ABS TOYOTA RAV4 HYBRID 2018 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2018, Model line: RAV4 HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 HYBRID 2018Pages: 690, PDF Size: 31.07 MB
Page 573 of 690

5727-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Motorcontrolelampje
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het hybridesysteem;
• De elektronische smoorklepregeling;
• Het emissieregelsysteem (indien aanwezig); of
• Het elektronische hybridetransmissieregelsysteem
→Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje SRSGeeft aan dat er een storing is in:
• Het SRS-airbagsysteem; of
• Het gordelspannersysteem
→Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje ABSGeeft aan dat er een storing is in:
• Het ABS; of
• Het Brake Assist-systeem
→Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) elektri-
sche stuurbekrachtigingGeeft aan dat er een storing is in de elektrische stuurbe-
krachtiging (EPS)
→Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(Knippert of brandt)
Waarschuwingslampje PCS (indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem) of dat het systeem tijdelijk niet
beschikbaar is doordat de auto extreem warm/koud is,
doordat er zich vuil rond de sensor voor bevindt, enz.
(→Blz. 373, 578)
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 373, 578).
Als het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) of de VSC (Vehi-
cle Stability Control-systeem) wordt uitgeschakeld, gaat
het waarschuwingslampje PCS branden.
→ Blz. 428
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
Page 574 of 690

5737-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
Controlelampje Traction Control
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het VSC-systeem;
• De Trailer Sway Control;
•De TRC; of
• De Hill Start Assist Control
Het lampje gaat knipperen wanneer de TRC, de VSC, het
ABS of de Trailer Sway Control in werking is.
→Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje laag brandstofniveauGeeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof onge-
veer 8,4 liter of minder is
→ Vul de brandstoftank.
Controlelampje (waarschuwi ngszoemer) veiligheidsgor-
del
*2
Waarschuwt de bestuurder en/of voorpassagier dat de
veiligheidsgordel vastgemaakt dient te worden.
→ Doe de veiligheidsgordel om.
Als er iemand op de voorpassagiersstoel zit, moet
ook de veiligheidsgordel voor de voorpassagier wor-
den vastgemaakt, waarna het waarschuwingslampje
(de waarschuwingszoemer) uitgaat.
(In het
middelste dash- boardpaneel)
Controlelampjes (waarschuw ingszoemer) veiligheids-
gordel achterpassagiers
*2
Waarschuwt de achterpassagiers om de veiligheidsgordel
om te doen
→ Doe de veiligheidsgordel om.
Centraal waarschuwingslampje
Een zoemer klinkt en het waarschuwingslampje gaat
branden en knippert om aan te geven dat het centrale
waarschuwingssysteem een storing heeft gesignaleerd.
→ Blz. 578
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
Page 578 of 690

5777-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Als de waarschuwingslampjes van het ABS en het remsysteem blijv en
branden
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. D e auto
kan tijdens het remmen extreem onstabiel worden en het ABS-syst eem
treedt mogelijk niet in werking, waardoor een aanrijding en ern stig letsel
kunnen ontstaan.
■ Als het waarschuwingslampje el ektrische stuurbekrachtiging gaat
branden
De besturing kan extreem zwaar aanvoelen.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebruikelijk, houd het dan stevig vast
en oefen meer kracht uit.
■ Als het waarschuwingslampje lag e bandenspanning gaat branden
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kunt
u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
● Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Breng de banden
meteen op spanning.
● Als, nadat de banden op spanning zijn gebracht, het waarschuwin gs-
lampje lage bandenspanning opnieuw gaat branden, kan dit erop d uiden
dat er een band lek is. Controleer de banden. Vervang het wiel met de
lekke band door het reservewiel en laat de band repareren door de dichtst-
bijzijnde erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Vermijd plotselinge stuurbewegingen en hard remmen. De banden k unnen
beschadigd raken, waardoor u de controle over het stuurwiel of de rem-
men kunt verliezen.
■ Als u een klapband krijgt of als er plotseling een lek ontstaat (auto's
met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Het kan zijn dat het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet m eteen
in werking treedt.
OPMERKING
■ Ervoor zorgen dat het bandensp anningswaarschuwingssysteem goed
werkt (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Monteer geen banden met verschillende specificaties of van vers chillende
merken, anders werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem mo ge-
lijk niet goed.
Page 585 of 690

