sensor TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: RAV4 PLUG-IN HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2021Pages: 666, PDF Size: 116.04 MB
Page 218 of 666

2164-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
2Bedien de achterklep met een voet-
beweging door uw voet tot 10 cm
onder de achterbumper te bewegen
en vervolgens weer terug te trek-
ken.
Voer deze volledige beweging binnen 1
seconde uit.
De achterklep zal niet in werking treden
zolang er een voet wordt gesignaleerd onder
de achterbumper.
Raak bij het gebruik van de handsfree func-
tie van de elektrisch bedienbare achterklep
de achterbumper niet aan met uw voet.
Als er zich in het passagierscompartiment of
de bagageruimte een andere elektronische
sleutel bevindt, duurt het mogelijk iets langer
dan normaal voordat de achterklep in wer-
king treedt.
Sensor regeling voetbediening
Detectiegebied voor werking hands-
free elektrisch bedienbare achter-
klep
3 Als de sensor voor de regeling van
de voetbediening signaleert dat u
uw voet hebt teruggetrokken, klinkt
er een zoemer en zal de elektrisch
bedienbare achterklep automatisch
volledig openen/sluiten.
Als er tijdens het openen/sluiten van de ach-
terklep een voet onder de achterbumper
wordt bewogen, gaat de achterklep niet ver-
der open.
Als er weer een voet onder de achterbumper
wordt bewogen terwijl de beweging is
gestopt, beweegt de achterklep in tegen-
overgestelde richting.
■Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting gaat branden
wanneer de achterklep wordt geopend en de
schakelaar van de bagageruimteverlichting
aan is.
Als het contact UIT wordt gezet, gaat de ver-
lichting na 20 minuten automatisch uit.
1 Aan
2 Uit
■Sluitsysteem achterklep
Wanneer de achterklep nog enigszins
geopend is, zal het sluitsysteem van de ach-
terklep deze automatisch volledig sluiten.
Het sluitsysteem van de achterklep werkt,
ongeacht de status van het contact.
■Werkingsvoorwaarden elektrisch
bedienbare achterklep
De achterklep kan in de volgende gevallen
automatisch worden geopend en gesloten:
●Wanneer de elektrisch bedienbare achter-
klep is ingeschakeld. ( Blz. 186)
●Wanneer de achterklep is ontgrendeld.
Als echter de schakel aar achterklep openen
ingedrukt wordt gehouden terwijl u de elek-
tronische sleutel bij u hebt, wordt de elek-
trisch bedienbare achterklep bediend, ook
wanneer de achterklep is vergrendeld.
( Blz. 214)
●Wanneer het contact AAN staat, kan in
aanvulling op het bovenstaande de achter-
klep worden bediend wanneer aan de
onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
• De parkeerrem is geactiveerd
• Het rempedaal is ingetrapt
• De selectiehendel staat in stand P.
■Werking van de elektrisch bedienbare
achterklep
●Er klinkt een zoemer om aan te geven dat
de achterklep wordt geopend/gesloten.
A
B
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 216 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 219 of 666

