mirror TOYOTA SUPRA 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: SUPRA, Model: TOYOTA SUPRA 2020Pages: 476, PDF Size: 59.11 MB
Page 76 of 476

76
Handleiding Supra3-1. OVERZICHT
Het gebruik van de volgende typen
connectiviteit vereist een eenmalige
koppeling met de auto:
• Bluetooth.
• Apple CarPlay.
• Screen Mirroring.
De gekoppelde apparaten worden ver-
volgens automatisch
herkend en ver-
bonden met de auto. • Het apparaat is compatibel met
Bluetooth.
• Het apparaat is ingeschakeld.
• Bluetooth is zowel bij het apparaat als bij de auto ingeschakeld, zie
blz. 76.
• Mogelijk moeten er vooraf bepaalde Bluetooth-instellingen op het appa-
raat worden gewijzigd, zoals de
zichtbaarheid van het apparaat.
Raadpleeg de handleiding van het
apparaat.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Settings” (instellingen)
5 “Bluetooth”
FunctieType
connectiviteit
Bellen via het hands-
free-systeem.
Bedienen van telefoon-
functies via Toyota Supra
Command.
De agendafuncties van de
smartphone gebruiken.
Bluetooth.
Muziek vanaf een smart-
phone of audiospeler
afspelen.Bluetooth of
USB.
Compatibele apps bedie-
nen via Toyota Supra
Command.Bluetooth of
USB.
USB-opslagmedium:
Exporteren en importeren
van bestuurdersprofielen.
Importeren en exporteren
van opgeslagen routes.
Muziek afspelen.
USB.
Video's vanaf een smart-
phone of USB-apparaat
afspelen.
USB.
Apple CarPlay-apps
bedienen via Toyota Supra
Command en via spraak-
commando's.
Bluetooth en
WLAN.
Screen Mirroring: het
scherm van de smart-
phone weergeven op het
regeldisplay.
WLAN.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het bedienen van geïntegreerde informa-
tiesystemen en communicatieapparatuur
tijdens een rit kan u afleiden van het ver-
keer. U kunt de controle over de auto ver-
liezen. Er bestaat een kans op ongevallen.
Gebruik de systemen of apparatuur alleen
als de verkeerssituatie dit toelaat. Stop
indien nodig en bedien de systemen of
apparatuur terwijl de auto stilstaat.
Bluetooth-verbinding
Voorwaarden voor werking
Bluetooth inschakelen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 76 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 77 of 476

77
3
Handleiding Supra 3-1. OVERZICHT
OVERZICHT
Om alle ondersteunde functies van een
mobiele telefoon te kunnen gebruiken,
moeten de volgende functies zijn geac-
tiveerd voordat de mobiele telefoon aan
de auto wordt gekoppeld.
Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Settings” (instellingen)
5 Selecteer de gewenste instelling.
• “Office” (agenda)
Activeer deze functie voor de overdracht van
SMS-berichten, e-mails, de agenda, taken,
memo's en herinneringen naar de auto. Aan
de overdracht van alle gegevens naar de
auto kunnen kosten zijn verbonden.
• “Contact pictures” (foto's contacten)
Activeer deze functie om foto's bij de contac-
ten weer te geven.
6 Kantel de controller naar links.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Connect new device” (verbind
nieuw apparaat)
5 Selecteer de volgende functies: • “Telephone” (telefoon)
• “Bluetooth audio”
• “Apps”
• “Apple CarPlay”
• “Screen Mirroring”
De Bluetooth-naam van de auto wordt weer-
gegeven in het regeldisplay.
6
Zoek op het mobiele apparaat naar
Bluetooth-apparaten in de omge-
ving.
De Bluetooth-naam van de auto wordt weer-
gegeven op het scherm van het mobiele
apparaat.
Selecteer de Bluetooth-naam van de auto.
7Afhankelijk van het mobiele appa-
raat wordt een controlenummer
weergegeven of moet u zelf het
controlenummer invoeren.
• Vergelijk het controlenummer dat op het regeldisplay wordt weergegeven
met het controlenummer op het
scherm van het apparaat.
Bevestig het controlenummer op het appa-
raat en op het regeldisplay.
• Voer hetzelfde controlenummer in op het apparaat en via Toyota Supra
Command en bevestig vervolgens.
Het apparaat is verbonden en wordt weerge-
geven in de apparatenlijst, zie blz. 81
Er kunnen zich gevallen voordoen
waarin het mobiele apparaat niet functi-
oneert zoals verwacht, hoewel aan alle
voorwaarden is voldaan en alle nood-
zakelijke stappen in de juiste volgorde
zijn uitgevoerd. Desalniettemin functio-
neert het mobiele apparaat niet zoals
verwacht.
Telefoonfuncties
inschakelen/uitschakelen
Het mobiele apparaat koppelen
aan de auto
Veelgestelde vragen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
77 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 81 of 476

