stop start YAMAHA R6 RACE 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2022, Model line: R6 RACE, Model: YAMAHA R6 RACE 2022Pages: 112, PDF Size: 3.95 MB
Page 21 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-3
4
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in de stand “LOCK” in en
draai deze dan naar “OFF”.
DAU59680
(Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP
DCA20760
Als u d e alarmverlichtin g of d e richtin g-
aanwijzers lan gdurig g eb ruikt, kan d it de
accu ontla den.
DAU66055
StuurschakelaarsLinks Rechts
DAU79740
Lichtsi
gnaalschakelaar “ ”
Druk op deze schakelaar om een lichtsig-
naal te geven met de koplamp en om de
start van elke ronde te markeren bij gebruik
van de rondetimer.OPMERKINGAls de dimlichtschakelaar is ingesteld
op Ž, heeft de lichtsignaalschakelaar
geen effect.
DAU79872
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Dimlichtschakelaar / Ž
2. Lichtsignaalschakelaar Ž
3.
4. Richtingaanwijzerschakelaar / Ž
5. Claxonschakelaar Ž
5
4
2
3
1
1. Stop/Run/Start-schakelaar / / Ž
2.
3. Schakelaar alarmverlichting Ž
231
UBN6DBD0.book Page 3 Monday, October 11, 2021 11:51 AM
Page 22 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-4
4
OPMERKINGAls de schakelaar op dimlicht wordt inge-
steld, gaat alleen de linker koplamp bran-
den. Als de schakelaar op grootlicht wordt
ingesteld, gaan beide koplampen branden.
DAU66040
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU66030
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU73961
Schakelaar tractiere gelin g “TCS”
Zie pagina 3-1 voor uitleg over de werking
van de tractieregeling.
DAU66060
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 6-1 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU66010
Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU73931
Rijmo dusschakelaar “MODE”
Zie pagina 3-1 voor uitleg over de rijmodus.
UBN6DBD0.book Page 4 Monday, October 11, 2021 11:51 AM
Page 25 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-7
4
OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamaha
dealer om de machine te controleren.
DAU80372
Schakellampje
Dit lampje kan zo worden ingesteld dat het
bij geselecteerde motortoerentallen aan- of
uitgaat. (Zie pagina 4-14.)OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, gaat
het lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden, vraag dan een Yamaha
dealer het voertuig te controleren.
DAU80300
Controlelampje start blokkerin g
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
continu te knipperen om aan te geven dat
het startblokkeersysteem is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt na 24 uur met
knipperen, maar het startblokkeersysteem
blijft ingeschakeld. Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden gecontroleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Als het controlelampje niet gaat branden
wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, blijft branden of in een patroon
knippert, laat de machine dan nazien door
een Yamaha dealer. (Als er een probleem
wordt gedetecteerd in het startblokkeersy-
steem, gaat het controlelampje startblok-
kering in een patroon knipperen.)
OPMERKINGAls het controlelampje startblokkering
knippert in het patroon 5 keer langzaam ge-
volgd door 2 keer snel, betreft dit mogelijk
een storing in het transpondersignaal. Als
deze fout zich voordoet, probeer dan het
volgende.1. Houd andere startblokkeersleutels uit
de buurt van het contactslot. Andere
startblokkeersleutels kunnen signaal-
storing veroorzaken, waardoor de mo-
tor weigert te starten.
2. Start de motor met behulp van de co- deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels. 4. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan de machine en alle 3 sleu-
tels naar een Yamaha dealer en laat
de standaardsleutels opnieuw code-
ren.
UBN6DBD0.book Page 7 Monday, October 11, 2021 11:51 AM
Page 27 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-9
4
Klok en ron detimer
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem.
De klok instellen1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de “SELECT”-toets en de “RE- SET”-toets tegelijkertijd twee secon-
den ingedrukt. De urenaanduiding
begint te knipperen.
3. Druk op de “RESET”-toets om de uren in te stellen.
4. Druk op de “SELECT”-toets en de mi-
nutenaanduiding zal gaan knipperen.
