ABS TOYOTA RAV4 HYBRID 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: RAV4 HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 HYBRID 2020Pages: 642, PDF Size: 114.43 MB
Page 93 of 642

921-5. Antidiefstalsysteem
1-5.Antidiefstalsysteem
Het controlelampje knippert nadat het
contact UIT is gezet, om aan te geven
dat het systeem in werking is.
Het controlelampje houdt op met knip-
peren als het contact in stand ACC of
AAN is gezet om aan te geven dat het
systeem is uitgeschakeld.
■Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrije
startblokkering.
■Omstandigheden waardoor het systeem
mogelijk niet goed werkt
●Als de greep van de sleutel tegen een
metalen voorwerp wordt gehouden
●Als de sleutel dicht bij of tegen een sleutel
met ingebouwde transponderchip van een
andere auto wordt gehoudenStartblokkering
De sleutels van de auto zijn uitge-
rust met ingebouwde transponder-
chips die voorkomen dat het
hybridesysteem gestart kan wor-
den met een sleutel die niet in een
eerder stadium is geregistreerd in
de computer van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto
achter als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om auto-
diefstal te voorkomen, maar absolute
beveiliging tegen elke vorm van dief-
stal kan niet worden gegarandeerd.
Bedienen van het systeem
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 92 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 127 of 642

1262-1. Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes informeren de
bestuurder over storingen in de aange-
geven systemen van de auto.
*1: Deze lampjes gaan branden als het con-tact AAN wordt gezet om aan te geven
dat er een systeemcontrole wordt uitge-
voerd. Ze gaan uit nadat het hybridesys-
teem is ingeschakeld of na enkele
seconden. Er kan een storing in een sys-
teem aanwezig zijn als het lampje niet
gaat branden of uitgaat. Laat de auto
controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display en er wordt een melding weerge-
geven.
Waarschuwingslampjes
(Rood) Waarschuwingslampje rem-
systeem
*1 (
→ Blz. 546)
(Geel) Waarschuwingslampje rem-
systeem
*1 (
→ Blz. 546)
Laadstroomcontrole-
lampje
*1 ( → Blz. 547)
Waarschuwingslampje hoge
koelvloeistoftemperatuur
*2
( → Blz. 547)
Waarschuwingslampje
hybridesysteem overver-
hit
*2 ( → Blz. 547)
Waarschuwingslampje lage
oliedruk
*2 ( → Blz. 547)
Motorcontrolelampje
*1
( → Blz. 548)
Waarschuwingslampje
SRS
*1 ( → Blz. 548)
Waarschuwingslampje
ABS
*1 ( → Blz. 548)
(Rood/geel) Waarschuwingslampje elek-
trische stuurbekrachtiging
*1
( → Blz. 548)
(Knippert of brandt) Waarschuwingslampje
PCS
*1 (indien aanwezig)
( → Blz. 549)
(Oranje) Controlelampje LTA (indien
aanwezig) (
→Blz. 549)
(Knippert) Controlelampje Toyota Par-
king Assist-sensor OFF
*3
(indien aanwezig)
( → Blz. 550)
(Knippert) Controlelampje PKSB
OFF
*1 (indien aanwezig)
( → Blz. 550)
(Knippert) Controlelampje RCTA
OFF
*1 (indien aanwezig)
( → Blz. 551)
Controlelampje Traction
Control
*1 ( → Blz. 551)
Waarschuwingslampje
Brake Override-sys-
teem/wegrijregeling/PKSB
(indien aanwezig)
*2
( → Blz. 552)
(Knippert) Controlelampje Brake Hold-
systeem in werking
*1
( → Blz. 552)
(Knippert) Waarschuwingslampje par-
keerrem (→
Blz. 553)
Waarschuwingslampje lage
bandenspanning
*1 (indien
aanwezig) ( →Blz. 553)
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau
( → Blz. 553)
Controlelampje bestuurders-
en voorpassagiersgordel
( → Blz. 554)
Controlelampje achterpas-
sagiersgordel (indien aan-
wezig) ( →Blz. 554)
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 126 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 128 of 642

