YAMAHA MAJESTY 250 2001 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2001, Model line: MAJESTY 250, Model: YAMAHA MAJESTY 250 2001Pages: 95, PDF Size: 19.06 MB
Page 51 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-7
6
DCA00021
LET OP:@ De bougiekap kan wellicht moeilijk ver-
wijderd worden vanwege de rubber af-
dichting van de kap die vastzit in de
cilinderboring. Om beschadiging van de
bougiekap te voorkomen, mag u geen
gereedschap gebruiken om de kap te
verwijderen of aan te brengen. Om de
bougiekap te verwijderen, draait u deze
heen en weer terwijl u hem omhoog
trekt; om de bougiekap aan te brengen,
draait u deze heen en weer terwijl u hem
naar beneden drukt. @
DAU01827*
MotorolieControleren van het oliepeil
1. Plaats de motorfiets op een stevige,
vlakke ondergrond.
2. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie
blz. 3-13 voor het verwijderen en weer
aanbrengen van het zadel.)
3. Start de motor en laat deze enkele mi-
nuten warmdraaien tot de olie een
normale temperatuur van 60 °C heeft
bereikt.OPMERKING:@ Om de motorolie op de juiste temperatuur
te brengen voor een betrouwbare aflezing
van het oliepeil, moet u de motor eerst ge-
heel laten afkoelen en deze vervolgens en-
kele minuten lang laten warmdraaien tot de
normale bedrijfstemperatuur bereikt is. @4. Zet de motorfiets rechtop, laat de mo-
tor nog 10 seconden lang stationair
draaien en zet dan de motor af.5. Verwijder de motorolievuldop en veeg
de olie van de peilstok af. Steek de
peilstok weer in de vulopening van de
motor, maar draai de vuldop nog niet
vast, en trek de peilstok dan weer uit.
Het oliepeil moet tussen de maximum-
en minimum-merktekens liggen. Als er
te weinig olie is, vul dan motorolie bij
tot het voorgeschreven peil.
1. Olievuldop
D_5ja_Periodic.fm Page 7 Saturday, October 16, 1999 10:05 AM
Page 52 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-8
6
OPMERKING:@ l
Let op dat de motorfiets rechtop staat
wanneer u het oliepeil controleert. Als
de motorfiets iets overhelt, kan dit lei-
den tot een verkeerde aflezing.
l
Wees voorzichtig bij het aftoppen van
de olie niet te veel olie toe te voegen;
bij de bovenste helft van de peilstok
zal het peil sneller stijgen dan in het
begin.
@6. Steek de peilstok in de vulopening,
draai de olievuldop vast en installeer
dan het bestuurderszadel.
DCA00027
LET OP:@ Zorg dat de olievuldop/peilstok stevig is
vastgezet, anders kan er olie uit lekken
terwijl de motor loopt. @
Motorolie verversen en oliefilterelement
vervangen
1. Laat de motor enkele minuten warm-
draaien en zet dan de motor af.
2. Plaats een opvangbak onder de aftap-
bouten van het motorblok en verwijder
het bestuurderszadel en de olie-
vuldop.
3. Verwijder de aftapbouten en laat de
olie weglopen in de opvangbak.
4. Verwijder het oliefilter met een oliefil-
tersleutel.OPMERKING:@ Een oliefiltersleutel is verkrijgbaar bij elke
Yamaha dealer. @
1. Maximumpeil
2. Minimumpeil
3. Oliepeilstok
1. Motorolie-aftapbout (olietank)
D_5ja_Periodic.fm Page 8 Saturday, October 16, 1999 10:05 AM
Page 53 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-9
6
5. Monteer de aftapbouten en draai deze
aan met het voorgeschreven aantrek-
koppel.
6. Breng een dun laagje motorolie aan
op de pakkingring van het nieuwe olie-
filter.OPMERKING:@ Let op dat de pakkingring goed afsluit. @
7. Installeer het oliefilter en draai het met
een oliefiltersleutel vast, met het voor-
geschreven aantrekkoppel.
8. Giet niet meer dan 2,5 L olie in de olie-
tank, breng vervolgens de olievuldop
weer aan en draai deze vast.
