reset TOYOTA RAV4 HYBRID 2018 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2018, Model line: RAV4 HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 HYBRID 2018Pages: 690, PDF Size: 31.07 MB
Page 17 of 690

16Overzicht
■Schakelaars (auto's met linkse besturing)
Schakelaars buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 277
Draaiknop koplampverstelling
*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 329
Toets LDA
(Lane Departure Alert met stuurregeling)
*1 . . . . . . . . . . .Blz. 374
Schakelaar stuurwielverwarming
*1. . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 453
Toets elektrisch bedienbare achterklep
*1. . . . . . . . . . . . .Blz. 192
Toetsen ergonomisch geheugen
*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 268
Schakelaars ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 280
Schakelaar centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 188
Blokkeerschakelaar ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 280
Resetknop bandenspanningswaarschuwings-
systeem
*1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 516
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Page 24 of 690

23Overzicht
■Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
Schakelaars buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 277
Draaiknop koplampverstelling
*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 329
Toets LDA
(Lane Departure Alert met stuurregeling)
*1 . . . . . . . . . . .Blz. 374
Toetsen ergonomisch geheugen
*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 268
Schakelaars ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 280
Schakelaar centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 188
Blokkeerschakelaar ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 280
Resetknop bandenspanningswaarschuwings-
systeem
*1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 516
Toets elektrisch bedienbare achterklep
*1. . . . . . . . . . . . .Blz. 192
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Page 122 of 690

1212. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
Weergave kilometerteller, dagteller en display regeling verlichting
instrumentenpaneel
Kilometerteller:
Geeft de totale afstand weer die met de auto is gereden
Dagteller:
Geeft de afstand weer die met de auto gereden is sinds de telle r de laatste
keer op nul is gezet. Dagteller A en B kunnen onafhankelijk van elkaar
worden gebruikt en verschillende afstanden weergeven.
Regeling verlichting instrumentenpaneel:
Geeft de helderheid van de verlichting van het instrumentenpane el weer
die kan worden ingesteld.
Multi-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens met betrekking tot het rijden
( →Blz. 124)
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur weer
Wanneer u op de toets ODO/TRIP
drukt, wordt geschakeld tussen de
onderwerpen op het display van
de kilometerteller, dagteller en
regeling verlichting instrumenten-
paneel.
• Als de dagteller wordt weergege-
ven, wordt deze gereset als de
toets ODO/TRIP ingedrukt wordt
gehouden.
• Wanneer het display van de rege- ling van de verlichting van het
instrumentenpaneel wordt weer-
gegeven, kunt u de helderheid
van de verlichting van het instru-
mentenpaneel afstellen door de
toets ODO/TRIP ingedrukt te
houden.
Weergave kilometerteller, dagteller en display regeling verlich -
ting instrumentenpaneel wijzigen
7
8
9
Page 126 of 690

1252. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
Het multi-informatiedisplay wordt
bediend met behulp van de bedie-
ningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel.Enter/instellen
Een item selecteren/pagina wij-
zigen
Terugkeren naar het vorige
scherm
De weergegeven onderwerpen kunnen worden gewijzigd door op
of van de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel te druk -
ken om te selecteren en op of te drukken.
■Energiemonitor
→ Blz. 128
■Gemiddeld brandstofverbruik (s inds starten/sinds resetten*/
sinds tanken)
Geeft het gemiddelde brandstofve rbruik weer sinds respectievelijk
het starten van het hybridesysteem, het resetten van de functie en
het tanken
Het weergegeven gemiddelde brandstofverbruik is een globale waa rde.
■
Gemiddelde rijsnelheid (si nds starten/sinds resetten*/sinds
tanken)
Geeft de gemiddelde rijsnelheid w eer sinds respectievelijk het starten
van het hybridesysteem, het resetten van de functie en het tank en
■Actieradius (sinds tanken)
Geeft de geschatte maximale afstand aan die nog met de in de ta nk
aanwezige brandstof kan worden gereden.
• Deze afstand wordt berekend op basis van het gemiddelde brands tof-
verbruik. Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog kan worden gere-
den, afwijken van de weergegeven afstand.
• Als er een kleine hoeveelheid brandstof wordt getankt, wordt d e weer-
gave mogelijk niet bijgewerkt.
Zet tijdens het tanken het contact UIT. Als brandstof wordt get ankt terwijl
het contact niet UIT staat, wordt de weergave mogelijk niet bij gewerkt.
Bedienen van de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel
1
2
3
Rij-informatie
Page 127 of 690

