YAMAHA NMAX 125 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2021, Model line: NMAX 125, Model: YAMAHA NMAX 125 2021Pages: 114, PDF Size: 10.59 MB
Page 91 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
9-28
9
DAU23292
Controleren van wiellagersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU50292
AccuDe accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 6-17.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uwogen altijd bij werkzaamheden na-
bij accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de
buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
1. Positieve accukabel (rood)
2. Accu
3. Negatieve accukabel (zwart)
3
2
1
UBALD0D0.book Page 28 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 92 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
9-29
9
LET OP
DCA16522
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een speci-
ale acculader (met constante spanning)
vereist. Bij gebruik van een conventione-
le acculader raakt de accu beschadigd.Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Zet alvorens de accu te verwij-
deren het contactslot uit en haal
eerst de negatieve kabel en daarna
de positieve kabel los.
[DCA16304]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren. LET OP: Zet alvorens de
accu te plaatsen het contactslot uit
en sluit eerst de positieve kabel en
daarna de negatieve kabel aan.
[DCA16842]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.
LET OP
DCA16531
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
DAUN2580
De zekeringen vervangenDe zekeringenkastjes met de zekeringen
voor de afzonderlijke circuits bevinden zich
achter paneel C. (Zie pagina 9-7.)1. Zekeringenkastje
1
UBALD0D0.book Page 29 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 93 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
9-30
9
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Schakel het betreffende elektrische
circuit uit, en schakel dan het contact-
slot uit.
2. Verwijder paneel C. (Zie pagina 9-7.)
3. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15132]
4. Schakel het contactslot in, en schakel
dan het betreffende elektrische circuit
in om te zien of de apparatuur werkt.OPMERKINGAls de zekering direct opnieuw doorbrandt,
vraag dan een Yamaha dealer het elek-
trisch systeem te controleren.5. Monteer paneel C. (Zie pagina 9-7.)
1. Zekering signaleringssysteem
2. Aansluitzekering 1
3. Zekering van Smart-sleutelsysteem
4. Zekering ABS-motor
5. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
6. Reservezekering
7. Zekering brandstofinjectiesysteem
8. Backup-zekering
9. Hoofdzekering
10.Zekering ontstekingssysteem
11.Koplampzekering
12.Zekering ABS-regeleenheid1
6 2
3
4
5
7
8
9
11
12 610
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Aansluitzekering 1:
5.0 A
Koplampzekering:
7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Smart key system fuse:
2.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
7.5 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
2.0 A
Backup-zekering:
7.5 A
UBALD0D0.book Page 30 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 94 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
9-31
9
DAUN2261
VoertuigverlichtingDit model is uitgerust met LED-lampen
voor de koplampen, parkeerlichten en het
remlicht/achterlicht. Als een lamp niet gaat
branden, controleer dan de zekeringen en
laat vervolgens een Yamaha dealer de ma-
chine controleren.LET OP
DCA16581
Plak geen kleurfolie of stickers op de
koplamplens.
DAU43054
Gloeilamp in voorste richting-
aanwijzer vervangen1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder de fitting van de gloeilamp
van de richtingaanwijzer (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
1. Koplamp (grootlicht)
2. Koplamp (dimlicht)
3. Parkeerlicht
2
3
1
1. Fitting gloeilamp richtingaanwijzer
1
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1
UBALD0D0.book Page 31 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 95 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
9-32
9
DAU67320
Richtingaanwijzergloeilamp ach-
ter vervangen1. Open het zadel. (Zie pagina 6-17.)
2. Verwijder de handgreep door de bou-
ten los te halen.
3. Verwijder de achterlichtafdekking
door de schroeven los te halen.4. Verwijder de fitting van de gloeilamp
van de richtingaanwijzer (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
5. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.6. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
7. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
8. Monteer de achterlichtafdekking door
de schroeven aan te brengen.1. Handgreep
2. Bout1
2
1. Achterlichtkap
2. Schroef
1. Fitting gloeilamp richtingaanwijzer1
2
1
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1
UBALD0D0.book Page 32 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 96 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
9-33
9
9. Monteer de handgreep door de bou-
ten aan te brengen en zet deze dan
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment.
