YAMAHA XMAX 125 2011 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2011, Model line: XMAX 125, Model: YAMAHA XMAX 125 2011Pages: 92, PDF Size: 5.01 MB
Page 21 of 92

Wanneer de sleutel naar “ON” wordt
gedraaid, slaat de naald van de snelheids-
meter eenmaal helemaal uit tot aan de
hoogste snelheid en keert daarna weer
terug naar nul om het elektrische circuit te
testen.DAU11872
Toerenteller
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
Met de elektrische toerenteller kan de
motorrijder het motortoerental controleren
en dit binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de naald van de toerenteller eenmaal
helemaal uit tot aan het hoogste aantal
toeren per minuut en keert daarna weer
terug naar nul tpm om het elektrische cir-
cuit te testen.
DCA10031
Laat de motor niet draaien terwijl de
toerenteller in de rode zone wijst.
Rode zone: 8250 tpm en hoger
DAUS1642
Multifunctioneel display
DWA12312
Zet de machine stil voordat u wijzigin-
gen aanbrengt in de instellingen van
het multifunctionele display. Het aan-
brengen van wijzigingen tijdens het rij-
den kan u afleiden en vergroot het risi-
co op een ongeval.
1. Klok/omgevingstemperatuurdisplay
2. Temperatuurmeter koelvloeistof
3. Brandstofniveaumeter
4. Kilometerteller/ritteller brandstofreserve
5. “SELECT”-toets
6. “RESET”-toets
1
2
3
4
5
6
WAARSCHUWING
LET OP
1
2
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 21
Page 22 of 92

1. Indicator V-snaarvervanging “V-BELT”
2. Waarschuwingsindicator brandstofniveau “ ”
3. Waarschuwingsindicator koelvloeistoftem- peratuur “ ”
4. Indicator olieverversing “OIL”
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een brandstofniveaumeter
een temperatuurmeter koelvloeistof
een kilometerteller
twee rittellers (die de afgelegde
afstand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve
(die de afgelegde afstand weergeeft
vanaf het moment dat het onderste
segment van de brandstofniveaume-
ter en de waarschuwingsindicator
brandstofniveau gaan knipperen)
een voorziening voor zelfdiagnose
een klok
een omgevingstemperatuurweerga-
ve
een indicator olieverversing
een indicator V-snaarvervanging
OPMERKING
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de “SELECT”- en
“RESET”-toets gebruikt.
Als de sleutel naar “ON” wordt
gedraaid, verschijnen alle segmenten
op het multifunctionele display en
verdwijnen dan weer om het elek-
trisch circuit te testen.
Kilometerteller- en rittellermodus
Door indrukken van de “SELECT”-toets
wisselt de weergave tussen de kilometer-
tellermodus “Odo” en de rittellermodi
“Trip”, in de onderstaande volgorde:
Odo/Trip (boven) Trip (beneden)/Trip
(boven) Odo/Trip (boven) Als er ongeveer 2,0 L (0,53 US gal, 0,44
Imp.gal) brandstof in de tank over is,
beginnen het onderste segment van de
brandstofniveaumeter en de waarschu-
wingsindicator brandstofniveau te knippe-
ren. De displayweergave wisselt automa-
tisch naar de brandstofreserve-ritteller
“Trip F”, waarop de afgelegde afstand
vanaf dat punt wordt aangegeven. In dat
geval wordt door het indrukken van de
“SELECT”-toets in de onderstaande volg-
orde gewisseld tussen de diverse weerga-
ven van rittellers en kilometerteller:
Trip F/Trip (boven)
Trip (beneden)/Trip
(boven) Odo/Trip (boven) Trip F/Trip
(boven)
12 3
4
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
37P-F819D-D1 13/4/10 07:20 Página 22
Page 23 of 92

1. Ritteller brandstofreserve
Om een ritteller op nul terug te stellen,
selecteert u deze door de toets “SELECT”
ingedrukt te houden totdat “Trip” of “Trip
F” begint te knipperen (“Trip” of “Trip F”
knippert slechts vijf seconden). Terwijl
“Trip” of “Trip F” knippert, houdt u de
toets “RESET” minstens één seconde
lang ingedrukt. Wanneer u de brandstof-reserve-ritteller niet zelf met de hand op
nul terugstelt, wordt deze automatisch
teruggesteld zodra na het tanken 5 km (3
mi) is gereden en verschijnt de vorige
weergavemodus weer.
OPMERKING
Het display kan niet worden teruggesteld
naar “Trip F” nadat de “RESET”-toets is
ingedrukt.
Brandstofniveaumeter
Als de contactsleutel op “ON” staat, geeft
de brandstofniveaumeter de hoeveelheid
brandstof in de brandstoftank aan. De
displaysegmenten van de brandstofni-
veaumeter verdwijnen richting “E” (leeg)
naarmate het brandstofniveau verder
daalt. Wanneer het brandstofniveau het
onderste segment vlakbij “E” bereikt,
gaan de waarschuwingsindicator brand-
stofniveau en het onderste segment knip-
peren. Vul zo snel mogelijk brandstof bij.
Temperatuurmeter koelvloeistof
Met de contactsleutel in de stand “ON”
geeft de temperatuurmeter voor koelvloei-
stof de temperatuur van de koelvloeistof
aan. De koelvloeistoftemperatuur is
afhankelijk van de weersomstandigheden
en de motorbelasting. Als het bovenstesegment en de waarschuwingsindicator
voor koelvloeistoftemperatuur knipperen,
stop de machine dan en laat de motor
afkoelen. (Zie pagina 6-32).
DCA10021
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
Indicator olieverversing “OIL”
Deze indicator knippert zodra de eerste
1000 km (600 mi) zijn afgelegd en na 4000
km (2500 mi). Vervolgens gaat de indica-
tor om de 3000 km (1800 mi) knipperen,
om zo aan te geven dat het tijd is om de
motorolie te verversen.
Nadat de motorolie is ververst moet de
indicator olieverversing worden terugge-
steld. (Zie pagina 6-10).
LET OP
1
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 23
Page 24 of 92

