YAMAHA MT-01 2009 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2009, Model line: MT-01, Model: YAMAHA MT-01 2009Pages: 90, PDF Size: 3.02 MB
Page 31 of 90
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
3
Draai om de uitveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stelbout
op beide vorkpoten in de richting (a). Draai
om de uitveerdemping te verlagen en zo de
vering zachter te maken de stelbout op bei-
de vorkpoten in de richting (b).
InveerdempingDraai om de inveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stelbout
op beide vorkpoten in de richting (a). Draai
om de inveerdemping te verlagen en zo de
vering zachter te maken de stelbout op bei-
de vorkpoten in de richting (b).
OPMERKINGDoor kleine productieafwijkingen zal het to-
tale aantal klikken van een instelmechanis-
me voor veerdemping niet altijd exact met
bovenstaande specificaties overeenkomen;
het werkelijke aantal klikken vormt echter
wel altijd het complete instelbereik. Voor
een nauwkeurige instelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan te
passen.
DAU48080
Schokdemperunit afstellen Deze schokdemperunit is uitgerust met een
stelmoer voor de veervoorspanning, een
stelknop voor de uitgaande demping en een
stelschroef voor de ingaande demping.LET OP
DCA10101
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.Veervoorspanning
Stel de veervoorspanning als volgt af.
1. Draai de borgmoer los. Afstelling uitveerdemping:
Minimum (zacht):
17 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
10 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelbout volledig gedraaid in
de richting (a)
1. Stelbout voor inveerdemping
(b)(a)
1
Afstelling inveerdemping:
Minimum (zacht):
20 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
10 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelbout volledig gedraaid in
de richting (a)
1. Stelmoer veervoorspanning
2. Borgmoer
12
U5YUD5D0.book Page 17 Monday, March 16, 2009 8:23 PM
Page 32 of 90
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-18
3
2. Draai om de veervoorspanning te ver-
hogen en zo de vering stugger te ma-
ken de stelmoer in de richting (a).
Draai om de veervoorspanning te ver-
lagen en zo de vering zachter te ma-
ken de stelmoer in de richting (b).
Verricht de afstelling met de spe-
ciale sleutel, die bij aankoop van
het voertuig apart is meegele-
verd.
Bevestig het verlengstuk uit de
boordgereedschapsset aan de
speciale sleutel.
De afstelling voor veervoorspan-
ning wordt gecontroleerd door de
afstand A te meten, zoals ge-
toond in de afbeelding. Hoe lan-
ger de afstand A, hoe lager de
veervoorspanning; hoe korter de
afstand A, hoe hoger de veer-
voorspanning.3. Draai de borgmoer vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment. LET
OP: Draai altijd de borgmoer tegen
de stelmoer en zet de borgmoer dan
vast met het voorgeschreven aan-
haalmoment.
[DCA10121]
Uitgaande demping
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelknop in de richting (a). Draai om de uit-
gaande demping te verlagen en zo de ve-
ring zachter te maken de stelknop in de
richting (b).
1. Speciale sleutel
2. Verlengstuk
1. Afstand AVeervoorspanning:
Minimum (zacht):
Afstand A = 165 mm (6.50 in)
Standaard:
Afstand A = 160 mm (6.30 in)
Maximum (hard):
Afstand A = 152 mm (5.98 in)
(a)
(b)
12
1
Aanhaalmoment:
Borgmoer:
25 Nm (2.5 m·kgf, 18 ft·lbf)1. Stelknop voor uitveerdemping
(b)
(a)1
U5YUD5D0.book Page 18 Monday, March 16, 2009 8:23 PM
Page 33 of 90
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-19
3
Ingaande demping
Draai om de ingaande demping te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
schroef in de richting (a). Draai om de in-
gaande demping te verlagen en zo de
vering zachter te maken de stelschroef in de
richting (b).
OPMERKINGOm een nauwkeurige afstelling te bereiken,
is het raadzaam om het aantal klikken of
slagen te tellen waarmee elk afstelmecha-
nisme van de demping wordt verdraaid. Het
kan voorkomen dat dit afstelbereik vanwe-
ge kleine productieverschillen niet exact
overeenkomt met de opgegeven specifica-
ties.
WAARSCHUWING
DWA10221
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan de
cilinder zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-
dealer.
Afstelling uitgaande demping:
Minimum (zacht):
23 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
18 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
13 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a) 1. Stelschroef voor inveerdemping
1 (b)(a)
Afstelling ingaande demping:
Minimum (zacht):
18 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
13 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
8 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig gedraaid
in de richting (a)
U5YUD5D0.book Page 19 Monday, March 16, 2009 8:23 PM
Page 34 of 90
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-20
3
DAU36700
Bagageriembevestiging Er zijn vier bagageriemhouders aange-
bracht aan de onderzijde van het zadel. Om
deze riemhouders te gebruiken moet het
zadel worden verwijderd, de riemen van de
haken worden losgehaakt en het zadel
weer worden aangebracht terwijl de riemen
eronder vrijhangen. (Zie pagina 3-14.)
DAU15281
EXUP-systeem Dit model is uitgerust met het Yamaha
EXUP-systeem (regelsysteem voor uitlaat-
druk). Dit systeem verhoogt het motorver-
mogen door een klep die de diameter van
de uitlaatpijp reguleert. De stand van de
EXUP-klep wordt door een computerge-
stuurde servomotor constant aangepast
overeenkomstig het motortoerental.LET OP
DCA10191
Het EXUP-systeem werd afgesteld
en uitgebreid getest op de Yamaha
fabriek. Als deze afstellingen wor-
den gewijzigd zonder dat voldoen-
de technische kennis aanwezig is,
kan de werking van de motor ach-
teruitgaan of wordt de motor be-
schadigd.
Als het EXUP-systeem niet hoor-
baar is wanneer contact is gemaakt,
laat het dan door een Yamaha
dealer controleren.
DAU15301
Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitleg
over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10240
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig zo-
1. Haak
2. BagageriembevestigingU5YUD5D0.book Page 20 Monday, March 16, 2009 8:23 PM
Page 35 of 90
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-21
3
als hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer als
de werking niet naar behoren is.
DAU44892
Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshendel-
schakelaar en de vrijstandschakelaar deel
uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersys-
teem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.
U5YUD5D0.book Page 21 Monday, March 16, 2009 8:23 PM
Page 36 of 90
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-22
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De motorstopknop moet in de stand staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens
te gaan rijden een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
WAARSCHUWING
“ ”
U5YUD5D0.book Page 22 Monday, March 16, 2009 8:23 PM
Page 37 of 90
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-1
4
DAU15596
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en procedures
voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11151
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u
een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de machi-
ne dan nazien door een Yamaha dealer.Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
BrandstofControleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-12
MotorolieControleer het olieniveau in het oliereservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage.6-10
VoorremControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-18, 6-18
U5YUD5D0.book Page 1 Monday, March 16, 2009 8:23 PM
Page 38 of 90
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
AchterremControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-18, 6-18
KoppelingControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-17
GasgreepControleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de kabel.
Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stellen,
en de kabel en het kabelhuis te smeren.6-14, 6-22
BedieningskabelsControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig.6-21
AandrijfkettingControleer of de ketting correct is aangespannen.
Stel indien nodig bij.
Controleer de conditie van de ketting.
Smeer indien nodig.6-20, 6-21
Wielen en bandenControleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.6-14, 6-17
Rem- en schakelpedalenControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten.6-22
Rem- en koppelingshendelsControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.6-22 ITEM CONTROLES PAGINA
U5YUD5D0.book Page 2 Monday, March 16, 2009 8:23 PM
Page 39 of 90
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-3
4
ZijstandaardControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig het scharnierpunt.6-23
FramebevestigingenControleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
Zet indien nodig vast.—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaarsControleer de werking.
Corrigeer indien nodig.—
Zijstandaardschakelaar Controleer de werking van het startspersysteem.
Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te
controleren.3-20 ITEM CONTROLES PAGINA
U5YUD5D0.book Page 3 Monday, March 16, 2009 8:23 PM
Page 40 of 90
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15951
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10271
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk een
ongeval of letsel tot gevolg.
DAU46990
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. In dat geval
wordt op het multifunctionele display
foutcode 30 weergegeven, maar dit
betreft geen storing. Draai de sleutel
naar “OFF” en vervolgens naar “ON”
om de foutcode te wissen. Als u dat
niet doet zal de motor niet starten, on-
danks dat de motor wordt aangezwen-
geld als u op de startknop drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 30 mi-
nuten stationair draait. In dat geval
wordt op het multifunctionele display
foutcode 70 weergegeven en gaat het
waarschuwingslampje
motorstoring“” branden, maar dit
betreft geen storing. Druk op de start-
schakelaar om de foutcode te wissen
en de motor opnieuw te starten.
DAU36743
Starten van de motor Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-21 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op“” is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en het controlelampje moeten enkele
seconden oplichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje brand-
stofniveau
Waarschuwingslampje motorsto-
ring
Controlelampje startblokkering
LET OP
DCA11831
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet dooft, zie dan pagina 3-3
voor een controle van het circuit van het
betreffende waarschuwings- of controle-
lampje.
U5YUD5D0.book Page 1 Monday, March 16, 2009 8:23 PM