9. Start de motor en laat deze enkele
malen op toeren komen.
10. Zet de motor af en verwijder de olie-
vuldop.11. Vul de tank geleidelijk op met de rest
van de aanbevolen hoeveelheid olie
terwijl u het peil controleert met de
peilstok.
DC000066
LET OP:@l
U mag geen chemische middelen
aan de motorolie toevoegen. De
motorolie dient tevens voor het
smeren van de koppeling en toege-
voegde middelen zouden de koppe-
ling kunnen doen slippen.
l
Let op dat er geen vreemde voor-
werpen in het carter terechtkomen.
@12. Breng de olievuldop aan.
1. Motorolie-aftapbout (motor)Aantrekkoppel:
Aftapbout (olietank):
43 Nm (4,3 m·kg)
Aftapbout (motor):
43 Nm (4,3 m·kg)
1. Oliefilterelement
Aantrekkoppel:
Oliefilter:
17 Nm (1,7 m·kg)
Aanbevolen motorolie:
Zie blz. 8-1.
Hoeveelheid motorolie:
Totale hoeveelheid:
5,0 L
Periodieke olieverversing:
3,7 L
Met vervanging oliefilter:
4,1 L
D_5ja_Periodic.fm Page 9 Saturday, October 16, 1999 10:05 AM
Page 54 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-10
6
13. Start de motor en laat deze enkele mi-
nuten warmdraaien. Controleer in de
tussentijd het motorblok op olielekka-
ge. Mocht u sporen van lekkage ont-
dekken, zet dan onmiddellijk de motor
af en probeer de oorzaak te achterha-
len.
14. Zet de motor af en controleer opnieuw
het oliepeil.
DAU01828
OverbrengingsolieControleren van het oliepeil
1. Zet de motorfiets goed rechtop.
2. Verwijder de oliecontrolebout van het
overbrengingshuis.
3. Als de olie niet tot aan de rand van de
controle-opening komt, verwijdert u de
olievuldop en vult u via de olievulope-
ning de vereiste hoeveelheid olie bij.OPMERKING:@ l
Breng de oliecontrolebout aan alvo-
rens u olie bijvult.
l
Breng na het bijvullen van olie de olie-
vuldop weer aan.
@
Olie verversen
1. Plaats de motorfiets op een stevige,
vlakke ondergrond.
2. Plaats een opvangbak onder het over-
brengingshuis.
3. Verwijder de aftapplug en laat de olie
weglopen in de opvangbak.
4. Installeer de aftapplug en de oliecon-
trolebout en draai deze vast met het
voorgeschreven aantrekkoppel.
1. Overbrengingsolievuldop
2. Overbrengingsolie-controlebout
1. Overbrengingsolie-aftapboutAantrekkoppel:
Aftapbout:
17,5 Nm (1,75 m·kg)
Oliecontrolebout:
7,5 Nm (0,75 m·kg)
D_5ja_Periodic.fm Page 10 Saturday, October 16, 1999 10:05 AM
Page 55 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-11
6
5. Vul het overbrengingshuis met de ver-
eiste hoeveelheid olie.
DCA00024
LET OP:@ Let op dat er geen voorwerpen in het
overbrengingshuis terecht komen. @6. Controleer het oliepeil.
7. Breng de olievuldop weer aan en draai
deze vast.
8. Controleer op olielekkage. Mocht u
sporen van lekkage ontdekken, pro-
beer dan de oorzaak te achterhalen.
DAU01829
LuchtfilterHet luchtfilter dient regelmatig schoonge-
maakt te worden, op de in de onderhoud-
stabel aangegeven tijdstippen.
Als u veel over stoffige wegen of in regen-
achtige gebieden rijdt, dient u het luchtfilter
vaker schoon te maken.
1. Verwijder de bouten van het luchtfilter-
huis.2. Draai de carburateurverbindings-
schroef los en trek het luchtfilterhuis
ietwat buitenwaarts.
1. Overbrengingsoliecontrole-openingAanbevolen olie:
Zie blz. 8-2.
Hoeveelheid motorolie:
0,4 L
1. Bout (´ 4)
2. Luchtfilterhuisdeksel
1. Carburateurverbindingsschroef
D_5ja_Periodic.fm Page 11 Saturday, October 16, 1999 10:05 AM
Page 56 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-12
6
3. Verwijder het deksel van het luchtfil-
terhuis door de schroeven er uit te
draaien.
4. Maak de luchtslangen los.5. Verwijder het luchtfilter door de
schroeven er uit te draaien.6. Klop licht tegen het luchtfilter om het
meeste stof en vuil er uit te verwijde-
ren en blaas dan de resten vuil er uit
met perslucht, zoals aangegeven.
Mocht het luchtfilter beschadigd zijn,
vervang het dan.
7. Monteer het luchtfilter weer en volg
hierbij de omgekeerde procedure.1. Schroef (´ 2)
2. Slang (´ 2)
1. Schroef (´ 2)
D_5ja_Periodic.fm Page 12 Saturday, October 16, 1999 10:05 AM
Page 57 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-13
6
OPMERKING:@ Vergeet niet de luchtslangen weer vast te
maken. @
DC000082
LET OP:@ l
Zorg dat het luchtfilter naar beho-
ren in de luchtfilter-behuizing zit.
l
Laat de motor nooit lopen zonder
dat het luchtfilter geïnstalleerd is.
Dit kan leiden tot bijzonder snelle
slijtage van cilinders en/of zuigers.
@
DAU00629
Afstelling van de carburateurDe carburateur is een bijzonder belangrijk
onderdeel van de motor. De afstelling ervan
dient bijzonder nauwkeurig te geschieden.
Het verdient aanbeveling om deze afstel-
ling over te laten aan uw Yamaha dealer die
de nodige kennis van zaken heeft en over
ruime ervaring beschikt. Het hieronder be-
schreven routine-onderhoudswerk kunt u
echter zelf uitvoeren.
DC000094
LET OP:@ De carburateur is na vele tests in de
Yamaha fabrieken afgesteld. Verande-
ren van de afstellingen kan leiden tot
slecht lopen van de motor en zelfs tot
beschadiging hiervan. @
DAU01168*
Afstelling stationair toerentalOPMERKING:@ Voor deze procedure dient u een diagnose-
toerenteller te gebruiken. @1. Sluit de toerenteller aan. Start de mo-
tor en laat deze enkele minuten lang
warmdraaien met een toerental van
1.000 à 2.000 tpm. Laat de motor af
en toe met een wat hoger toerental lo-
pen 4.000 à 4.400 tpm. De motor is
warm als deze snel op de beweging
van de gasgreep reageert.
1. Slang (´ 2)D_5ja_Periodic.fm Page 13 Saturday, October 16, 1999 10:05 AM
Page 58 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-14
6
2. Stel het stationair toerental nu op het
voorgeschreven toerental af, door de
gasklepstelschroef te verdraaien.
Draai de schroef in richting
a om het
toerental te verhogen en in richting
b
om het toerental te verlagen.OPMERKING:@ Als u het toerental niet op de voorgeschre-
ven waarde krijgt, raadpleeg dan een
Yamaha dealer. @
DAU00635
Kontroleren van de vrije speling
van de gaskabelDe gaskabel dient een voorgeschreven
vrije speling van 4 ~ 6 mm te hebben bij het
handvat. Als de vrije speling incorrect is,
laat de speling dan afstellen door een
Yamaha dealer.
DAU00637
Afstellen van de klepspelingDe juiste klepspeling verandert tijdens het
gebruik van de motorfiets, met als gevolg
een onjuiste invoer van het benzine-/lucht-
mengsel of meer lawaai. Om dit te vermij-
den, dienen de kleppen regelmatig
afgesteld te worden. Laat deze afstelling
echter aan een Yamaha dealer over.
1. Gasstopschroef
Standaard stationair toerental:
850 ~ 950 tpm
a. Vrije slag
D_5ja_Periodic.fm Page 14 Saturday, October 16, 1999 10:05 AM
Page 59 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-15
6
DAU01745*
BandenVoor uw veiligheid, de beste prestaties en
een lange levensduur dient u op het volgen-
de te letten:
Bandenspanning
Controleer voor het gebruik van de motor-
fiets altijd even de bandenspanning en cor-
rigeer deze indien nodig.
DWA00011
WAARSCHUWING
@ De bandenspanning dient gemeten en
aangepast te worden wanneer de tempe-
ratuur van de banden gelijk is aan de
buitenluchttemperatuur. Bij het regelen
van de bandenspanning dient u reke-
ning te houden met het totale gewicht
van berijder, passagier, bagage en ac-
cessoires (windscherm, zadeltassen,
enz., mits goedgekeurd voor dit model
motorfiets). @CE-40DDWA00012
WAARSCHUWING
@ Een juiste belading en gewichtsverde-
ling van uw motorfiets is van groot be-
lang voor een goede wegligging,
remwerking en de prestaties en veilig-
heid in het algemeen. Zorg dat de baga-
ge goed vast zit zodat deze niet kan
gaan schuiven. Plaats de zwaarste voor-
werpen in het midden van de motorfiets
en verdeel de rest van de bagage gelijk-
matig over rechter- en linkerzijde. Stel
de schokbrekers in aan de hand van het
totale gewicht en controleer de toestand
van de banden en de bandenspanning.
OVERLAAD UW MOTORFIETS NOOIT.
Let op dat het totale gewicht van berij-
der, passagier, bagage en accessoires
(windscherm, zadeltassen, enz., mits
goedgekeurd voor dit model motorfiets)
het maximum toelaatbare gewicht niet
overschrijdt. Rijden met een te zwaar be-
laden motorfiets kan leiden tot overmati-
ge slijtage van de banden, tot
ongelukken en verwondingen. @
Maximale belasting* XV1600A 196 kg
Bandenspanning bij
koude bandenVoor Achter
Belasting tot 90 kg*250 kPa
(2,50 kg/cm
2,
2,50 bar)250 kPa
(2,50 kg/cm
2,
2,50 bar)
90 kg ~
Maximale belasting*250 kPa
(2,50 kg/cm
2,
2,50 bar)280 kPa
(2,80 kg/cm
2,
2,80 bar)
* Belasting is het totale gewicht van bagage, bestuur-
der, mede-passagier en accessoires.
D_5ja_Periodic.fm Page 15 Saturday, October 16, 1999 10:05 AM
Page 60 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-16
6
Inspecteren van de banden
Controleer altijd even de tijdens van de
banden, alvorens u met de motorfiets gaat
rijden. Als het middenprofiel de minimale
waarde bereikt, zoals hierbij aangegeven,
of als er zich een spijker of stukjes glas in
de band bevinden of de flank van de band
beschadigd is, ga dan onverwijld naar een
Yamaha dealer om de band te laten ver-
vangen.
CE-10D
CE-11DOPMERKING:@ De voorschriften voor de minimale profiel-
diepte kunnen van land tot land verschillen.
Houd u aan de voorschriften van uw eigen
land en elders de plaatselijk geldende voor-
schriften. @
DAU00681
WAARSCHUWING
@ l
Rijden met versleten banden is bij-
zonder gevaarlijk. Versleten ban-
den leiden tot moeilijker bediening
van de motorfiets en verlies aan
wegligging. Laat een versleten
band onmiddellijk vervangen door
een Yamaha dealer. Vervanging
van remmen, banden en andere on-
derdelen die met het wiel te maken
hebben dient u over te laten aan
een Yamaha dealer.
l
Het is niet raadzaam om een lekke
binnenband te plakken. Als het
door bepaalde omstandigheden
noodzakelijk is om een binnenband
te repareren, ga dan zeer zorgvul-
dig te werk en vervang de binnen-
band hierna zo snel mogelijk door
een nieuwe binnenband van een
goede kwaliteit.
@
1. Zijwand
a. Trekstang
VOOR
Bandenmerk Bandenmaat Type
Dunlop 130/90-16 67H D404FL
Bridgestone 130/90-16 67H G703F
ACHTER
Bandenmerk Bandenmaat Type
Dunlop 150/80B-16 71H D404
Bridgestone 150/80B-16 71H G702
Minimale profieldiepte
(voor en achter)1,6 mm
D_5ja_Periodic.fm Page 16 Saturday, October 16, 1999 10:05 AM