Als de motorolie werd ververst voordat de
indicator olieverversing brandde (dus
voordat de intervalperiode voor oliever-
versing was verstreken), moet de indicator
na de olieverversing worden teruggesteld
zodat het eerstvolgende tijdstip voor olie-
verversing weer correct wordt aangege-
ven. (Zie pagina 6-10).
Het elektrisch circuit van de indicator kan
via de volgende procedure worden getest.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Kijk of de indicator een paar secon-
den oplicht en dan dooft.
3. Als de indicator niet gaat branden,
vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
Indicator V-snaarvervanging “V-BELT”
Deze indicator knippert om de 20000 km
(12500 mi), wanneer de V-snaar moet
worden vervangen.
Het elektrisch circuit van de indicator kan
via de volgende procedure worden getest.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Kijk of de indicator een paar secon-
den oplicht en dan dooft.
3. Als de indicator niet gaat branden,
vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiag-
nosesysteem voor diverse elektrische cir-
cuits.
Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, toont het multifunc-
tionele display een foutcode.
Noteer zo’n foutcode als die op het multi-
functionele display staat aangegeven en
vraag een Yamaha dealer het voertuig na
te zien.
DCA11790
Wanneer het multifunctionele display
een foutcode aangeeft, moet het voer-
tuig zo spoedig mogelijk worden
gecontroleerd om motorschade te
voorkomen.
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem.
Als in de circuits van het startblokkeersys-
teem een storing wordt gedetecteerd,
gaat het controlelampje startblokkering
knipperen en geeft het multifunctionele
display een foutcode weer wanneer de
sleutel naar “ON” is gedraaid.
OPMERKING
Als het multifunctionele display foutcode
52 weergeeft, betreft dit mogelijk een sto-
ring in het transpondersignaal. Als deze
fout zich voordoet, probeer dan het vol-
gende.
1. Weergave foutcode
1. Start de motor met behulp van de
codeersleutel.
OPMERKING
Houd andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan
dezelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden
gestart.
1
LET OP
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 24
Page 25 of 92

2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te star-
ten met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeer-
sleutel en beide standaardsleutels
naar een Yamaha dealer en laat de
standaardsleutels opnieuw coderen.
Als het multifunctionele display foutcodes
toont, noteer deze dan en vraag een
Yamaha dealer om het voertuig te contro-
leren.
Klokweergave
De klok op tijd zetten:
1. Houd de “SELECT”-toets en de
“RESET”-toets tegelijkertijd minstens
twee seconden lang ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te knip-
peren, drukt u op de “RESET”-toets
om de uren in te stellen.3. Druk op de “SELECT”-toets en de
minutenaanduiding zal gaan knippe-
ren.
4. Druk op de “RESET”-toets om de
minuten in te stellen.
5. Druk op de “SELECT”-toets en laat
deze dan los om de klok te starten.Omgevingstemperatuurweergave
Door de toets “SELECT” minstens twee
seconden lang ingedrukt te houden, wis-
selt de klokweergave naar de omgevings-
temperatuurweergave. Dit display toont
de omgevingstemperatuur van –10 °C tot
50 °C in stappen van 1 °C. De weergege-
ven temperatuur kan afwijken van de
omgevingstemperatuur. Door de toets
“SELECT” minstens twee seconden lang
ingedrukt te houden, wisselt de omge-
vingstemperatuurweergave terug naar de
klokweergave.
OPMERKING
Daalt de omgevingstemperatuur tot
onder –10 °C, dan wordt geen lagere
temperatuur dan –10 °C weergege-
ven.
Stijgt de omgevingstemperatuur tot
boven 50 °C, dan wordt geen hogere
temperatuur dan 50 °C weergege-
ven.
De nauwkeurigheid van de tempera-
tuuraflezing kan worden beïnvloed
door langzaam rijden (ongeveer
onder 20 km/h (12.5 mi/h)) of door
het oponthoud bij verkeerslichten,
spoorwegovergangen etc.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 25
Page 26 of 92

DAU12348
Stuurschakelaars
Links
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
4. Claxonschakelaar “ ”
Rechts
1. Schakelaar alarmverlichting “ ”
2. Startknop “ ”
DAU12350
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om
afslaan naar rechts aan te geven. Druk
deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar links aan te geven. Na loslaten keert
de schakelaar terug naar de middenstand.
Om de richtingaanwijzers uit te schakelen
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 26
Page 27 of 92

wordt de schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
DAU12721
Startknop “ ”
Druk met de zijstandaard omhoog op
deze knop terwijl u de voor- of achterrem
bekrachtigt om de motor te starten met de
startmotor. Zie pagina 5-1 voor startin-
structies voordat u de motor start.
DAU44710
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring en het ABS-waarschuwingslampje
(alleen voor model met ABS) gaan bran-
den als de sleutel naar “ON” wordt
gedraaid en de startknop wordt ingedrukt.
Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12733
Schakelaar alarmverlichting “ ”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt
voor het inschakelen van de alarmverlich-
ting (gelijktijdig knipperen van alle rich-
tingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke verkeers-
situatie.
DCA10061
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ont-
laden.
DAU12900
Voorremhendel
1. Voorremhendel
De voorremhendel bevindt zich aan de
rechterstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
LET OP
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 27
Page 28 of 92

DAU12950
Achterremhendel
1. Achterremhendel
De achterremhendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de achterrem te bekrach-
tigen.
DAU12995
ABS (voor modellen met ABS)
Het Yamaha ABS (anti-blokkeervoorzie-
ning remsysteem) bestaat uit een dubbel
uitgevoerd elektronisch regelsysteem dat
de voorrem en achterrem onafhankelijk
aanstuurt. Het ABS-systeem voorkomt
blokkeren van de wielen tijdens plotseling
remmen op uiteenlopende typen wegdek
en onder allerlei weersomstandigheden,
waarbij tegelijk de band/wegdekhechting
en de functionele werking optimaal blijven
terwijl de remwerking toch soepel ver-
loopt. Het ABS wordt bewaakt door een
ECU, die in geval van een storing zal
terugvallen op handmatig remmen.
DWA10090
Het ABS-systeem functioneert het
meest effectief over lange remwe-
gen.
Op sommige wegtypen (ruw weg-
dek of grint) kan de remweg langer
zijn dan bij remmen zonder ABS.
Houd daarom steeds voldoende
afstand tot uw voorligger, afge-
stemd op uw rijsnelheid.
OPMERKING
Het ABS voert gedurende enkele
seconden een zelftest uit elke keer
dat de machine wegrijdt nadat de
sleutel naar “ON” is gedraaid. Tijdens
deze test hoort u een “klikkend”
geluid aan de voorkant van de
machine en wanneer u een remhen-
del licht aantrekt, voelt u eventueel
een trilling in de hendel. Dit is nor-
maal.
Wanneer ABS is geactiveerd, worden
de remmen op de gebruikelijke wijze
bediend. In de remhendels kunnen
pulsaties worden gevoeld, maar dat
duidt niet op een storing.
Dit ABS-systeem is uitgerust met
een testfunctie, waarbij de bestuur-
der pulsaties kan voelen in de rem-
bediening terwijl ABS actief is. Er is
echter speciaal gereedschap vereist,
dus neem voor het uitvoeren van
deze test contact op met uw Yamaha
dealer.
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 28
Page 29 of 92

DCA16120
Houd alle soorten magneten (inclusief
magneetgrijpers, magnetische schroe-
vendraaiers etc.) uit de buurt van de
voorste en achterste wielnaven. Anders
kunnen de magnetische rotors van de
wielnaven beschadigd raken, waardoor
het ABS-systeem niet meer goed
werkt.
1. Voorste wielnaaf1. Achterste wielnaaf
DAUS1661
Tankdop
Openen van de tankdop
1. Open het tankdopdeksel door het
voorste gedeelte omlaag te drukken.
1. Tankdop
2. Tankdopdeksel
2. Steek de sleutel in het slot en draai
hem rechtsom. Het slot wordt ont-
grendeld en de tankdop kan worden
verwijderd.
LET OP
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 29
Page 30 of 92

1. Vergrendelen.
2. Tankdop
Sluiten van de tankdop
1. Zorg dat het merkteken naar voren
wijst en druk de tankdop in zijn oor-
spronkelijke positie.
1. Lijn merktekens uit
2. Draai de sleutel linksom en neem
hem uit.
3. Sluit het tankdopdeksel.
DWA11091
Na het tanken moet de tankdop goed
worden aangedraaid. Door brandstof-
lekkage ontstaat brandgevaar.
DAU13221
Brandstof
Controleer of er voldoende brandstof in
de brandstoftank aanwezig is.
DWA10881
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande
instructies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens
het tanken te verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van von-
ken, open vuur of andere ontste-
kingsbronnen zoals de waakvlam-
men van geisers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vul-
hals heeft bereikt. Omdat brandstof
uitzet als deze warm wordt, kan de
warmte van de motor of de zon
ervoor zorgen dat brandstof uit de
brandstoftank stroomt.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
37P-F819D-D1 23/2/10 16:03 Página 30