127
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
*3: Het controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF gaat branden wan-
neer het contact AAN wordt gezet, terwijl
de Toyota Parking A ssist-sensor is inge-
schakeld. Het gaat na enkele seconden
uit.
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van
de verschillende syst emen van de auto.
WAARSCHUWING
■Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een veiligheidssys-
teem zoals het ABS of het waarschu-
wingslampje SRS niet gaat branden als u
het hybridesysteem start, kan dat beteke-
nen dat deze systemen niet beschikbaar
zijn om u te beschermen in geval van een
ongeval, waardoor ernstig letsel zou kun-
nen ontstaan. Laat, als dit gebeurt, de
auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Controlelampjes
Controlelampje richting-
aanwijzers ( →Blz. 313)
Controlelampje achterlicht
( → Blz. 320)
Controlelampje grootlicht
( → Blz. 322)
Controlelampje Automatic
High Beam-systeem
(indien aanwezig)
( → Blz. 322)
Controlelampje mistlampen
voor (indien aanwezig)
( → Blz. 325)
Controlelampje mistachter-
licht (indien aanwezig)
( → Blz. 325)
Controlelampje Smart
entry-systeem met start-
knop
*1 (indien aanwezig)
( → Blz. 303)
Controlelampje cruise con-
trol ( →Blz. 365, 377)
Controlelampje Dynamic
Radar Cruise Control
(indien aanwezig)
( → Blz. 365)
Controlelampje cruise con-
trol SET ( →Blz. 365, 377)
Controlelampje snelheids-
begrenzer (indien aanwe-
zig) ( →Blz. 380)
Controlelampje LTA
*2
(indien aanwezig) ( →357)
Controlelampje Toyota
Parking Assist-sensor
OFF
*3, 4 (indien aanwezig)
( → Blz. 398)
Controlelampje PKSB
OFF
*3, 5 (indien aanwezig)
( → Blz. 406)
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 127 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 360 of 642

359
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Stuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan
alle werkingsvoorwaarden voor de Lane
Departure Alert-functie wordt voldaan, maar
ook aan alle onderstaande voorwaarden.
• De instelling voor “Steering Assist”
(stuurassistentie) op het scherm van
het multi-informatiedisplay is ON (aan).
(→ Blz. 140)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( →Blz. 360)
●Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• De instelling voor “Sway Warning” (waar-
schuwing voor slingeren) in van het
multi-informatiedisplay is ON (aan).
(→ Blz. 140)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
• De breedte van de rijst rook is ten minste
ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( →Blz. 360)
●Lane Centering-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De instelling voor “Steering Assist” (stuurassistentie) en “Lane Center” (mid-
den rijstrook) in van het multi-informa-
tiedisplay is ON (aan). ( →Blz. 140)
• Deze functie herkent witte (gele) rijstrook- markeringen of de positie van een voorlig-
ger (behalve bij klei ne voorliggers, zoals
een motorfiets).
• De Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik werkt in de afstands-
regelmodus.
• De breedte van de rijstrook is ongeveer 3 - 4 m.
• De richtingaanwijzerschakelaar wordt niet bediend.
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht. • Er worden geen systeemstoringen gesig-
naleerd. ( →Blz. 360)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( →Blz. 360)
• De auto rijdt in het midden van een rij- strook.
• Stuurassistentiefunctie is niet in werking.
■Tijdelijk uitschakelen van functies
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den wordt voldaan, wordt een functie
mogelijk tijdelij k uitgeschakeld. Als echter
weer aan de werkingsvoorwaarden wordt
voldaan, wordt de werking van de functie
automatisch hervat. ( →Blz. 358)
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den ( →Blz. 358) wordt voldaan terwijl de
Lane Centering-functie in werking is, klinkt
er mogelijk een zoemer om aan te geven
dat de functie tijdelijk is uitgeschakeld.
■Stuurassistentiefunctie/Lane Centering-
functie
●Afhankelijk van de rijsne lheid, de situatie
rondom het verlaten van de rijstrook, de
wegomstandigheden, enz. merkt de
bestuurder mogelijk niet dat de functie in
werking is of werkt de functie mogelijk
helemaal niet.
●De bediening van het stuurwiel door de
bestuurder krijgt prior iteit t.o.v. de stuurre-
geling van de functie.
●Probeer niet zelf de werking van de
stuurassistentiefunctie te testen.
■Lane Departure Alert-functie
●De waarschuwingszoemer is mogelijk
slecht te horen door geluiden van buiten,
afspelen van muziek, enz.
●Als de rand van de rijbaan* niet duidelijk of
niet recht is, werkt de Lane Departure
Alert-functie mogelijk niet.
●Auto's met Blind Spot Monitor: Het sys-
teem kan mogelijk niet vaststellen of er
een gevaar bestaat voor een aanrijding
met een voertuig op een aangrenzende rij-
strook.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 359 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 401 of 642

