YAMAHA MT-03 2008 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2008, Model line: MT-03, Model: YAMAHA MT-03 2008Pages: 99, PDF Size: 6.49 MB
Page 1 of 99
Page 2 of 99
Bulldog 01-03 ITA 22-06-2004 8:15 Pagina 3.23
Page 3 of 99
N
E
D
E
R
L
A
N
D
S
MY03 01-03 NL 22-12-2005 12:20 Pagina 1
Page 4 of 99
DAU26942
MY03 01-03 NL 22-12-2005 12:21 Pagina 2
Page 5 of 99
INLEIDING
DAU10100
Welkom in de wereld van Yamaha rijders!
Als eigenaar van de MT-03 profiteert u van Yamaha's ervaring en technische kennis in het ontwerpen en fabriceren van
producten van topkwaliteit, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw
MT-03. Deze gebruikershandleiding geeft instructies over bediening, inspectie en onderhoud van de motorfiets, terwijl
ook wordt beschreven hoe u uzelf en anderen persoonlijk letsel en schade kunt besparen.
Verder helpen allerlei tips in deze handleiding om uw motorfiets in optimale conditie te houden. Als er tenslotte toch nog
vragen zijn, aarzel dan niet en neem contact op met de Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijden toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!
MY03 01-03 NL 22-12-2005 12:21 Pagina 3
Page 6 of 99
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
WAARSCHUWING0
OPMERKING:
Het Safety Alert symbool betekent ATTENTIE! LET OP! HET GAAT OM UW VEILIG-
HEID!
Wanneer instructies vermeld in een WAARSCHUWING niet worden opgevolgd, kan
dit leiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel voor de motorrijder, omstanders of dege-
ne die de motorfiets inspecteert of repareert.
De aanduiding LET OP staat vermeld bij speciale voorzorgsmaatregelen die moeten
worden genomen om schade aan de motorfiets te voorkomen.
De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke informatie die procedures kan verge-
makkelijken of verhelderen.
OPMERKING:
Deze handleiding moet worden gezien als een permanent onderdeel van deze motorfiets en moet altijd bij de motor-
fiets blijven, ook als deze ooit wordt verkocht.
Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van productontwerp en kwaliteit. Om deze reden kan
soms sprake zijn van kleine tegenstrijdigheden tussen uw motor en de beschrijving ervan in deze handleiding, ook al
bevat de handleiding de meest recente productinformatie ten tijde van publicatie. Als u vragen heeft over deze hand-
leiding, neem dan contact op met uw Yamaha dealer.
DWA10030
WAARSCHUWING0
LEES DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG HELEMAAL DOOR VOORDAT U DEZE MOTORFIETS GAAT GEBRUIKEN.
*Product en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
DAU10151
LET OP: Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen:
MY03 01-03 NL 22-12-2005 12:21 Pagina 4
Page 7 of 99
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
MT-03
HANDLEIDING
©2006 door Yamaha Motor Italia S.P.A. 2e
uitgave, September 2006
Alle rechten voorbehouden.
Elke vorm van herdruk of onbevoegd gebruik
zonder schriftelijke toestemming van Yamaha Motor Italia S.P.A.is uitdrukkelijk verboden. Gedrukt in Nederland.
DAUB1011
Page 8 of 99
INHOUDSOPGAVE
VEILIGHEIDSINFORMATIE.................1-1
Veilig rijden........................................1-1
Beschermende kleding .....................1-2
Technische wijzigingen .....................1-2
Bagage en accessoires ....................1-2
Benzine en uitlaatgassen..................1-4
BESCHRIJVING...................................2-1
Aanzicht linkerzijde ...........................2-1
Aanzicht rechterzijde.........................2-2
Bedieningen en instrumenten ...........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN...............................3-1
Startblokkeersysteem .......................3-1
Contactslot/stuurslot .........................3-2
Controle- en waarschuwingslampjes...3-4
Multifunctioneel display .....................3-5
Toerenteller .......................................3-6
Kilometerteller- en rittellermodi .........3-6
Klokweergave ...................................3-7
Zelfdiagnosesystemen ......................3-7
Instelfunctie voor helderheid
controlelampje ............................3-8
Antidiefstal-alarmsysteem (optie)......3-8
Stuurschakelaars ..............................3-9
Koppelingshendel ...........................3-10
Schakelpedaal ................................3-10
Remhendel ......................................3-11
Rempedaal ......................................3-11Tankdop ...........................................3-11
Brandstof .........................................3-12
Tankbeluchtingsslang/
overloopslang ...........................3-13
Uitlaatkatalysator ............................3-13
Zadels .............................................3-14
Afstellen van de schokdemperunit....3-16
Zijstandaard ....................................3-18
Startspersysteem ............................3-19
CONTROLES VOOR HET STARTEN....4-1
Controlelijst voor gebruik .....................4-2
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-
INFORMATIE.......................................5-1
Starten van de motor ..................................5-1
Schakelen.....................................................5-2
Tips voor een zuinig brandstofverbruik .....5-3
Inrijperiode ....................................................5-3
Parkeren .......................................................5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
