2 om de luchtopbrengst te verhogen/verlagen.Het symbool van de luchtopbrengst (ventilator) verschijnt. Het symbool wordt, afhankelijk van de ingestelde waarde, geleidelijk voller of leger.
Recirculatie van lucht in het
interieur
De toevoer van buitenlucht voorkomt het beslaan van de voorruit en zijruiten.Door de lucht in het interieur te recirculeren blijft het passagierscompartiment vrij van vervuilde lucht wanneer u door druk verkeer of tunnels rijdt.
NOTIC E
Indien nodig maakt deze functie het ook mogelijk de lucht in het passagierscompartiment sneller te verwarmen of koelen.
► Druk op schakelaar 4 om de lucht in het interieur te recirculeren of om de toevoer van buitenlucht toe te staan.
WARNI NG
Voorkom langdurig gebruik van luchtcirculatie in het interieur om ervoor te zorgen dat de lucht goed wordt ververst en om te voorkomen dat de ruiten beslaan (met name wanneer er meerdere personen in de auto aanwezig zijn, wanneer het buiten koud/vochtig is...).
Ontwasemen en ontdooien
voorruit
Verwarming
Stel het systeem als volgt in voor het optimaal ontwasemen/ontdooien in de winter:
► Druk op toets 3a.► Draai draaiknop 1 naar de stand van de maximale temperatuur.► Draai draaiknop 2 naar het symbool voor ontwasemen/ontdooien.► Druk niet op de andere toetsen.Wijzig na het ontwasemen/ontdooien de instellingen naar wens.
Handmatig bediende
airconditioning
Stel het systeem als volgt in om te ontwasemen in geval van een hoge luchtvochtigheid of een groot temperatuurverschil in en buiten de auto:
► Druk op toets 5.► Druk op toets 3a.
Page 90 of 352

90
► Draai draaiknop 1 naar een hogere temperatuur (minstens 21).► Draai draaiknop 2 naar niveau 2 of hoger.► Druk niet op de andere toetsen.Wijzig na het ontwasemen de instellingen naar wens.
Automatische airconditioning
met gescheiden regeling
► Druk op deze toets om de voorruit en de zijruiten snel te ontwasemen of te ontdooien.Het systeem werkt volledig automatisch en regelt de luchttemperatuur, de aanjagersnelheid en de luchttoevoer; het stelt de luchtverdeling zodanig in dat de voorruit en de zijruiten zo snel mogelijk schoon worden.► Druk nogmaals op deze toets of op “AUTO” om deze functie uit te schakelen.Het systeem keert terug naar dezelfde instellingen als die van vóór het uitschakelen.
NOTIC E
Voorruit- en ruitensproeierverwarmingZie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de ruitenwisserschakelaar en in het bijzonder de voorruit- en ruitensproeierverwarming.
NOTIC E
Bij uitvoeringen met een Stop & Start-systeem is de STOP-stand niet beschikbaar zolang de voorruitontwaseming in werking is.
Voorruitverwarming
Bij koud weer verwarmt dit systeem de onderzijde van de voorruit en het gedeelte van de voorruit langs de linker voorruitstijl.Zonder dat u er de instellingen van de airconditioning voor hoeft te wijzigen zorgt dit
systeem ervoor dat de ruitenwisserbladen sneller loskomen als ze aan de voorruit zijn vastgevroren en helpt het opeenhoping van sneeuw te voorkomen tijdens het wissen.
Aan/uit
► Druk bij draaiende motor op deze toets om de functie in of uit te schakelen (bevestigd door een controlelampje).De werkingsduur is afhankelijk van de buitentemperatuur.Deze functie wordt automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat er te veel energie wordt verbruikt.