5847-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het ABS; of
• Het Brake Assist-systeem
Er klinkt ook een zoemer.
→ Breng de auto onmidd ellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Doorrijden met de au to kan gevaarlijk zijn.
Geeft aan dat de koelvloeistoftemperatuur te
hoog is
Er klinkt ook een zoemer.
→ Blz. 635
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het
laadsysteem van de auto
→Breng de auto onmidd ellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Doorrijden met de au to kan gevaarlijk zijn.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de radarsensor vuil is of bedekt is
met ijs
Er klinkt ook een zoemer.
→ Reinig de sensor.
WaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
Page 610 of 690

6097-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
● Houd er rekening mee dat het reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een
andere auto.
● Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onde r uw auto.
● Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorza ken.
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeve n en dat
de volgende systemen niet goed werken:
Niet alleen kan het volgende systeem niet optimaal worden gebruikt, maar
ook kan dit een negatief effect hebben op de onderdelen van de aandrijflijn:
• E-Four (elektrische vierwielaandrijving) (AWD-uitvoeringen)
■ Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel (in dien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel ond er de auto
is gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hog e snelhe-
den. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden t ot een
ongeval en ernstig letsel.
■ Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer g oed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze voorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien aanwezig)
•EPS
• LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) (indien aanwezig) • PCS (Pre-Crash Safety-sys-
teem) (indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-monitor
(indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• Panoramic View Monitor (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwe-
zig)
Page 673 of 690

672Alfabetische index
Alfabetische index
A/C............................................. 444Airconditioning,
automatisch ........................ 444
Interieurfilter .......................... 541
Aan/uit-schakelaar airbag ......... 51
ABS (antiblokkeersysteem) .... 425
Functie .................................. 425
Waarschuwingslampje .......... 572
Accessoireaansluiting............. 477
Accu (12V-accu) Accu controleren ................... 509
Als de 12V-accu is ontladen . 630
Rijden in de winter, voorbe-reidingen en controles ........ 435
Waarschuwingsmelding ........ 590
Achterklep Achterklep ............................. 191
Afstandsbediening ................ 134
Elektrisch bedienbare achterklep ........................... 194
Elektrisch bedienbare
achterklep met
touchless-functie................. 197
Klembeveiliging ..................... 198
Achterlichten ............................ 327 Lampen vervangen ............... 559
Lichtschakelaar ..................... 327
Achterruitenwisser .................. 341
Achterruitverwarming Achterruit............................... 446
Buitenspiegels....................... 446
Voorruit ................................. 446
Achterstoel ............................... 265
Rugleuningen achter neerklappen ........................ 266
Verstellen .............................. 265 Achteruitrijlichten
Lampen vervangen ............... 557
Vermogen ............................. 654
Afdekplaat ................................ 474
Afmetingen ............................... 644
Afstandsbediening .................. 134 Afstandsbediening ................ 134
Batterij vervangen ................. 543
Smart entry-systeem met startknop...................... 207
Vergrendelen/ontgrendelen .. 134
Airbags ....................................... 41
Aan/uit-schakelaar airbag ....... 51
Aanbrengen van wijzigingen en demonteren van airbags...... 46
Airbags, algemene voorzorgsmaatregelen.......... 43
Airbags, plaats van ................. 41
Airbags, voorzorgsmaatregelen
voor kinderen........................ 43
Curtain airbags,
voorzorgsmaatregelen.......... 45
Juiste houding achter het stuur .................... 32
Side airbags, voorwaarden voor activering ...................... 47
Side airbags,
voorzorgsmaatregelen.......... 45
SRS-airbags ........................... 41
Voorwaarden voor activering curtain airbags ...................... 47
Voorwaarden voor activering van airbags ........................... 47
Voorzorgsmaatregelen side airbags en curtain airbags .... 45
Waarschuwingslampje
airbag ................................. 572
Werkingsvoorwaarden side airbags en curtain airbags .... 47
A
Page 674 of 690

