alarm YAMAHA XMAX 125 2008 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2008, Model line: XMAX 125, Model: YAMAHA XMAX 125 2008Pages: 96, PDF Size: 2.74 MB
Page 6 of 96

VEILIGHEIDSINFORMATIE................1-1
Andere aandachtspunten voor
veilig motorrijden ...........................1-5
BESCHRIJVING..................................2-1
Aanzicht linkerzijde ...........................2-1
Aanzicht rechterzijde ........................2-2
Bedieningen en instrumenten ...........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN
BEDIENINGEN....................................3-1
Startblokkeersysteem .......................3-1
Contactslot/stuurslot ........................3-2
Controle- en
waarschuwingslampjes .................3-3
Zelfdiagnosesysteem ........................3-4
Snelheidsmeter .................................3-5
Brandstofniveaumeter ......................3-5
Temperatuurmeter koelvloeistof .......3-6
Multifunctioneel display ....................3-6
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) .....3-9
Stuurschakelaars ..............................3-9
Voorremhendel ................................3-11
Achterremhendel ............................3-11
Tankdop ..........................................3-11
Brandstof ........................................3-13
Uitlaatkatalysatoren ........................3-14
Zadel ...............................................3-14
Opbergcompartiment .....................3-15
Opbergcompartiment voorzijde ......3-16
Achterste opbergcompartiment......3-17Afstellen van de
schokdemperunits .......................3-18
Zijstandaard ....................................3-18
Startspersysteem ............................3-19
CONTROLES VOOR HET
STARTEN.............................................4-1
Controlelijst voor gebruik..................4-2
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-
INFORMATIE.......................................5-1
Starten van de motor........................5-1
Wegrijden ..........................................5-2
Sneller en langzamer rijden ..............5-3
Remmen ...........................................5-3
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ..........................5-4
Inrijperiode ........................................5-4
Parkeren............................................5-5
PERIODIEK ONDERHOUD EN
KLEINERE REPARATIES....................6-1
Boordgereedschapsset.....................6-1
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema.......................6-3
De stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen ...........6-7
Controleren van de bougie ...............6-9
Motorolie .........................................6-10
Versnellingsbakolie .........................6-13
Koelvloeistof ...................................6-14Luchtfilter en luchtfilterelementen
in v-snaarbehuizing .....................6-16
Speling van de gaskabel
afstellen .......................................6-17
Klepspeling .....................................6-18
Banden ...........................................6-18
Gietwielen .......................................6-20
Vrije slag voor- en
achterremhendel .........................6-21
Controleren van voor- en
achterremblokken........................6-21
Controleren van
remvloeistofniveau ......................6-22
Verversen van remvloeistof.............6-23
Controleren en smeren van
kabels ..........................................6-23
Controleren en smeren van gasgreep
en gaskabel .................................6-24
Smeren van voor- en
achterremhendels ........................6-24
Controleren en smeren van
middenbok en zijstandaard .........6-24
Voorvork controleren ......................6-25
Controle van stuursysteem .............6-26
Controleren van wiellagers .............6-26
Accu ................................................6-27
Zekeringen vervangen ....................6-28
Koplampgloeilamp vervangen ........6-30
Gloeilamp in voorste
richtingaanwijzer vervangen ........6-31
INHOUDSOPGAVE
1B9-F819D-D2.qxd 13/11/07 12:42 Página 6
Page 24 of 96

3. Laat de knoppen los. De indica-
tor olieverversing zal nu uitgaan.
OPMERKING:
●De indicator olieverversing gaat
branden na de eerste 1000 km
(600 mi), 5000 km (3000 mi) na de
eerste 1000 km (600 mi) en daar-
na om de 6000 km (3600 mi).
●Als de motorolie werd ververst
voordat de indicator olieverver-
sing brandde (dus voordat de
intervalperiode voor olieverver-
sing was verstreken), moet de
indicator na de olieverversing
worden teruggesteld zodat het
eerstvolgende tijdstip voor olie-
verversing weer correct wordt
aangegeven. Na het terugstellen
brandt de indicator gedurende
twee seconden. Als de indicator
niet gaat branden, herhaalt u de
procedure.
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem
(optie)
Dit model kan door een Yamaha dea-
ler worden uitgerust met een optione-
el antidiefstal-alarmsysteem. Neem
contact op met een Yamaha dealer
voor nadere informatie.
DAU12347
Stuurschakelaars
1. Startknop “g”
2. Schakelaar alarmverlichting “ ”
1. Dimlichtschakelaar “
j/k”
2. Lichtsignaalschakelaar “PASSING”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “
c/d”
4. Claxonschakelaar “a”
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
1B9-F819D-D2.qxd 13/11/07 12:42 Página 24
Page 25 of 96

DAUS1020
Dimlichtschakelaar “j/k”
Zet deze schakelaar op “
j” voor
grootlicht en op “
k” voor dimlicht.
Druk de schakelaar in de dimlichts-
tand omlaag om een lichtsignaal te
geven met de koplamp.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “c/d”
Druk deze schakelaar naar “
d” om
afslaan naar rechts aan te geven.
Druk deze schakelaar naar “
c” om
afslaan naar links aan te geven. Na
loslaten keert de schakelaar terug
naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “a”
Druk deze schakelaar in om een cla-
xonsignaal te geven.
DAUM1990
Schakelaar alarmverlichting “ ”,
“h”
Met de contactsleutel in de stand
“ON” zet u deze schakelaar op “ ”
voor het inschakelen van de alarmver-
lichting (gelijktijdig knipperen van alle
richtingaanwijzers). Zet deze schake-
laar op “h” en draai de sleutel naar
“OFF” om de alarmverlichting uit te
schakelen.
OPMERKING:
Zelfs wanneer u de sleutel draait van
“ON” naar “OFF” met ingeschakelde
alarmverlichting, blijft deze verlichting
knipperen, ongeacht de stand van de
schakelaar van de alarmverlichting.
Als u de alarmverlichting wilt uitscha-
kelen, moet u de sleutel in de stand
“ON” zetten en de schakelaar van de
alarmverlichting in de stand “h”.
De alarmverlichting wordt gebruikt in
een noodgeval of om andere verke-
ersdeelnemers te waarschuwen als
uw scooter stilstaat in een mogelijk
gevaarlijke verkeerssituatie.
DCA10060
LET OP:
Gebruik de alarmverlichting niet
gedurende langere tijd, anders kan
de accu ontladen raken.
DAU12720
Startknop “g”
Druk met de zijstandaard omhoog op
deze knop terwijl u de voor- of achte-
rrem bekrachtigt om de motor te star-
ten met de startmotor.
DCA10050
LET OP:
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
1B9-F819D-D2.qxd 13/11/07 12:42 Página 25
Page 90 of 96

VORWORT
AAandachtspunten voor veilig
motorrijden...............................................1-5
Accu .........................................................6-27
Antidiefstal-alarmsysteem (optie)...............3-9
BBanden .....................................................6-18
Bougie, controleren....................................6-9
Brandstof .................................................3-13
Brandstofniveaumeter ................................3-5
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .....5-4
CClaxonschakelaar.....................................3-10
Contactslot/stuurslot .................................3-2
Controle- en waarschuwingslampjes.........3-3
Controlelampje grootlicht...........................3-4
Controlelampje startblokkering ..................3-4
Controlelampjes richtingaanwijzers ...........3-3
Controlelijst voor gebruik ...........................4-2
DDimlichtschakelaar ...................................3-10
Display, multifunctioneel ............................3-6
GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren ...................................................6-24
Gereedschapsset .......................................6-1
Gloeilamp achterlicht/remlicht of
gloeilamp achterste richtingaanwijzer,
vervangen ..............................................6-32
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ..............................................6-33
Gloeilamp richtingaanwijzer (voor),
vervangen ..............................................6-31
IIdentificatienummers..................................9-1
Inrijperiode .................................................5-4
KKabels, controleren en smeren ................6-23
Klepspeling ..............................................6-18
Koelvloeistof.............................................6-14
Koplampgloeilamp, vervangen ................6-30
LLocaties van onderdelen............................2-1
Luchtfilter en luchtfilterelementen in
v-snaarbehuizing ...................................6-16
MMatkleur, let op ..........................................7-5
Middenbok en zijstandaard, controleren
en smeren ..............................................6-24
Modelinformatiesticker ..............................9-2
Motorolie ..................................................6-10
OOpbergcompartiment ...............................3-15
Opbergcompartiment (voorzijde) .............3-16
Opbergcompartiment (achterste) .............3-17
PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ............6-33
Parkeren .....................................................5-5
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema .................................6-3
Problemen oplossen ................................6-34
RRemhendel, achterrem.............................3-11
Remhendels, smeren ...............................6-24
Remmen .....................................................5-3
Remvloeistof, verversen...........................6-23
Remvloeistofniveau, controleren..............6-22Richtingaanwijzerschakelaar....................3-10
SSchakelaar alarmverlichting .....................3-10
Schokdemperunits, afstellen ...................3-18
Sleutelnummer ...........................................9-1
Snelheidsmeter ..........................................3-5
Sneller en langzamer rijden .......................5-3
Specificaties ...............................................8-1
Speling van de gaskabel, afstellen ..........6-17
Stalling .......................................................7-3
Startblokkeersysteem ................................3-1
Starten van de motor .................................5-1
Startknop .................................................3-10
Startspersysteem .....................................3-19
Storingzoekschema’s ...............................6-35
Stroomlijnpanelen en framepaneel,
verwijderen en aanbrengen .....................6-7
Stuurschakelaars .......................................3-9
Stuursysteem, controleren .......................6-26
TTankdop ...................................................3-11
Temperatuurmeter koelvloeistof.................3-6
UUitlaatkatalysatoren .................................3-14
VVeiligheidsinformatie ..................................1-1
Versnellingsbakolie...................................6-13
Verzorging ..................................................7-1
Voertuigidentificatienummer ......................9-1
Voor- en achterremblokken
controleren .............................................6-21
Voorremhendel .........................................3-11
Voorvork, controleren ...............................6-25
Vrije slag voor- en achterremhendel ........6-21
1B9-F819D-D2.qxd 13/11/07 12:42 Página 90