ESP TOYOTA RAV4 HYBRID 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: RAV4 HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 HYBRID 2021Pages: 626, PDF Size: 108.42 MB
Page 8 of 626

7
een benzinemotor of huishoudelijke 
elektronische apparatuur, ook al zijn ze 
elektromagnetisch afgeschermd.
De ontvangst via een zend-/ontvangin-
stallatie kan in sommige gevallen 
gestoord worden.
De auto is uitgerust met geavanceerde 
computers die bepaalde informatie 
opslaan, zoals:
• Motortoerental/toerental elektromo- tor (toerental tractiemotor)
• Status gaspedaal
• Status rempedaal
• Rijsnelheid
• Bedrijfsstatus van de ondersteu-
nende systemen
• Beelden van de camera's Uw auto is uitger ust met camera's. 
Neem voor de locatie van registre-
rende camera's contact op met een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
• Status batterijpakke t (tractiebatterij)
De opgeslagen informatie is afhankelijk 
van de uitvoering en de aanwezige 
opties van de auto, en van de bestem-
ming.
Deze computers slaan geen gesprek-
ken of geluiden op en ze slaan alleen in 
bepaalde situaties beelden van buiten 
de auto op.
 Gebruik van gegevens
Toyota kan de gegevens die door deze com-
puter worden opgeslagen, gebruiken om 
storingen vast te stellen, onderzoek te doen 
en de kwaliteit van haar producten te verbe-
teren. Toyota stelt de gegevens die zijn opgesla-
gen niet beschikbaar aan derden, behalve:
• Met toestemming van de eigenaar van de 
auto of, wanneer het een leaseauto 
betreft, van de leaserijder van de auto
• Op officieel verzoek van de politie, de  rechtbank of een ander overheidsorgaan
• Voor gebruik door Toyota in een rechts- zaak
• Voor onderzoek waarbij de gegevens niet  worden gekoppeld aan een bepaalde auto 
of eigenaar
 Vastgelegde beeldinformatie kan 
door een officiële Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur worden gewist
De beeldopnamefunctie kan worden uitge-
schakeld. Maar als de functie wordt uitge-
schakeld, zijn er geen gegevens over de 
werking van het systeem beschikbaar.
De airbags en de gordelspanners in uw 
Toyota bevatten explosieve chemica-
liën. Wanneer uw auto wordt vernietigd 
terwijl de airbags en/of de gordelspan-
ners nog intact zijn, kan tijdens de ver-
nietiging een ontploffing plaatsvinden 
en brand ontstaan. Laat daarom het air-
bagsysteem en de gordelspanners 
eerst verwijderen en afvoeren door een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
Opslaan voertuiginformatie
Vernietigen van uw Toyota
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  7  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 36 of 626

35
1
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
■Zwangere vrouwen
Win medisch advies in en draag de veilig-
heidsgordel op de juiste manier. 
(  Blz. 36)
Zwangere vrouwen moeten het heupge-
deelte van de veiligheidsgordel op 
dezelfde manier dragen als de andere 
inzittenden, zo laag mogelijk over het bek-
ken, de schoudergordel helemaal uittrek-
ken over de schouder en ervoor zorgen 
dat de gordel niet over de buik loopt.
Als de veiligheidsgordel niet op de juiste 
wijze gedragen wordt, kan niet alleen de 
zwangere vrouw zelf, maar ook het onge-
boren kind ernstig letsel oplopen bij plotse-
ling remmen of een aanrijding.
■Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veilig-
heidsgordel op de juiste manier. 
(  Blz. 36)
■Als er kinderen in de auto aanwezig 
zijn
 Blz. 63
■Beschadiging en slijtage van veilig-
heidsgordels
●Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels 
niet beschadigd raken doordat de riem, 
de gesp of de gordelsluiting bekneld 
raakt tussen het portier en de carrosse-
rie.
WAARSCHUWING
●Controleer het veiligheidsgordelsysteem 
regelmatig. Let op beschadigingen, 
zoals scheuren en rafels, en op losse 
onderdelen. Gebruik een beschadigde 
veiligheidsgordel niet, maar laat hem zo 
snel mogelijk vervangen. Een bescha-
digde veiligheidsgordel kan de veilig-
heid van de desbetreffende inzittende 
niet waarborgen.