KLEINERE REPARATIES....................6-1
Boordgereedschapsset ........................6-1
Periodiek smeer-
en onderhoudsschema .................6-2
Panelen verwijderen en aanbrengen ..6-6
Controleren van de bougie ..................6-6
Motorolie en oliefilterelement ...............6-8Koelvloeistof .......................................6-12
Vervangen van het luchtfilterelement en
reinigen van de aftapslangen .....6-13
Afstellen van het stationair toerental ....6-14
Controleren van de vrije
slag gaskabel ..............................6-15
Klepspeling .........................................6-15
Banden ...............................................6-16
Gietwielen...........................................6-19
Vrije slag van koppelingshendel
afstellen .......................................6-19
Controleren van voor- en
achterremblokken .......................6-20
Controleren van remvloeistofniveau..6-21
Verversen van remvloeistof ...............6-22
Spanning aandrijfketting ....................6-23
Reinigen en smeren van de
aandrijfketting ..............................6-24
Controleren en smeren van kabels ...6-25
Controleren en smeren van gasgreep
en gaskabel.................................6-25
Controleren en smeren van rem-
en koppelingshendels .................6-26
Smeren van het rempedaal ...............6-26
Controleren en smeren
van zijstandaard..........................6-27
Smeren van de zijvering ....................6-27
Voorvork controleren ..........................6-27
Controle van stuursysteem ................6-28
MY03 01-03 NL 22-12-2005 12:21 Pagina 6
Page 9 of 99
INHOUDSOPGAVE
Controleren van wiellagers ................6-29
Accu....................................................6-29
Zekeringen vervangen .......................6-31
Koplampgloeilamp vervangen ...........6-33
Vervangen van een
parkeerlichtgloeilamp ..................6-34
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen ...................................6-34
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen ...................................6-35
Gloeilamp van de kentekenverlichting
vervangen ...................................6-36
Ondersteunen van de motorfiets .......6-36
Voorwiel ..............................................6-37
Achterwiel ...........................................6-38
Problemen oplossen ..........................6-39
Storingzoekschema's .........................6-40
VERZORGING EN STALLING
VAN DE MOTORFIETS.......................7-1
Verzorging .........................................7-1
Stalling ..............................................7-3
SPECIFICATIES...................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE...............9-1
Identificatienummers .........................9-1
MY03 01-03 NL 22-12-2005 12:21 Pagina 7
Page 10 of 99
1-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
VEILIGHEIDSINFORMATIE
DAU10281
MOTORFIETSEN ZIJN TWEEWIELIGE
VOERTUIGEN. HUN VEILIG GEBRUIK
EN WERKING ZIJN AFHANKELIJK
VAN JUISTE RIJTECHNIEKEN EN VAN
DE DESKUNDIGHEID VAN DE BE-
STUURDER. ELKE BESTUURDER
MOET BEKEND ZIJN MET DE VOL-
GENDE VEREISTEN ALVORENS MET
DEZE MOTOR TE GAAN RIJDEN.
HIJ OF ZIJ MOET:
DOOR EEN COMPETENTE IN-
FORMATIEBRON GRONDIG ZIJN
INGELICHT OVER ALLE ASPEC-
TEN VAN HET MOTORRIJDEN.
ZICH HOUDEN AAN DE WAAR-
SCHUWINGEN EN ONDER-
HOUDSEISEN VERMELD IN DE
GEBRUIKERSHANDLEIDING.
GRONDIG GETRAIND ZIJN IN
VEILIGE EN CORRECTE RIJ-
TECHNIEKEN.
GEBRUIKMAKEN VAN PRO-
FESSIONELE TECHNISCHE
SERVICE, ZOALS AANGEGE-
VEN IN DE GEBRUIKERS-
HANDLEIDING EN/OF WAN-
NEER DE MECHANISCHE
CONDITIES DIT VEREISEN.Veilig rijden
Controleer de machine altijd voor
u gaat rijden. Een zorgvuldige
controle kan een ongeval helpen
voorkomen.
Deze motorfiets is gebouwd voor
het vervoer van de bestuurder
plus een passagier.
Het niet opmerken en herkennen
van motorfietsen door andere
weggebruikers vormt de belang-
rijkste oorzaak van auto-/moto-
rongevallen. Vaak worden onge-
vallen veroorzaakt doordat een
autobestuurder de motor niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt,
dat blijkt het meest effectief om
het risico op een dergelijk type
ongeval te verminderen.
Dus:
• Draag een jack in felle kleuren.
• Wees extra voorzichtig bij het
naderen en passeren van krui-
singen, daar doen ongelukken
met motorfietsen zich namelijk
het meest voor.
• Ga daar rijden waar andere weg-
gebruikers u kunnen zien. Ga nietrijden in de dode zichthoek van
een andere weggebruiker.
Bij veel ongevallen zijn onervaren
bestuurders betrokken. Veelal zijn
bestuurders die bij een ongeval be-
trokken waren zelfs niet in het bezit
van een geldig motorrijbewijs.
• Zorg dat u bekwaam bent om te
rijden en leen uw motorfiets al-
leen uit aan ervaren motorrij-
ders.
• Weet wat u wel en niet aankunt.
Door rekening te houden met uw
beperkingen helpt u ongelukken
voorkomen.
• We raden aan om het motorrijden
te oefenen op plekken waar geen
verkeer is, totdat u grondig be-
kend bent met de motor en zijn
bediening.
• Ongelukken worden vaak ver-
oorzaakt door een fout van de
motorbestuurder. Veel bestuur-
ders houden bij het ingaan van
een bocht een TE HOGE RIJ-
SNELHEID aan of rijden te lang
rechtop (onvoldoende schuin-
liggen bij de bewuste rijsnel-
heid), zodat de bocht dan te
wijd wordt genomen.
MY03 01-03 NL 22-12-2005 12:21 Pagina 8