1262. Instrumentenpaneel
■Waarschuwing voor slingeren LDA (Lane Departure Alert met
stuurregeling) (indien aanwezig)
→Blz. 374
■Display uit
Er wordt een leeg scherm weergegeven
*: Deze functie kan worden gereset door de toets van de bedienin gs-
toetsen van het instrumentenpaneel ingedrukt te houden als het te reset-
ten item wordt weergegeven.
De instellingen van de volgende items kunnen worden gewijzigd. Zie
Blz. 657.
Bij functies die in- of uitgeschakeld kunnen worden, wordt iede re keer als
op wordt gedrukt, geschakeld tussen aan en uit.
● (Lane Departure Alert met stuurregeling)* (→ Blz. 374)
● (Pre-Crash Safety-systeem)
* (→ Blz. 358)
● (Blind Spot Monitor)
* (→ Blz. 412)
● (Toyota Parking Assist-sensor)
* (→ Blz. 404)
● (Road Sign Assist)
* (→ Blz. 383)
● Klok
Hiermee kunt u de uren en minu ten instellen en schakelen tus-
sen de 12-uurs- en 24-uursweergave van de klok.
● (Elektrisch bedi enbare achterklep)
* (→ Blz. 194)
● Instellingen instrumentenpaneel
• Taal
Hiermee kan de taal op het display worden gewijzigd.
• Eenheden
Hiermee kan de eenheid voor het brandstofverbruik worden gewijz igd.
• Controlelampje EV-modus
Hiermee kan het controlelampje van de EV-modus worden geacti-
veerd/gedeactiveerd.
• Pop-updisplay Hiermee kunnen de pop-updisplays worden in-/uitgeschakeld. Deze
displays kunnen in bepaalde situaties verschijnen.
• Accentkleur Hiermee kunnen de accentkleuren op het scherm, zoals de kleur v an
de cursor, worden gewijzigd.
Weergave instellingen
Page 128 of 690

1272. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
• StandaardinstellingenGeregistreerde of gewijzigde instellingen van het instrumentenp aneel
worden gewist of naar de beginwaarden teruggezet.
*: Indien aanwezig
■ Weergave systeemcontrole
Nadat het contact AAN is gezet, wordt de startafbeelding weergegeven en
wordt de werking van het systeem gecontroleerd. Als de systeemc ontrole is
voltooid, wordt het normale scherm weer weergegeven.
■ Onderbreking van de weergave van de instellingen
In de volgende situaties wordt de weergave van de instellingen met de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel onderbroken.
● Wanneer er een waarschuwingsmelding op het multi-informatiedisp lay ver-
schijnt.
● Wanneer de auto begint te rijden
■ Bij het losnemen en aansluiten van de accukabels
De rij-informatie wordt gereset.
■ LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of lichte puntjes verschijnen. Dit ver-
schijnsel is kenmerkend voor LCD-schermen en u kunt het scherm zonder
problemen blijven gebruiken.
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen voor het g ebruik tijdens het rijden
Probeer uit veiligheidsoverwegingen tijdens het rijden de bedieningstoets van
het instrumentenpaneel zo min mogelijk te bedienen en blijf tijdens het rijden
niet continu naar het multi-informatiedisplay kijken. Breng de auto tot stilstand
en bedien de bedieningstoets van het instrumentenpaneel. Als u dat niet
doet, kunt u een stuurfout mak en, waardoor een ongeval kan onts taan.
■Waarschuwing bij het instellen van het display
Zorg dat de auto geparkeerd staat op een plaats met voldoende v entilatie,
aangezien het hybridesysteem tijdens het instellen van het disp lay moet
draaien. In een afgesloten ruimte, zoals een garage, kunnen uit laatgassen
die het schadelijke koolmonoxide (CO) bevatten, zich ophopen en in de
auto terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn voor de gezondh eid.
OPMERKING
■Tijdens het instellen van het display
Zorg ervoor dat het hybridesysteem draait tijdens het instellen van het dis-
play om te voorkomen dat de 12V-accu leeg raakt.
Page 132 of 690

1312. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
Druk op de toets CAR en selecteer vervolgens “Reisinformatie” of
“Historische gegevens” op het scherm.
■Reisinformatie
Gemiddelde rijsnelheid
Actieradius
Vorig brandstofverbruik per
minuut
Actueel brandstofverbruik
De reisinformatie resetten
Verstreken tijd
De geregenereerde energie gedurende de laatste 15 minuten
Scherm “Energiemonitor” weergeven
Scherm “Historische gegevens” weergeven
Het gemiddelde brandstofverbruik gedurende de laatste 15 minute n
wordt door middel van kleuren verdeeld in vorige gemiddelden en
gemiddelden sinds de laatste keer dat het contact AAN is gezet. Het
weergegeven gemiddelde brandstofverbruik is een globale waarde.
De volgende afbeeldingen zijn slechts voorbeelden en kunnen lic ht
afwijken van de werkelijke situaties.
Brandstofverbruik (indien aanwezig)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Page 133 of 690