●Controleer of de gordel en de gesp ver-
grendeld zijn en of de gordel niet 
gedraaid is.
Neem direct contact op met een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige als de veiligheidsgordel niet 
goed werkt.
●Laat de stoelen, inclusief de veiligheids-
gordels, vervangen als de auto betrok-
ken is geweest bij een ernstig ongeval, 
ook al is er geen zichtbare schade.
●Probeer de veiligheidsgordels niet zelf 
te plaatsen, verwijderen, wijzigen, 
demonteren of af te voeren. Laat even-
tueel noodzakelijke reparaties uitvoe-
ren door een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige. Als de  veiligheidsgordels 
niet op de juiste wijze worden gebruikt, 
werken ze mogelijk niet meer naar 
behoren.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  35  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 37 of 626

361-1. Voor een veilig gebruik
Trek de schoudergordel zo ver naar 
buiten dat de gordel goed tegen de 
schouder aan ligt en niet van de 
schouder af glijdt of tegen de nek 
aan ligt.
 Plaats het heupgedeelte van de gor-
del zo laag mogelijk over de heupen.
 Stel de rugleuning af.
Ga zo rechtop mogelijk in de stoel 
zitten met uw rug stevig tegen de 
leuning.
 Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel 
niet gedraaid zit.
■Gebruik van veiligheidsgordels door 
kinderen
De veiligheidsgordels  van uw auto zijn in 
principe ontworpen voor gebruik door vol-
wassenen.
●Gebruik een passend baby- of kinderzitje 
tot het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel van de auto op de juiste wijze 
te dragen. ( Blz. 49)
●Als het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel op een juiste manier te dra-
gen, volg dan de instructies met betrekking 
tot het gebruik van de veiligheidsgordel op. 
( Blz. 34)
■Wetgeving met betrekking tot veilig-
heidsgordels
Als er in het land waarin u woont regels zijn 
voor veiligheidsgordels, neem dan contact op 
met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige 
voor het vervangen of plaatsen van veilig-
heidsgordels.
1 Maak de veiligheidsgordel vast door 
de gesp in de gordelsluiting te druk-
ken totdat u een klik hoort.
2 De veiligheidsgordel kan worden 
losgemaakt door de ontgrendelknop 
 in te drukken.
■Blokkeerautomaat (ELR)
De blokkeerautomaat blokkeert de gordel als 
u zeer krachtig remt of betrokken raakt bij 
een aanrijding. De blokkeerautomaat kan ook 
in werking treden als u te snel vooroverbuigt. 
Door rustig te bewegen kan de veiligheids-
gordel afrollen, zodat u vrij kunt bewegen.
Juist gebruik van de 
veiligheidsgordels
Vast- en losmaken van de 
veiligheidsgordel
A
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  36  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 63 of 626

621-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
■Een baby- of kinderzitje plaatsen 
met behulp van een veiligheids-
gordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de 
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de benodigde informatie 
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de 
“voertuiglijst” van de fabrikant van het 
baby- of kinderzitje voor de diverse 
mogelijke montageposities of doe 
navraag naar de compatibiliteit bij de 
verkoper van het zitje. ( Blz. 54, 55)
1 Als het plaatsen van een baby- of 
kinderzitje op de voorpassagiers-
stoel onvermijdelijk is, raadpleeg 
dan Blz. 51voor het afstellen van de 
voorpassagiersstoel.
2 Zet de rugleuning zo veel mogelijk 
rechtop. Indien er bij het plaatsen 
van een in de rijrichting geplaatst 
kinderzitje een opening aanwezig is 
tussen het kinderzitje en de rugleu-
ning, stel de rugleuning dan af tot-
dat het zitje en de rugleuning goed 
contact maken.
3 Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze de plaatsing van 
het baby- of kinderzitje hindert. Zet 
anders de hoofdsteun in de hoogste 
stand. ( Blz. 248)
4 Voer de veiligheidsgordel door het 
baby- of kinderzitje en steek de 
gesp in de gordelsluiting. Controleer 
of de gordel niet gedraaid is. Maak 
de veiligheidsgordel goed vast aan  het baby- of kinderzitje aan de hand 
van de bijgesloten handleiding.
5 Als uw baby- of kinderzitje niet is 
voorzien van een vergrendelsys-
teem voor de veiligheidsgordel, zet 
het zitje dan vast met een blokkeer-
clip.