4004-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Als “Parking Assist Unavailable” (Par-
king Assist niet beschikbaar) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display (auto's met PKSB)
●Er kan continu water over de sensor stro-
men, zoals bij zware regenval. Als het sys-
teem signaleert dat de toestand weer
normaal is, zal het systeem weer normaal
werken.
●Mogelijk is het systeem na het losnemen
en weer aansluiten van een accuklem niet
geïnitialiseerd. Initialiseer het systeem.
( → Blz. 400)
Als deze melding na de initialisatie nog
steeds wordt weergegeven, laat de auto
dan controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten (auto's met PKSB)
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
■Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is
beperkt tot het gebied rond de voor- en
achterbumper van de auto.
●Tijdens het gebruik kunnen zich de vol-
gende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het object en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk
zijn.
• Als het stilstaande object zich te dicht bij de sensor bevindt, is detectie wellicht niet
mogelijk.
• Tussen het signaleren van een statisch object en de weergave zit een kleine ver-
traging (geluid waarschuwingszoemer).
Ook als er met lage snelheid wordt gere-
den, bestaat de mogelijkheid dat het object
binnen 30 cm van de sensoren komt voor-
dat het display wordt weergegeven en de
waarschuwingszoemer hoorbaar is.
• Het kan moeilijk zij n om de zoemer te
horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculatie van de airconditioning
veel geluid produceert.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen ten gevolge van geluiden van
andere systemen.
■Omstandigheden waaronder de functie
mogelijk niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kunnen
van invloed zijn op de capaciteit van de sen-
sor om objecten correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet
u hieronder.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of ijs.
(Het reinigen van de sensoren zal het pro-
bleem oplossen.)
●De sensor is bevroren. (Het ontdooien van
de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het
gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te
zien is op het display of dat objecten, zoals
een muur, niet worden gesignaleerd.
●Een sensor wordt ergens door afgedekt.
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is.
●De auto rijdt op een bijzonder hobbelige
weg, op een helling, op grind of op gras.
●Er is veel omgevingslawaai rond de auto
van claxons, motorfietsmotoren, luchtrem-
men van vrachtwagens of andere geluids-
bronnen die ultrasone geluidsgolven
produceren.
●Er is een andere auto uitgerust met Par-
king Assist-sensoren in de nabije omge-
ving.
●Een sensor is bedekt met een waterfilm of
er is sprake van zware regenval.
●Als een sensor wordt geraakt door een
grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg.
●Als de auto sterk naar één kant helt.
●De auto nadert een hoge of gebogen
stoeprand.
●Als het object zich te dicht bij de sensor
bevindt.
■Objecten die mogelijk niet goed worden
gesignaleerd
Door de vorm van het object kan de sensor
het mogelijk niet signaleren. Let goed op bij
de volgende objecten:
●Kabels, hekken, touwen, enz.
●Katoen, sneeuw en andere materialen die
geluidsgolven absorberen
●Zeer hoekige objecten
●Lage objecten
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 400 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 426 of 642

425
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden■ECB (elektronisch geregeld rem-
systeem)
Het elektronisch geregelde remsys-
teem genereert remkracht overeen-
komstig de bedien ing van de remmen.
■ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te
voorkomen bij plot seling remmen of
remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat
het rempedaal is ingetrapt als het sys-
teem oordeelt dat er sprake is van een
noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder con-
trole te houden bij uitwijkmanoeuvres
en het nemen van bochten op een glad
wegdek.
■VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-,
TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door de stuurcom-
mando's aan te passen.
■Trailer Sway Cont rol (indien aan-
wezig)
Helpt de bestuurder om de aanhangwa-
gen weer onder controle te krijgen door
op afzonderlijke wielen remdruk uit te
oefenen en het aandr ijfkoppel te ver-
minderen wanneer wordt gesignaleerd
dat de aanhangwagen slingert.
■TRC (Tractio n Control)
Zorgt ervoor dat d e aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
■Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de
buitenkant van de boc ht uitwijkt door
remregeling uit te oefenen op de wielen
aan de binnenzijde wanneer tijdens het
rijden in een bocht wordt geprobeerd te
accelereren
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
■EPS (elektrische stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties
tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende
systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandighe-
den daar om vragen. Houd er
echter rekening mee dat dit aan-
vullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op
deze systemen als u de auto
bedient.
Overzicht van de
ondersteunende systemen
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 425 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 427 of 642