5. Druk op de “RESET”-toets om de mi- nuten in te stellen.
6. Druk op de “SELECT”-toets om de in- stellingen te bevestigen en de klok
aan te zetten. Schakelen tussen de klok en de rondetimer
Druk tegelijkertijd op de toetsen “SELECT”
en “RESET” en laat deze los.
De rondetimer kan maximaal 20 rondetij-
den vastleggen en opslaan. De geheugen-
gegevens van rondetijden zijn verdeeld in
twee groepen: “L” voor de volgorde van
rondes en “F” voor de snelheidsvolgorde.
Voor de rondevolgorde wordt de meest re-
cente ronde aangeduid met L1 (en wordt
L19 dan L20). In het geval van het geheu-
gen van de snelste rondes wordt elke nieu-
we snelle ronde in de bovenste 20
ingevoegd en wordt de vorige F20 uit het
geheugen gewist.
De rondetimer gebruiken
1. Houd de toets “RESET” een seconde
lang ingedrukt om de rondetimer ge-
reed te maken voor een tijdmeting (de
dubbele punt “:” en de punt “.” gaan
knipperen).
2. Druk op de lichtsignaalschakelaar “ ” om de rondetimer te starten.
3. Druk op de lichtsignaalschakelaar “ ” om het begin van elke nieuwe ronde te
markeren.
4. Druk op de toets “SELECT” om de rondetimer te stoppen.
5. Druk opnieuw op de toets “SELECT”
om de rondetimer terug te stellen op
nul (of houd de toets “RESET” een se-
conde lang ingedrukt om de rondeti-
mer terug te stellen op nul en gereed
te maken voor een tijdmeting).
De geheugengegevens van rondetijdenweergeven1. Houd de toets “SELECT” een secon- de lang ingedrukt. Het geheugen voor
de rondevolgorde wordt geselecteerd
(aangeduid door “L-20” in het onder-
ste deel van de weergave), of druk op-
nieuw op de toets “SELECT” om het
geheugen voor de snelste rondes te
selecteren (aangeduid door “F-20”).
1. Klok
1
1. Rondetimer
1
UBN6DBD0.book Page 9 Monday, October 11, 2021 11:51 AM
Page 48 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-30
4
JA NEE JA NEE JA NEE
WAARSCHUWING
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Zet de noodstopschakelaar in de stand “run”.
3. Zet het contactslot aan.
4. Zet de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Zet de versnellingsbak in een versnelling.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Druk op de startknop.
Start de motor? De sperschakelaar van de koppelingshendel
werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. Laat als een storing wordt aangetroffen de
machine nakijken alvorens te gaan rijden.
UBN6DBD0.book Page 30 Monday, October 11, 2021 11:51 AM
Page 52 of 112

Gebruik en belan grijke rij-informatie
6-1
6
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met de
b ed iening selementen kan lei den tot ver-
lies van de controle, met mo gelijk een
on geval of letsel tot gevol g.
DAU73452
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor. Deze sensor
stopt de motor als de machine kantelt.
Schakel in dat geval het contactslot uit
en weer in. Wanneer u dit niet, doet zal
de motor niet aanslaan, ook al pro-
beert de startmotor de motor op gang
te brengen na het indrukken van de
startknop.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de
startknop om de motor opnieuw te
starten.
DAU79944
De motor startenHet startspersysteem staat starten toe
wanneer:
de versnellingsbak in de vrijstand
staat of
de versnellingsbak in een versnelling
is geschakeld, de z ijstandaard is op-
geklapt en de koppelingshendel is in-
getrokken.
Om de motor te starten1. Draai het contactslot naar ON en zet de noodstopschakelaar in de stand
“run”.
2. Controleer of de indicator en het/de waarschuwingslampje(s) enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan. (Zie
pagina 4-5.)OPMERKINGStart de motor niet als het waarschu-
wingslampje motorstoring of het
waarschuwingslampje olieniveau blijft
branden.
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden en aan blijven tot de
machine een snelheid van 10 km/h (6
mi/h) bereikt.
UBN6DBD0.book Page 1 Monday, October 11, 2021 11:51 AM
Page 98 of 112

Periodiek on derhou d en afstelling
7-43
7
DAU86420
Motor raakt oververhit
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwij der de ra diatorvul dop niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernsti ge bran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is af gekoel d.
Bren g een dikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de rad iatorvul dop en draai deze dan lan gzaam linksom te gen
d e aanslag zodat de no g aanwezi ge druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaa g zo dra het sis gelui d stopt en d raai deze links-
om en verwij der de dop.OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater wo rden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
UBN6DBD0.book Page 43 Monday, October 11, 2021 11:51 AM
Page 108 of 112

11-1
11
IndexAAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 7-31
ABS ....................................................... 4-17
ABS-waarschuwingslampje .................... 4-6
Accu ...................................................... 7-36
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 7-34
Achteruitkijkspiegels ............................. 4-23BBanden ................................................. 7-22
Bougies, controleren............................. 7-14
Brandstof .............................................. 4-19CClaxonschakelaar ................................... 4-4
Contactslot/stuurslot .............................. 4-2
Controlelampje grootlicht ....................... 4-5
Controlelampje richting aanwijzers .......... 4-5
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................ 4-5
Controlelampje startblokkering............... 4-7
Controlelampje tractieregeling................ 4-6DDe motor starten ..................................... 6-1
Diagnosestekker ................................... 10-2
Dimlichtschakelaar.................................. 4-3
D-mode (rijmodus) .................................. 3-1EEXUP-systeem ...................................... 4-28FFilterbus ................................................ 7-15GGasgreep en gaskabel, controleren
en smeren ........................................... 7-32
Gelijkstroom kabelstekker voor accessoires......................................... 4-28 Gereedschapsset ................................... 7-2
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen........................................... 7-39
IIdentificatienummers ............................ 10-1
Inrijperiode.............................................. 6-3KKabels, controleren en smeren ............ 7-32
Klepspeling ........................................... 7-22
Koelvloeistof ......................................... 7-20
Koppelingshendel................................. 4-16
Koppelingshendel, vrije slag afstellen .............................................. 7-25LLichtsignaalschakelaar ........................... 4-3
Luchtfilterelement ................................. 7-21MMatkleur, let op ...................................... 8-1
Modelinformatiesticker ......................... 10-1
Motorolie en oliefilterpatroon ............... 7-16
Motor raakt oververhit .......................... 7-43
Multifunctionele meter ............................ 4-8OOnderhoud ............................................. 8-1
Onderhoud en smering, periodiek.......... 7-5
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem..... 7-3
Ondersteunen van de motorfiets .......... 7-40
Overloopslang brandstoftank ............... 4-20PParkeren ................................................. 6-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................ 7-40RRegistratie van gegevens, voertuig ...... 10-2 Rem- en koppelingshendels,
controleren en smeren........................7-33
Rem- en schakelpedalen, controleren en smeren ...........................................7-33
Remhendel ............................................4-17
Remlichtschakelaars .............................7-27
Rempedaal ............................................4-17
Remvloeistofniveau, controleren ..........7-28
Remvloeistof, verversen........................7-29
Richtingaanwijzerschakelaar...................4-4
Rijmodusschakelaar................................4-4
SSchakelaar alarmverlichting ....................4-4
Schakelaar tractieregeling ......................4-4
Schakelen ...............................................6-2
Schakellampje.........................................4-7
Schakelpedaal ......................................4-16
Schokdemperunit, afstellen ..................4-25
Serienummer motorblok .......................10-1
Snelschakelsysteem ...............................3-3
Spanning aandrijfketting .......................7-30
Speciale kenmerken................................3-1
Specificaties............................................9-1
Stallen .....................................................8-3
Startblokkeersysteem .............................4-1
Startspersysteem ..................................4-29
Stationair toerental, controleren ...........7-21
Stop/Run/Start-schakelaar .....................4-4
Storingzoekschema ..............................7-42
Stroomlijn- en framepanelen, verwijderen en aanbrengen ................7-10
Stuurschakelaars ....................................4-3
Stuursysteem, controleren ....................7-35
UBN6DBD0.book Page 1 Monday, October 11, 2021 11:51 AM