display YAMAHA EC-03 2012 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2012, Model line: EC-03, Model: YAMAHA EC-03 2012Pages: 78, PDF Size: 2.13 MB
Page 6 of 78

INHOUDSOPGAVEVEILIGHEIDSINFORMATIE .............. 1-1
Andere aandachtspunten voor
veilig rijden .................................. 1-4
Accu veilig opladen .... ..................... 1-5
BESCHRIJVING ................................ 2-1
Aanzicht linkerzijde .......................... 2-1
Aanzicht rechterzijde ....................... 2-2
Bedieningen en instrumenten .......... 2-3
FUNCTIES VAN DE EC-03 ................ 3-1
Kenmerken ..................................... 3-1
Afgelegde afstand ........ ................... 3-1
Effectief gebruik van de accu ......... 3-2
Accuniveau ................ ..................... 3-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN ............................. 4-1
Zoemer ........................................... 4-1
Contactslot/stuurslot ....................... 4-1
Multifunctioneel display .................. 4-2
Veiligheidsslot gebruiken ................ 4-7
Stuurschakelaars .......................... 4-10
Voorremhendel ........................ ..... 4-11
Achterremhendel ....... ................... 4-11
Zadel ............................................. 4-11
Helmbevestiging ........................... 4-12
Bagagehaak .............. ................... 4-13
Handgreep ................. ................... 4-13 VOOR UW VEILIGHEID –
CONTROLES VOOR HET
RIJDEN
.............................................. 5-1
ACCU OPLADEN ............................... 6-1
Oplaadlocatie voor accu ................. 6-1
Laadprocedure ............. .................. 6-3
Laadtijd ........................................... 6-8
Display met voortgang van laden ........................................... 6-9
Accu ............................................... 6-9
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE .............................. 7-1
Voorbereidingen voordat u wegrijdt ....................................... 7-1
Wegrijden ....................................... 7-3
Sneller en langzamer rijden ........... 7-4
Remmen ......................................... 7-5
Parkeren ......................................... 7-5
PERIODIEK ONDERHOUD EN
AFSTELLINGEN ................................ 8-1
Algemeen smeer- en onderhoudsschema .................... 8-2
Controleren op afwijkende motorgeluiden ............................. 8-4
Snelheidsregelaar controleren ....... 8-4
Banden ........... ............................ .... 8-5
Gietwielen ...................................... 8-6 Vrije slag van voor- en
achterremhendel afstellen ........... 8-6
Controleren van voor- en achterremschoenen ... .................. 8-7
Kabels controleren en smeren ........ 8-8
Voor- en achterremhendel smeren ........................................ 8-8
Middenbok controleren en
smeren ........................................ 8-9
Voorvork controleren ...................... 8-9
Stuursysteem controle ren ............. 8-10
Controleren van wiellagers ........... 8-10
Koplampgloeilamp vervangen ...... 8-11
Gloeilamp in remlicht/achterlicht vervangen ....... ........................... 8-12
Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen ....... ........................... 8-13
Laadkabel en laadstekker controleren ................................ 8-13
Problemen oplossen ..................... 8-14
VERZORGING EN STALLING VAN
DE SCOO
TER.................................... 9-1
Matkleur, let op ............................... 9-1
Verzorging ...................................... 9-1
Stalling ............................................ 9-3
SPECIFICATIES .............................. 10-1
GEBRUIKERSINFORMATIE ............ 11-1
Identificatienummers ... .................. 11-1
1CB-9-DA-D0.book 1 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
Page 14 of 78

BESCHRIJVING
2-3
12
3
4
5
6
7
8
9
DAU10430
Bedieningen en instrumenten
12
4
5
3
1. Achterremhendel (pagina 4-11)
2. Stuurschakelaars (pagina 4-10)
3. Multifunctioneel display (pagina 4-2)
4. Voorremhendel (pagina 4-11)
5. Snelheidsregelaar (pagina 8-4)
1CB-9-DA-D0.book 3 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
Page 18 of 78

FUNCTIES VAN DE EC-03
3-4
1
23
4
5
6
7
8
9
Referentietabel accuniveau
BrandtKnippert
Accuniveau (%) Accuniveau-indicator
in het display
Wat te doen
OK. U kunt rijden.
OK. U kunt rijden.
Het 4e segment knippert om aan te geven dat de resterende acculading nu boven de
helft is.
OK. U kunt rijden.
Verminderd vermogen bergopwaarts.
Laad de accu op. Het laatste segment knippert en de zoemer klinkt om aan te geven dat de resterende
acculading nu circa 10 % is.
Stop onmiddellijk met rijden en laad de accu op.
Er is geen acculading meer en het is niet mogelijk om te rijden
Laad de accu onmiddellijk op.
Dit symbool wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de conditie van de accu .
1CB-9-DA-D0.book 4 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
Page 20 of 78