217
4
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
●Wanneer het systeem van de elektrisch
bedienbare achterklep is
uitgeschakeld,
kan de achterklep niet elektrisch worden
bediend, maar kan hij wel met de hand
worden geopend en gesloten.
●Wanneer de elektrisch bedienbare achter-
klep automatisch wordt geopend en er iets
abnormaals wordt gesi gnaleerd als gevolg
van menselijk handelen of een voorwerp,
wordt de beweging gestopt.
■Klembeveiliging
De elektrisch bedienbare achterklep is aan
beide zijden voorzien van sensoren. Als iets
de werking van de elektrisch bedienbare ach-
terklep tijdens het sluiten hindert, beweegt de
achterklep automatisch in de tegenoverge-
stelde richting of stopt deze met bewegen.
■Functie beveiliging tegen dichtvallen
Wanneer er tijdens het automatisch openen
van de elektrisch bedienbare achterklep
overmatige kracht op de klep wordt uitgeoe-
fend, stopt de beweging van de elektrisch
bedienbare achterklep om te voorkomen dat
deze dichtvalt.
■Bekrachtigingsfunctie sluitsysteem
achterklep
Wanneer de achterklep handmatig omlaag
wordt geduwd terwijl deze op een open posi-
tie gestopt is, sluit de achterklep automatisch
volledig.
■Uitgestelde vergrendelingsfunctie ach-
terklep
Met deze functie wordt het vergrendelen van
alle portieren van tevoren uitgesteld wanneer
de elektrisch bedienbare achterklep is
geopend.
Wanneer de volgende procedure is gevolgd,
worden alle portieren maar niet de elektrisch
bedienbare achterklep vergrendeld. Vervol-
gens wordt de elektrisch bedienbare achter-
klep vergrendeld als deze wordt gesloten.
1 Sluit alle portieren, behalve de achter-
klep. 2
Vergrendel tijdens het sluiten van de
elektrisch bedienbare achterklep de por-
tieren met het Smart entry-systeem met
startknop vanaf de voorportieren
( Blz. 205) of de afstandsbediening.
( Blz. 205)
Feedbacksignalen geven aan dat alle portie-
ren zijn gesloten en vergrendeld. ( Blz. 206)
●Als de elektronische sleutel in de auto
wordt geplaatst nadat het sluiten is gestart
via de uitgestelde vergrendelingsfunctie
van de portieren, wordt de elektronische
sleutel mogelijk in de auto opgesloten.
●Als de elektrisch bedienbare achterklep
niet geheel sluit door de werking van de
klembeveiliging, terwij l de achterklep auto-
matisch wordt gesloten nadat een uitge-
stelde vergrendeling van de portieren is
uitgevoerd, wordt de uitgestelde vergren-
delingsfunctie van de portieren geannu-
leerd en worden alle portieren ontgrendeld.
●Controleer voordat u de auto achterlaat of
alle portieren gesloten en vergrendeld zijn.
■Werkingsvoorwaarden handsfree elek-
trisch bedienbare achterklep (auto's
met handsfree elektrisch bedienbare
achterklep)
De handsfree elektrisch bedienbare achter-
klep wordt automatisch geopend/gesloten als
aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●De handsfree-functie van de elektrisch
bedienbare achterklep is ingeschakeld
( Blz. 186)
●Het contact staat UIT.
●De elektronische sleutel bevindt zich bin-
nen het werkingsbereik. ( Blz. 224)
●Er wordt een voet onder het midden van de
achterbumper geplaatst en deze wordt van
de achterbumper vandaan bewogen.
De elektrisch bedienbare achterklep wordt
mogelijk ook bediend door een hand, elle-
boog, knie, enz. onder het midden van de
achterbumper te plaatsen en van de ach-
terbumper vandaan te bewegen. Houd het
lichaamsdeel dicht genoeg bij het midden
van de achterbumper.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 217 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 223 of 666

221
4
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
■Handsfree elektrisch bedienbare ach-
terklep (indien aanwezig)
Neem bij het bedienen van de handsfree
elektrisch bedienbare achterklep de vol-
gende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
●Controleer de omgeving op eventueel
aanwezige obstakels of andere zaken
die ervoor kunnen zorgen dat uw bezit-
tingen klem komen te zitten.
●Raak als u uw voet in de buurt van de
onderzijde van het midden van de ach-
terbumper plaatst en ervandaan
beweegt de uitlaatpijpen niet aan totdat
deze voldoende zijn afgekoeld, aange-
zien het aanraken van een hete uitlaat-
pijp brandwonden kan veroorzaken.
●Laat de elektronische sleutel niet achter
binnen het werkingsbereik (detectiege-
bied) of in de bagageruimte.
OPMERKING
■Achterklepspindels
De achterklep is voor zien van spindels die
de achterklep op zijn plaats houden.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Anders kunnen de achterklepspindels
beschadigd raken, waardoor deze niet
meer werken.
●Raak de pen nooit aan met handschoe-
nen of andere stoffen voorwerpen.
●Bevestig alleen originele Toyota-acces-
soires aan de achterklep.
●Plaats uw handen nooit op de spindel
en oefen er nooit zijdelingse krachten
op uit.
■Voorkomen van storingen aan het
sluitsysteem van de achterklep
Oefen geen grote kracht uit op de achter-
klep terwijl het sluitsys teem in werking is.
Het uitoefenen van overmatige kracht kan
storingen aan het sluitsysteem van de
achterklep veroorzaken.
■Voorkomen van beschadiging van de
elektrisch bedienbare achterklep
●Controleer of er geen ijs zit tussen de
achterklep en de sponning, waardoor de
achterklep niet bediend kan worden.
Wanneer er zich te veel gewicht op de
achterklep bevindt, kunnen bij het
bedienen van de elektrisch bedienbare
achterklep storingen optreden.
●Oefen geen grote kracht uit op de ach-
terklep terwijl de elektrisch bedienbare
achterklep in werking is.
●Voorkom dat de sensoren (aan de rech-
ter- en linkerzijde van de elektrisch
bedienbare achterklep) beschadigd
raken door scherpe voorwerpen. Wan-
neer de sensor is losgenomen, kan de
elektrisch bedienbare achterklep niet
automatisch worden gesloten.
■Voorzorgsmaatregelen handsfree
elektrisch bedienbare achterklep
(indien aanwezig)
De sensor regeling voetbediening bevindt
zich achter aan de onderzijde van het mid-
den van de achterbumper. Neem de vol-
gende voorzorgsmaatregelen in acht om
ervoor te zorgen dat de handsfree elek-
trisch bedienbare achterklep goed werkt:
●Houd de onderzijde van het midden van
de achterbumper te allen tijde schoon.
Als de onderzijde van het midden van
de achterbumper vuil is of bedekt is met
sneeuw, werkt de sensor regeling voet-
bediening mogelijk niet. Verwijder in dat
geval het vuil of de sneeuw, verplaats
de auto en controleer vervolgens of de
sensor regeling voetbediening werkt.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
sensor niet werkt.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 221 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 224 of 666

2224-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
De instellingen van het systeem van de
elektrisch bedienbare achterklep kun-
nen worden gewijzigd door “Vehicle
Settings” (voertuiginstellingen) te selec-
teren via het scherm van het multi-
informatiedisplay en het scherm PBD
weer te geven. (Blz. 186)
De gewijzigde instellingen van de elektrisch
bedienbare achterklep worden niet gereset
door het UIT zetten van het contact. Om de
oorspronkelijke instellingen te herstellen,
moeten deze worden teruggezet op het
scherm van het multi-informatiedisplay.
De geopende positie van de elektrisch
bedienbare achterklep kan worden
aangepast.
1Stopt de beweging van de achter-
klep in de gewenste positie.
(Blz. 214)
2 Houd de schakelaar van de elek-
trisch bedienbare achterklep op de
achterklep gedurende ongeveer 2
seconden ingedrukt.
OPMERKING
●Breng geen coatings die een vochtaan-
trekkend effect hebben of andere coa-
tings aan op de onderzijde van het
midden van de achterbumper.
●Parkeer de auto niet in de buurt van
objecten die kunnen bewegen en in
contact kunnen komen met de onder-
zijde van het midden van de achterbum-
per, zoals gras of bomen.
Als de auto enige tijd geparkeerd is in
de buurt van objecten die kunnen bewe-
gen en in contact kunnen komen met de
onderzijde van het midden van de ach-
terbumper, zoals gras of bomen, werkt
de sensor regeling voetbediening moge-
lijk niet. Verplaats in dat geval de auto
en controleer vervolgens of de sensor
regeling voetbediening werkt. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als de sensor
niet werkt.
●Stel de sensor regeling voetbediening
en zijn omgeving niet bloot aan krach-
tige schokken.
Als de sensor regeling voetbediening of
zijn omgeving blootgesteld zijn aan
krachtige schokken, werkt de sensor
regeling voetbedieni ng mogelijk niet
goed meer. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de sensor regeling voet-
bediening in de volgende situaties niet
werkt.
• De sensor regeling voetbediening of zijn
omgeving zijn blootgesteld aan krach-
tige schokken.
• Er zitten krassen of beschadigingen op
de onderzijde van het midden van de
achterbumper.
●Demonteer de achterbumper niet.
●Breng geen stickers aan op de achter-
bumper.
●Breng geen lak aan op de achterbum-
per.
●Deactiveer de handsfree elektrisch
bedienbare achterklep als er op de elek-
trisch bedienbare achterklep een fiet-
sendrager of een vergelijkbaar zwaar
onderdeel gemonteerd is. ( Blz. 186)
Wijzigen van instellingen van
de elektrisch bedienbare
achterklep (auto's met
elektrisch bedienbare
achterklep)
Aanpassing van de geopende
positie van de achterklep
(auto's met elektrisch
bedienbare achterklep)
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 222 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 228 of 666

2264-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, op de bagageafdekking, op de vloer
of in een portiervak of het dashboardkastje
wanneer het hybridesysteem wordt gestart
of de stand van het contact wordt gewij-
zigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisc he sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden vergrendeld
of ontgrendeld via de portieren die de elek-
tronische sleutel signaleren.
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan het hybridesys-
teem mogelijk worden gestart als de
elektronische sleutel zi ch in de buurt van
de ruit bevindt.
●De portieren worden mogelijk ontgrendeld
als er een grote hoeveelheid water op de
portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tij-
dens een zware regenbui of in een was-
straat, wanneer de elektronische sleutel
zich binnen het detectiegebied bevindt.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zi ch in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt
terwijl u handschoenen draagt, kan de
reactie van het systeem trager zijn of wor-
den de portieren mogelijk niet ontgrendeld.
Trek uw handschoenen uit en raak de ver-
grendelsensor opnieuw aan.
●Wanneer de vergrendelac tie is uitgevoerd
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 225)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking komt
met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt deze
mogelijk niet goed. Reinig de vergrendel-
sensor en raak hem opnieuw aan of
gebruik de vergrendelsensor aan de
onderzijde van de portiergreep.
●Bij een plotselinge nadering van het detec-
tiegebied of de portiergreep kan het voor-
komen dat de portieren niet ontgrendeld
worden. Laat in dat geval de portiergreep
los en controleer of de portieren worden
ontgrendeld voordat u opnieuw aan de por-
tiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 226 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 281 of 666

279
4
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
*: Indien aanwezig
De hoogte van de binnenspiegel kan
worden afgestemd op uw houding ach-
ter het stuur.
Stel de hoogte van de binnenspiegel af
door de spiegel omhoog of omlaag te
bewegen.
De hoeveelheid gereflecteerd licht
wordt automatisch gereduceerd op
basis van de helderheid van de kop-
lampen van achteropkomend verkeer.
Modus automatische antiverblindings-
stand in-/uitschakelen
Wanneer de automatische antiverblindings-
stand is ingeschakeld, brandt het controle-
lampje .
De functie wordt inges
chakeld telkens wan-
neer het contact AAN wordt gezet.
Druk op de toets om de functie uit te schake-
len. (Het controlelampje gaat ook uit.)
■Voorkomen van een onjuiste werking
van de sensoren
Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook
niet, omdat hierdoor de werking van de sen-
soren in negatieve zin beïnvloed kan worden.
Binnenspiegel*
De positie van de binnenspiegel
kan worden afgesteld zodat de
bestuurder voldoende zicht naar
achteren heeft.
Afstellen van de hoogte van de
binnenspiegel
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Verstel de spiegel ni et tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur
verliezen en een ongeval veroorzaken,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Antiverblindingsstand
A
A
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 279 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 285 of 666

283
4
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
■In-/uitschakelen van de automati-
sche antiverblindingsstand
(modus optische spiegel)
De automatische antiverblindingsstand
in de modus optische spiegel kan wor-
den in-/uitgeschakeld. De instelling kan
worden gewijzigd in zowel de modus
digitale spiegel als de modus optische
spiegel.
Bij gebruik van de modus digitale
spiegel
Blz. 282
Bij gebruik van de modus optische
spiegel
1 Druk op de menutoets.
De iconen worden weergegeven.
2Druk op of om de
automatische antiverblindingsstand
in te schakelen (ON)/uit te schake-
len (OFF).
De iconen verdwijnen als gedurende ten
minste 5 seconden geen toets wordt
bediend.
■Instellen van het display (modus
digitale spiegel)
●Als het weergegeven beeld is ingesteld,
lijkt het mogelijk verv ormd. Dit duidt niet op
een storing.
●Als de helderheid van de digitale binnen-
spiegel te hoog is ingesteld, kunnen uw
ogen vermoeid raken. Stel de digitale bin-
nenspiegel in op een geschikte helderheid.
Als uw ogen vermoeid raken, schakel dan
over naar de modus optische spiegel.
●De helderheid van de digitale binnenspie-
gel wordt automatisch aangepast overeen-
komstig de helderheid van het gebied voor
uw auto.
■Voorkomen van storingen in de licht-
sensoren
Raak de lichtsensoren niet aan en bedek ze
niet, om te voorkomen dat er storingen in ont-
staan.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
■Tijdens het rijden
●Verstel de digitale binnenspiegel niet tij-
dens het rijden en pas ook de display-
instellingen niet aan.
Breng de auto tot stilstand en bedien de
bedieningstoetsen van de digitale bin-
nenspiegel.
Als u dat niet doet, kunt u een stuurfout
maken, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
●Let altijd op de omgeving van de auto.
Het formaat van de voertuigen en andere
objecten lijkt mogelijk anders in de modus
digitale spiegel en de modus optische
spiegel.
Let bij het achteruitrijden rechtstreeks op
de veiligheid van het gebied rondom de
auto, met name achter de auto.
Bovendien lijkt de omgeving mogelijk
schemerig wanneer een voertuig in het
donker, zoals 's nachts, van achteren
nadert.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 283 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 301 of 666

5
299
5
Rijden
Rijden
5-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 300
Lading en bagage .................. 306
Rijden met een aanhangwagen.................... 308
5-2. Rijprocedures Startknop ............................... 317
Hybridetransmissie ................ 321
Richtingaanwijzerschakelaar . 325
Parkeerrem ............................ 326
Brake Hold ............................. 329
5-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 332
AHB (Automatic High Beam).................................. 334
Schakelaar mistlampen ......... 337
Ruitenwissers en -sproeiers .. 338
Achterruitenwisser en -sproeier .............................. 340
5-4. Tanken Openen van de tankdop ........ 3425-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense .............. 344
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . ..................355
LTA (Lane Tracing Assist)...... 362
RSA (Road Sign Assist) ......... 372
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik .................... 376
Cruise control ......................... 388
Snelheidsbegrenzer ............... 391
BSM (Blind Spot Monitor)....... 393
Toyota Parking Assist-sensor ....................... 413
PKSB (Parking Support Brake) .................................. 420
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) ............ 424
Parking Support Brake-functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden) ............... 429
Rijmodusselectieschakelaar... 433
Trail-modus ............................ 434
GPF-systeem (benzineroetfilter) ................. 436
Ondersteunende systemen .... 437
5-6. Rijtips Rijden in de winter.................. 444
Voorzorgsmaatregelen bij terreinauto's .................... 447
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 299 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 334 of 666

3325-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
5-3.Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Bedien de schakelaar om de
verlichting als volgt in te schakelen:
1 De parkeerlichten voor, achter-
lichten, kentekenplaat- en dash-
boardverlichting gaan branden.
2 De koplampen en alle verlich-
ting die hierboven genoemd is,
gaan branden.
3 De koplampen, dagrijverlich-
ting ( Blz. 332) en alle verlichting
die hierboven genoemd is, worden
automatisch in- en uitgeschakeld.
■De AUTO-modus kan worden gebruikt
als
Het contact AAN staat.
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te
maken voor andere weggebruikers wordt de
dagrijverlichting autom atisch ingeschakeld
als het hybridesysteem wordt gestart en de
parkeerrem wordt gedeactiveerd met de licht-
schakelaar in de stand . (Brandt helder-
der dan de parkeerlichten voor.)
Dagrijverlichting is niet ontworpen voor
gebruik in het donker.
■Sensor koplampregeling
De werking van de sensor kan in negatieve
zin beïnvloed worden als er iets over de sen-
sor heen geplaatst wordt of als er iets op de
ruit wordt aangebracht waardoor de sensor
wordt afgeschermd. Hierdoor kan de sensor
niet op de juiste manier de hoeveelheid
omgevingslicht signaleren, waardoor het
automatische koplampsysteem mogelijk
onjuist functioneert.
■Automatisch uitschakelsysteem ver-
lichting
●Als de lichtschakelaar in de stand of
staat: De koplampen en de mistlam-
pen voor worden automatisch uitgescha-
keld als het contact in stand ACC of UIT
wordt gezet.
●Als de lichtschakelaar in de stand
staat: De koplampen en alle overige ver-
lichting worden automat isch uitgeschakeld
als het contact in stand ACC of UIT wordt
gezet.
Zet om de verlichting weer in te schakelen
het contact AAN of zet de lichtschakelaar een
keer in stand en daarna weer in stand
of .
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig
of automatisch worden bediend.
Inschakelen van de koplampen
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 332 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 340 of 666

3385-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Door de hendel te bedienen
werken de ruitenwissers en -sproeiers
als volgt:
1 Uit
2 Stand AUTO
3 Lage snelheid
4 Hoge snelheid
5 Enkele slag
In de stand AUTO werken de ruitenwissers
automatisch wanneer de sensor signaleert
dat het regent. De wissnelheid wordt auto-
matisch afgestemd op de hoeveelheid neer-
slag en de rijsnelheid.
In de stand AUTO kan de sensorgevoe-
ligheid worden ingesteld.
6Verhoogt de gevoeligheid
7 Verlaagt de gevoeligheid
8 Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door aan de hendel te trekken treden de rui-
tenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwissers zullen automatisch een
aantal slagen maken als de ruitensproeiers
worden ingeschakeld.
Auto's met koplampsproeiers: Als het con-
tact AAN staat, de koplampen zijn ingescha-
keld en u de hendel naar u toe trekt, werken
de koplampsproeiers één keer. Daarna wer-
ken de koplampsproeiers elke vijfde keer dat
u de hendel naar u toe trekt.
Ruitenwissers en
-sproeiers
Door de hendel te bedienen kan
worden geschakeld tussen auto-
matische werking en handbedie-
ning, of kan de sproeier worden
gebruikt.
OPMERKING
■Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voor-
ruit droog is omdat hierdoor de voorruit
beschadigd kan worden.
Bedienen van de
ruitenwisserhendel
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 338 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM