ESP TOYOTA RAV4 2019 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2019, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2019Pages: 706, PDF Size: 126.1 MB
Page 488 of 706

487
5
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Audiosysteem
2
Draai de knop TUNE•SELECT 
om het gewenste nummer te 
selecteren.
3 Druk op de knop om het num-
mer te bevestigen.
4 Druk op   (SEND) (versturen) 
om tonen te versturen.
Door op   (BACK) (te rug) te drukken 
blijft het nummer behouden en wordt 
teruggekeerd naar het vorige scherm.
Door op   (EXIT) (afsluiten) wordt het 
nummer gewist en wordt het scherm 
“Entering a number” (een nummer 
invoeren) geopend.
Telefoonnummer met een p-
karakter
Wanneer het p-karakter wordt 
gebeld bij een uitgaand gesprek, 
volgt er een pauze van 2 seconden 
voordat de volgende cijfers auto-
matisch worden gebeld.
Telefoonnummer met een w-
karakter
Wanneer het w-karakter wordt 
gebeld bij een uitgaand gesprek, 
dient u nogmaals op   (SEND) 
(versturen) te dru kken om de vol-
gende cijfers in te voeren.
Deze handeling kan worden uitge-
voerd tijdens het rijden.
U kunt het stemvolume dat de 
gesprekspartner vanuit zijn luid-
sprekers hoort afstellen.
1 Druk op   (SendVol) 2
Regel het volume met de knop 
TUNE•SELECT. (-5 - +5)
Verlagen van het volume: Draai de 
AAN/UIT/volumeknop linksom.
Verhogen van het volume: Draai de 
AAN/UIT/volumeknop rechtsom.
■Tijdens het telefoongesprek
●Praat niet terwijl uw gesprekspartner 
praat.
●Stel het volume van de stem van uw 
gesprekspartner laag in. Als het 
volume te hoog staa t, wordt de ste-
mecho sterker.
■Automatische volumeregeling
Als de rijsnelheid  80 km/h of meer 
bedraagt, wordt het v olume automatisch 
verhoogd. Het volume keert terug naar 
het niveau van de vorige volume-instel-
ling als de rijsnelheid naar 70 km/h of 
minder daalt.
■Functies telefoonsysteem
Afhankelijk van de mob iele telefoon zijn 
sommige functies mogelijk niet beschik-
baar.
■Omstandigheden waaronder het 
systeem uw stem mogelijk niet kan 
herkennen
●Tijdens het rijden op een hobbelige 
weg
●Tijdens het rijden met hoge snelheden
●Wanneer lucht uit de uitstroomope-
ningen tegen de microfoon wordt 
geblazen
●Wanneer de ventilator van de aircon-
ditioning veel geluid maakt
Het uitgaande volume 
instellen
Instellen van het 
gespreksvolume
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book  P age 487  Wednesday, March 20, 2019  2:08 PM 
Page 489 of 706

4885-10. Bluetooth®
5-10.Bluetooth®
■Bij gebruik van Bluetooth®-
audio/telefoon
 Het systeem werkt in de vol-
gende situaties mogelijk niet.
• De draagbare speler ondersteunt 
Bluetooth® niet
• De mobiele telefoon bevindt zich bui- ten het bereik van een mobiel net-
werk
• Het Bluetooth
®-apparaat is uitge-
schakeld
• De batterij van  het Bluetooth
®-appa-
raat is onvoldoende geladen.
• Het Bluetooth
®-apparaat heeft geen 
verbinding met het systeem
• Het Bluetooth
®-apparaat bevindt zich 
achter de stoel of in het dashboard-
kastje of de opbergmogelijkheid in de 
middenconsole, of het apparaat 
wordt afgedekt door of staat in con-
tact met metaal
 Het kan enige tijd duren voordat 
verbinding is gemaakt met de 
mobiele telefoon als tegelijker-
tijd via Bluetooth
®-audio wordt 
afgespeeld.
