ABS YAMAHA R6 RACE 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2022, Model line: R6 RACE, Model: YAMAHA R6 RACE 2022Pages: 112, PDF Size: 3.95 MB
Page 6 of 112

Inhoudsopg aveVeilighei dsinformatie ....................... 1-1
Beschrijvin g...................................... 2-1
Aanzicht linkerzijde ......................... 2-1
Aanzicht rechterzijde ...................... 2-2
Bedieningen en instrumenten......... 2-3
Speciale kenmerken ........................ 3-1
D-mode (rijmodus) .......................... 3-1
Tractieregeling ................................ 3-1
Snelschakelsysteem ....................... 3-3
Functies van instrumenten en
b ed ienin gselementen ...................... 4-1
Startblokkeersysteem..................... 4-1
Contactslot/stuurslot ...................... 4-2
Stuurschakelaars ............................ 4-3
Controlelampjes en waarschu- wingslampjes .............................. 4-5
Multifunctionele meter .................... 4-8
Koppelingshendel......................... 4-16
Schakelpedaal .............................. 4-16
Remhendel ................................... 4-17
Rempedaal ................................... 4-17
ABS .............................................. 4-17
Tankdop ....................................... 4-18
Brandstof ...................................... 4-19
Overloopslang brandstoftank ....... 4-20
Uitlaatkatalysator.......................... 4-21
Zadels ........................................... 4-21
Achteruitkijkspiegels..................... 4-23 De voorvork afstellen .................... 4-23
De schokdemperunit afstellen ...... 4-25
EXUP-systeem .............................. 4-28
Gelijkstroom kabelstekker voor
accessoires................................ 4-28
Zijstandaard .................................. 4-28
Startspersysteem .......................... 4-29
Voor uw veili ghei d – controles
voor het rij den ................................... 5-1
Ge bruik en belan grijke
rij-informatie ..................................... 6-1
De motor starten ............................. 6-1
Schakelen ....................................... 6-2
Inrijperiode ...................................... 6-3
Parkeren .......................................... 6-4
Perio diek on derhou d en
afstellin g............................................ 7-1
Gereedschapsset ............................ 7-2
Periodieke onderhoudsschema’s ... 7-3
Periodiek onderhoudsschema voor het
uitstootcontrolesysteem .............. 7-3
Algemeen smeer- en
onderhoudsschema ..................... 7-5
Stroomlijn- en framepanelen verwijderen en aanbrengen ....... 7-10
Controleren van de bougies.......... 7-14
Filterbus ........................................ 7-15 Motorolie en oliefilterpatroon........ 7-16
Waarom Yamalube ....................... 7-19
Koelvloeistof ................................. 7-20
Luchtfilterelement ......................... 7-21
Stationair toerental controleren .... 7-21
De vrije slag van de gasgreep
controleren ................................ 7-22
Klepspeling ................................... 7-22
Banden ......................................... 7-22
Gietwielen ..................................... 7-25
Vrije slag van koppelingshendel
afstellen ..................................... 7-25
Vrije slag van remhendel controleren ................................ 7-26
Remlichtschakelaars .................... 7-27
Controleren van voor- en achterremblokken ..................... 7-27
Controleren van remvloeistofniveau .................... 7-28
De remvloeistof verversen ............ 7-29
Spanning aandrijfketting............... 7-30
Aandrijfketting reinigen en smeren ...................................... 7-31
Kabels controleren en smeren...... 7-32
Controleren en smeren van gasgreep en gaskabel ............... 7-32
Controleren en smeren van rem- en schakelpedalen ..... 7-33
Rem- en koppelingshendels
co
ntroleren en smeren .............. 7-33
UBN6DBD0.book Page 1 Monday, October 11, 2021 11:51 AM
Page 23 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-5
4
DAU4939G
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes
DAU11022
Controlelampje
richtin gaanwijzers “ ”
Dit controlelampje knippert wanneer een
richtingaanwijzer knippert.
DAU11061
Vrijstan dcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11259
Waarschuwin gslampje olieniveau “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is. Vul zo snel mo-
gelijk motorolie bij om schade aan de motor
te voorkomen.
Bij een voldoende hoog olieniveau kan het
waarschuwingslampje soms toch knippe-
ren bij rijden op een helling of bij plotseling
afremmen of optrekken, er is dan echter
geen sprake van een storing. Als er een
probleem wordt gedetecteerd in het circuit
van het waarschuwingslampje olieniveau,
knippert het waarschuwingslampje olieni-
veau herhaaldelijk. Als dit zich voordoet,
vraag dan een Yamaha-dealer de machine
te controleren.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, gaat
het lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden terwijl het olieniveau correct is (zie pagina 7-16),
laat de machine dan controleren door een
Yamaha dealer.