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
4-2
1
2
34
5
6
7
8
9
Om het stuur te vergrendelen1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in endraai deze dan naar “LOCK”. Houd de
sleutel hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit. Om het stuur te ontgrendelen
Druk de sleutel in en draai deze dan naar
“OFF”. Houd de sleutel hierbij ingedrukt.
DAU53930
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA12312
Zet de machine stil voordat u wijzigingen
aanbrengt in de instellingen van het mul-
tifunctionele display. Het aanbrengen
van wijzigingen tijdens het rijden kan u
afleiden en vergroot het risico op eenongeval.
1. Drukken.
2. Draaien.
1
2
1. Drukken.
2. Draaien.
1
2
1CB-9-DA-D0.book 2 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
Page 21 of 78

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
4-3
2
345
6
7
8
9
De EC-03 is uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor de accu en regeleen-heid. Wanneer u de sleutel naar “ON”
draait, start het zelfdiagnosesysteem auto-
matisch en worden alle displaysegmenten
van de multifunctionele meter weergege-
ven. Wanneer het ze
lfdiagnosesysteem is
voltooid, schakelt het display automatisch
naar de stand-bymodus . In de stand-bymo-
dus gaat “PUSH” knipperen.
Druk op een van de volgende knoppen om
naar de rijmodus te gaan. Wanneer de machine in de rijmodus staat,
worden de bedrijfsstatusindicator “RUN” en
de gereed-indicatoren weergegeven.1. Waarschuwingssymbool “ ”
2. Snelheidswaarschuwingsindicator
“SPEED”
3. Ritteller/kilometerteller/temperatuurwaar- schuwing “Trip”/“Odo”/“HEAT”
4. Regelknoppen
5. Waarschuwingslampje
6. Accuniveau-indicator
7. Bedrijfsstatusindicator “RUN”
8. Veiligheidsslotindicator “ LOCK”
9. Snelheidsmeter
1
2
3
4
5 6 7 8 9
1. Knop 1 “POWER”
2. Knop 2 “SET”
3. Knop 3 “SELECT”
1. Bedrijfsstatusindicator “RUN”
2. Gereed-indicatoren
12
3
12
1CB-9-DA-D0.book 3 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
Page 22 of 78

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
4-4
1
2
34
5
6
7
8
9
OPMERKINGWanneer de machine in de rijmodus staat,
klinkt de zoemer. De zoemer stopt wanneer
u de remhendel bedient of met de machinegaat rijden.
Regelknoppen
Knop 1 “POWER”
Knop 2 “SET”
Knop 3 “SELECT”
Met deze knoppen kunt u de volgende han-
delingen en instellingen uitvoeren.
Vanuit de stand-bymodus naar de rij-
modus gaan
Schakelen tussen de kilometerteller
en de ritteller
Ritteller terugstellen op nul
Veiligheidsnummer registreren en wij-
zigen
Veiligheidsslot vergrendelen en ont-
grendelen
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter toont de actuele rijsnel-
heid.
Ritteller “Trip”
De rittellers tonen de afstand afgelegd sinds
de tellers het laatst werden teruggesteld op
nul. Als u de ritteller op nul wilt terugstellen, houdt u knop 3 “SELECT” enkele seconden
ingedrukt totdat “0.0” wordt weergegeven.
Kilometerteller “Odo”
Houd knop 3 “SELECT” minstens een se-
conde lang ingedrukt om het display te
schakelen naar de kilometerteller.
De kilometerteller toont de totale afgelegde
afstand. Gebruik de kilometerteller als refe-
rentie voor de interv
alperioden voor het uit-
voeren van periodiek onderhoud.
Houd knop 3 minstens een seconde lang in-
gedrukt om het display te schakelen naar
de ritteller.
Temperatuurwaarschuwing “HEAT”/
“COOL”
De EC-03 is uitgerust met een temperatuur-
beveiligingsfunctie om de accu en rege-
leenheid te beschermen.
Als een probleem wordt gedetecteerd,
wordt het display met de ritteller/kilometer-
teller geannuleerd en gaat “COOL” of
“HEAT” knipperen.
Wanneer de temperatuur van de accu
of regeleenheid een bepaalde tempe-
ratuur overschrijdt, gaat “HEAT” knip-
peren.
Wanneer de temperatuur van de accu
onder een bepaalde temperatuur
komt, gaat “COOL” knipperen.
OPMERKING
Wanneer de temperatuur van de accu
een bepaalde temperatuur over-
schrijdt, gaat “HEAT” knipperen en
wordt het rijvermogen beperkt om het
elektrisch uitgangsvermogen van de
accu te begrenzen. Dit is normaal.
Wanneer de temperatuur van de accu
onder een bepaalde temperatuur
komt, gaat “COOL” knipperen en
wordt het rijvermogen beperkt om het
elektrisch uitgangsvermogen van de
accu te begrenzen. Dit is normaal.
Als u gedurende lange tijd in hoge
temperaturen met de machine rijdt,
kan “HEAT” gaan knipperen en kan de
rijsnelheid worden beperkt.
Als u met de machine gaat rijden nadat
deze op een warme locatie of in direct
zonlicht heeft ges taan, kan “HEAT”
gaan knipperen en kan de rijsnelheid
worden beperkt.
Als u met de machine gaat rijden nadat
deze op een zeer koude locatie (lager
dan 0 C) heeft gestaan, kan “COOL”
gaan knipperen en kan de rijsnelheid
worden beperkt.
Wanneer de accuniveau-indicator
minder dan twee segmenten toont en
de machine wordt blootgesteld aan
hoge temperaturen, kan “COOL” gaan
1CB-9-DA-D0.book 4 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
Page 23 of 78

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
4-5
2
345
6
7
8
9
knipperen en kan de rijsnelheid wor-
den beperkt.
Wanneer u lange tijd bergopwaarts
rijdt, kan “HEAT” gaan knipperen en
kan de rijsnelheid worden beperkt.
Wanneer u lange tijd bergopwaarts
rijdt, kan de temperatuur van de rege-
leenheid stijgen en kan “HEAT” gaan
knipperen. Als u voortdurend blijft rij-
den, gaat de bedrijfsstatusindicator
“RUN” uit om de regeleenheid te be-
schermen en is verder rijden mis-
schien niet meer mogelijk. Dit is echtergeen storing.
U kunt met de machine rijden wanneer de
bedrijfsstatusindicator “RUN” in het display
wordt weergegeven. De rijsnelheid kan ech-
ter worden beperkt om het elektrisch uit-
gangsvermogen van de accu te begrenzen
vanwege de hoge accutemperatuur. Wanneer de accuniveau-indicator minder
dan twee segmenten toont of het elektrisch
uitgangsvermogen van
de accu is begrensd
vanwege de accutemperatuur, wordt het rij-
vermogen sterk beperkt. Dit is echter geen
storing.
Wanneer de accu en regeleenheid weer de
normale bedrijfstemperatuur hebben be-
reikt en de bedrijfsstatusindicator “RUN”
wordt weergegeven, keert het display met
de temperatuurwaarschuwing automatisch
terug naar het display met de ritteller/kilo-
meterteller.
Als de bedrijfsstatusindicator “RUN” niet
wordt weergegeven, kunt u niet met de ma-
chine rijden. Draai de sleutel naar “OFF” en laat de accu
en regeleenheid afkoelen voordat u weer
gaat rijden.
OPMERKINGWanneer de bedrijfsstatusindicator “RUN”
verdwijnt en u kunt niet verder rijden, kunt u
de temperatuurwaarschuwing annuleren
door de sleutel naar “OFF” en vervolgens
terug naar “ON” te draaien nadat de accu enregeleenheid zijn afgekoeld.
WAARSCHUWING
DWA15631
Draai de sleutel naar “OFF” voordat u de
EC-03 gaat duwen of verplaatsen. De
machine kan plotseling gaan rijden als u
de snelheidsregelaar opendraait wan-neer de sleutel naar “ON” is gedraaid.
1. Bedrijfsstatusindicator “RUN”
2. Temperatuurindicator “HEAT”
1
2
1. Ritteller/kilometerteller
1
1CB-9-DA-D0.book 5 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
Page 25 of 78