 Afhankelijk van het type draag-
bare audiospeler dat is verbon-
den met het systeem kunnen er 
verschillen in de bediening zijn of 
kunnen bepaalde functies niet 
beschikbaar zijn.
 Er kan niet worden gegaran-
deerd dat dit systeem werkt met 
alle Bluetooth
®-apparaten.
■Als u de auto verkoopt
Zorg ervoor dat u het systeem initi-
aliseert, om misbruik van persoon-
lijke gegevens te  voorkomen. 
( → Blz. 479)
■Over Bluetooth®
Bluetooth is een ge registreerd han-
delsmerk van Blue tooth SIG. Inc.
■Compatibele modellen
Het Bluetooth
®-audiosysteem 
ondersteunt draagbare audiosyste-
men met de volgende specificaties:
 Bluetooth
®-specificaties: 
versie 1.1 of hoger (aanbevolen: 
versie 4.1)
 Profielen:
• A2DP (Advanced Audio Distribution 
Profile) versie 1.0 of hoger (aanbevo-
len: versie 1.3)
Dit is een profiel voor  het versturen van 
stereo-audiogeluid of geluid met een 
hoge kwaliteit naar  het audiosysteem.
• AVRCP (Audio/Video Remote Control  Profile) versie 1.0 of hoger (aanbevo-
len: versie 1.6)
Dit is een profiel voor de afstandsbedie-
ning van de A/V-apparatuur.
Maar vergeet niet dat sommige 
functies beperkt beschikbaar zijn, 
afhankelijk van het  type draagbare 
Bluetooth®
Overzicht
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book  P age 488  Wednesday, March 20, 2019  2:08 PM 
Page 490 of 706

489
5
5-10. Bluetooth
®
Audiosysteem
speler dat is aangesloten.
Het handsfree-systeem onder-
steunt mobiele telefoons met de 
volgende specificaties:
Bluetooth
®-specificaties: Versie 
2.0 of hoger (aanbevolen: versie 
4.1 +EDR of hoger)
 Profielen:
• HFP (Handsfree-profiel) versie 1.0 of 
hoger (aanbevolen:  versie 1.7)
Dit is een profiel dat handsfree-tele-
foongesprekken mogelijk maakt via de 
mobiele telefoon of  headset. Het heeft 
een functie voor uitgaande en inko-
mende gesprekken.
• OPP (Object Push profiel) versie 1.1  of hoger (aanbevolen: versie 1.2)
Dit is een profiel v oor het overzetten 
van telefoonboekgegevens. Als een 
mobiele telefoon met Bluetooth
®-
ondersteuning PBAP  en OPP heeft, 
kan OPP niet worden gebruikt.
• PBAP (Phone Book Access Profile)  versie 1.0 of hoger (aanbevolen: ver-
sie 1.2)
Dit is een profiel v oor het overzetten 
van telefoonboekgegevens.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book  P age 489  Wednesday, March 20, 2019  2:08 PM 
Page 537 of 706

5367-1. Onderhoud en verzorging
7-1.Onderhoud en verzorging
Spoel de auto van boven naar 
beneden af met veel water en 
verwijder zo vuil en stof van de 
carrosserie, uit de wielkasten en 
van de onderkan t van de auto.
 Was de auto met een spons of 
een zachte doek (bijv. een zeem-
lap).
 Verwijder hardnekkige vlekken 
met een autowasmiddel en spoel 
grondig af met water.
 Veeg overtollig water weg.
 Wanneer het water niet meer in 
druppels op de l ak blijft liggen, 
moet de auto opnieuw in de was 
worden gezet.
Zet de auto alleen in de was als de car-
rosserie is afgekoeld.
■Wassen in de wasstraat
●Voordat u de wasstraat inrijdt:
• Klap de spiegels in
• Schakel de elektrisch bedienbare ach- terklep uit (indien aanwezig)
Begin met wassen vanaf de voorzijde 
van de auto. Klap de  spiegels weer uit 
voordat u gaat rijden.