DAU11369
Waarschuwin
gslampje
b ran dstofniveau “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het brandstofniveau laag is. Als het brand-
stofniveau daalt tot onder ongeveer 3.4 L
(0.90 US gal, 0.75 Imp.gal), gaat het lampje
branden om u te laten weten dat u zo snel
mogelijk moet tanken.
Als de machine wordt ingeschakeld, voert
het lampje een circuitcontrole uit (het gaat
enkele seconden branden en dooft dan
weer).
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden tijdens de circuitcontrole of na het
tanken niet uitgaat, laat de machine dan
controleren door een Yamaha dealer.OPMERKINGAls een storing wordt gedetecteerd, zal het
waarschuwingslampje brandstofniveau
doorlopend knipperen. Vraag een Yamaha
dealer de machine te controleren.
1. Schakellampje
2. Waarschuwingslampje motorstoring Ž
3. Waarschuwingslampje olieniveau Ž
4. Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur Ž
5. Controlelampje tractieregeling Ž
6. Controlelampje richtingaanwijzers Ž
7. Controlelampje grootlicht Ž
8. Vrijstandcontrolelampje Ž
9. Waarschuwingslampje brandstofniveau Ž
10.ABS-waarschuwingslampje Ž
11.Controlelampje startblokkering
234510
9
8
7
6
11
1
ABS
UBN6DBD0.book Page 5 Monday, October 11, 2021 11:51 AM
Page 24 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-6
4
DAU72931
Waarschuwin gslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Verminder als dit
gebeurt onmiddellijk de belasting van de
motor. Als de melding “HI” knippert in de
weergave koelvloeistoftemperatuur, stop
de machine dan, stop vervolgens de motor
en laat de motor afkoelen.
Het elektrische circuit van het waarschu-
wingslampje kan worden gecontroleerd
door de machine in te schakelen. Het waar-
schuwingslampje moet enkele seconden
oplichten en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet oplicht
wanneer u de machine inschakelt of als het
waarschuwingslampje blijft branden, laat
het elektrische circuit dan controleren door
een Yamaha dealer.LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.OPMERKING Bij machines met een of meer radia-
torkoelvinnen schakelt de radiator-
koelvin automatisch in of uit op basis
van de koelvloeistoftemperatuur in de
radiator.
Als de motor oververhit raakt, staan
op pagina 7-43 nadere instructies ver-
meld.
DAU73172
Waarschuwin gslampje
motorstorin g“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
motor of een ander regelsysteem van de
machine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, gaat
het lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden, vraag
dan uw Yamaha dealer om de machine te
controleren.
DAU69893
ABS-waarschuwin gslampje “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de machine wordt ingeschakeld, en gaat uit
als u begint te rijden. Als het waarschu-
wingslampje tijdens het rijden gaat bran-
den, werkt het ABS-systeem mogelijk niet
goed.
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat zo dra met een snelhei d van 10
km/h (6 mi/h) of ho ger wor dt g ered en, of
als het waarschuwin gslampje tij dens
het rij den gaat bran den of knipperen,
keert het remsysteem teru g naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaan de gevallen zich voor doet, of
als het waarschuwin gslampje helemaal
niet gaat bran den, rij dan extra voorzich-
ti g om te voorkomen dat de remmen in
noo dsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mo gelijk door een Yamaha dealer
controleren.
DAU86020
Controlelampje tractiere gelin g“”
Dit controlelampje knippert als de tractiere-
geling is ingeschakeld.
Als de tractieregeling wordt uitgeschakeld,
gaat dit controlelampje branden.
ABS
UBN6DBD0.book Page 6 Monday, October 11, 2021 11:51 AM
Page 35 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-17
4
DAU26827
Remhen delDe remhendel bevindt zich aan de rechter-
zijde van het stuur. Trek de hendel naar de
gasgreep toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor de positie van de remhendel. Om de
afstand tussen de remhendel en de gas-
greep af te stellen, drukt u de remhendel
iets van de gasgreep af en draait u het stel-
wiel. Zorg dat het nummer van de instelling
op het stelwiel is uitgelijnd met het merkte-
ken op de remhendel.