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
4-7
2
345
6
7
8
9
enkele seconden uitgaat, is er geen storing.U kunt rijden.
DAU50034
Veiligheidsslot gebruiken De EC-03 is uitgerust met een veiligheids-
slot dat u kunt gebruiken door een veilig-
heidsnummer te registreren. Wanneer het
veiligheidsnummer is ingesteld, kunt u pas
met de machine rijden nadat het juiste vei-
ligheidsnummer is ingevoerd. Dit geldt ook
als u de sleutel naar “ON” draait.
Veiligheidsnummer registreren en wijzi-
gen
WAARSCHUWING
DWA15611
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
het veiligheidsnummer gaat registreren
of wijzigen. Het aanbrengen van wijzigin-
gen tijdens het rijden kan u afleiden envergroot het risico op een ongeval.OPMERKINGAls de registratieprocedure niet binnen één
minuut wordt voltooid, wordt de registratie-/
wijzigingsmodus voor het veiligheidsnum-
mer geannuleerd. Als de modus wordt ge-annuleerd, herhaalt u de procedure.
1. Draai de sleutel naar “ON”. Gedurende enkele seconden worden
alle displaysegmenten weergegeven.
Vervolgens gaat de machine naar de
stand-bymodus en knippert “PUSH”.
OPMERKINGWanneer het veiligheidsslot is vergrendeld,
wordt de veiligheidsslotindicator “ LOCK”
weergegeven wanneer de machine in destand-bymodus staat.
2. Druk op een van de knoppen om naar de rijmodus te gaan.1. Veiligheidsslotindicator “ LOCK”
1
1CB-9-DA-D0.book 7 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
Page 26 of 78

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
4-8
1
2
34
5
6
7
8
9
Het display toont dat de machine in de
rijmodus staat.
OPMERKING
Wanneer het veiligheidsslot is ver-
grendeld, gaat u naar de rijmodus en
voert u het veiligheidsnummer in omhet veiligheidsslot te ontgrendelen.
(Zie pagina 7-1 voor meer informatie
over het ontgrendelen van het veilig-
heidsslot.)
Wanneer de machine naar de rijmo-
dus gaat, klinkt de
zoemer. De zoemer
stopt wanneer u de remhendel bedientof met de machine gaat rijden.
3. Druk tegelijkertijd op knop 2 en 3. Het display verandert in de registratie-
modus voor het veiligheidsslot.
Veiligheidsnummer voor de eerstekeer registrerenGa door naar stap 5.
Veiligheidsnummer wijzigen“OLD” en “– – – – –” worden weerge-
geven. 4. Voer het geregistreerde veilig-
heidsnummer in met de knoppen.
Ga door naar stap 5 als het juiste vei-
ligheidsnummer is ingevoerd.
Als een onjuist nummer is ingevoerd,
klinkt de zoemer, knippert “NG” gedu-
rende enkele seconden en keert de
1. Knop 1 “POWER”
2. Knop 2 “SET”
3. Knop 3 “SELECT”
12
3
1. Indicator ingevoerd nummer “– – – – –”
2. Indicator geregistreerd nummer “OLD”
2
1
1CB-9-DA-D0.book 8 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分
Page 28 of 78

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
4-10
1
2
34
5
6
7
8
9
OPMERKING
Zorg dat u het veiligheidsnummer no-
teert en op een veilige plaats bewaart.
Als u op knop 3 “SELECT” drukt, wordt
het display geschakeld tussen “OK” en
“NG”.
Als u het geregistreerde veilig-
heidsnummer wilt wijzigen, schakelt u
het display naar “NG” door op knop 3
“SELECT” en vervolgens op knop 2
“SET” te drukken. Herhaal de proce-dure vanaf stap 5.
Veiligheidsslot vergrendelen en ont-
grendelen
Veiligheidsslot vergrendelen
Houd knop 2 “SET” gedurende enkele se-
conden ingedrukt. Wanneer het veiligheids-
slot is vergrendeld, wordt de veiligheidsslotindicator “ LOCK” weerge-
geven.
OPMERKINGVergrendel het veiligheidsslot niet wanneer
reparatie of onderhoud aan de machinewordt uitgevoerd door een Yamaha-dealer.
Veiligheidsslot ontgrendelenDruk op een van de knoppen om naar de
stand-bymodus te gaan en voer vervolgens
het veiligheidsnummer in. (Zie “Voorberei-
dingen voordat u wegrijdt” op pagina 7-1.)
DAU1234A
Stuurschakelaars
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
1. Veiligheidsslotindicator “ LOCK”
1
1. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
2. Claxonschakelaar “ ”
1
2
1CB-9-DA-D0.book 10 ページ 2012年5月7日 月曜日 午前10時57分