●Sommige borstels in wasstraten kun-
nen krassen veroorzaken, waardoor 
de lak van uw auto wordt beschadigd.
●In sommige autowasserettes wordt de 
achterspoiler mogelijk  niet gereinigd. 
Ook bestaat er mogelijk een ver-
hoogde kans op schade aan de auto.
■Hogedrukreinigers
Spuit niet van dicht bij op de randen van 
de portieren of de ruiten en blijf er niet 
langdurig op spuiten,  omdat er anders 
water in het interieur terecht kan komen.
■Opmerking voor auto's met Smart 
entry-systeem en startknop (indien 
aanwezig)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de 
elektronische sleutel zich binnen het 
werkzame gebied bevindt, kan het por-
tier herhaaldelijk worden vergrendeld en 
ontgrendeld. Volg in dat geval de cor-
rectieprocedure hieronder bij het was-
sen van de auto:
●Leg de sleutel op een afstand van ten 
minste 2 m van de a uto als u de auto 
wast. (Zorg ervoor dat de sleutel niet 
gestolen wordt.)
●Schakel de energiebespaarmodus 
van de elektronische sleutel in om het 
Smart entry-systeem met startknop uit 
te schakelen. ( →Blz. 189)
■Lichtmetalen velge n (indien aanwe-
zig)
●Verwijder vuil onmiddellijk met een 
neutraal reinigingsmiddel.
●Spoel het reinigingsmiddel direct na 
het gebruik weg met water.
●Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht om de lak tegen bescha-
diging te beschermen.
• Gebruik geen zuurhoudende of alkali-
sche middelen of schuurmiddelen.
• Gebruik geen harde borstels.
• Reinig de velgen niet met reinigings- middelen als de velgen, bijvoorbeeld 
na het rijden of s tilstaan bij warm 
weer, nog warm zijn.
●Auto's met 19 inch matgelakte velgen: 
De velgen moet en op een andere 
manier dan normale lichtmetalen vel-
gen worden onderhouden. Neem voor 
meer informatie c ontact op met een 
Reinigen en bescher men 
van het exterieur van uw 
auto
Voer het volgende uit om uw 
auto te beschermen en in per-
fecte staat te houden:
Reinigingsinstructies
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book  P age 536  Wednesday, March 20, 2019  2:08 PM 
Page 556 of 706

555
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
■Gebruik van de meter (indien aan-
wezig)
Het ruitensproeiervloeistofniveau kan 
worden gecontroleerd door in de peil-
stok te kijken naar het niveau van de rui-
tensproeiervloeistof.
Als het niveau lager is dan de tweede 
opening van onderen (merkteken LOW) 
moet er ruitensproeiervloeistof worden 
bijgevuld.
Actueel vloeistofniveau
Controleer of de slijtage-indicatoren 
op de banden te zien zijn. Controleer 
de banden tevens op ongelijkmatige 
slijtage, zoals overmatige slijtage aan 
een zijde van het loopvlak.
Controleer de staat en de banden-
spanning van het reservewiel ook als 
het niet gebruikt wordt.
Nieuwe band
Versleten loopvlak
Slijtage-indicator
De plaats van de slijtage-indicatoren 
wordt aangegeven met de tekst TWI of de 
indicatie   op de wang van de band.
WAARSCHUWING
■Bij het bijvullen van ruitensproei-
ervloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als 
de motor draait of nog niet is afge-
koeld. Ruitensproeiervloeistof bevat 
alcohol en kan vlam vatten als het bij-
voorbeeld op hete motoronderdelen 
wordt gemorst.