673Alfabetische index
Airconditioning ........................ 444Automatische
airconditioning .................... 444
Interieurfilter .......................... 541
Alarm......................................... 108
Alarm..................................... 108
Waarschuwingszoemer......... 571
Alarmknipperlichten ................ 562
Antennes (Smart entry-systeem
met startknop) ....................... 207
Antiblokkeersysteem (ABS).... 425 Functie .................................. 425
Waarschuwingslampje .......... 572
Antidiefstalsysteem Alarm..................................... 108
Startblokkering ........................ 85
Supervergrendeling............... 107
Armsteun .................................. 478
Asbak ........................................ 476
Audio-ingang
*
Audiosysteem*
Automatic High Beam-
systeem .................................. 332 Waarschuwingsmelding ........ 589
Automatische airconditioning ...................... 444 Automatische
airconditioning .................... 444
Interieurfilter .......................... 541
Automatische verticale
koplampverstelling................ 331
AUX-aansluiting
*
Baby- of kinderzitje ................... 54 Baby- of kinderzitje met
ISOfix-bevestigingssysteem
plaatsen ................................ 70
Baby- of kinderzitje plaatsen
met bovenste gordel ............. 71
Baby- of kinderzitje plaatsen met veiligheidsgordels .......... 66
Babyzitjes, definitie ................. 55
Babyzitjes, plaatsen ................ 66
Kinderzitjes, definitie ............... 55
Kinderzitjes, plaatsen........ 66, 67
Zitkussens, definitie ................ 55
Zitkussens, plaatsen ............... 68
Bagagehaken ........................... 463
Banden ..................................... 514
Als uw auto een lekke band heeft ........................... 599, 611
Bandenmaat ......................... 653
Bandenspanning ................... 653
Bandenspannings- waarschuwingssysteem ..... 515
Controle ................................ 514
Reservewiel .......................... 599
Sneeuwkettingen .................. 435
Vervangen .................... 599, 611
Waarschuwingslampje .......... 574
Winterbanden ....................... 437
Wisselen van wielen ............. 515
Bandenspanning ..................... 536
Onderhoudsgegevens .......... 653
Waarschuwingslampje .......... 574
B
*: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasys teem.
Page 687 of 690

686Alfabetische index
Waarschuwingen voor het geval de auto bij een ongeval
betrokken raakt........................ 83
Waarschuwingslampjes .. 116, 571 ABS ....................................... 572
Bandenspanning ................... 574
Controlelampje Traction Control ................................ 573
Controlelampje veiligheidsgordel ................. 573
Elektrische stuurbekrachtiging .............. 572
Laadsysteem......................... 584
Laag brandstofniveau ........... 573
Motorcontrolelampje ............. 572
PCS....................................... 358
Portier geopend .................... 580
Remsysteem ......................... 571
SRS....................................... 572
Waarschuwingsmelding koelvloeistoftemperatuur ..... 584
Waarschuwingsmeldingen ..... 578
Waarschuwingszoemers ......... 571 Achterklep geopend .............. 580
Open schuifdak ..................... 284
Portier geopend .................... 580
Remsysteem ......................... 571
Terugschakelen .................... 322
Veiligheidsgordels ................. 573
Waarschuwingssysteem
sleutel in contactslot ... 208, 595
Wassen en in de was zetten ... 486
Weergave buitentemperatuur................. 120
Winterbanden ........................... 437 Zekeringen ............................... 546
Zelf uit te voer
en onderhoud .. 496
Zonnekleppen .......................... 475
Zonnescherm Dak ....................................... 284
WZ