6 Beweeg het baby- of kinderzitje na 
het plaatsen naar achteren en naar 
voren om te controleren of het goed 
vastzit. ( Blz. 63)
■Verwijderen van een baby- of kin-
derzitje dat is vastgezet met een 
veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gordel-
sluiting in en laat de gordel helemaal 
oprollen.
Bij het losmaken van de gordelsluiting komt 
het baby- of kinderzitje mogelijk een stukje 
omhoog als gevolg van de terugwerking van 
de zitting. Maak de gordelsluiting los terwijl u 
het baby- en kinderzitje tegenhoudt.
De veiligheidsgordel rolt automatisch op. 
Baby- of kinderzitje vastgezet 
met een veiligheidsgordel
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  62  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 64 of 626

63
1
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
Houd de gordel vast, zodat het oprollen rus-
tig gebeurt.
■Als er een baby- of kinderzitje wordt 
geplaatst
U moet bij het plaatsen  van het zitje mogelijk 
gebruikmaken van een blokkeerclip. Volg de 
aanwijzingen van de fabrikant van het baby- 
of kinderzitje. Als uw zitje niet over een blok-
keerclip beschikt, kunt  u deze kopen bij een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige: 
blokkeerclip voor baby- of kinderzitje.
(onderdeelnr. 73119-22010)
■Onderste ISOfix-bevestigingspun-
ten (ISOfix-baby-  of kinderzitje)
Voor de buitenste zitplaatsen achter 
zijn onderste bevestigingspunten aan-
wezig. (Labels geven aan waar de 
bevestigingspunten zich in de stoelen 
bevinden.)
■Plaatsing met onderste ISOfix-
bevestigingspunt (ISOfix-baby- of 
kinderzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de 
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de benodigde informatie 
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de 
“voertuiglijst” van de fabrikant van het 
baby- of kinderzitje voor de diverse 
mogelijke montageposities of doe 
navraag naar de compatibiliteit bij de 
verkoper van het zitje. ( Blz. 54, 55)
1 Zet de rugleuning zo veel mogelijk 
rechtop. Indien er bij het plaatsen 
van een in de rijrichting geplaatst 
kinderzitje een opening aanwezig is 
tussen het kinderzitje en de rugleu-
ning, stel de rugleuning dan af tot-
dat het zitje en de rugleuning goed 
contact maken.
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt 
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht. 
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg 
hebben.
●Laat kinderen niet met de veiligheids-
gordel spelen. Als de veiligheidsgordel 
om de nek van het kind draait, kan het 
kind stikken of ernstig letsel oplopen. 
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet 
kan worden losgemaakt, knip de gordel 
dan door met een schaar.
●Controleer of de gesp goed in de gor-
delsluiting is vergrendeld en of de veilig-
heidsgordel niet gedraaid is.
●Beweeg het baby- of kinderzitje naar 
links en naar rechts en naar voren en 
naar achteren om te controleren of het 
goed is geplaatst.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat 
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Controleer als er een zitkussen 
geplaatst is altijd of de schoudergordel 
over het midden van de schouder van 
het kind loopt. De gordel mag niet langs 
de nek van het kind lopen, maar mag 
ook niet van de schouder van het kind 
vallen.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of 
kinderzitje altijd  de gebruiksaanwijzing 
van de fabrikant.
Baby- of kinderzitje vastgezet 
met een onderste ISOfix-
bevestigingspunt
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  63  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 82 of 626

81
1
1-4. Hybridesysteem
Veiligheid en beveiliging
■Als de 12V-accu leeg is, vervangen is of 
verwijderd is geweest.
De benzinemotor stopt m ogelijk niet, ook niet 
als de auto door het batterijpakket (tractiebat-
terij) wordt aangedreven. Als dit probleem 
enkele dagen aanhoudt, neem dan contact 
op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Geluiden en trillingen die kenmerkend 
zijn voor een hybrideauto
Mogelijk zijn er geen  motorgeluiden hoorbaar 
of trillingen voelbaar terwijl de auto wel kan 
rijden en het controlelampje READY brandt. 
Zet uit veiligheidsoverwegingen de selectie-
hendel in stand P en activeer de parkeerrem 
wanneer u de auto parkeert.