10. Sluit het zadel.
DAU60701
Problemen oplossenYamaha voertuigen ondergaan een grondi-
ge inspectie voordat ze vanaf de fabriek op
transport gaan, maar tijdens gebruik kun-
nen toch storingen optreden. Problemen in
de brandstof-, compressie- of ontstekings-
systemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname in mo-
torvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga als er reparaties nodig
zijn echter met uw machine naar een
Yamaha dealer, waar vakkundige monteurs
aanwezig zijn die beschikken over het ver-
eiste gereedschap, de ervaring en vakken-
nis om de werkzaamheden aan de machine
correct uit te voeren.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tijdens het controleren van het
brandstofsysteem en let erop dat er
geen open vuur of vonken in de omge-
ving zijn, inclusief waakvlammen van
geisers of ovens. Benzine en benzine-
dampen kunnen vlam vatten of explode-
ren, met ernstig letsel of schade aan
eigendommen tot gevolg.
DAU76551
Probleemoplossing voor het Smart-
sleutelsysteem
Controleer de volgende items als het
Smart-sleutelsysteem niet werkt.
Is de Smart-sleutel ingeschakeld? (Zie
pagina 3-4.)
Is de batterij van de Smart-sleutel ont-
laden? (Zie pagina 3-6.)
Is de batterij van de Smart-sleutel cor-
rect geplaatst? (Zie pagina 3-6.)
Wordt de Smart-sleutel gebruikt op
een locatie met sterke radiogolven of
andere elektromagnetische ruis? (Zie
pagina 3-1.)
Gebruikt u de Smart-sleutel die bij de
machine is geregistreerd? Aanhaalmoment:
Bout van handgreep:
17 N·m (1.7 kgf·m, 13 lb·ft)
UBALD0D0.book Page 33 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 97 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
9-34
9
Is de voertuigaccu ontladen? Als de
voertuigaccu ontladen is, zal het
Smart-sleutelsysteem niet werken.
Laat de voertuigaccu opladen of ver-
vangen. (Zie pagina 9-28.)
Als het Smart-sleutelsysteem na controle
van de bovenstaande items nog steeds niet
werkt, laat dan een Yamaha dealer het
Smart-sleutelsysteem controleren.OPMERKINGZie Noodmodus op pagina 9-37 voor infor-
matie over het starten van de motor zonder
de Smart-sleutel.
DAU76843
Probleemoplossing stop-startsysteem
Als een probleem optreedt, controleert u
het volgende voordat u de machine naar
een Yamaha-dealer brengt.
Het controlelampje stop-startsysteem
gaat niet branden.
1. Is het contactslot ingeschakeld?
2. Is de schakelaar van het stop-startsy-
steem ingesteld op “ ”?
3. Is de motor na het starten voldoende
warmgedraaid?
4. Heeft de motor na het warmdraaien
enige tijd stationair gedraaid?5. Heeft de machine gereden met een
snelheid van 10 km/h of hoger?
Zelfs als aan de bovengenoemde voor-
waarden is voldaan, wordt het stop-start-
systeem mogelijk niet geactiveerd om
accuvermogen te sparen. In dat geval kan
gewoon met de machine worden gereden.
Daarnaast gaat het controlelampje stop-
startsysteem niet branden als het waar-
schuwingslampje motorstoring brandt.
Als het controlelampje stop-startsysteem
nog steeds niet gaat branden nadat u de
bovengenoemde zaken hebt gecontro-
leerd, laat de machine dan zo snel mogelijk
controleren door een Yamaha dealer.
Het controlelampje stop-startsysteem
gaat branden, maar de motor stopt niet
automatisch.
