YAMAHA MT09 TRACER 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2017, Model line: MT09 TRACER, Model: YAMAHA MT09 TRACER 2017Pages: 114, PDF Size: 5.29 MB
Page 91 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
6-30
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAU23273
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigi ngen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren 1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorko-
men.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk hetstuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP
DCA10591
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repa reren of te contro-leren.
DAU45512
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Zet de machine op de middenbok. WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorko-
men.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het onder-
ste uiteinde beet en probeer ze naar
voren en achteren te bewegen. Als
speling wordt gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te in-
specteren of repareren.
U2PPD3D0.book 30 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分
Page 92 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
6-31
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU23292
Controleren van wiellagersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU50211
AccuDe accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-27.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld. Het is echter wel nodig om de accu-
kabelverbindingen te controleren en, indien
nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid, ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16522
Voor het opladen va n een VRLA (Valve
1. Accu
2. Positieve accukabel (rood)
3. Negatieve accukabel (zwart)
1
3
2
U2PPD3D0.book 31 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分
Page 93 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
6-32
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
Regulated Lead Acid)-accu is een speci-
ale acculader (met constante spanning)
vereist. Bij gebruik van een conventione-le acculader raakt de accu beschadigd.
Om de accu op te bergen1. Verwijder de accu als het voertuig lan- ger dan een maand niet wordt gebruikt,
laad hem volledig bij en zet dan weg op
een koele en droge plek.
LET OP:
Draai voordat u de accu verwijdert
de sleutel naar “OFF” en haal dan
eerst de negatieve kabel en daarna
de positieve kabel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16841]
4. Controleer na installatie of de accuka- bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.LET OP
DCA16531
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
DAU63131
De zekeringen vervangenDe zekeringenkastjes en afzonderlijke ze-
keringen bevinden zich onder het bestuur-
derszadel (Zie pagina 3-27.) en achter
paneel A (Zie pagina 6-9.).
Om toegang te krijgen tot zekeringenkastje
1, de hoofdzekering en de zekering van het
brandstofinspuitsyst
eem, verwijdert u het
bestuurderszadel. (Zie pagina 3-27.)1. Zekeringenkastje 1
2. Hoofdzekering
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
4. Reservezekering brandstofinjectiesysteem13
4
2
U2PPD3D0.book 32 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分
Page 94 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
6-33
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de zekering van
het brandstofinspuitsysteem verwijdert u de
kap van het startmotorre lais door deze om-hoog te trekken. Om toegang te krijgen tot zekeringenkastje
2 en zekeringenkastje 3 verwijdert u paneel
A. (Zie pagina 6-9.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven am pèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen1. Zekering radiatorkoelvinmotor
2. Backup-zekering (voor klok en startblokkeersysteem)
3. Zekering elektronische smoorklep
4. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
5. Zekering ABS-motor
6. Reservezekering
1
2
345
6
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
1. Zekeringenkastje 2
2. Zekeringenkastje 3
3
2
1
1
2
1. Zekering parkeerlichten
2. Koplampzekering
3. Aansluitzekering 2
4. Aansluitzekering 1
5. Zekering signaleringssysteem
6. Hulpzekering 1
7. Zekering ABS-regeleenheid
8. Hulpzekering 2
9. Reservezekering
10.Zekering ontstekingssysteem
1234
1098765
U2PPD3D0.book 33 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分
Page 95 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
6-34
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:50.0 A
Hulpzekering 1:
2.0 A
Hulpzekering 2: 2.0 A
Aansluitzekering 1: 2.0 A
Aansluitzekering 2:
2.0 A
Koplampzekering: 7.5 A
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 20.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep: 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep:
7.5 A
U2PPD3D0.book 34 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分
Page 96 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
6-35
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU77470
KoplampenDit model is voorzien van koplampen van
het LED-type.
Als een koplamp niet gaat branden, contro-
leer dan de zekeringen en laat vervolgens
een Yamaha dealer de machine controle-
ren.OPMERKINGAls de koplampen op dimlicht zijn ingesteld,
gaat slechts één koplamp branden. Als de
koplampen op grootlicht zijn ingesteld of de
passeerschakelaar wordt ingedrukt, moe-ten beide koplampen gaan branden.LET OP
DCA16581
Plak geen kleurfolie of stickers op dekoplamplens.
DAU54502
ParkeerlichtenDit model heeft parkeerlichten van het
LED-type.
Als een parkeerlicht niet werkt, laat dan een
controle uitvoeren door een Yamaha-dea-
ler.
DAU70540
Remlicht/achterlichtDit model is uitgerust met een remlicht/ach-
terlicht van het LED-type.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha-dealer om het
na te kijken.
1. Parkeerlicht
1
1
U2PPD3D0.book 35 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分
Page 97 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
6-36
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAU24205
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen1. Verwijder de lamplens van de richting- aanwijzer door de schroeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en. 3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef aan te brengen. LET OP: Draai de
schroef niet te vast, hierdoor kan de
lens breken.
[DCA11192] DAU58010
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen1. Verwijder de kentekenverlichtingsunit
door de moeren en kragen te verwijde-
ren en verwijder vervolgens de gloei-
lampfitting van de kentekenverlichting
(samen met de gloeilamp) door deze
uit te trekken.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken.
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
1
2
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1
1. Kentekenverlichtingsunit
2. Flensbus
3. Moer
4. Gloeilampfitting kentekenverlichting
1
22
4
3
3
U2PPD3D0.book 36 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分
Page 98 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
6-37
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
3. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
4. Monteer de fitting (samen met de
gloeilamp) door deze in te drukken en
monteer vervolgens de kentekenver-
lichtingsunit door de moeren en kra-
gen te monteren.
DAU25872
Problemen oplossenYamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over het
benodigde gereedschap en de ervaring en
vakkennis om het nodige onderhoud aan de
motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tijdens het controleren van het
brandstofsysteem en let erop dat er geen open vuur of vonken in de omge-
ving zijn, inclusief waakvlammen van
geisers of ovens. Benzine en benzine-
dampen kunnen vlam vatten of explode-
ren, met ernstig let
sel of schade aan
eigendommen tot gevolg.
1. Gloeilamp kentekenverlichting
1
U2PPD3D0.book 37 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分
Page 99 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
6-38
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAU42365
Storingzoekschema’sStartproblemen of slechte werking van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.4. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougies af of vervang de bougies. Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de ontsteking.
Bedien de elektrische
startknop.2. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en vraag indien nodig een
Yamaha dealer om de accu te laden.
DroogNat
Bedien de elektrische startknop.
U2PPD3D0.book 38 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分
Page 100 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
6-39
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10401
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop ni et terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn . Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht to t de motor is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de ra-
diatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk dedop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tij delijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
U2PPD3D0.book 39 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分