81
3
Handleiding Supra 3-1. OVERZICHT
OVERZICHT
steeds niet beschikbaar is contact op
met de klantenservice, een erkende
Toyota-dealer of hers
teller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Met Screen Mirroring kan het scherm
van de smartphone worden weergeven
op het regeldisplay.
• Een smartphone die compatibel is
met Screen Mirroring.
• Screen Mirroring is ingeschakeld op de smartphone.
• WLAN is ingeschakeld in de auto.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Settings” (instellingen)
5 “Vehicle WiFi” (wifi van auto) Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Connect new device” (verbind
nieuw apparaat)
5 “Screen Mirroring”
De WLAN-naam van de auto wordt weerge-
geven in het regeldisplay.
6Zoek op de smartphone naar
WLAN-apparaten in de omgeving.
De WLAN-naam van de auto wordt weerge-
geven op het scherm van het apparaat.
Selecteer de WLAN-naam van de auto.
7Bevestig de verbin ding via Toyota
Supra Command.
Het apparaat is verbonden en wordt
weergegeven in de apparatenlijst, zie
blz. 81
• Na een eenmalige registratie worden apparaten automati sch gedetecteerd
en wordt er automatisch verbinding
mee gemaakt als de standby-modus
wordt ingeschakeld.
• De op de simkaart of in de mobiele telefoon opgeslagen gegevens wor-
den na de detectie naar de auto
overgedragen.
Screen Mirroring
Algemeen
Voorwaarden voor werking
WLAN inschakelen
De smartphone met Screen
Mirroring registreren
Mobiele apparaten beheren
Algemeen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 81 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 82 of 476

82
Handleiding Supra3-1. OVERZICHT
• Bij bepaalde apparaten kunnen spe-
cifieke instellingen noodzakelijk zijn,
zoals een autorisatie. Raadpleeg de
handleiding van het apparaat.
In de apparatenlijst worden alle gere-
gistreerde of met de auto verbonden
apparaten weergegeven.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
Een symbool geeft aan voor welke
functie een apparaat wordt gebruikt.
Het is mogelijk om functies op een
geregistreerd of verbonden apparaat te
activeren of deactiveren.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen) 3
“Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 Selecteer het gewenste apparaat.
5 Selecteer de gewenste instelling.
Als een functie wordt toegewezen aan
een bepaald apparaat maar al is geacti-
veerd op een ander verbonden appa-
raat, wordt deze functie overgedragen
naar het nieuwe apparaat en wordt de
verbinding met het andere apparaat
verbroken.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 Een apparaat selecteren
5 “Disconnect device” (verbinding met
apparaat verbreken)
Het apparaat blijft geregistreerd en het
is mogelijk om er opnieuw verbinding
mee te maken, zie blz. 82.
Er kan opnieuw verbinding worden
gemaakt met een apparaat waarmee
de verbinding is verbroken.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
Apparatenlijst weergeven
SymboolFunctie
“Telephone” (telefoon)
“Additional telephone” (extra
telefoon)
“Bluetooth audio”
“Apps”
“Apple CarPlay”
“Screen Mirroring”
Het apparaat configureren
De verbinding me
t een apparaat
verbreken
Een apparaat aansluiten
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 82 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 100 of 476

100
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
• “Lock after pulling away” (vergrende-
len bij het wegrijden)
De auto wordt bij het wegrijden automatisch
vergrendeld.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Doors/Key” (portieren/sleutel)
4 “Unlock at end of journey” (ontgren-
delen bij aankomst)
Als de Drive Ready-modus wordt uitgescha-
keld doordat op de startknop wordt gedrukt,
wordt de vergrendelde auto automatisch
ontgrendeld.
Via Toyota Supra Command:
1“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Doors/Key” (portieren/sleutel)
4 “Fold mirrors in when locked” (bui-
tenspiegels inklappen bij het ver-
grendelen)
De buitenspiegels worden automatisch inge-
klapt wanneer de auto wordt vergrendeld.
Via Toyota Supra Command:
1“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Doors/Key” (portieren/sleutel)
4 “Switch off after door opening” (uit-
schakelen na openen portier)
De auto gaat over op de inactieve modus
(zie blz. 48) als de voorportieren worden
geopend.
Het alarmsysteem reageert op de vol-
gende veranderingen als de auto is ver-
grendeld:
• Een van de portieren, de motorkap
of de achterklep wordt geopend.
• Bewegingen binnen in de auto.
• Een wijziging van de hellingshoek van de auto, bijvoorbeeld door een
poging om de auto op te krikken om
de wielen te stelen of om de auto op
te takelen.
• Een onderbreking in de stroomtoe-
voer van de accu.
• Oneigenlijk gebruik van de diagno- seaansluiting (OBD).
• De auto wordt vergrendeld terwijl er een apparaat is aangesloten op de
diagnoseaansluiting (OBD). Diagno-
seaansluiting (OBD), zie blz. 333.
Als het alarmsysteem wordt geacti-
veerd, gebeurt dit met de volgende sig-
nalen:
• Geluidsalarm: Afhankelijk van lokale regelgeving kan de werking van het
geluidsalarm zijn onderdrukt.
• Visueel alarm: Door het knipperen van de alarmknipperlichten en,
indien van toepassing, de koplam-
pen.
Wijzig het alarmsysteem niet om de
werking van het systeem te garande-
ren.
Automatische ontgrendeling
Automatisch inklappen van de
buitenspiegels
Activeren van de inactieve
modus na het openen van de
voorportieren
Alarmsysteem
Algemeen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
100 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 470 of 476

470
Handleiding SupraAlfabetische index
RSC (Runflat System Component), zie Run-flat banden............................ 300
Rubber onderdelen, verzorging .......... 370
Rugleuning, stoelen ............................. 104
Ruitensproeiers voor ........................... 153
Ruitensproeiersysteem voor, zie Ruitenwissersysteem ........................ 150
Ruitenwissers voor, zie
Ruitenwissersysteem ........................ 150
Ruitenwissers, wegklapstand ............. 153
Ruitenwissers, zie Ruitenwissersysteem ........................ 150
Ruitenwissersysteem........................... 150
Run-flat banden .................................... 300
S
Schakelaar instrumentenpaneel, zie Ruitenwissersysteem........................ 150
Schakelaar voor het in- en uitschakelen van de
voorpassagiersairbags ..................... 203
Schakelaar voor rijdynamiek, zie SPORT-modusschakelaar................. 159
Schakelaars elektrische ruitbediening...................................... 102
Schakelaars ruitbediening .................. 102
Schakelaars, zie Cockpit ....................... 44
Schakeladvieslampjes, toerenteller ... 168
Schakelen, zie Automatische
transmissie ........................................ 154
Schakelstandindicator......................... 170
Scherm, zie Regeldisplay ...................... 54
Schroevendraaier, zie Gereedschapsset auto ...................... 342
Screen Mirroring, verbinding ................ 81
Selectiehendel, zie Automatische
transmissie ........................................ 154
Sensoren, verzorging .......................... 371
Service, zie Pechhulp .......................... 354
Side airbag............................................ 193
Sjorogen in de bagageruimte ............. 279
Sleepbevestiging, zie Sleepoog ......... 364
Sleepkabel ............................................ 364
Sleepoog ............................................... 364
Sleepstang ............................................ 364
Slepen, zie Starten door aanslepen en slepen ............................................ 363
Sleutel, mechanisch .............................. 91
Sleutel, zie Afstandsbediening ............. 86
Smart entry-systeem met startknop..... 94
Sneeuwkettingen ................................. 306
Snelheidsbegrenzer, handbediend..... 234
Snelheidsbegrenzer, zie Hand- bediende snelheidsbegrenzer .......... 234
Snelheidslimiet, weergave, zie Speed Limit Info ................................ 173
SOS, toets, zie Automatische
noodoproep ....................................... 356
Spanning, banden ................................ 294
Spanningscontrolesysteem, zie Bandenspanningscontrole-
systeem .............................................. 306
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 470 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
Page 472 of 476

472
Handleiding SupraAlfabetische index
U
Uitlaat, zie Heet uitlaatsysteem ........... 283
Uitlaatsysteem ...................................... 283
Uitrusting .................................................. 7
Uitschakelen, airbags .......................... 203
Uitstroomopeningen, zie Ventilatie..... 269
USB-interface, plaats in de auto ......... 273
USB-verbinding ...................................... 79
Uw persoonlijke veiligheid ...................... 8
V
Vals alarm, zie Voorkomen van
vals alarm ........................................... 102
Variable Suspension-systeem,
Adaptive.............................................. 262
Vastmaken van veiligheidsgordels, zie Veiligheidsgordels ....................... 108
Vehicle Stability Control (VSC) ........... 230
Veilig remmen ....................................... 286
Veilig vervoeren van kinderen............. 118
Veilige zitpositie ................................... 104
Veiligheidsgordels................................ 108
Veiligheidsgordels, verzorging ........... 370
Veiligheidssystemen, zie Airbags ....... 192
Veiligheidssystemen, zie Toyota Supra Safety ....................................... 205
Ve l g e n Bandenmaat ...................................... 378
Velgen, vervangen ................................ 298
Velgenreiniger, lichtmetalen velgen ... 369
Ventilatie................................................ 269
Ventilator draait, zie Roetfilter............. 283
Ventilator radiateur, zie Roetfilter ....... 283
Verbindingen, Screen Mirroring ............ 81
Verchroomde oppervlakken,
verzorging .......................................... 370
Vereist onderhoud, zie Condition Based Service (CBS) ......................... 331
Vergrendelen met de afstandsbediening ............................... 88
Vergrendelen, instellingen..................... 98
Vergrendelen, zie Openen en sluiten.... 86
Vergrendeling, automatisch .................. 99
Verlichting ............................................. 184
Verlichting achter, zie Lampen
en lichten ............................................ 343 Verlichting display, zie
Dashboardverlichting ....................... 190
Verlichting voor, zie Lampen en lichten............................................ 343
Verlichting Welcome Light-systeem .. 186
Verlichting Welcome Light-systeem
bij het ontgrendelen ............................ 87
Verlichting, automatische ................... 184
Vermoeidheidswaarschuwings-
functie................................................. 227
Versnellingsbak, zie Automatische
transmissie ........................................ 154
Vertraagd uitschakelen koplampen.... 186
Vertrektijd, extra verwarming.............. 270
Vertrektijd, onafhankelijke ventilatie .. 270
Vervangen van de ruitenwisserbladen............................ 342
Vervangen van lampen, zie Lampen en lichten ............................. 343
Vervangen van leds, zie Lampen en lichten ............................. 343
Vervangen van onderdelen ................. 342
Vervangen van velgen/banden ........... 298
Vervangend wiel, zie Noodreservewiel................................ 319
Verversingstermijn olie, zie Onderhoudsvereisten ....................... 169
Vervoeren van kinderen ...................... 118
Verwisselen van een wiel .................... 314
Verzorging auto .................................... 367
Verzorging leder ................................... 369
Verzorging van bekledingsstoffen ..... 369
Verzorging van displays, schermen ... 371
Verzorging, head-up display ............... 371
Verzorging, verchroomde oppervlakken ..................................... 370
Verzorging, vloerbedekking ................ 371
Verzorging, zie Wassen van de auto .. 365
VIN, zie Voertuigidentificatienummer... 20
Vloerbedekking, verzorging ................ 371
Vloermatten, verzorging ...................... 371
Vocht in de koplampen, zie Koplampglas ...................................... 343
Voertuigaccu ........................................ 343
Voertuigidentificatienummer ................ 20
Voertuigmeldingen............................... 162
Voetgangerveiligheid, actieve............. 204
Voetrem ................................................. 286
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 472 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM