YAMAHA XV1900A 2013 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2013, Model line: XV1900A, Model: YAMAHA XV1900A 2013Pages: 88, PDF Size: 1.76 MB
Page 61 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
DAU38631
Niveaus van rem- en koppelings-
vloeistof controleren Controleer alvorens te gaan rijden of de
rem- en koppelingsvloeistof zich boven de
merkstreep voor het minimumniveau bevin-
den. Zorg bij het controleren van de niveaus
van de rem- en koppelingsvloeistof dat de
bovenzijden van de reservoirs horizontaal
staan. Vul indien nodig de rem- en koppe-
lingsvloeistof bij.
VoorremAchterrem
Koppeling
OPMERKINGHet remvloeistofreservoir voor de achter-
rem bevindt zich onder het bestuurdersza-
del. (Zie pagina 3-15.)
WAARSCHUWING
DWA16000
Onjuist uitgevoerd onderhoud kan resul-
teren in verlies van remvermogen of ver-
minderde werking van de koppeling.
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht:●
Bij een te laag rem- of koppelings-
vloeistofniveau kan lucht binnen-
dringen in het rem- of
koppelingssysteem, waardoor de
rem- of koppelingsprestaties afne-
men.
●
Reinig de reservoirdoppen alvo-
rens deze te verwijderen. Gebruik
uitsluitend DOT 4 remvloeistof uit
een onaangebroken verpakking.
●
Gebruik uitsluitend de aanbevolen
remvloeistof, anders kunnen de
rubberafdichtingen beschadigd ra-
ken met lekkage tot gevolg.
●
Vul bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Toevoeging van een ander
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een schadelijke chemi-
sche reactie.
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
Aanbevolen rem- en koppelings-
vloeistof:
DOT 4 remvloeistof
U1CRD2D0.book Page 18 Wednesday, August 1, 2012 4:33 PM
Page 62 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
●
Pas op en zorg dat tijdens bijvullen
geen water het reservoir voor rem-
of koppelingsvloeistof kan binnen-
dringen. Water zal het kookpunt van
de remvloeistof aanzienlijk verla-
gen zodat dampbelvorming kan op-
treden.
LET OP
DCA17640
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen beschadigen. Veeg gemor-
ste remvloeistof steeds direct af.Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en/of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Een laag koppelingsvloeistofni-
veau kan duiden op lekkage in het koppe-
lingssysteem. Controleer daarom het
koppelingssysteem op lekkage. Als het
rem- of koppelingsvloeistofniveau plotseling
sterk daalt, moet u een controle laten uit-
voeren door een Yamaha-dealer alvorens
verder te rijden.
DAU22752
Rem- en koppelingsvloeistof ver-
versen Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof
en koppelingsvloeistof te verversen volgens
de aangegeven intervalperioden in het pe-
riodieke onderhouds- en smeerschema of
in de OPMERKING onder het periodieke
onderhouds- en smeerschema. Laat bo-
vendien de oliekeerringen van de hoofd-
remcilinder en de koppelingshoofdcilinder,
de remklauwen en de rem- en koppelings-
slangen vervangen volgens de hierna ver-
melde intervalperioden of wanneer ze
lekken of zijn beschadigd.●
Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
●
Rem- en koppelingsslangen: Vervang
elke vier jaar.
DAU23040
Doorbuiging aandrijfriem De doorbuiging van de aandrijfriem moet
worden gecontroleerd en afgesteld volgens
de intervalperioden vermeld in het periodie-
ke smeer-en onderhoudsschema.
DAU38410
Spanning van aandrijfriem controleren1. Zet de machine op de zijstandaard.
2. Noteer de huidige positie van de aan-
drijfriem, gebruik daartoe de merkte-
kens bij het inspectiegat.OPMERKINGDe merktekens bij het inspectiegat hebben
een onderlinge afstand van 5.0 mm (0.2 in).1. Aandrijfriem
2. Merktekens2 1
U1CRD2D0.book Page 19 Wednesday, August 1, 2012 4:33 PM
Page 63 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-20
6
3. Noteer de positie van de aandrijfriemals met een riemspanningsmeter een
kracht van 45 N (4.5 kgf, 10 lbf) op de
riem wordt uitgeoefend.OPMERKINGEen riemspanningsmeter is verkrijgbaar bij
een Yamaha dealer.4. Bereken de riemdoorbuiging door vande meetwaarde uit stap 3 de meet-
waarde gevonden in stap 2 af te trek-
ken. 5. Als de riemdoorbuiging niet correct is,
laat deze dan door een Yamaha
dealer bijstellen.
DAU23095
Kabels controleren en smeren De werking van alle bedieningskabels en de
conditie van alle kabels moet voorafgaand
aan elke rit worden gecontroleerd en de ka-
bel en kabeleinden moeten indien nodig
worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te vervan-
gen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt. WAARSCHUWING!
Schade aan de buitenbehuizing van ka-
bels kan leiden tot interne roestvorming
en storing veroorzaken met de beweging
van kabels. Vervang beschadigde ka-
bels zo snel mogelijk om onveilige om-
standigheden te voorkomen.
[DWA10711]
1. Riemspanningsmeter
2. Doorbuiging aandrijfriemDoorbuiging aandrijfriem: 7.5–13.0 mm (0.30–0.51 in)
6 8 10 12 14
1
2
Aanbevolen smeermiddel:Yamaha Chain and Cable Lube of
motorolie
U1CRD2D0.book Page 20 Wednesday, August 1, 2012 4:33 PM
Page 64 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-21
6
DAU49920
Controleren en smeren van gas-
greep en gaskabel De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha
dealer worden gesmeerd volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
DAU44273
Controleren en smeren van rem-
en schakelpedalen De werking van het rem- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten indien nodig worden gesmeerd.
Rempedaal
Schakelpedaal
Aanbevolen smeermiddel:Lithiumvet
U1CRD2D0.book Page 21 Wednesday, August 1, 2012 4:33 PM
Page 65 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
DAU43601
Rem- en koppelingshendels con-
troleren en smeren De werking van de rem- en de koppe-
lingshendel moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de hendelschar-
nierpunten moeten indien nodig worden ge-
smeerd.
Remhendel
Koppelingshendel
DAU23202
Zijstandaard controleren en sme-
ren De werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten indien nodig
worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10731
Als de zijstandaard niet soepel omhoog
en omlaag beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer deze te controleren of te
repareren. Een slecht functionerende zij-
standaard kan het wegdek raken en u af-
leiden, waardoor u de controle over de
machine kunt verliezen.
Aanbevolen smeermiddel:Siliconenvet
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
U1CRD2D0.book Page 22 Wednesday, August 1, 2012 4:33 PM
Page 66 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
DAU23251
Smeren van de achterwielophan-
ging De scharnierpunten in de achterwielophan-
ging moeten worden gesmeerd door een
Yamaha dealer volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema.
DAU51950
Voorvork controleren De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de voorvork op schade en over-
matige olielekkage.
Om de werking te controleren 1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Bekrachtig de voorrem en druk hetstuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP
DCA10590
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te contro- leren.
Aanbevolen smeermiddel: Lithiumvet
U1CRD2D0.book Page 23 Wednesday, August 1, 2012 4:33 PM
Page 67 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
DAU23283
Stuursysteem controleren Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursys-
teem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
(Zie pagina 6-31 voor meer informa-
tie.) WAARSCHUWING! Ondersteun
de machine zorgvuldig om omval-
len en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Houd de voorvorkpoten aan het onder- ste uiteinde beet en probeer ze naar
voren en achteren te bewegen. Als
speling wordt gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te in- specteren of repareren.
DAU23291
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU50210
Accu De accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-15.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld. Het is echter wel nodig om de accu-
kabelverbindingen te controleren en, indien
nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10760
●
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
1. Negatieve accukabel (zwart)
2. Positieve accukabel (rood)
3. Accu
U1CRD2D0.book Page 24 Wednesday, August 1, 2012 4:33 PM
Page 68 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-25
6
ogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt. UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel- heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi- nuten met water en roep direct
medische hulp in.
●
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
●
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16521
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-
ning) vereist. Bij gebruik van een
conventionele acculader raakt de accu
beschadigd.Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan- ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voordat u de accu verwij-
dert de sleutel naar “OFF” en haal
dan eerst de negatieve kabel en
daarna de positieve kabel los.
[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16840]
4. Controleer na installatie of de accuka- bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.LET OP
DCA16530
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
U1CRD2D0.book Page 25 Wednesday, August 1, 2012 4:33 PM
Page 69 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
DAU38373
Zekeringen vervangen De hoofdzekering, de zekering voor het
elektronisch brandstofinjectiesysteem en
het kastje met zekeringen voor afzonderlij-
ke circuits bevinden zich onder het bestuur-
derszadel. (Zie pagina 3-15.)Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15131]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Hoofdzekering
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
4. Zekeringenkastje
1. Zekeringenkastje
2. Zekering van gelijkstroom kabelstekker voor accessoires
3. Zekering signaleringssysteem
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering parkeerlichten
6. Backup-zekering (voor klok en startblokkeer- systeem)
7. Koplampzekering
8. Reservezekering
Voorgeschreven zekeringen: Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 25.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
25.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Circuitzekering kabelaansluiting
voor accessoires: 3.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 10.0 A
Backup-zekering:
3.0 A
U1CRD2D0.book Page 26 Wednesday, August 1, 2012 4:33 PM
Page 70 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
DAU38455
Koplampgloeilamp vervangen Dit model heeft een koplamp die is uitgerust
met twee halogeen gloeilampen. Als de
lamp van het grootlicht of dimlicht is doorge-
brand, vervang deze dan als volgt.LET OP
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:●
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
●
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
De koplampunit verwijderen
1. Verwijder de koplamphuiskap door de bouten los te halen.
2. Maak de aangegeven stekker los.
1. Gloeilamp voor dimlicht
2. Gloeilamp voor grootlicht
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Bout
2. Koplamphuiskap
U1CRD2D0.book Page 27 Wednesday, August 1, 2012 4:33 PM