4264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■E-Four (elektronisch on-demand
AWD-systeem) (AWD-uitvoerin-
gen)
Schakelt afhankelijk van de rijomstan-
digheden automatisch van voorwiel-
aandrijving naar vierwielaandrijving
(AWD), wat bijdraagt aan betrouwbaar
rijgedrag en stabiliteit. Voorbeelden van
omstandigheden waaronder het sys-
teem overschakelt op AWD zijn het
nemen van bocht en, heuvelopwaarts
rijden, wegrijden of accelereren en als
het wegoppervlak glad is ten gevolge
van sneeuw, regen, enz.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
■Secondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systee m in werking is,
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te
verlagen en te helpe n de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
■Als de TRC/VSC/ABS/Trailer Sway Con-
trol in werking is
Het controlelampje Traction Control knippert
wanneer de TRC/VSC/ABS/Trailer Sway
Control in werking is.
■Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in mod-
der of sneeuw, kan het TRC-systeem het
aandrijfvermogen van het hybridesysteem
naar de wielen beperken.
Als u op drukt om het systeem uit te
schakelen, kunt u de auto waarschijnlijk
gemakkelijker los krijgen door te ‘schomme-
len’.
Schakel het TRC-systeem uit door snel
in te drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned OFF” (Traction
Control uitgeschakeld) wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
Druk nogmaals op om het systeem weer
in te schakelen.
■Uitschakelen van de TRC/VSC/Trailer
Sway Control
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt
terwijl de auto stilstaat om de TRC/VSC/Trai-
ler Sway Control uit te schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden
en “Traction Control Turned OFF” (Traction
Control uitgeschakeld) wordt op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
*
Druk nogmaals op om de systemen weer
in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (Pre-Crash Safety-sys- teem), wordt de PCS ook uitgeschakeld
(alleen Pre-Crash-waarschuwing is
beschikbaar) Het waarschuwingslampje
PCS gaat branden en er wordt een mel-
ding weergegeven op het multi-informatie-
display. ( →Blz. 351)
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 426 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 428 of 642

427
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Wanneer de melding wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay dat
de TRC is uitgeschakeld, zelfs al is
niet ingedrukt
TRC is tijdelijk uitgeschakeld. Als de melding
niet verdwijnt neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Voorwaarden voor werking Hill Start
Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt
voldaan, werkt de Hill Start Assist Control:
●De selectiehendel staat in een andere
stand dan P of N (bij het vooruit/achteruit
bergop wegrijden).
●De auto staat stil.
●Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
●De parkeerrem is niet geactiveerd.
■Automatisch uitschakelen van Hill Start
Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de vol-
gende situaties uitgeschakeld:
●De selectiehendel staat in stand P of N.
●Het gaspedaal wordt ingetrapt.
●De parkeerrem is geactiveerd.
●Er zijn niet meer dan 2 seconden verstre-
ken nadat het rempedaal is losgelaten.
■Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt
worden door de ABS-, Brake Assist-,
VSC-, Trailer Sway Control-, TRC- en
Hill Start Assist Control-systemen
●Het is mogelijk dat u tijdens het starten van
het hybridesysteem of bij het wegrijden
een geluid in de motorruimte hoort wan-
neer het rempedaal herhaaldelijk wordt
ingetrapt. Dit duidt niet op een storing in
een van deze systemen.
●De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen als bovenstaande systemen in
werking zijn. Geen van deze verschijnse-
len duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektromotor hoor-
baar zijn.
■Werkingsgeluiden ECB
In de volgende gevallen zijn mogelijk wer-
kingsgeluiden van de ECB te horen. Dit duidt
echter niet op een storing.
●Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte
die zich voordoen wanneer het rempedaal
wordt bediend.
●Wanneer het bestuurdersportier wordt
geopend, kan aan de voorzijde van de
auto een geluid hoorbaar zijn dat afkomstig
is van het remsysteem.
●Werkingsgeluiden vanuit de motorruimte
die zich voordoen wanneer nadat na het
uitschakelen van het hybridesysteem een
of twee minuten zijn verstreken.
■Geluiden en trillingen tijdens de wer-
king van de Active Cornering Assist
Tijdens de werking van de Active Cornering
Assist kunnen geluiden en trillingen vanuit
het remsysteem worden waargenomen, maar
deze duiden niet op een storing.
■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan
het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt
niet op een storing.
■Automatisch opnieuw inschakelen van
de TRC, de Trailer Sway Control en het
VSC-systeem
Als de TRC, de Trailer Sway Control en het
VSC-systeem zijn ui tgeschakeld, worden
deze automatisch opnieu w ingeschakeld in
de volgende situaties:
●Het contact wordt UIT gezet.
●Als alleen het TRC-systeem wordt uitge-
schakeld, wordt de TRC weer ingescha-
keld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem
is uitgeschakeld, worden deze niet auto-
matisch weer ingeschakeld als de rijsnel-
heid toeneemt.
■Werkingsvoorwaarden van de Active
Cornering Assist
Het systeem werkt wanneer het volgende
zich voordoet.
●De TRC/VSC kan in werking treden
●De bestuurder probeert tijdens het rijden in
een bocht te accelereren
●Het systeem signaleert dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt
●Het rempedaal wordt losgelaten
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 427 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 430 of 642

