YAMAHA FJR1300A 2008 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2008, Model line: FJR1300A, Model: YAMAHA FJR1300A 2008Pages: 100, PDF Size: 3.75 MB
Page 41 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-27
3
Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b).OPMERKING:Breng de gewenste groef op het stelmecha-
nisme in lijn met het bovenvlak van de vork-plug.Uitveerdemping
Draai om de uitveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stelknop
op beide vorkpoten in de richting (a). Draai
om de uitveerdemping te verlagen en zo de
vering zachter te maken de stelknop op bei-
de vorkpoten in de richting (b).Inveerdemping
Draai om de inveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stel-
schroef op beide vorkpoten in de richting
(a). Draai om de inveerdemping te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
schroef op beide vorkpoten in de richting
(b).1. Huidige instelling
2. VorkplugAfstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
6
Standaard:
4
Maximum (hard):
1
1. Stelknop voor uitveerdemping
Afstelling uitveerdemping:
Minimum (zacht):
17 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
12 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
1. Stelschroef voor inveerdemping
Afstelling inveerdemping:
Minimum (zacht):
21 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
12 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
U3P6D2D0.book Page 27 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 42 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-28
3
LET OP:
DCA10100
Probeer nooit een stelmechanisme voor-
bij de maximum- of minimuminstelwaar-den te verdraaien.OPMERKING:Door geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeenko-
men; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan tepassen.
DAU14911
Afstellen van de schokdemperu-
nit Deze schokdemperunit is uitgerust met een
stelhefboom voor veervoorspanning en een
stelknop voor uitveerdemping.LET OP:
DCA10100
Probeer nooit een stelmechanisme voor-
bij de maximum- of minimuminstelwaar-den te verdraaien.
Veervoorspanning
Om zonder passagier te rijden, zet u de stel-
hefboom voor veervoorspanning in richting
(b). Om met passagier te rijden, zet u de
stelhefboom voor veervoorspanning in rich-
ting (a).Uitveerdemping
Draai om de uitveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stelknop
in de richting (a). Draai om de uitveerdem-
ping te verlagen en zo de vering zachter te
maken de stelknop in de richting (b).1. Stelhefboom veervoorspanning
1. Stelknop voor uitveerdempingAfstelling uitveerdemping:
Minimum (zacht):
20 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
12 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
3 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
U3P6D2D0.book Page 28 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 43 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-29
3
WAARSCHUWING
DWA10220
Deze schokdemper is gevuld met stik-
stofgas onder hoge druk. Lees en be-
grijp de volgende informatie alvorens de
schokdemper te gebruiken. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade aan eigendommen of voor
persoonlijk letsel als dit voortvloeit uit
verkeerd gebruik.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemper niet bloot aan
open vuur of aan andere hittebron-
nen, anders kan deze door de op-
lopende druk exploderen.
Vervorm of beschadig de gascilin-
der op geen enkele wijze, de dem-
pende werking zal dan
achteruitgaan.
Laat onderhoud aan de schokdem-
per altijd uitvoeren door eenYamaha dealer.
DAU40501
Knop handvatverwarming Dit voertuig is uitgerust met handvatverwar-
ming, die alleen te gebruiken is als de motor
loopt.
Regel de temperatuur van de handvatten
met de knop handvatverwarming, die zich
bij het toebehorenvak bevindt.
De knop handvatverwarming is in te stellen
tussen de posities “LO” en “HI”. Draai de
knop in richting (a) om de temperatuur te
verhogen. Draai de knop in richting (b) om
de temperatuur te verlagen. Zet het
teken“” op de knop tegenover “OFF” om
de handvatverwarming uit te schakelen.
OPMERKING:Als het voertuig stilstaat of met zeer lage
snelheid rijdt (b.v. in een file), is de tempe-
ratuur van de handvatverwarming lager dantijdens rijden met hogere snelheden.LET OP:
DCA15520
Draag handschoenen wanneer u de
handvatverwarming gebruikt.
Als de omgevingstemperatuur 20
°C (68 °F) of meer bedraagt, zet de
knop handvatverwarming dan niet
in de stand “HI”.
Als het stuurhandvat of de gashen-
del versleten of beschadigd is, ge-
bruik de handvatverwarming dan
niet meer en vervang handvat enhendel.WAARSCHUWING
DWA14510
Draai niet aan de knop handvatverwar-ming terwijl het voertuig in beweging is.
1. Stand “LO” (laag)
2. Stand “OFF” (uit)
3.“”-merkteken
4. Knop handvatverwarming
5. Stand “HI” (hoog)
U3P6D2D0.book Page 29 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 44 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-30
3
DAU15301
Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKING:De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitlegover het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10240
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig zo-
als hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer alsde werking niet naar behoren is.
DAU44900
Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de
sperschakelaar voor de zijstandaard, de
sperschakelaar voor de koppelingshendel
en de vrijstandschakelaar deel uitmaken)
heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersys-
teem regelmatig, hanteer daarbij de volgen-
de werkwijze.WAARSCHUWING
DWA10260
Bij deze inspectie moet de machine
op de middenbok worden gezet.
Als zich een storing voordoet,
vraag dan alvorens te gaan rijden
een Yamaha dealer het systeem tecontroleren.
U3P6D2D0.book Page 30 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 45 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-31
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar aanstaat.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.De vrijstandschakelaar is mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De sperschakelaar van de zijstandaard is
mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De sperschakelaar van de koppelingshendel is
mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
U3P6D2D0.book Page 31 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 46 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-32
3
DAU39651
Gelijkstroom aansluitcontact
voor accessoires Dit voertuig is uitgerust met een ge-
lijkstroom aansluitcontact in de accessoire-
box.
Een 12V-accessoire dat is aangesloten op
dit aansluitcontact, kan worden gebruikt
wanneer de sleutel in de stand “ON” staat,
maar mag alleen worden gebruikt wanneer
de motor draait.LET OP:
DCA15430
Het accessoire dat is aangesloten op het
gelijkstroom aansluitcontact voor ac-
cessoires moet niet worden gebruikt ter-
wijl de motor uit staat en de
stroomonttrekking mag niet meer bedra-
gen dan 30 W (2.5 A), anders raakt deaccu mogelijk ontladen.
Gebruiken van het gelijkstroom aansluit-
contact voor accessoires
1. Open het deksel van de accessoire-
box. (Zie pagina 3-24.)
2. Draai de sleutel naar “OFF”.
3. Verwijder het deksel van het aansluit-
contact.4. Plaats de stekker van het accessoire
in het aansluitcontact.
5. Draai de sleutel naar “ON” en start
daarna de motor. (Zie pagina 5-1.)
WAARSCHUWING
DWA14360
Om een elektrische schok of kortsluiting
te voorkomen, dient u te controleren of
de dop op het gelijkstroom aansluitcon-
tact is aangebracht als het contact nietwordt gebruikt.
1. Dop gelijkstroom aansluitcontact
1. Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoi-
res
U3P6D2D0.book Page 32 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 47 of 100
CONTROLES VOOR HET STARTEN4-1
4
DAU15593
De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van zijn of haar machine. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer
en wind vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het weg-
vallen van de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang om voorafgaand aan elke rit een visuele inspectie
uit te voeren en bovendien de volgende punten te controleren.OPMERKING:Voordat de machine wordt gebruikt moet telkens een korte algemene controle worden uitgevoerd. Zo’n inspectie neemt maar weinig tijdin beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins waard.
WAARSCHUWING
DWA11150
Als een onderdeel uit de Controlelijst voor gebruik niet naar behoren werkt, laat het dan controleren en repareren alvorens demachine te gebruiken.
U3P6D2D0.book Page 1 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 48 of 100
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-2
4
DAU15605
Controlelijst voor gebruik
ITEM CONTROLES PAGINA
BrandstofControleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-18
MotorolieControleer het olieniveau in de motor.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage.6-9
CardanolieControleer de machine op olielekkage. 6-12
KoelvloeistofControleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
Controleer het koelsysteem op lekkage.6-13
VoorremControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-21, 6-22
AchterremControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-21, 6-22
U3P6D2D0.book Page 2 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 49 of 100
CONTROLES VOOR HET STARTEN4-3
4
KoppelingControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type vloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-20, 6-22
GasgreepControleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de kabel.
Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stellen,
en de kabel en het kabelhuis te smeren.6-17, 6-24
BedieningskabelsControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig.6-23
Wielen en bandenControleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.6-17, 6-20
Rem- en schakelpedalenControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten.6-24
Rem- en koppelingshendelsControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.6-24
Middenbok, zijstandaardControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de scharnierpunten.6-25
FramebevestigingenControleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
Zet indien nodig vast.—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaarsControleer de werking.
Corrigeer indien nodig.—
Sperschakelaar voor de zij-
standaardControleer de werking van het startspersysteem.
Als het systeem defect is, vraag dan een Yamaha dealer de machine na te kijken.3-30 ITEM CONTROLES PAGINA
U3P6D2D0.book Page 3 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 50 of 100
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15950
WAARSCHUWING
DWA10270
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.
Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.
Controleer of de zijstandaard is in-
getrokken alvorens weg te rijden.
Als de zijstandaard niet behoorlijk
is ingetrokken, kan deze de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor u de macht over het stuurverliest.
DAU39891
Starten van de motor Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.WAARSCHUWING
DWA10290
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-30.
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-daard omlaag staat.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op“” is gezet.
LET OP:
DCA15450
De volgende waarschuwingslampjes en
het controlelampje moeten enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje olieniveau
Waarschuwingslampje motorsto-
ring
Controlelampje startblokkering
ABS-waarschuwingslampje
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet dooft, zie dan pagina 3-3
voor een controle van het circuit van het
betreffende waarschuwings- of controle-
lampje.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.OPMERKING:Als de versnellingsbak in de vrijstand staat,
moet het vrijstandcontrolelampje branden;
zo niet, vraag dan een Yamaha dealer hetelektrisch circuit te testen.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken.OPMERKING:Als de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere startpo-
ging moet zo kort mogelijk duren om de
accu te sparen. Laat de startmotor nooit lan-ger dan 10 seconden aaneen draaien.LET OP:
DCA11040
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van demotor!
U3P6D2D0.book Page 1 Friday, September 14, 2007 9:17 AM