alarm YAMAHA TMAX 2014 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2014, Model line: TMAX, Model: YAMAHA TMAX 2014Pages: 98, PDF Size: 2.95 MB
Page 17 of 98

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-2
234
5
6
7
8
9
DAU10473
Contactslot/stuurslotVia het contactslot/stuurslot worden het ont-
stekingssysteem en de verlichtingssyste-
men bediend en wordt het stuur
vergrendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.OPMERKINGGebruik de standaardsleutel (zwarte greep)
voor regelmatig gebruik van de machine.
Bewaar de codeersleutel (rode greep) op
een veilige plaats en gebruik deze uitslui-
tend voor hercodering om het risico op ver-lies te minimaliseren.
DAU10561
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting, het
achterlicht, de kentek enverlichting en het parkeerlicht gaan branden en de motor kan
worden gestart. De sleutel kan niet worden
uitgenomen.
OPMERKINGDe koplamp gaat automatisch branden
wanneer de motor wordt gestart en blijft aan
totdat de sleutel naar “OFF” wordt gedraaidof de zijstandaard omlaag wordt bewogen.
DAU10662
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA10062
Draai nooit de sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl de machine rijdt. Hier-
door worden de elektrische systemen
uitgeschakeld, wat mogelijk kan leiden
tot verlies van de controle of een onge-val.
DAU10685
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen1. Draai het stuur helemaal naar links. 2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in en
draai deze dan naar “LOCK”. Houd de
sleutel hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.
Om het stuur te ontgrendelen
Druk de sleutel in en draai deze dan naar
“OFF”. Houd de sleutel hierbij ingedrukt.
DAU34342
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht,
de kentekenverlichting en het parkeerlicht
branden. De alarmverlichting en richting-
aanwijzers kunnen worden ingeschakeld,
maar alle andere elektrische systemen zijn
uit. De sleutel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “ ” te kunnen draaien.LET OP
DCA11021
Gebruik de parkeerstand niet gedurende
langere tijd, anders kan de accu ontla-den raken.
59C-9-D2.book 2 ページ 2013年7月9日 火曜日 午前11時6分
Page 27 of 98

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-12
234
5
6
7
8
9
DAU1234F
StuurschakelaarsLinksRechts
DAU12361
Lichtsignaalschakelaar “PASS”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12401
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op
“ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te gev en. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar terug naar de middenstand. Om de richting-
aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat
hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12661
Noodstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “ ”. Zet deze schakelaar op “ ” om de
motor direct uit te schakelen in een noodge-
val, zoals wanneer de machine omslaat of
als de gaskabel blijft hangen.
DAU12722
Startknop “ ”
Druk met de zijstandaard omhoog op deze
knop terwijl u de voor- of achterrem be-
krachtigt om de motor te starten met de
startmotor. Zie pagina 5-1 voor startinstruc-
ties voordat u de motor start.
DAU44712
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring en het ABS-waarschuwingslampje (al-
leen voor model met ABS) kan gaan
branden als de sleutel naar “ON” wordt ge-
1. Lichtsignaalschakelaar “PASS”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
4. Claxonschakelaar “ ”
1
2
3
4
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Schakelaar alarmverlichting “ ”
3. Startknop “ ”
1
2
3
59C-9-D2.book 12 ページ 2013年7月9日 火曜日 午前11時6分
Page 28 of 98

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-13
1
23
4
5
6
7
8
9
draaid en de startknop wordt ingedrukt. Dit
wijst echter niet op een storing.
DAU12734
Schakelaar alarmverlichting “ ”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-den.
DAU44912
VoorremhendelDe voorremhendel bevindt zich aan de
rechterzijde van het stuur. Trek deze hendel
naar de gasgreep toe om de voorrem te be-
krachtigen.
De voorremhendel is voorzien van een stel-
wiel voor afstelpositie. Om de afstand tus-
sen de voorremhendel en de gasgreep af te
stellen, draait u het stelwiel terwijl u de voor-
remhendel van de gasgreep vandaan
houdt. Controleer of het correcte instelpunt
op het stelwiel tegenover het merkteken
“ ” op de voorremhendel staat.
DAU44922
AchterremhendelDe achterremhendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek deze hendel naar het
stuur toe om de achterrem te bekrachtigen.
De achterremhendel is voorzien van een
stelwiel voor afstelpositie. Om de afstand
tussen de achterremhendel en de stuur-
greep af te stellen, wordt het stelwiel ge-
draaid terwijl de achterremhendel van het
stuur vandaan wordt gehouden. Controleer
of het correcte instelpunt op het stelwiel te-
genover het “ ” merkteken op de achter-
remhendel staat.
1. Voorremhendel
2. Stelwiel afstelpositie remhendel
3. “ ”-merkteken
4. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
1
4
2
3
1. Achterremhendel
2. Stelwiel afstelpositie remhendel
3. “ ”-merkteken
4. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
54321
3 2
1
4
59C-9-D2.book 13 ページ 2013年7月9日 火曜日 午前11時6分
Page 95 of 98

INDEX
AAandachtspunten voor veilig rijden............ 1-5
ABS (voor modellen met ABS) ................ 3-14
ABS-waarschuwingslampje (voor modellen met ABS) ................................. 3-3
Accu......................................................... 6-28
Achterlicht/remlichtunit ............................ 6-33
Achterremblokkeerhendel........................ 3-14
Achterremblokkeerkabel, afstellen .......... 6-21
Achterremblokkering, controleren............ 6-22
Achteruitkijkspi egels ................................ 3-24BBanden .................................................... 6-18
Bougies, controleren................................ 6-10
Brandstof ................................................. 3-16
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ..... 5-4CClaxonschakelaar .................................... 3-12
Contactslot/stuurslot .................................. 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ......... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................... 3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers ........... 3-3
Controlelampje startblokkeersysteem ....... 3-4DDimlichtschakelaar .................................. 3-12
Doorbuiging aandrijfriem ......................... 6-24GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren .................................................. 6-25
Gereedschapsset ...................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting, vervangen.............................................. 6-34
Gloeilamp richtingaanwijzer (voor), vervangen.............................................. 6-33
HHelmbevestiging...................................... 3-20IIdentificatienummers ................................. 9-1
Inrijperiode ................................................ 5-4KKabels, controleren en smeren ............... 6-25
Klepspeling.............................................. 6-17
Koelvloeistof ............................................ 6-14
Koplampgloeilamp, vervangen ................ 6-32
Kuipruit .................................................... 3-22LLichtsignaalschakelaar ............................ 3-12
Luchtfilterelement, vervangen ................. 6-16MMatkleur, let op.......................................... 7-1
Middenbok en zijstandaard, controleren
en smeren ............................................. 6-26
Modelinformatiesticker .............................. 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ................... 6-11
Multifunctioneel display ............................. 3-5NNoodstopschakelaar ............................... 3-12OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ........ 6-3
Opbergcompartimenten .......................... 3-20PPanelen, verwijderen en aanbrengen ....... 6-8
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ........... 6-35
Parkeren.................................................... 5-5
Plaats van de onderdelen ......................... 2-1
Problemen oplossen ............................... 6-35RRemhendel, achterrem ............................ 3-13 Remhendels, smeren............................... 6-25
Remmen ....................................................5-3
Remvloeistofniveau, controleren ............. 6-23
Remvloeistof, verversen ..........................6-24
Richtingaanwijzerschakelaar ................... 3-12
Rugsteun rijderzadel, verstellen .............. 3-19
SSchakelaar alarmverlichting ..................... 3-13
Schokdemperunit ..................................... 3-24
Smering en onderhoud, periodiek..............6-4
Snelheidsmeter ..........................................3-4
Sneller en langzamer rijden .......................5-3
Specificaties...............................................8-1
Stalling .......................................................7-3
Startblokkeersysteem ................................3-1
Starten van de motor .................................5-1
Startknop .................................................3-12
Startspersysteem ..................................... 3-25
Stationair toerental................................... 6-16
Storingzoekschema’s............................... 6-37
Stuurschakelaars ..................................... 3-12
Stuursysteem, controleren .......................6-27TTankdop ...................................................3-15
Toerenteller................................................3-5UUitlaatkatalysator ..................................... 3-18VVeiligheidsinformatie..................................1-1
Verzorging .................................................7-1
Voertuigidentificatienummer ......................9-1
Voor- en achterremblokken,
controleren.............................................6-22
Voorremhendel ........................................ 3-13
59C-9-D2.book 2 ページ 2013年7月9日 火曜日 午前11時6分