1. Is de machine volledig gestopt?
De motor stopt mogelijk pas automa-
tisch nadat de machine enige tijd is
gestopt. Probeer de machine volledig
tot stilstand te brengen.
2. Is er aan de gasgreep gedraaid?
De motor stopt niet automatisch als
de gasgreep niet in de volledig geslo-
ten stand staat.
Draai de gasgreep naar de volledig
gesloten stand.Als de motor nog steeds niet automatisch
stopt nadat u de bovengenoemde zaken
hebt gecontroleerd, laat de machine dan zo
snel mogelijk controleren door een Yamaha
dealer.
Nadat de motor is gestopt door het stop-
startsysteem herstart deze niet, zelfs
niet als de gasgreep wordt gedraaid.
1. Is de schakelaar van het stop-startsy-
steem ingesteld op “ ”?
Als de schakelaar van het stop-start-
systeem op “ ” wordt gezet terwijl
het stop-startsysteem is geactiveerd,
zal het stop-startsysteem worden uit-
geschakeld.
2. Is de zijstandaard omlaag gezet?
Als de zijstandaard omlaag wordt ge-
zet, wordt het stop-startsysteem ge-
deactiveerd.
3. Is de motor lange tijd uitgeschakeld
gelaten nadat deze door het stop-
startsysteem werd gestopt?
Als de motor lange tijd uitgeschakeld
wordt gelaten nadat deze door het
stop-startsysteem is gestopt, kan de
accu ontladen raken.
Als de motor nog steeds niet herstart nadat
u de bovengenoemde zaken hebt gecon-
troleerd, laat de machine dan zo snel mo-
gelijk controleren door een Yamaha dealer.
A
A
A
UBALD0D0.book Page 34 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 98 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
9-35
9
DAU86350
Storingzoekschema
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Probeer de motor te starten.4. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Veeg schoon met een droge doek en corrigeer de
elektrodenafstand of vervang de bougie(s).
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
DroogNat
Probeer de motor te starten.
De motor start niet.
Controleer de ontsteking.
Bedien de startmotor.2. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en laad de accu zo nodig op.
UBALD0D0.book Page 35 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 99 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
9-36
9
DAU86420
Motor raakt oververhit
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwijder de radiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
Breng een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen
de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze links-
om en verwijder d
e dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
UBALD0D0.book Page 36 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 100 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
9-37
9
DAU76561
Noodmodus Ook wanneer de Smart-sleutel kwijt of be-
schadigd is of als de batterij leeg is, kunt u
het contact inschakelen en de motor star-
ten. U hebt daarvoor het identificatienum-
mer van het Smart-sleutelsysteem nodig.
De machine in noodmodus gebruiken
1. Zet de machine op een veilige plaats
stil en zet het contactslot op “OFF”.
2. Druk de knop van het contactslot ge-
durende 5 seconden in totdat het con-
trolelampje van het Smart-
sleutelsysteem één keer knippert en
laat de knop vervolgens los. Herhaal
dit nog twee keer. Het controlelampje
van het Smart-sleutelsysteem gaat
gedurende drie seconden branden
om de overgang naar de noodmodus
aan te geven.3. Voer nadat het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem is uitgegaan
het identificatienummer als volgt in.4. Het invoeren van het identificatienum-
mer vindt plaats door het aantal knip-
persignalen van het controlelampje
van het Smart-sleutelsysteem te tel-
len.
In het volgende voorbeeld is het iden-
tificatienummer 123456:
Druk de knop in en houd deze inge-
drukt.
↓
Het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem zal gaan knipperen.
↓
Laat de knop los nadat het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem
één keer heeft geknipperd.
↓
Het eerste cijfer van het identificatie-
nummer is ingesteld als “1”.
↓
Druk de knop nogmaals in en houd
deze ingedrukt.
↓
1. Controlelampje Smart-
sleutelsysteem “ ”
1. Identificatienummerkaart
1
868588
1
UBALD0D0.book Page 37 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM