YAMAHA AEROX50 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2018, Model line: AEROX50, Model: YAMAHA AEROX50 2018Pages: 76, PDF Size: 4.34 MB
Page 51 of 76

Periodiek onderhoud en afstelling
6-18
6
DAUM2063
Vrije slag van voor- en achter-
remhendel controlerenVoor
Achter
De vrije slag van de remhendel dient 5.0–
12.0 mm (0.20–0.47 in) te bedragen, zoals
weergegeven. Controleer de vrije slag vande remhendel regelmatig en laat indien no-
dig een Yamaha-dealer het remsysteem
controleren.
WAARSCHUWING
DWA10642
Als de vrije slag van de remhendel niet
normaal is, wijst dat op een serieus de-
fect in het remsysteem. Laat het remsy-
steem vóór gebruik van het voertuig
nakijken of repareren door een Yamaha
dealer.
DAU22393
Controleren van voor- en achter-
remblokkenDe remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU22421
Remblokken voorrem
Elk voorremblok heeft een eigen slijtage-in-
dicatorgroef, zodat het remblok kan wor-
den gecontroleerd zonder de rem te
demonteren. Let op de slijtage-indicator-
groef om de remblokslijtage te controleren.
Wanneer een remblok zover is afgesleten
dat de slijtage-indicatorgroef vrijwel is ver-
dwenen, vraag dan een Yamaha-dealer de
remblokken als set te vervangen.
1. Vrije slag voorremhendel
1. Vrije slag achterremhendel
1
ZAUM01071ZAUM0108
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
1
ZAUM0959
U1GBD1D0.book Page 18 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 52 of 76

Periodiek onderhoud en afstelling
6-19
6
DAU22501
Remblokken achterrem
Controleer elk achterremblok op schade en
meet de remvoeringsdikte. Als een remblok
beschadigd is of als de remvoeringsdikte
minder is dan 1 mm (0.04 in), vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set te
vervangen.
DAU22583
Het remvloeistofniveau controle-
renControleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Controleer het rem-
vloeistofniveau met het reservoir rechtop.
Vul indien nodig remvloeistof bij.LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen beschadigen. Veeg gemors-
te remvloeistof steeds direct af.VoorremAchterrem
Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan dui-
den op versleten remblokken of lekka-
ge in het remsysteem. Controleer
daarom de remblokken op slijtage en
het remsysteem op lekkage.
Vraag als het remvloeistofniveau plot-
seling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens ver-
der te rijden.
WAARSCHUWING
DWA15991
Onjuist uitgevoerd onderhoud kan resul-
teren in verlies van remvermogen. Neem
de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:
1. Remvoeringdikte
1
ZAUM1076
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 41. Merkstreep minimumniveau
1
ZAUM1092
1. Merkstreep minimumniveau
1
ZAUM1093
U1GBD1D0.book Page 19 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 53 of 76

Periodiek onderhoud en afstelling
6-20
6
Bij een te laag remvloeistofniveau
kan lucht binnendringen in het rem-
systeem, waardoor de rempresta-
ties afnemen.
Reinig de reservoirdop alvorens
deze te verwijderen. Gebruik uit-
sluitend DOT 4 remvloeistof uit een
onaangebroken verpakking.
Gebruik uitsluitend de aanbevolen
remvloeistof, anders kunnen de
rubberafdichtingen beschadigd ra-
ken met lekkage tot gevolg.
Vul bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Toevoeging van een ander
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een schadelijke chemi-
sche reactie.
Pas op en zorg d
at tijdens bijvullen
geen water het remvloeistofreser-
voir kan binnendringen. Water zal
het kookpunt van de remvloeistof
aanzienlijk verlagen zodat damp-
belvorming kan optreden.
DAUM1362
De remvloeistof verversenVraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema. Laat bovendien de
remslang eens in de vier jaar vervangen, of
zodra deze lek of beschadigd is.
DAU23098
Kabels controleren en smerenDe werking van alle bedieningskabels en
de conditie van alle kabels moet vooraf-
gaand aan elke rit worden gecontroleerd en
de kabel en kabeleinden moeten indien no-
dig worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te ver-
vangen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt. WAARSCHUWING!
Schade aan de buitenbehuizing van ka-
bels kan leiden tot interne roestvorming
en storing veroorzaken met de bewe-
ging van kabels. Vervang beschadigde
kabels zo snel mogelijk om onveilige
omstandigheden te voorkomen.
[DWA10712]
Aanbevolen smeermiddel:
Yamaha-kabelsmeermiddel of een
ander geschikt kabelsmeermiddel
U1GBD1D0.book Page 20 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 54 of 76

Periodiek onderhoud en afstelling
6-21
6
DAU49921
Controleren en smeren van gas-
greep en gaskabelDe werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha
dealer worden gesmeerd volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
DAU23173
Smeren van voor- en achterrem-
hendelsVoorremhendel
Achterremhendel
De scharnierpunten van de voor- en achter-
remhendels moeten worden gesmeerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.ZAUM1094ZAUM0061
Aanbevolen smeermiddel:
Siliconenvet
U1GBD1D0.book Page 21 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 55 of 76

Periodiek onderhoud en afstelling
6-22
6
DAU23193
Middenbok controleren en sme-
renDe werking van de middenbok moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en de scharnierpunten en de metaal-op-
metaal contactvlakken moeten indien no-
dig worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA11302
Als de middenbok niet soepel omhoog
en omlaag beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer deze te controleren of te
repareren. Een slecht functionerende
middenbok kan het wegdek raken en u
afleiden, waardoor u de controle over de
machine kunt verliezen.
DAU23273
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
1. Middenbok
1
ZAUM0455
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
U1GBD1D0.book Page 22 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 56 of 76

Periodiek onderhoud en afstelling
6-23
6
LET OP
DCA10591
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te con-
troleren.
DAU45512
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Zet de machine op de middenbok.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on-
derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
DAU23292
Controleren van wiellagersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
ZAUM0932
ZAUM0297
U1GBD1D0.book Page 23 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 57 of 76

Periodiek onderhoud en afstelling
6-24
6
DAUM3281
AccuEen slecht onderhouden accu zal gaan cor-
roderen en verliest zijn lading snel. Het
elektrolytniveau, de aansluitpolen voor de
accukabels en de ligging van de ontluch-
tingsslang moeten worden gecontroleerd
voor iedere rit en volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
Om het elektrolytniveau te controleren
1. Zet de scooter op een vlakke onder-
grond en houd hem rechtop.OPMERKINGZorg dat de scooter rechtop staat bij het
controleren van het elektrolytniveau.
2. Verwijder paneel A. (Zie pagina 6-7.)
3. Controleer het elektrolytniveau in de
accu.OPMERKINGHet elektrolytniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.4. Als de elektrolyt bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, vul dan gedistilleerd water bij tot
de merkstreep voor maximumniveau.
LET OP: Gebruik uitsluitend gedis-
tilleerd water, aangezien kraanwa-
ter mineralen bevat die schadelijk
zijn voor de accu.
[DCA10612]
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden na-
bij accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
d
e buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
1. Zekering
2. AccuZAUM1079
12
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
+
UPPER
LOWER
1
2ZAUM0106
U1GBD1D0.book Page 24 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 58 of 76

Periodiek onderhoud en afstelling
6-25
6
5. Controleer de aansluitingen van de
accukabels, zet ze indien nodig vast
en corrigeer de ligging van de ontluch-
tingsslang.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de scooter lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad volledig bij en zet dan weg
op een koele en droge plek. LET OP:
Draai voordat u de accu verwijdert
de sleutel naar “ ” en haal dan
eerst de negatieve kabel en daarna
de positieve kabel los.
[DCA17712]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt opgeborgen, moet het soortelijk
gewicht van de elektrolyt minstens
eens per maand worden gecontro-
leerd; laad de accu dan indien nodig
steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar “ ”
en sluit vervolgens eerst de positie-
ve kabel en daarna de negatieve ka-
bel aan.
[DCA17722]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen en kijk of de ontluchtings-
slang de juiste ligging heeft, in goede
conditie verkeert en niet verstopt of af-gekneld is. LET OP: Als het ontluch-
tingsslangetje zo wordt geplaatst
dat het frame wordt blootgesteld
aan elektrolyt of gas uit de accu,
kan externe en structurele schade
aan het frame ontstaan.
[DCA10602]
LET OP
DCAM1120
Houd de accu steeds opgeladen.
Stallen van een ontladen accu kan
leiden tot permanente accuschade.
Na het installeren van de accu dient
u het contactslot drie keer van “ ”
naar “ ” te draaien met tussenpo-
zen van drie seconden om het stati-
onairregelsysteem te initialiseren.
DAUM3271
De zekering vervangenDe hoofdzekeringhouder bevindt zich
naast de accu. Verwijder paneel A om toe-
gang te krijgen tot de zekering. (Zie pagina
6-7.)
Vervang de zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “ ” en
schakel alle elektrische circuits uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15132]
LET OP: Draai na het verwij-
1. Zekering
2. AccuZAUM1079
12
U1GBD1D0.book Page 25 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 59 of 76

Periodiek onderhoud en afstelling
6-26
6
deren en plaatsen van de hoofdze-
kering het contactslot drie keer
van “ ” naar “ ” met tussenpo-
zen van drie seconden om het stati-
onairregelsysteem te initialiseren.[DCAM1130]
3. Draai de contactsleutel naar “ ” en
schakel de elektrische circuits in om te
zien of de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAUS1403
Koplampgloeilamp vervangenVervang de koplampgloeilamp als volgt als
deze is doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zorg dat de volgende onder-
delen niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak g
een kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
LET OP
DCA10671
Het is aan te bevelen dit werk uit te laten
voeren door een Yamaha dealer.1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder stroomlijnpaneel A. (Zie pa-
gina 6-7.)
3. Maak de koplampstekker los.
4. Verwijder de gloeilampkap. Voo rgeschreven zekering:
15.0 A1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
U1GBD1D0.book Page 26 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM
Page 60 of 76

Periodiek onderhoud en afstelling
6-27
6
5. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
6. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
7. Breng de gloeilampkap aan.
8. Sluit de koplampstekker aan.
9. Breng het stroomlijnpaneel aan.10. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
DAU70164
Parkeerlichtgloeilamp vervangen
(voor CHE)1. Verwijder stroomlijnpaneel A.
2. Trek de fitting van de parkeerlicht-
gloeilamp naar buiten.
3. Trek de oude gloeilamp naar buiten.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Monteer de fitting van de parkeerlicht-
gloeilamp.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
1. Gloeilampkap
1. GloeilamphouderZAUM0935
1
ZAUM0936
1
1. Fitting parkeerlichtgloeilampZAUM0940
1
U1GBD1D0.book Page 27 Wednesday, October 4, 2017 3:32 PM