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met 
ruitensproeiervloeistof
Gebruik geen zeeps op of motoranti-
vries in plaats van ruitensproeiervloei-
stof. Wanneer u dit wel doet, kan de 
lak van uw auto worden aangetast en 
de pomp beschadigd raken, waardoor 
er geen ruitensproeiervloeistof meer 
kan worden gesproeid.
■Verdunnen van ruitensproeier-
vloeistof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien 
nodig met water. Raadpleeg de op het 
etiket van de ruitens proeiervloeistof-
fles aangegeven temperaturen voor 
de juiste mengverhouding.
A
Banden
Vervang of verwissel banden 
afhankelijk van het onder-
houdsschema en  het slijtage-
patroon.
Controleren van de banden
A
B
C
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book  P age 555  Wednesday, March 20, 2019  2:08 PM 
Page 567 of 706

5667-3. Zelf uit te voeren onderhoud
spanningssensoren en -zenders 
registreren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige. 
(
→Blz. 568)
■Bij het vervangen van banden en vel-
gen (auto's met bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
Als de identificatiecode van de banden-
spanningssensor en -zender niet is gere-
gistreerd, werkt het 
bandenspanningswaarschuwingssysteem 
niet correct. Na ongeveer 10 minuten rij-
den gaat het waarschuwingslampje lage 
bandenspanning gedurende 1 minuut 
knipperen en het blijft daarna branden om 
aan te geven dat er een  storing in het sys-
teem aanwezig is.
■Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden 
geïnitialiseerd onder de vol-
gende omstandigheden:
Bij het wisselen van wielen.
Als de band is gewisseld.
Nadat de identificatiecodes zijn 
geregistreerd. (
→Blz. 568)
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt geïnitialiseerd, 
wordt de actuele bandenspanning als 
referentiespanning beschouwd.
■Initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssys-
teem
1Parkeer de auto op een veilige 
plaats en zet de motor uit.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van ban-
den, velgen, bandenspannings-
sensoren, -zenders en 
ventieldopjes (auto's met ban-
denspanningswaarschuwings-
systeem)
●Neem voor het verwijderen en 
plaatsen van wielen, banden of 
bandenspanningssensoren en -
zenders contact op met een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalific eerde en uitge-
ruste deskundi ge omdat de ban-
denspanningssensoren en -
zenders beschadigd kunnen raken 
als er niet voorzichtig mee wordt 
omgegaan.
●Vergeet niet de dopjes weer op de 
ventielen aan te brengen. Als de 
ventieldopjes niet geplaatst wor-
den, dan kan er water in de ban-
denspanningssensoren 
terechtkomen en kunnen ze vast 
gaan zitten.
●Vervang ventieldopjes alleen door 
het voorgeschreven type ventiel-
dopje. 
Anders kunnen de dopjes vast 
komen te zitten.
■Voorkomen van schade aan de 
bandenspanningssensoren en -
zenders (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met ban-
denreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender 
mogelijk niet goed. Neem wanneer 
bandenreparatievloeistof is gebruikt 
zo snel mogelijk co ntact op met een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur o f een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige. Vervang bij het 
repareren of vervangen van de band 
de bandenspanningssensor en -zen-
der. ( →Blz. 557, 570)
Initialiseren van het 
bandenspannings-
waarschuwingssysteem 
(indien aanwezig)
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book  P age 566  Wednesday, March 20, 2019  2:08 PM 
Page 568 of 706

567
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Er kan niet worden geïnitialiseerd wan-
neer de auto rijdt.
2Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den. (
→Blz. 665)
Breng de banden op de voorgeschreven 
spanning voor de banden in koude toe-
stand. Deze spanning 
vormt de referen-
tiespanning voor het 
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem.
3Zet het contact AAN.
4Druk op   of   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel op het stuurwiel en 
selecteer  .
5Druk op   of   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel, selecteer “Vehicle 
Settings” (voertuiginstellingen) en 
druk vervolgens op  .
6Druk op   of   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel, selecteer “TPWS” en 
druk vervolgens op  .
7Druk op   of   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel en selecteer “Set 
Pressure” (stel bandenspanning 
in). Houd vervolgens   inge-
drukt.
De melding “Setting Tire Pressure Warn-
ing System” (bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt ingesteld) wordt 
weergegeven op het multi-informatiedis-
play en het waarschuwingslampje lage 
bandenspanning knippert 3 keer.
Wanneer de melding verd wijnt, is de initi-
alisatie voltooid.
■Wanneer initialiseren
Voer de initialisatie uit na het op spanning 
brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden 
koud zijn bij de initia lisatie en bij het aan-
passen van de bandenspanning.
■De initialisatieprocedure
●Als u het contact tij dens de initialisatie 
per ongeluk UIT hebt  gezet, dan is het 
niet noodzakelijk de in itialisatie weer te 
starten, omdat de in itialisatie automa-
tisch herstart wordt wanneer het contact 
de volgende keer AAN wordt gezet.
●Als u per ongeluk de initialisatie uitvoert 
wanneer initialiseren niet nodig is, breng 
de banden dan op de juiste spanning 
wanneer ze koud zijn  en voer de initiali-
satie opnieuw uit.
■Als de initialisatie van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem 
niet voltooid is 
De initialisatie kan worden uitgevoerd in 
enkele minuten. In de volgende gevallen 
worden de instellingen echter niet opge-
slagen en zal het systeem niet goed wer-
ken. Laat, als  herhaalde pogingen de 
bandenspanning op te slaan mislukken, 
de auto nakijken door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren  gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
●Als de resetknop van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem wordt 
bediend, gaat het waarschuwingslampje 
lage bandenspanning niet 3 keer knip-
peren.
●Nadat er na de initialisatie gedurende 
een bepaalde tijd ger eden is, gaat het 
waarschuwingslampje branden nadat 
het gedurende 1 mi nuut heeft geknip-
perd.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book  P age 567  Wednesday, March 20, 2019  2:08 PM 
Page 628 of 706

627
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Als de bandenspanning lager is 
dan 130 kPa (1,3 kg/cm
2 of bar, 
19 psi): De band kan niet wor-
den gerepareerd. Neem contact 
op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
Als de bandenspanning 130 kPa 
(1,3 kg/cm
2 of bar, 19 psi) of 
hoger is, maar lager dan de 
voorgeschreven spanning: Ga 
verder met stap  22.
Als de bandenspanning juist is 
( → Blz. 665): Ga verder met stap 
23.
22 Zet de compressor aan om de 
band op de voorgeschreven 
spanning te brengen. Rijd onge-
veer 5 km en vo er dan stap 20 
uit.
23 Plaats het ontluchtingsdopje op 
het uiteinde van de slang.
Als het ontluchtings dopje niet wordt 
geplaatst, ontsnapt er mogelijk banden-
reparatievloeistof  en kan de auto vuil 
worden.
24 Berg de fles, terwijl deze aan de 
compressor is bevestigd, op in 
de bagageruimte.
25 Voorkom plotseling remmen, 
plotseling accelereren en 
scherpe bochten. Rijd voorzich-
tig met een snelheid van maxi-
maal 80 km/h naar de 
dichtstbijzijnde erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige die zich binnen een 
afstand van 100 km bevindt voor 
het repareren of vervangen van 
de band.
Neem voor de reparatie van een band 
of afvoer van de bandenreparatieset 
contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behore n gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
Laat wanneer u de band laat repareren 
of vervangen, de er kende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een 
andere naar behore n gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige weten dat er 
bandenreparatievloeistof is ingespoten.
■Als de band te hard wordt opge-
pompt
1 Neem de slang los v an het ventiel.
2 Plaats het dopje op het uiteinde van 
de slang en duw het uitstekende 
A
B
C
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book  P age 627  Wednesday, March 20, 2019  2:08 PM 
Page 643 of 706

6428-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Als de elektronische sleutel niet 
goed werkt
●Controleer of het Smart entry-systeem 
met startknop niet is uitgeschakeld via 
de persoonlijke voorkeursinstellingen. 
Is de functie uitgeschakeld, schakel 
hem dan in. 
(Systemen met mogelijkheden voor 
persoonlijke voorkeursinstellingen 
→Blz. 674)
●Controleer of de energiebespaarmo-
dus is ingeschakeld. Is de functie 
ingeschakeld, schakel hem dan uit. 
(→Blz. 189)
Als u uw sleutels 
verliest
Een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskun-
dige kan een nieuwe sleutel 
maken met behulp van de 
andere originele sleutel en het 
sleutelnummer op uw plaatje 
met sleutelnummer. Bewaar 
het plaatje met het sleutelnum-
mer op een veilige plaats bui-
ten de auto, bijvoorbeeld in uw 
portemonnee.
OPMERKING
■Wanneer u een elektronische 
sleutel verliest (indien aanwezig)
Als de elektronische sleutel zoek blijft, 
wordt het risico aanzi enlijk groter dat 
de auto wordt gest olen. Ga onmiddel-
lijk met alle overgebleven elektroni-
sche sleutels die bij uw auto zijn 
geleverd naar een erkende Toyota-
dealer of hersteller/ reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
Als de elektronische 
sleutel niet goed werkt 
(auto's met Smart entr y-
systeem en startknop)
Als de communicatie tussen 
de elektronische sleutel en de 
auto is verbroken ( →Blz. 189) 
of de elektronische sleutel niet 
kan worden gebruikt omdat de 
batterij leeg is , werken het 
Smart entry-systeem met start-
knop en de afstandsbediening 
niet. In dat geval kunnen de 
portieren worden geopend of 
kan de motor worden gestart 
door de onderstaande proce-
dure te volgen.
OPMERKING
■In geval van storingen in het 
Smart entry-systeem met start-
knop of andere sleutelgerela-
teerde problemen
Breng uw auto, inclusief alle elektroni-
sche sleutels die bij uw auto zijn gele-
verd, naar een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere 
naar behoren gekwa lificeerde en uit-
geruste deskundige.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book  P age 642  Wednesday, March 20, 2019  2:08 PM 
Page 651 of 706

6508-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
3Controleer nadat de motor vol-
doende is afgekoeld de slangen 
en het radiateurblok (radiateur) 
op sporen van lekkage.
Neem bij lekkage van een grote hoe-
veelheid koelvloeistof onmiddellijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere 
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Radiateur
Koelventilator
4 Het koelvloeistofniveau is cor-
rect als het zich tussen de 
streepjes FULL en LOW van het 
reservoir bevindt.
Reservoir
FULL-streepje
LOW-streepje 5
Vul indien nodig koelvloeistof 
bij.
In noodgevallen mag ook water 
gebruikt worden als u geen koelvloei-
stof bij de hand hebt.
6Start de motor, schakel de air-
conditioning in en controleer of 
de koelventilator van de radia-
teur draait en of er geen koel-
vloeistof lekt uit de radiateur of 
de slangen.
De koelventilator g aat draaien als de 
airconditioning wordt ingeschakeld 
direct na een koude start. Controleer of 
de ventilator draait door ernaar te luis-
teren en te voelen of  er luchtstroom is. 
Schakel als u hier niet zeker van bent 
de airconditioning nog een aantal keer 
in en uit. (De ventilator werkt mogelijk 
niet bij temperaturen beneden het 
vriespunt.)
7 Als de koelventilator niet draait:
Zet de motor onmi ddellijk uit en 
neem contact op met een 
erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere 
naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
Als de koelventilator draait:
Laat de auto nakijken door de 
dichtstbijzijnde erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
A
B
A
B
C
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book  P age 650  Wednesday, March 20, 2019  2:08 PM