air condition TOYOTA RAV4 2014 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2014, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2014Pages: 760, PDF Size: 20.5 MB
Page 4 of 760
INHOUDSOPGAVE4
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)5-1. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
Handmatig bediende
airconditioning .................368
Automatische
airconditioning .................375
Achterruit- en buitenspiegel-
verwarming ......................385
Voorruitverwarming............387
Extra verwarming ...............3885-2. Gebruik van het audiosysteem
Soorten audiosystemen .... 390
Gebruik van de radio ......... 393
Gebruik van de
CD-speler ........................ 400
Afspelen van discs
met MP3- en WMA-
bestanden ....................... 408
Bedienen van een iPod ..... 417
Bedienen van een
USB-geheugen ............... 428
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem ..... 438
Gebruik van de
AUX-aansluiting .............. 441
Gebruik van de audiotoetsen
op het stuurwiel ............... 442
Bluetooth
®-audio/
telefoon ........................... 445
Gebruik van Bluetooth
®-
audio/telefoon ................. 452
Bedienen van een draagbare
speler met Bluetooth
®-
ondersteuning ................ 458
Bellen ................................ 462
Gebruik van het menu SETUP
(instellingen)
(Bluetooth
*-menu) .......... 467
Gebruik van het menu SETUP
(instellingen)
(menu PHONE of TEL) ... 474
5Voorzieningen
in het interieur
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.
Page 18 of 760
18Overzicht
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 272
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 279
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 279
Mistlampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 292
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers . . . . . . . . . . . . . .Blz. 294
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 294
Bijvullen van het ruitensproeierreservoir . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 545
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 526
Handmatig bediende airconditioning
*1. . . . . . . . . . . . . . .Blz. 368
Automatische airconditioning
*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 375
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 368, 375
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 385
Audiosysteem
*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 390
Navigatiesysteem/multimediasysteem
*1, 2
Klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 500
Hoofdschakelaar elektrisch bedienbare achterklep
*1. . .Blz. 169
Tankdopklepontgrendeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 305
6
7
8
9
10
11
12
13
Page 26 of 760
26Overzicht
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 272
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 279
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 279
Mistlampen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 292
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers . . . . . . . . . . . . . .Blz. 294
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 294
Bijvullen van het ruitensproeierreservoir . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 545
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 526
Handmatig bediende airconditioning
*1. . . . . . . . . . . . . . .Blz. 368
Automatische airconditioning
*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 375
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 368, 375
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 385
Audiosysteem
*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 390
Navigatiesysteem/multimediasysteem
*1, 2
Klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 500
Hoofdschakelaar elektrisch bedienbare achterklep
*1. . .Blz. 169
Tankdopklepontgrendeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 305
6
7
8
9
10
11
12
13
Page 230 of 760
2304-1. Voordat u gaat rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■
Informatie over de transmissie
Auto's met automatische transmissie (met S-modus)
Rijd teneinde effectief op de motor te kunnen blijven afremmen niet
in stand D. In de S-modus moet de selectiehendel in stand 4 of
lager staan. (Blz. 247)
Auto's met automatische transmissie (met M-modus)
Rijd teneinde effectief op de motor te kunnen blijven afremmen niet
in stand D. In de M-modus moet de selectiehendel in stand 4 of
lager staan. (Blz. 254, 255)
Auto's met Multidrive CVT
Rijd teneinde effectief op de motor te kunnen blijven afremmen niet
in stand D. In de sequentiële shiftmatic-sportmodus met 7 versnel-
lingen moet de selectiehendel in stand 4 of lager staan.
(Blz. 263, 264)
Auto's met handgeschakelde transmissie
Rijd teneinde effectief op de motor te kunnen blijven afremmen en
de laadcapaciteit op peil te houden niet in stand 4 of hoger bij
auto's met de 1AD-FTV, 2AD-FTV of 2AD-FHV motor en niet in
stand 5 of hoger bij auto's met de 3ZR-FE of 3ZR-FAE motor.
(Blz. 268)
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op een lange, steile helling bij
buitentemperaturen hoger dan 30C kan ertoe leiden dat de motor
oververhit raakt. Als de koelvloeistoftemperatuurmeter aangeeft dat
de motor oververhit raakt, schakel dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand. (Blz. 691)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wielen van de auto en de aan-
hangwagen. Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in
stand P bij auto's met automatische transmissie en Multidrive CVT
en in stand 1 of R bij auto's met handgeschakelde transmissie.