De volgende geluiden of trillingen kunnen 
hoorbaar of voelbaar zi jn als het hybridesys-
teem in werking is en deze duiden niet op 
een defect:
●Er kunnen motorgeluiden hoorbaar zijn uit 
het motorcompartiment.
●Bij het inschakelen of uitschakelen van het 
hybridesysteem kan er geluid hoorbaar zijn 
dat afkomstig is van het batterijpakket 
(tractiebatterij) onder de achterstoelen.
●Bij het inschakelen of uitschakelen van het 
hybridesysteem zijn  er mogelijk werkings-
geluiden van het relais te horen, zoals een 
klik of een vaag gerammel, dat afkomstig 
is van het batterijpakket (tractiebatterij) 
onder de achterstoelen.
●Als de achterklep open is, kunnen er gelui-
den van het hybridesysteem hoorbaar zijn.
●Als de benzinemotor start of stopt, bij rij-
den met lage snelheden of als de motor 
met stationair toerental draait, kunnen er 
geluiden hoorbaar zijn van de transmissie.
●Bij sterk accelereren kunnen er motorgelui-
den hoorbaar zijn.
●Als het rempedaal wordt ingetrapt of het 
gaspedaal wordt losgelaten, kunnen er 
geluiden hoorbaar zijn die worden veroor-
zaakt door het regeneratief remmen.
●Als de benzinemotor start of stopt, kunnen 
trillingen voelbaar zijn.
●U kunt via de ventilatieopening onder de 
achterstoel geluid horen dat afkomstig is 
van de koelventilator.
■Onderhoud, reparatie, recycling en 
afvoer
Neem voor onderhoud, reparatie, recycling 
en afvoer contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige. Voer de auto niet zelf af.
Als u rijdt met uitgeschakelde benzine-
motor, wordt er een geluid, dat aange-
past wordt aan de rijsnelheid, 
afgespeeld om mensen in de buurt te 
waarschuwen dat de auto nadert. Het 
geluid stopt als de rijsnelheid hoger 
wordt dan ongeveer 25 km/h.
■Waarschuwingssysteem naderende 
auto
In de volgende gevallen is het waarschu-
wingssysteem voor een naderende auto 
mogelijk moeilijk te horen voor mensen in de 
buurt.
●In gebieden met harde omgevingsgeluiden
●In de wind of regen
Ook is het waarschuwingssysteem voor een 
naderende auto achter de auto mogelijk 
moeilijker te horen dan voor de auto omdat 
het systeem aan de voorzijde van de auto is 
geïnstalleerd.
■Als “Proximity Notification System 
Malfunction Visit Your Dealer” (Storing 
in waarschuwingssysteem naderende 
auto. Ga naar uw dealer) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingssysteem 
naderende auto
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  81  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 149 of 626

1483-1. Informatie over sleutels
3-1.Informatie over sleutels
Bij de auto worden de volgende sleu-
tels geleverd.Elektronische sleutels
• Bedienen van het Smart entry-systeem met startknop ( Blz. 193)
• Gebruik van de afstandsbedieningsfunctie  ( Blz. 150)
Mechanische sleutels
Plaatje met sleutelnummer
■Aan boord van een vliegtuig
Zorg ervoor dat u aan boord van een vliegtuig 
niet op de toetsen van de elektronische sleu-
tel drukt. Zorg ervoor dat de toetsen niet per 
ongeluk ingedrukt kunnen worden als u de 
elektronische sleutel in bijvoorbeeld een tas 
hebt opgeborgen. Bij het indrukken van de 
toetsen kan de elektronische sleutel radiogol-
ven uitzenden die de bediening van het vlieg-
tuig kunnen beïnvloeden.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
●De standaard levensduur van de batterij is 
1 - 2 jaar.
●Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waar-
schuwingssignaal in de auto en wordt er 
een melding weergegeven op het multi-
informatiedisplay als het hybridesysteem 
wordt uitgeschakeld.
●Schakel de energiebespaarmodus van de 
elektronische sleutel in om te voorkomen 
dat de batterij van de elektronische sleutel  leegraakt wanneer deze gedurende lan-
gere tijd niet wordt gebruikt. (
Blz. 194)
●Omdat de elektronische sl eutel altijd radio-
golven ontvangt, raakt de batterij ook ont-
laden wanneer de elektronische sleutel 
niet wordt gebruikt. De volgende sympto-
men geven aan dat de batterij van de elek-
tronische sleutel mogelijk ontladen is. 
