YAMAHA MAJESTY 250 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2002, Model line: MAJESTY 250, Model: YAMAHA MAJESTY 250 2002Pages: 114, PDF Size: 1.97 MB
Page 41 of 114
4-1
DAU01114
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4
De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van de machine. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en
wind vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het weg-
vallen van de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang om voorafgaand aan elke rit een visuele
inspectie uit te voeren en bovendien de volgende punten te controleren.
DAU03439
Controlelijst voor gebruik
Controlelijst voor gebruik
ONDERDEEL CONTROLES PAGINA
Brandstof•Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
•Vul zo nodig brandstof bij.
•Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-4, 3-14–3-15
Motorolie•Controleer het olieniveau in de motor.
•Vul zo nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
•Controleer de machine op olielekkage.6-14–6-17
Cardanolie•Controleer de machine op olielekkage. 6-18–6-19
Koelvloeistof•Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
•Vul zo nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
•Controleer het koelsysteem op lekkage.3-5, 6-19–6-20
Voorrem•Controleer de werking.
•Als de voorrem zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
•Controleer de vrije slag van de remhendel.
•Stel zo nodig bij.
•Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
•Vul zo nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
•Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.3-12, 6-27–6-30
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 40
Page 42 of 114
4-2CONTROLES VOOR HET STARTEN
4
Achterrem•Controleer de werking.
•Als de achterrem zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
•Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
•Vul zo nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
•Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-13, 6-27–6-30
Gasgreep•Controleer of de werking soepel is.
•Controleer de vrije slag van de kabel.
•Vraag zo nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stellen, en
de kabel en het kabelhuis te smeren.6-23, 6-31
Wielen en banden•Controleer op schade.
•Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
•Controleer de bandspanning.
•Corrigeer als dat nodig is.6-24–6-27
Remhendels•Controleer of de werking soepel is.
•Smeer zo nodig de hendelscharnierpunten.3-12–3-13, 6-27, 6-31
Middenbok, zijstandaard•Controleer of de werking soepel is.
•Smeer zo nodig de scharnierpunten.6-31–6-32
Framebevestigingen•Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
•Zet zo nodig vast.—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars•Controleer de werking.
•Corrigeer als dat nodig is.3-2–3-12, 6-37–6-42
Zijstandaardschakelaar•Controleer de werking van het startspersysteem.
•Als het systeem defect is, vraag dan een Yamaha dealer de machine na te kijken.3-20–3-22 ONDERDEEL CONTROLES PAGINA
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 41
Page 43 of 114
4-3
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4
OPMERKING:Voordat de scooter wordt gebruikt moet telkens een korte algemene controle worden uitgevoerd. Zo’n inspectie neemt maar weinig
tijd in beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins waard.
DWA00033
X@Wanneer functies vermeld in de Controlelijst voor Gebruik niet naar behoren werken, laat dan een inspectie uitvoeren en
eventueel repareren voordat u de scooter gebruikt.
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 42
Page 44 of 114
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
Starten van de motor ..........................................................................................5-1
Wegrijden ............................................................................................................5-2
Sneller en langzamer rijden ................................................................................5-3
Remmen .............................................................................................................5-3
Tips voor een zuinig brandstofverbruik ...............................................................5-4
Inrijperiode ..........................................................................................................5-4
Parkeren .............................................................................................................5-5
5
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 43
Page 45 of 114
5-1
DAU00372
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DAU01118
X@8Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties
en hun werking voordat u gaat rij-
den. Informeer bij een Yamaha
dealer als u de werking van een
schakelaar of functie niet volko-
men begrijpt.
8Start de motor nooit in een afge-
sloten ruimte en laat deze hierin
ook niet lange tijd aaneen draaien.
Uitlaatgassen zijn giftig en het
inademen ervan kan al binnen
korte tijd leiden tot bewusteloos-
heid en dodelijk letsel. Controleer
altijd of er voldoende ventilatie is.
8Start de motor om veiligheidsre-
denen te allen tijde met de mid-
denbok naar beneden.
DAU03843
Starten van de motorStarten van de motor
DC000046
<>Zie pagina 5-4 voor instructies over
het inrijden van de motor alvorens de
machine in gebruik wordt genomen.Het startspersysteem staat starten alleen
toe als de zijstandaard is opgetrokken.
DW000054
X@8Controleer voor het starten van de
motor de werking van het starts-
persysteem en volg daarbij de
werkwijze beschreven op pagina
3-22.
8Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “#” is gezet.
2. Sluit de gasklep volledig.
3. Start de motor door de startknop in
te drukken terwijl de voor- of achter-
rem wordt bekrachtigd.
3
2
1
1. Startknop
2. Voorremhendel
3. Achterremhendel
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 44
Page 46 of 114
5-2
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
OPMERKING:Als de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden
en probeer het dan opnieuw. Iedere start-
poging moet zo kort mogelijk duren om
de accu te sparen. Laat de startmotor
nooit langer dan 10 seconden aaaneen
draaien. Als de motor niet wil starten
draai dan de gasgreep 1/8 slag open en
probeer het nog eens.
DCA00045
<>Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van
de motor!
4. Controleer op tegemoetkomend ver-
keer en draai voorzichtig aan de
gasgreep (rechts) om weg te rijden.
5. Schakel de richtingaanwijzer uit.
DAU00433
WegrijdenWegrijdenOPMERKING:Laat de motor warmdraaien voordat u
wegrijdt.1. Houd met uw linkerhand de achter-
remhendel ingedrukt, houd met uw
rechterhand de rechterhandgreep
vast en duw de scooter van de mid-
denbok af.
2. Ga schrijlings op het zadel zitten en
stel de achteruitkijkspiegels af.
3. Zet de richtingaanwijzer aan.
1
1. Handgreep
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 45
Page 47 of 114
5-3
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DAU00434
Sneller en langzamer rijdenSneller en langzamer rijdenDe rijsnelheid wordt geregeld door de
gasgreep open of dicht te draaien. Om
meer snelheid te maken draait u de gas-
greep richting a. Om langzamer te gaan
rijden draait u de gasgreep richting b.
DW000057
X@8Vermijd hard en abrupt remmen
(met name wanneer u naar één
kant overhelt). De scooter zou
namelijk kunnen slippen of omval-
len.
8Spoorwegovergangen, tramrails,
ijzeren platen gebruikt in de
wegenbouw en putdeksels wor-
den in natte toestand zeer glad. U
dient deze obstakels daarom met
aangepaste snelheid te naderen
en voorzichtig te passeren.
8Onthoud dat remmen op een nat
wegdek veel moeilijker is.
8Rijd langzaam heuvelafwaarts,
remmen kan tijdens afdalingen
soms lastig zijn.
b
a
DAU00435
RemmenRemmen1. Sluit de gasklep volledig.
2. Knijp de voor- en achterremmen
gelijktijdig in en oefen geleidelijk
meer druk uit.
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 46
Page 48 of 114
5-4
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DAU03093
Tips voor een zuinig
brandstofverbruikBrandstofverbruik, tips voor een zuinigHet brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips
om het brandstofverbruik te verlagen:
8Laat de motor goed warmdraaien.
8Voer het motortoerental tijdens
accelereren niet te hoog op.
8Voer het toerental niet te hoog op
terwijl de motor onbelast draait.
8Laat de motor niet langdurig statio-
nair draaien maar zet hem af (bij-
voorbeeld in files, bij stoplichten of
bij spoorwegovergangen).
DAU01128
InrijperiodeInrijperiodeDe belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1.600 km. Lees daarom de volgende
informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1.600 km niet te zwaar wor-
den belast. De verschillende onderdelen
van de motor slijten op elkaar in totdat de
juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt. Rijd
tijdens deze periode nooit langdurig vol-
gas en vermijd ook andere manoeuvres
die tot oververhitting van de motor kun-
nen leiden.
DAU04590
0–1.000 km
Laat de motor niet langdurig meer dan
4.000 tpm draaien.
1.000–1.600 km
Laat de motor niet langdurig meer dan
5.000 tpm draaien.
DCA00138
<>Nadat de eerste 1.000 km zijn afgelegd,
moet de motorolie en de cardanolie
worden ververst.1.600 km en verder
De machine kan nu verder normaal wor-
den gebruikt.
DCA00137
<>8Houd het motortoerental onder
8.500 r/min.
8Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 47
Page 49 of 114
5-5
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DAU00461
ParkerenParkerenZet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
DW000058
X@8De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking
kunnen komen.
8Parkeer niet op een helling of op
een zachte ondergrond, de motor
zou dan kunnen omvallen.
DC000062
<>Parkeer nooit op een plek waar sprake
is van brandgevaar, zoals op droog
gras of nabij ander ontvlambaar mate-
riaal.
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 48
Page 50 of 114
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
Boordgereedschapsset ..................................................6-1
Periodiek smeer- en onderhoudsschema ......................6-3
Stroomlijnpanelen en framepaneel verwijderen en
aanbrengen ..................................................................6-6
Controleren van de bougie ...........................................6-12
Motorolie ......................................................................6-14
Cardanolie ....................................................................6-18
Koelvloeistof .................................................................6-19
Luchtfilter en luchtfilterelementen in
v-snaarbehuizing .......................................................6-21
Luchtaanzuigschuif ......................................................6-23
Afstellen van de vrije slag van de gaskabel .................6-23
Afstellen van de klepspeling ........................................6-23
Banden .........................................................................6-24
Gietwielen ....................................................................6-26
Vrije slag van voor- en achterremhendel afstellen .......6-27
Controleren van de remblokken voor- en achter ..........6-28
Controleren van remvloeistofniveau ............................6-29
Controleren en smeren van de kabels .........................6-30
Verversen van remvloeistof .........................................6-30
Controleren en smeren van gasgreep en gaskabel .....6-31
Smeren van voor- en achterremhendels ......................6-31
Controleren en smeren van middenbok en
zijstandaard ...............................................................6-31Controleren van de voorvork ........................................6-32
Controle van stuursysteem ..........................................6-33
Controleren van wiellagers ..........................................6-33
Verwijderen van de accukap ........................................6-34
Accu .............................................................................6-34
Zekeringen vervangen .................................................6-36
Koplampgloeilamp vervangen ......................................6-37
Gloeilamp in voorste richtingaanwijzer vervangen .......6-39
Gloeilamp achterste richtingaanwijzer vervangen .......6-40
Gloeilamp in remlicht/achterlicht vervangen ................6-40
Gloeilamp in kentekenverlichting vervangen ...............6-41
Storingzoeken ..............................................................6-42
Storingzoekschema’s ...................................................6-43
6
5SJ-28199-D0 1/11/02 3:49 PM Page 49