DAU12944
Rempe daalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU63040
ABSHet Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Bij activering van
het ABS-systeem kan een pulsatie worden
gevoeld in de remhendel of het rempedaal.
Ga in dat geval door met remmen en laat
het ABS-systeem het werk doen. Ga niet
“pompend” remmen, dit vermindert de re-
meffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Hou d altij d een veili ge afstan d tot voor-
li ggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS. Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lan ge remwe gen.
Op bepaal de oppervlakken, zoals
slechte we gen of grin dweg en, kan
d e remafstan d met het ABS-sy-
steem lan ger zijn dan zon der ABS-
systeem.Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
1. Remhendel
2. Afstand
3. Referentiemerkteken
4. Stelwiel afstelpositie remhendel
1
4
3 2
1. Rempedaal
1
UBN6DBD0.book Page 17 Monday, October 11, 2021 11:51 AM
Page 36 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-18
4
OPMERKING Het ABS-systeem voert een zelfdiag-
nosetest uit telkens nadat de sleutel
op “ON” is gezet en het voertuig rijdt
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger. Tijdens deze test hoort u een
“klikkend” geluid van de hydraulische
regeleenheid en wanneer u de rem-
hendel of het rempedaal licht bedient,
kan een trilling in de hendel of het pe-
daal voelbaar zijn. Dit duidt niet op een
storing.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de remhendel of
het rempedaal terwijl het ABS-sy-
steem actief is. Er is echter speciaal
gereedschap vereist, dus neem con-
tact op met uw Yamaha dealer.LET OP
DCA20100
Let op d at de wielsensor en de rotor van
d e wielsensor niet bescha digd raken,
an ders kan het ABS-systeem niet meer
naar behoren werken.
DAU13076
Tank dopOpenen van de tankd op
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan 1/4
slag rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld
en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van d e tankdop
Duw de brandstoftankdop omlaag terwijl
de sleutel nog in het slot zit. Draai de sleutel
1/4 slag linksom, neem de sleutel uit en
sluit dan het slotplaatje.
1. Opneemring voorwielsensor
2. Voorwielsensor
1. Achterwielsensor
2. Opneemring achterwielsensor
1
2
12
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
1
2
UBN6DBD0.book Page 18 Monday, October 11, 2021 11:51 AM
Page 52 of 112

Gebruik en belan grijke rij-informatie
6-1
6
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met de
b ed iening selementen kan lei den tot ver-
lies van de controle, met mo gelijk een
on geval of letsel tot gevol g.
DAU73452
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor. Deze sensor
stopt de motor als de machine kantelt.
Schakel in dat geval het contactslot uit
en weer in. Wanneer u dit niet, doet zal
de motor niet aanslaan, ook al pro-
beert de startmotor de motor op gang
te brengen na het indrukken van de
startknop.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de
startknop om de motor opnieuw te
starten.
DAU79944
De motor startenHet startspersysteem staat starten toe
wanneer:
de versnellingsbak in de vrijstand
staat of
de versnellingsbak in een versnelling
is geschakeld, de z ijstandaard is op-
geklapt en de koppelingshendel is in-
getrokken.
Om de motor te starten1. Draai het contactslot naar ON en zet de noodstopschakelaar in de stand
“run”.
2. Controleer of de indicator en het/de waarschuwingslampje(s) enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan. (Zie
pagina 4-5.)OPMERKINGStart de motor niet als het waarschu-
wingslampje motorstoring of het
waarschuwingslampje olieniveau blijft
branden.
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden en aan blijven tot de
machine een snelheid van 10 km/h (6
mi/h) bereikt.
UBN6DBD0.book Page 1 Monday, October 11, 2021 11:51 AM
Page 82 of 112

Periodiek on derhou d en afstelling
7-27
7
remwerkin g, waar door u de macht over
het stuur zou kunnen verliezen met een
on geluk als g evolg.
DAU36505
Remlichtschakelaars Het remlicht moet gaan branden net voor-
dat de remwerking intreedt. Het remlicht
wordt geactiveerd door schakelaars die zijn
verbonden met de remhendel en het rem-
pedaal. Aangezien de remlichtschakelaars
onderdelen zijn van het Yamaha ABS (Anti-
lock Brake System), mogen ze alleen wor-
den onderhouden door een Yamaha dea-
ler.
DAU22393
Controleren van voor- en achter-
rem blokkenDe remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU36891
Rem blokken voorrem
Elk voorremblok heeft een eigen slijtage-in-
dicator, zodat het remblok kan worden ge-
controleerd zonder de rem te hoeven
demonteren. Bekrachtig de rem en let op
de stand van de slijtage-indicator om de
remblokslijtage te controleren. Wanneer
een remblok zover is afgesleten dat de slij-1. Slijtage-indicator remblok
1
1
UBN6DBD0.book Page 27 Monday, October 11, 2021 11:51 AM
Page 84 of 112

Periodiek on derhou d en afstelling
7-29
7
Gebruik uitsluiten d d e aan bevolen
remvloeistof, an ders kunnen de
ru bberaf dichtin gen bescha digd ra-
ken met lekka ge tot g evolg.
Vul bij met hetzelf de type remvloei-
stof. Toevoeg ing van een an der
type remvloeistof d an DOT 4 kan re-
sulteren in een scha delijke chemi-
sche reactie.
Pas op en zor g d at tij dens het b ij-
vullen geen water of stof het rem-
vloeistofreservoir binnen drin gen.
Water zal het kookpunt van de rem-
vloeistof aanzienlijk verla gen zo dat
d amp belvormin g kan optre den en
vuil de hy draulisch bed ien de klep-
pen va n
d e ABS eenhei d kan ver-
stoppen.
LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
on der delen beschad ig en. Vee g g emors-
te remvloeistof stee ds direct af.Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en /of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
plotseling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
DAU22734
De remvloeistof verversenLaat de remvloeistof elke 2 jaar verversen
door een Yamaha dealer. Laat bovendien
de keerringen van de hoofdremcilinders en
remklauwen en de remslangen vervangen
volgens de hieronder vermelde intervalperi-
oden of eerder als ze lek of beschadigd zijn.
Remkeerringen: elke 2 jaar
Remslangen: elke 4 jaar
UBN6DBD0.book Page 29 Monday, October 11, 2021 11:51 AM
Page 92 of 112

Periodiek on derhou d en afstelling
7-37
7
LET OP
DCA16522
Voor het opla den van een VRLA (Valve
Re gulate d Lea d Aci d)-accu is een speci-
ale acculad er (met constante spannin g)
vereist. Bij geb ruik van een conventione-
le acculad er raakt de accu b eschadigd.Om de accu op te b ergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Zet alvorens d e accu te verwij-
d eren het contactslot uit en haal
eerst de neg atieve ka bel en d aarna
d e positieve ka bel los.
[DCA16304]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Zet alvorens d e
accu te plaatsen het contactslot uit
en sluit eerst d e positieve kab el en
d aarna de neg atieve ka bel aan.
[DCA16842]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.
LET OP
DCA16531
Hou d d e accu stee ds op gelad en. Stallen
van een ontla den accu kan lei den tot
permanente accuscha de.
DAU2370A
Zekerin gen vervan genDe hoofdzekering, de ABS-motorzekering
en zekeringenkastje 1 zitten onder het be-
stuurderszadel. (Zie pagina 4-21.)OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de ABS-motorze-
kering verwijdert u de kap van het startmo-
torrelais door deze omhoog te trekken.1. Zekering ABS-motor
2. Kap van startmotorrelais
3. Reservezekering ABS-pompmotor
4. Hoofdzekering
23
4
1
UBN6DBD0.book Page 37 Monday, October 11, 2021 11:51 AM
Page 93 of 112

Periodiek on derhoud en afstelling
7-38
7
Zekeringenkastje 2 bevindt zich onder pa-
neel A. (Zie pagina 7-10.) Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge scha
de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
1. Zekeringenkastje 1
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. ABS ECU-zekering
4. Aansluitzekering 1 (voor optionele appara-
tuur)
5. Zekering elektronische smoorklep
6. Backup-zekering (voor klok en startblok- keersysteem)
7. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
8. Reservezekering
2
1
345
8
67
1. Zekeringenkastje 2
2. Zekering alarmverlichtingssysteem
3. Koplampzekering
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering signaleringssysteem
6. Zekering rechter radiatorkoelvinmotor
7. Zekering linker radiatorkoelvinmotor
8. Reservezekering
2
1
345
8
67
Voor geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Aansluitzekering 1: 2.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering ABS ECU: 7.5 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: 10.0 A
Circuitzekering alarmverlichtingssy-
steem: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A × 2
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Koplampzekering: 7.5 A
UBN6DBD0.book Page 38 Monday, October 11, 2021 11:51 AM