YAMAHA XJR 1300 2011 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2011, Model line: XJR 1300, Model: YAMAHA XJR 1300 2011Pages: 94, PDF Size: 3.26 MB
Page 31 of 94
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-16
3
DAU14453
Opbergcompartiment Het opbergcompartiment bevindt zich on-
der het zadel. (Zie pagina 3-15.)
Als de Gebruikershandleiding of andere do-
cumentatie in het opbergcompartiment
wordt opgeborgen, doe ze dan in een plas-
tic zak om nat worden te voorkomen. Zorg
bij het wassen van de machine dat geen
water het opbergcompartiment kan binnen-
dringen.
WAARSCHUWING
DWA10961
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 3 kg (7 lb) voor het op-
bergcompartiment niet.
Overschrijd het maximumgewicht
van 205 kg (452 lb) voor het voertuig
niet.
DAU14743
Voorvork afstellen
WAARSCHUWING
DWA10180
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolg
zijn.Deze voorvork is voorzien van stelbouten
voor veervoorspanning, stelschroeven voor
uitgaande demping en stelschroeven voor
ingaande demping.LET OP
DCA10101
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).
Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b).Breng de gewenste groef op het stelmecha-
nisme in lijn met het bovenvlak van de vork-
plug.
1. Opbergcompartiment
1. Stelbout veervoorspanning
1. Huidige instelling
2. Vorkplug
1
(a)(b)
3
1
2
4
5
2 1
U5WMD8D0.book Page 16 Tuesday, August 17, 2010 3:05 PM
Page 32 of 94
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
3
Uitgaande demping
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef op beide vorkpoten in de richting
(a). Draai om de uitgaande demping te ver-
lagen en zo de vering zachter te maken de
stelschroef op beide vorkpoten in de richting
(b).Ingaande demping
Draai om de ingaande demping te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
schroef op beide vorkpoten in de richting
(a). Draai om de ingaande demping te ver-
lagen en zo de vering zachter te maken de
stelschroef op beide vorkpoten in de richting
(b).
OPMERKINGDoor geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeenko-
men; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan te
passen.
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
8
Standaard:
5
Maximum (hard):
11. Stelschroef voor uitveerdemping
1(a)
(b)
Afstelling uitgaande demping:
Minimum (zacht):
10 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
5 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig gedraaid
in de richting (a) 1. Stelschroef voor inveerdemping
Afstelling ingaande demping:
Minimum (zacht):
13 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
6 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig gedraaid
in de richting (a)
U5WMD8D0.book Page 17 Tuesday, August 17, 2010 3:05 PM
Page 33 of 94
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-18
3
DAU43256
Schokdemperunit afstellen
WAARSCHUWING
DWA10210
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolg
zijn.Elke schokdemperunit is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning en met stel-
knoppen voor ingaande demping en voor
uitgaande demping.
Veervoorspanning
Stel de veervoorspanning als volgt af.
1. Draai de borgschroef een halve slag
naar links.2. Draai om de veervoorspanning te ver-
hogen en zo de vering stugger te ma-
ken de stelring in de richting (a). Draai
om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de
stelring in de richting (b).
Verricht de afstelling met de spe-
ciale sleutel in de boordgereed-
schapsset.
De afstelling voor veervoorspan-
ning wordt gecontroleerd door de
afstand A te meten, zoals ge-
toond in de afbeelding. Hoe lan-
ger de afstand A, hoe hoger de
veervoorspanning; hoe korter de
afstand A, hoe lager de veervoor-
spanning. Per volledige omwen-
teling van de stelring verandert
afstand A met 1.5 mm (0.06 in).
Draai de stelring zo dat de borg-
schroef naar buiten is gericht.
1. Borgschroef
1. Speciale sleutel
2. Stelring veervoorspanning
1. Afstand A
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
Afstand A = 0 mm (0 in)
Standaard:
Afstand A = 17 mm (0.67 in)
Maximum (hard):
Afstand A = 28 mm (1.10 in)
U5WMD8D0.book Page 18 Tuesday, August 17, 2010 3:05 PM
Page 34 of 94
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-19
3
3. Draai de borgschroef vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
Uitgaande demping
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelknop in de richting (a). Draai om de uit-
gaande demping te verlagen en zo de ve-
ring zachter te maken de stelknop in de
richting (b).Ingaande demping
Draai om de ingaande demping te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
knop in de richting (a). Draai om de ingaan-
de demping te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelknop in de richting
(b).
LET OP
DCA10101
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.OPMERKINGOm een nauwkeurige afstelling te bereiken,
is het raadzaam om het aantal klikken of
slagen te tellen waarmee elk afstelmecha-
nisme van de demping wordt verdraaid. Het
kan voorkomen dat dit afstelbereik vanwe-
ge kleine productieverschillen niet exact
overeenkomt met de opgegeven specifica-
ties.
Aanhaalmoment:
Borgschroef:
0.1 Nm (0.01 m·kgf, 0.07 ft·lbf)1. Stelknop voor uitveerdemping
Afstelling uitgaande demping:
Minimum (zacht):
36 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
10 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a) 1. Stelknop voor inveerdemping
Afstelling ingaande demping:
Minimum (zacht):
20 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
16 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
U5WMD8D0.book Page 19 Tuesday, August 17, 2010 3:05 PM
Page 35 of 94
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-20
3
WAARSCHUWING
DWA10231
Deze schokdemperunits zijn gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunits.
Probeer de gascilinders niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemperunits niet
bloot aan open vuur of een andere
hittebron. Hierdoor kan de gasdruk
zo hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinders. Schade aan
de cilinders zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-
dealer.
DAU43442
Bagageriembevestiging Aan beide zijden van het voertuig bevinden
zich vier bagageriemhouders, waarvan één
inklapbaar. De inklapbare bagageriembe-
vestigingen kunnen voor een betere toe-
gankelijkheid naar buiten worden gedraaid.
DAU15282
EXUP-systeem Dit model is uitgerust met het Yamaha
EXUP-systeem (regelsysteem voor uitlaat-
druk). Dit systeem verhoogt het motorver-
mogen door een klep die de
binnendiameter van de uitlaatpijp reguleert.
De stand van de EXUP-klep wordt door een
computergestuurde servomotor constant
aangepast overeenkomstig het motortoe-
rental.LET OP
DCA10191
Het EXUP-systeem werd afgesteld
en uitgebreid getest op de Yamaha
fabriek. Als deze afstellingen wor-
den gewijzigd zonder dat voldoen-
de technische kennis aanwezig is,
kan de werking van de motor ach-
teruitgaan of wordt de motor be-
schadigd.
Als het EXUP-systeem niet hoor-
baar is wanneer contact is gemaakt,
laat het dan door een Yamaha
dealer controleren.
1. Bagageriembevestiging
2. Inklapbare bagageriembevestiging
12
U5WMD8D0.book Page 20 Tuesday, August 17, 2010 3:05 PM
Page 36 of 94
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-21
3
DAU15304
Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie pagina 3-21 voor een uitleg over
het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10241
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig enlaat het repareren door een Yamaha
dealer als de werking niet naar behoren
is.
DAU44902
Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshendel-
schakelaar en de vrijstandschakelaar deel
uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersys-
teem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.
U5WMD8D0.book Page 21 Tuesday, August 17, 2010 3:05 PM
Page 37 of 94
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-22
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De motorstopknop moet in de stand staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
Bij deze inspectie moet de machine op de
middenbok worden gezet.
Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer
het systeem te controleren.WAARSCHUWING
“ ”
U5WMD8D0.book Page 22 Tuesday, August 17, 2010 3:05 PM
Page 38 of 94
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-1
4
DAU15596
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en procedures
voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11151
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u
een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de machi-
ne dan nazien door een Yamaha dealer.Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
BrandstofControleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.
Controleer de tankbeluchtingsslang/overloopslang op obstakels, scheuren of be-
schadiging en controleer de slangaansluiting.3-13, 3-14
MotorolieControleer het olieniveau in de motor.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage.6-11
VoorremControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-20, 6-21
U5WMD8D0.book Page 1 Tuesday, August 17, 2010 3:05 PM
Page 39 of 94
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
AchterremControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-20, 6-21
KoppelingControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type vloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-19, 6-21
GasgreepControleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de gasgreep.
Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel-
len en de kabel en het kabelhuis te smeren.6-15, 6-25
BedieningskabelsControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig.6-24
AandrijfkettingControleer of de ketting correct is aangespannen.
Stel indien nodig bij.
Controleer de conditie van de ketting.
Smeer indien nodig.6-22, 6-24
Wielen en bandenControleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.6-16, 6-18
Rem- en schakelpedalenControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten.6-25 ITEM CONTROLES PAGINA
U5WMD8D0.book Page 2 Tuesday, August 17, 2010 3:05 PM
Page 40 of 94
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-3
4
Rem- en koppelingshendelsControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.6-26
Middenbok, zijstandaardControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de scharnierpunten.6-26
FramebevestigingenControleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
Zet indien nodig vast.—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaarsControleer de werking.
Corrigeer indien nodig.—
Zijstandaardschakelaar Controleer de werking van het startspersysteem.
Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te
controleren.3-21 ITEM CONTROLES PAGINA
U5WMD8D0.book Page 3 Tuesday, August 17, 2010 3:05 PM