1322. Instrumentenpaneel
■Historische gegevensHet beste gemeten brand-
stofverbruik
Het vorige gemeten brand-
stofverbruik
Actueel brandstofverbruik
Historische gegevens reset-
ten
Historische gegevens bijwer-
ken
Scherm “Energiemonitor” weergeven
Scherm “Reisinformatie” weergeven
De volgende afbeeldingen zijn slechts voorbeelden en kunnen lic ht
afwijken van de werkelijke situaties.
■ De gegevens resetten
●Als u “Wissen” kiest op het scher m “Reisinformatie”, worden de reisinforma-
tiegegevens gereset.
● Als u “Wissen” kiest op het scherm “Historische gegevens”, word en alle his-
torische gegevens gereset.
■ De historische gegevens bijwerken
Als u “Updaten” kiest op het scherm “Historische gegevens”, wor den de histo-
rische gegevens bijgewerkt.
Ook het gemiddelde brandstofverbruik dat op het multi-informati edisplay
wordt weergegeven, wordt gelijktijdig gereset.
■ Actieradius
Geeft de geschatte maximale afstand aan die nog met de in de ta nk aanwe-
zige brandstof kan worden gereden.
Deze afstand wordt berekend op basis van het gemiddelde brandst ofver-
bruik. Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog kan worden ge reden, afwij-
ken van de weergegeven afstand.
1
2
3
4
5
6
7
Page 191 of 690

1903-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Systeem voor crashportierontgrendeling
Als de auto aan een sterke schok wordt blootgesteld, worden all e portieren
ontgrendeld. Of het systeem in werking treedt, is afhankelijk v an de kracht
van de schok of het type ongeval.
■ Wanneer alle portieren zijn vergrendeld met de instapfunctie of de
afstandsbediening
● De portieren kunnen niet met de schakelaar centrale vergrendeli ng worden
ontgrendeld.
● De schakelaar van de centrale vergrendeling kan worden gereset door ont-
grendeling van alle portieren met de instapfunctie of de afstan dsbediening.
■ Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
→Blz. 209
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de ontgrendelfunctie met behulp van een
sleutel) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstelli ngen:
→Blz. 661)
WAARSCHUWING
■ Voorkomen van ongevallen
Neem bij het rijden met de auto de volgende voorzorgsmaatregele n in acht.
Het niet in acht nemen van deze voorschriften kan ertoe leiden dat er per
ongeluk een portier wordt geopend en dat er iemand uit de auto valt, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
● Controleer of alle portieren volledig gesloten zijn.
● Trek tijdens het rijden niet aan de binnenportiergreep.
Wees vooral voorzichtig bij de v oorportieren. Deze portieren kunnen zelfs
worden geopend als de vergrendelknoppen in de stand vergrendeld staan.
● Activeer de kindersloten op de achterportieren als er kinderen achter in de
auto vervoerd worden.
Page 517 of 690

5166-3. Zelf uit te voeren onderhoud
den geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-
ECU en moet het bandenspanni ngswaarschuwingssysteem wor-
den geïnitialiseerd. Laat de identificatiecodes van de bandensp an-
ningssensoren en -zenders registreren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw ali-
ficeerde en uitgeruste deskundige. ( →Blz. 517)
◆Initialiseren van het bandens panningswaarschuwingssysteem
Wanneer van bandenmaat wordt gewisseld, moet het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem worden geïnitialiseerd.
Als het bandenspanningswaarschu wingssysteem wordt geïnitiali-
seerd, wordt de actuele bandenspanning als referentiespanning
beschouwd.
■Initialiseren van het bandens panningswaarschuwingssysteem
Parkeer de auto op een veilige plaats en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt.
Breng de banden op de voorgeschreven spanning bij koude ban-
den. (→Blz. 653)
Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in
koude toestand. Deze spanning vormt de referentiespanning voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Zet het contact AAN.
Houd de resetknop van het
bandenspanningswaarschu-
wingssysteem ingedrukt tot
het waarschuwingslampje
lage bandenspanning drie
keer langzaam knippert.
1
2
3
4