Page 248 of 760
2484-2. Rijprocedures
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■S-modus
●Als het schakelbereik 4 of lager is en de selectiehendel naar + wordt bewo-
gen, wordt het schakelbereik 6.
●Om te voorkomen dat de motor met een te hoog toerental gaat draaien, kan
opschakelen automatisch gebeuren.
●Om de automatische transmissie te beschermen, kan automatisch een
hoger schakelbereik worden geselecteerd als de vloeistoftemperatuur te
hoog wordt.
■Waarschuwingszoemer bij beperking terugschakelmogelijkheid
Uit veiligheidsoverwegingen en om het rijgedrag niet in negatieve zin te beïn-
vloeden, kan er onder bepaalde omstandigheden beperkt worden terugge-
schakeld. In sommige omstandigheden kan er helemaal niet worden
teruggeschakeld met de selectiehendel. (Er klinkt tweemaal een zoemer.)
■Werking van de airconditioning in de ECO-modus
De ECO-modus regelt het verwarmen/koelen en de aanjagersnelheid
* van
de airconditioning om brandstof te besparen (, Blz. 372382). Regel de aan-
jagersnelheid
* of schakel de ECO-modus uit om de prestaties van de aircon-
ditioning te verbeteren.
*: Alleen bij auto's met automatische airconditioning
■Uitschakelen van de rijmodus
●De ECO-modus wordt niet uitgeschakeld totdat u op de toets ECO MODE
drukt, ook niet als het contact UIT is gezet na het rijden in de ECO-modus.
●De sportmodus wordt uitgeschakeld als de motor na het rijden in de sport-
modus wordt uitgezet.
■Bij het rijden met ingeschakelde cruise control (indien aanwezig)
Ook wanneer de volgende handelingen worden uitgevoerd met als doel op de
motor af te remmen, wordt er niet op de motor afgeremd omdat de cruise
control niet wordt uitgeschakeld.
●Als er tijdens het rijden in stand S wordt teruggeschakeld naar stand 5 of 4.
(Blz. 247)
●Als de sportmodus wordt ingeschakeld tijdens het rijden in stand D.
(Blz. 262)
■Als de selectiehendel niet in een andere stand dan P gezet kan worden
Blz. 679
Page 257 of 760
2574-2. Rijprocedures
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)●Automatische blokkering van de selectie van het schakelbereik in
stand D
De selectie van het schakelbereik in stand D wordt geblokkeerd in de vol-
gende gevallen:
• Paddle shift-schakelaar + wordt gedurende een bepaalde periode inge-
drukt
• Als in schakelbereik 5 de paddle shift-schakelaar “+” wordt bediend
• Als de auto tot stilstand komt
• Als in een schakelprogramma het gaspedaal gedurende langer dan een
bepaalde tijd wordt ingetrapt
• Als de selectiehendel in een andere stand dan D wordt gezet
■Waarschuwingszoemer bij beperking terugschakelmogelijkheid
Uit veiligheidsoverwegingen en om het rijgedrag niet in negatieve zin te beïn-
vloeden, kan er onder bepaalde omstandigheden beperkt worden terugge-
schakeld. In sommige omstandigheden kan er helemaal niet worden
teruggeschakeld met de selectiehendel of de paddle shift-schakelaar (indien
aanwezig). (Er klinkt tweemaal een zoemer.)
■Werking van de airconditioning in de ECO-modus
De ECO-modus regelt het verwarmen/koelen en de aanjagersnelheid
* van
de airconditioning om brandstof te besparen (Blz. 372, 382). Regel de aan-
jagersnelheid
* of schakel de ECO-modus uit om de prestaties van de aircon-
ditioning te verbeteren.
*: Alleen bij auto's met automatische airconditioning
■Uitschakelen van de rijmodus
●De ECO-modus wordt niet uitgeschakeld totdat u op de toets ECO MODE
drukt, ook niet als het contact UIT is gezet na het rijden in de ECO-modus.
●De sportmodus wordt uitgeschakeld als de motor na het rijden in de sport-
modus wordt uitgezet.
■Bij het rijden met ingeschakelde cruise control (indien aanwezig)
Ook wanneer de volgende handelingen worden uitgevoerd met als doel op de
motor af te remmen, wordt er niet op de motor afgeremd omdat de cruise
control niet wordt uitgeschakeld.
●Als er tijdens het rijden in stand M wordt teruggeschakeld naar stand 5 of 4.
(Blz. 255)
●Als er tijdens het rijden in stand D wordt teruggeschakeld naar stand 5 of 4.
(Alleen auto's met paddle shift-schakelaars: Blz. 254)
●Als de sportmodus wordt ingeschakeld tijdens het rijden in stand D.
(Blz. 253)
Page 265 of 760
2654-2. Rijprocedures
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■Automatisch uitschakelen van schakelstapselectie in stand D (auto's
met paddle shift-schakelaars)
De schakelstapselectie in stand D wordt in de volgende gevallen uitgescha-
keld:
●Als de auto tot stilstand komt
●Als het gaspedaal in één versnelling langer dan een bepaalde periode wordt
ingedrukt
●Als de selectiehendel in een andere stand dan D wordt gezet
●Wanneer de paddle shift-schakelaar + gedurende een bepaalde periode
wordt ingedrukt
■Automatische selectie van versnelling als de auto tot stilstand is
gebracht na rijden met de selectiehendel in stand M.
●Als de auto tot stilstand is gekomen, schakelt de transmissie automatisch
terug naar stap 1.
●Stand 1 wordt automatisch geselecteerd wanneer de auto weer gaat rijden.
●De versnelling blijft bij stilstaande auto in stand 1 staan.
■Waarschuwingszoemer bij beperking terugschakelmogelijkheid
Uit veiligheidsoverwegingen en om het rijgedrag niet in negatieve zin te beïn-
vloeden, kan er onder bepaalde omstandigheden beperkt worden terugge-
schakeld. In sommige omstandigheden kan er helemaal niet worden
teruggeschakeld met de selectiehendel of de paddle shift-schakelaar (indien
aanwezig). (Er klinkt tweemaal een zoemer.)
■Werking van de airconditioning in de ECO-modus
De ECO-modus regelt het verwarmen/koelen en de aanjagersnelheid
* van
de airconditioning om brandstof te besparen (, Blz. 372382). Regel de aan-
jagersnelheid
* of schakel de ECO-modus uit om de prestaties van de aircon-
ditioning te verbeteren.
*: Alleen bij auto's met automatische airconditioning
■Uitschakelen van de rijmodus
●De ECO-modus wordt niet uitgeschakeld totdat u op de toets ECO MODE
drukt, ook niet als het contact UIT is gezet na het rijden in de ECO-modus.
●De sportmodus wordt uitgeschakeld als de motor na het rijden in de sport-
modus wordt uitgezet.
Page 314 of 760
3144-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■Tijdelijk uitschakelen van het LDA-systeem
In de volgende gevallen wordt het LDA-systeem tijdelijk uitgeschakeld. De
functie wordt weer ingeschakeld zodra de vereiste werkingsvoorwaarden her-
steld zijn.
●De rijsnelheid wijkt af van het werkingsgebied van het LDA-systeem.
●De richtingaanwijzerschakelaar wordt bediend.
●Als de rijstrookmarkeringen niet kunnen worden herkend als de auto rijdt.
●Wanneer de Lane Departure Warning-functie actief is.
De Lane Departure Warning-functie zal enige seconden na activering niet
weer in werking treden, ook al verlaat de auto weer de rijstrook.
■De Lane Departure Warning
Afhankelijk van het geluidsniveau van het audiosysteem of het geluid dat de
ventilator van de airconditioning maakt terwijl het audiosysteem of de aircon-
ditioning is ingeschakeld, is het waarschuwingsgeluid mogelijk moeilijk te
horen.
■Nadat de auto in de zon heeft gestaan
Het LDA-systeem is mogelijk niet beschikbaar en er wordt gedurende een
bepaalde tijd na het wegrijden een waarschuwingsmelding (Blz. 632) weer-
gegeven.
Als de temperatuur in de auto daalt en de temperatuur rondom de camera-
sensor (Blz. 311) weer geschikt is voor de werking ervan, worden de func-
ties geactiveerd.
■Als er slechts aan één zijde van de auto rijstrookmarkeringen aanwezig
zijn
De Lane Departure Warning-functie zal niet werken voor de zijde waar geen
rijstrookmarkeringen konden worden herkend.
■Omstandigheden waaronder de functie mogelijk niet goed werkt
In de volgende situaties kan de camerasensor de rijstrookmarkeringen moge-
lijk niet herkennen, waardoor de Lane Departure Warning-functie niet goed
werkt. Dit duidt echter niet op een storing.
●Wanneer door een gebied zonder rijstrookmarkeringen wordt gereden,
zoals bij een tolhuisje, een zebrapad of bij een kaartautomaat
●Bij het nemen van een scherpe bocht
●Wanneer de rijstrookmarkeringen zeer smal of breed zijn
●Wanneer de auto naar een kant overhelt als gevolg van een zware belading
of een onjuiste bandenspanning
Page 323 of 760
3234-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)●De vorm van een obstakel kan ervoor zorgen dat een sensor het obstakel
niet signaleert. Let goed op bij de volgende obstakels:
• Kabels, hekken, touwen, enz.
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Zeer hoekige objecten
• Lage obstakels
• Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van uw
auto
●Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het obstakel en andere factoren kan de
detectieafstand korter worden of kan detectie onmogelijk zijn.
• Mogelijk worden obstakels niet gesignaleerd als deze zich te dicht bij de
sensor bevinden.
• Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kleine ver-
traging. Ook als er met lage snelheid wordt gereden, bestaat de mogelijk-
heid dat het obstakel binnen het detectiegebied van de sensoren komt
voordat het controlelampje gaat branden en het waarschuwingssignaal
hoorbaar is.
• Smalle paaltjes of objecten die lager zijn dan de sensor worden mogelijk
niet gesignaleerd vóór een aanrijding wanneer u ze nadert, zelfs als ze
eenmaal zijn gesignaleerd.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen als de audio-installa-
tie hard staat of als de luchtcirculatie van de airconditioning veel geluid
produceert.
■Wanneer een storing in het systeem optreedt
●Het controlelampje voor een storing van de sensor gaat branden en het
controlelampje auto dooft terwijl de zoemer gedurende ongeveer 7 secon-
den klinkt.
Controleer eerst de staat van de sensor als de controlelampjes van de hoek
en het midden daarna gaan branden en aan blijven. Als de controlelampjes
blijven branden hoewel er geen modder, ijs of sneeuw op de sensor zitten,
zit er mogelijk een storing in de sensor. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Het controlelampje voor een storing van de sensor knippert en het controle-
lampje auto dooft terwijl de zoemer gedurende ongeveer 7 seconden klinkt.
Als de controlelampjes van de hoek en het midden daarna gaan knipperen,
zit er mogelijk een storing in de sensor. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Page 328 of 760
3284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■Voorwaarden voor inschakelen van systeem
●Het Stop & Start-systeem werkt als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De laadtoestand van de accu is voldoende.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• De motorkap is gesloten.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
• Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
●Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk niet uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op een storing van het
Stop & Start-systeem.
• De koelvloeistoftemperatuur is extreem hoog of laag.
• Er verschijnt een waarschuwingsmelding voor het roetfilter/DPNR-sys-
teem. (Blz. 635)
• De buitentemperatuur is zeer laag.
• De airconditioning wordt gebruikt om het interieur af te koelen als de tem-
peratuur in het interieur extreem hoog is, bijvoorbeeld nadat de auto in de
brandende zon stond geparkeerd.
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de buitentemperatuur hoog of
laag is.
• Alleen auto's met een automatische airconditioning: De voorruitverwar-
ming wordt gebruikt.
• De accu is niet voldoende opgeladen of wordt opgeladen.
• Door verkeersdrukte of andere omstandigheden komt de auto veelvuldig
tot stilstand, waardoor de hoeveelheid tijd dat de motor is uitgezet door
het Stop & Start-systeem extreem oploopt.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
• Er wordt een grote hoeveelheid elektriciteit verbruikt.
• Op grote hoogte.
Als de bovenstaande omstandigheden zich niet meer voordoen, zal het Stop
& Start-systeem de volgende keer dat de auto tot stilstand komt de motor
weer uitzetten en starten.