Vervang de batterij indien nodig.
• Het Smart entry-systeem met startknop of  de afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het ledcontrolelampje in de sleutel gaat  niet branden.
U kunt zelf de batterij vervangen ( Blz. 507). 
Aangezien echter de el ektronische sleutel 
beschadigd zou kunnen raken, raden wij u 
aan om de vervanging te laten uitvoeren door 
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Houd, om de levensduur van de batterij 
niet nodeloos te bekor ten, de elektronische 
sleutel op een afstand van minimaal 1 m 
van de volgende elektrische apparaten 
met een magnetisch veld:
• Televisietoestellen
• Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en  batterijladers
• Tafellampen
• Inductiekookplaten
■Als er een melding met betrekking tot 
de status van de elektronische sleutel 
of de stand van het contact, enz. wordt 
weergegeven
Om te voorkomen dat de elektronische sleu-
tel in de auto wordt opgesloten, de auto wordt 
achtergelaten terwijl u de elektronische sleu-
tel bij u hebt en het contact niet UIT is gezet, 
andere inzittenden per ongeluk de sleutel 
mee naar buiten nemen, enz. wordt op het 
multi-informatiedisplay mogelijk een melding 
weergegeven die de gebruiker vraagt de sta-
tus van de elektronische sleutel of de stand 
van het contact te bevestigen. Volg in zo'n 
geval de instructies op het display onmiddel-
lijk op.
Sleutels
Soorten sleutels
A
B
C
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  148  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 195 of 626

1943-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Wanneer het alarm in de auto continu 
klinkt
■Energiebesparende functie (auto's met 
instapfunctie)
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de 
elektronische sleutel en de 12V-accu leeg 
raken wanneer de auto gedurende langere 
tijd niet wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd 
duren voordat de portieren met het Smart 
entry-systeem met startknop ontgrendeld 
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 10 minuten of langer op een afstand 
van ongeveer 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is  gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop 
gedurende 14 dagen of langer niet gebruikt 
is, kunnen de portieren alleen via het 
bestuurdersportier worden ontgrendeld. 
Pak in dat geval de greep van het bestuur-
dersportier vast of gebruik de afstandsbe-
diening of de mechanische sleutel om de 
portieren te ontgrendelen.
■De energiebespaarmodus van een elek-
tronische sleutel inschakelen
●Wanneer de energiebespaarmodus is 
ingeschakeld, loopt de  batterij veel minder 
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt 
gestopt.
Druk   twee keer in terwijl u   
ingedrukt houdt.
Ga na of het controlelampje van de elektroni-
sche sleutel 4 keer knippert. 
Het Smart entry-systeem met startknop kan 
niet worden gebruikt als de energiebespaar- modus is ingeschakeld. Druk op een van de 
toetsen van de elektronische sleutel om de 
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende 
langere tijd niet worden gebruikt, kan 
vooraf in de energiebespaarmodus worden 
ingeschakeld.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop 
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de 
volgende situaties kunnen storingen optre-
den in de communicatie tussen de elektroni-
sche sleutel en de auto, waardoor het Smart 
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering mogelijk niet 
goed werken:
(Oplossingen:  Blz. 569)
●Wanneer de batterij van de elektronische 
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast, 
elektriciteitscentrale,  tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of 
elektromagnetische velden aanwezig zijn
●Wanneer de elektronische sleutel tegen 
een van de volgende metalen voorwerpen 
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er in de buurt gebruik wordt gemaakt 
van een andere sleutel met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzendt)
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt 
samen met de volgende apparaten die 
radiogolven uitzenden
• Een draagbare radio, mobiele telefoon,  draadloze telefoon of andere draadloze 
communicatiemiddelen
SituatieCorrectieprocedure
Het contact werd in 
de stand ACC gezet 
terwijl het bestuur-
dersportier geopend 
was (of het bestuur-
dersportier werd 
geopend terwijl het 
contact in de stand 
ACC stond).