429
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Als er een melding over de AWD verschijnt op het multi-informat
iedisplay (AWD-uit-
voeringen)
Voer de volgende handelingen uit.
MeldingDetails/handelingen
“AWD System Overheated Switching to 2WD Mode”
(AWD-systeem oververhit,
overschakelen naar 2WD- modus)
AWD-systeem wordt te heet.
→Parkeer de auto op een veilige plaats en laat de motor
stationair draaien.
Als de melding niet langer weergegeven wordt op het multi-
informatiedisplay, kan er weer verder gereden worden.
Laat uw auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als de melding niet verdwijnt.
“AWD System Overheated
2WD Mode Engaged” (AWD- systeem oververhit. 2WD-
modus ingeschakeld)
De auto schakelt van vierwiel aandrijving (AWD) over naar
voorwielaandrijving als gevolg van oververhitting.
→ Parkeer de auto op een veilige plaats en laat de motor
stationair draaien.
Als de melding niet langer weergegeven wordt op het multi-
informatiedisplay, werkt het AWD-systeem weer normaal.
Laat uw auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als de melding niet verdwijnt.
“Storing AWD-systeem, 2WD-
modus ingeschakeld. Ga naar uw dealer”
Er is een storing opgetreden in het AWD-systeem.
→Laat uw auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden over-
schreden wordt (bijvoorbeeld versleten
banden op een weg die bedekt is met
sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge
snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan
langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg
van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met
name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind,
zand en dergelijke, of op besneeuwde
wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met
diepe gaten of andere grote oneffenhe-
den
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 429 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 431 of 642

4304-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het
overbrengen van de aandrijfkracht kunnen
op een gladde weg niet onder alle omstan-
digheden gerealiseerd worden, zelfs niet
als het TRC/VSC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder
omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■De Active Cornering Assist werkt niet
effectief als
●Vertrouw niet alleen op de Active Cor-
nering Assist. De Active Cornering
Assist werkt mogelijk ni et effectief bij het
accelereren op een helling of bij het rij-
den op een glad wegdek.
●Wanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelij k tijdelijk gestopt
om een goede werking van de remmen,
TRC en VSC te garanderen.
■De Hill Start Assist Control werkt niet
effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start
Assist Control. De Hi ll Start Assist Con-
trol werkt mogelijk niet effectief op steile
hellingen en op met ijs bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de
Hill Start Assist Control niet bedoeld om
de auto gedurende langere tijd op zijn
plaats te houden. Gebruik de Hill Start
Assist Control niet om de auto op een
helling op zijn plaats te houden omdat
dat kan leiden tot een ongeval.
■Als de TRC/het ABS/de VSC/de Trai-
ler Sway Control in werking is
Het controlelampje Traction Control knip-
pert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rij-
gedrag kan leiden tot ongevallen. Wees
bijzonder voorzichtig als het controle-
lampje knippert.
■Als de TRC/VSC/Trailer Sway Control
is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid
aan de conditie van het wegdek aan.
Schakel de TRC/VSC/Trailer Sway Con-
trol alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorg dragen voor de voer-
tuigstabiliteit en het aandrijfvermogen.
Trailer Sway Control is onderdeel van het
VSC-systeem en werkt niet als het VSC is
uitgeschakeld of een storing heeft.
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben, van hetzelfde merk zijn en het-
zelfde profiel en draagvermogen hebben.
Controleer verder of alle banden de aan-
bevolen spanning hebben.
De ABS, TRC en VSC/Trailer Sway Con-
trol werken niet goed als er verschillende
banden onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige voor meer infor-
matie over het vervangen van de wielen of
banden.
■Omgaan met banden en wielop-
hanging
Problemen met de banden of wijzigingen
aan de wielophanging hebben een nega-
tief effect op de ondersteunende systemen
en kunnen een storing veroorzaken.
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot Trailer Sway Control
Het Trailer Sway Control-systeem kan het
slingeren van de aanhangwagen niet in
alle gevallen verminderen. Afhankelijk van
diverse factoren, waaronder de staat van
de auto, de aanhangwagen, het wegop-
pervlak en de omgeving waarin wordt
gereden, kan het Trailer Sway Control-
systeem minder goed werken. Raadpleeg
de handleiding van uw aanhangwagen
voor meer informatie over het op de juiste
wijze trekken van uw aanhangwagen.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 430 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM