display YAMAHA MAJESTY 125 2009 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2009, Model line: MAJESTY 125, Model: YAMAHA MAJESTY 125 2009Pages: 88, PDF Size: 3.04 MB
Page 15 of 88
DAU10430
Bedieningen en instrumenten
123546798
BESCHRIJVING
2-3
2
1. Achterremhendel (pagina 3-7)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-6)
3. Voorste opbergcompartiment (pagina 3-11)
4. Kijkglas koelvloeistofniveau (pagina 6-12)
5. Snelheidsmeter/Multifunctioneel display (pagina 3-3)6. Contactslot/stuurslot (pagina 3-1)
7. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-6)
8. Gasgreep (pagina 6-15)
9. Voorremhendel (pagina 3-7)
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 15
Page 18 of 88
cuit te testen.DCA10021
LET OP
Laat de motor niet draaien terwijl
deze oververhit is.
OPMERKING
●Bij machines met een of meer
radiatorkoelvinnen schakelt de
radiatorkoelvin automatisch in of
uit op basis van de koelvloeistof-
temperatuur in de radiator.
●Als de motor oververhit raakt,
staan op pagina 6-33 nadere ins-
tructies vermeld.
DAUS1362
Snelheidsmeterunit
1. “TRIP”-toets/”RESET”-toets
2. Multifunctioneel display
3. Snelheidsmeter
4. Rode zone
De snelheidsmeterunit is voorzien van
het volgende:
●een snelheidsmeter (die de
actuele rijsnelheid aangeeft)
DCAS0010
LET OP
Rijd niet met de scooter met de
snelheidsmeter in de rode zone.
Rode zone: 120 km/h (75 mph) en
hoger
●een kilometerteller (die de totale
afgelegde afstand toont)
●een ritteller (die de afgelegde afs-
tand toont sinds de teller het
laatst werd teruggesteld op nul)
Door het indrukken van de “TRIP”-
toets wisselt de weergave tussen kilo-
meterteller “ODO” en ritteller “TRIP”.
Om de ritteller terug te stellen, scha-
kelt u over naar de “TRIP”-modus,
waarna u de “TRIP”-toets minstens 1
seconde lang ingedrukt houdt. De rit-
teller kan samen met de brandstofni-
veaumeter worden gebruikt om de
afstand te schatten die met een volle
brandstoftank kan worden afgelegd.
Deze informatie stelt u in staat de vol-
gende tankstops te plannen.
Instellen van de
kilometerteller/rittellerweergave
Om de kilometerteller en de ritteller in
te stellen op weergave in kilometers
of in mijlen gaat u als volgt te werk.
1. Draai de sleutel naar “ ” terwijl
u de resettoets ingedrukt houdt.
2. Laat de resettoets los zodra het
display oplicht.
TOTALTRIP
1
2
34
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 18
Page 19 of 88
3. De actuele weergave wordt op
het display getoond: “CONT”
(continentaal) voor kilometerwe-
ergave en “EnGL” (Engels) voor
mijlenweergave.
4. Druk de resettoets in om de
weergave te wijzigen.
5. Druk de resettoets twee secon-
den lang in om de instelling te
bevestigen.
OPMERKING
●De kilometerteller/rittellerweerga-
ve kan onbeperkt worden gewij-
zigd zolang de kilometerteller
minder dan 10 (kilometers of mij-
len) aangeeft. Bij een weergave
van 10 (kilometers of mijlen) of
meer is wijzigen niet meer moge-
lijk.
●Wisselen tussen de kilometer- en
mijlenweergave heeft geen invlo-
ed op de huidige kilometerte-
ller/rittellerweergave.
DAUS1460
Brandstof- en
accuspanningsmeter
1. Brandstofniveaumeter
2. Accuspanning
Als de sleutel naar “ ” wordt gedra-
aid, wordt gedurende twee seconden
de accuspanning aangegeven, daar-
na wordt de hoeveelheid brandstof in
de brandstoftank aangegeven. LET
OP: Als de naald daalt naar het
merkteken “10V” (laag), vraag dan
een Yamaha-dealer de accu te con-
troleren.
[DCAS0030]
OPMERKING
●De naald beweegt naar “E” (leeg)
naarmate het brandstofniveau
daalt.
●Vul zo snel mogelijk brandstof bij
als de naald bij “E” staat.Fuel
Battery
1
2
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 19
Page 46 of 88
2. Reinig het oppervlak van de bou-
giepakking en het pasvlak en ver-
wijder eventueel vuil uit de schro-
efdraad van de bougie.
3. Breng de bougie aan met behulp
van de bougiesleutel en zet vast
met het correcte aanhaalmo-
ment.
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar
is, wordt de bougie correct vastgezet
door handvast te zetten en dan nog
1/4–1/2 slag verder te draaien. De
bougie moet echter zo snel mogelijk
naar het juiste aanhaalmoment wor-
den aangedraaid.
4. Installeer de bougiedop.
DAUM1261
Motorolie
Vóór iedere rit moet het motorolieni-
veau worden gecontroleerd. Verder
moet de olie worden ververst volgens
de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudss-
chema en wanneer het display olie-
verversingstermijn gaat branden.
Om het motorolieniveau te
controleren
1. Zet de scooter op de middenbok.
Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een
paar minuten warmdraaien en zet
hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de
olie tot rust te laten komen, ver-
wijder de olievuldop, veeg de
peilstok schoon, steek deze weer
in de vulopening (zonder vast te
draaien) en neem dan weer uit
om het olieniveau te controleren.
1. Olievuldop
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maxi-
mumniveau staan.
1. Olievuldop
2. Peilstok
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
1
2
3
4
1Aanhaalmoment:
Bougie:
20 Nm (2,0 m•kgf, 14,5 ft•lbf)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-9
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 46
Page 47 of 88
4. Als de motorolie beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, vul dan voldoende olie, van
de aanbevolen soort, bij tot het
correcte niveau.
5. Steek de peilstok in de vulope-
ning en draai dan de olievuldop
vast.
Verversen van de motorolie
1. Start de motor, laat deze een
paar minuten warmdraaien en zet
hem dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de
motor om de gebruikte olie op te
vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de
aftapplug om de olie uit het car-
ter te laten stromen.
1. Olieaftapplug 1. Olieaftapplug
2. Ring
4. Controleer of de ring beschadigd
is en vervang indien nodig.
5. Breng de onderlegring en de olie-
aftapplug aan en zet de plug dan
vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
OPMERKING
Controleer of de onderlegring correct
aanligt.
6. Vul bij met de voorgeschreven
hoeveelheid van de aanbevolen
motorolie, breng dan de olievul-
dop aan en zet deze vast.
DCA11670
LET OP
●Gebruik geen olie met een
“CD”-dieselspecificatie of een
hogere kwaliteit dan gespecifi-
ceerd. Gebruik ook geen olie
met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
●Zorg dat er geen verontreini-
gingen in het carter terecht
komen.
7. Start de motor, laat deze een
paar minuten stationair draaien
en controleer daarbij op olielek-
kage. Als er sprake is van olielek-
kage, zet de motor dan direct af
en zoek de oorzaak.
8. Stel het display olieverversings-
termijn op de volgende wijze
terug.
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina
Oliehoeveelheid bij verversing:
1,20 L (1,27 US qt, 1,06 Imp.qt)
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:
32 Nm (3,2 m•kgf, 23,1 ft•lbf)
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-10
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 47
Page 48 of 88
Terugstellen van display
olieverversingstermijn:
1. Druk op de resettoets terwijl u de
sleutel naar “ ” draait.
2. Laat de resettoets los, het dis-
play olieverversingstermijn zal nu
uitgaan.
OPMERKING
Als de motorolie werd ververst voor-
dat het controlelampje olieverver-
singstermijn brandde (dus voordat de
periodieke intervalperiode voor olie-
verversing was verstreken), moet het
controlelampje na de olieverversing
worden teruggesteld om het eerstvol-
gende tijdstip voor olieverversing
correct aan te geven. Volg de hierbo-
ven beschreven werkwijze om het
controlelampje olieverversingstermijn
terug te stellen voordat de intervalpe-
riode voor olieverversing is verstre-
ken.
DAU20064
Eindoverbrengingsolie
Het eindoverbrengingshuis moet voor
elke rit worden gecontroleerd op olie-
lekkage. In geval van lekkage dient u
de scooter door een Yamaha dealer te
laten nakijken en repareren. Boven-
dien dient de eindoverbrengingsolie
als volgt te worden ververst op de
tijdstippen vermeld in het periodieke
onderhouds- en smeerschema.
1. Start de motor, warm de eindo-
verbrengingsolie op door enkele
minuten te rijden en zet dan de
motor af.
2. Zet de scooter op de middenbok.
3. Plaats een olieopvangbak onder
het eindoverbrengingshuis om de
gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de
aftapplug van de eindoverbren-
ging om de olie uit het eindover-
brengingshuis af te tappen.
1. Vuldop versnellingsbakolie
5. Breng de aftapplug voor de ein-
doverbrengingsolie aan en zet
deze vast met het voorgeschre-
ven aanhaalmoment.
1. Aftapplug versnellingsbakolie
1
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-11
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 48