Zet het contact UIT 
en sluit het bestuur-
dersportier.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  194  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 196 of 626

195
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
• De elektronische sleutel of een afstands-
bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de 
buurt van een batterijlader of elektronische 
apparaten wordt gehouden
●Wanneer u parkeert op een parkeerplaats 
met een betaalautomaat (Radiogolven die 
worden gebruikt om auto's te signaleren 
beïnvloeden mogelijk het Smart entry-sys-
teem met startknop.)
■Aanwijzing voor de instapfunctie 
(indien aanwezig)
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het 
systeem in de volgende gevallen mogelijk 
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te 
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te 
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, op de bagageafdekking, op de vloer 
of in een portiervak of het dashboardkastje 
wanneer het hybridesysteem wordt gestart 
of de stand van het contact wordt gewij-
zigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op 
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van  de ontvangst van de 
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten 
de auto bevindt en kunnen de portieren 
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde, 
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisc he sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de 
portieren door een willekeurige persoon 
worden vergrendeld en ontgrendeld. De 
auto kan echter alleen worden ontgrendeld 
via de portieren die  de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan het hybridesys-
teem mogelijk worden gestart als de 
elektronische sleutel zi ch in de buurt van 
de ruit bevindt.
●De portieren worden mogelijk ontgrendeld 
als er een grote hoeveelheid water op de 
portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tij-
dens een zware regenbui of in een was-
straat, wanneer de elektronische sleutel 
zich binnen het detectiegebied bevindt. 
(Als de portieren niet worden geopend en 
gesloten, worden deze na ongeveer 30 
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt 
om de portieren te vergrendelen terwijl de 
elektronische sleutel  zich in de nabijheid 
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de 
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt 
terwijl u handschoenen draagt, kan de 
reactie van het systeem trager zijn of wor-
den de portieren mogelijk niet ontgrendeld. 
Trek uw handschoenen uit en raak de ver-
grendelsensor opnieuw aan.
●Wanneer de vergrendelac tie is uitgevoerd 
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter  elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden 
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de 
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en 
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de 
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een  afstand van ten minste 2 meter van de 
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet 
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de  elektronische sleutel in om het Smart 
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 194)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto 
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er 
mogelijk een melding weergegeven op het 
multi-informatiedisplay en klinkt er een 
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle 
portieren om het alarm uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking komt 
met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt deze 
mogelijk niet goed. Reinig de vergrendel-
sensor en raak hem opnieuw aan of 
gebruik de vergrendelsensor aan de 
onderzijde van de portiergreep.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  195  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 197 of 626

1963-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Bij een plotselinge nadering van het detec-
tiegebied of de portiergreep kan het voor-
komen dat de portieren niet ontgrendeld 
worden. Laat in dat geval de portiergreep 
los en controleer of de portieren worden 
ontgrendeld voordat u opnieuw aan de por-
tiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de 
reactietijd voor het ontgrendelen van de 
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met 
de auto wordt gereden
●Auto's met instapfunctie: Bewaar, om dief-
stal van de auto te voorkomen, de elektro-
nische sleutel niet binnen een afstand van 
2 meter van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop 
kan vooraf worden uitgeschakeld. 
( Blz. 597)
●De energiebespaarmodus kan het energie-
verbruik van de elektronische sleutels ver-
lagen. ( Blz. 194)
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij 
u hebt als u het systeem bedient. Houd bij 
auto's met instapfunctie de elektronische 
sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie 
waarin de elektronische sleutel wordt 
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem we llicht niet juist 
functioneert. (Het alarm kan per ongeluk 
afgaan of de functie die voorkomt dat de por-
tieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt 
mogelijk niet.)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Gebruik de mechanische sleutel. 
(  Blz. 570)
●Starten van het hybridesysteem: 
 Blz. 290
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Verschillende instellingen (bijv. van het 
Smart entry-systeem met startknop) kunnen 
worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen:  Blz. 596) Raadpleeg de beschrijvingen voor de vol-
gende handelingen als het Smart entry-sys-
teem met startknop is
 uitgeschakeld via de 
persoonlijke voork eursinstellingen.
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren:
Gebruik de afstandsbediening of de 
mechanische sleutel. ( Blz. 175, 570)
●Starten van het hybridesysteem en wijzi-
gen van de standen van het contact: 
Blz. 570
●Uitschakelen van het hybridesysteem: 
Blz. 292
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  196  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM