YAMAHA XVS1300A 2014 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2014, Model line: XVS1300A, Model: YAMAHA XVS1300A 2014Pages: 90, PDF Size: 1.94 MB
Page 71 of 90

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
3. Draai de contactsleutel naar “ON” enschakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU42895
Koplamp gloeilamp vervan genDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zor g d at de vol gen de on der-
d elen niet wor den bescha digd:
Koplampg loeilamp
Raak het glas van de koplamp gloei-
lamp niet aan zo dat dit vetvrij blijft,
an ders kan de doorzichti ghei d van
het glas, de lichtintensiteit en d e le-
vens duur na deli g wor den beïn-
vloe d. Wrijf eventuele
verontreini gin gen en vin geraf druk-
ken op het g loeilampglas we g met
een doekje ged renkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
d e kopl
amplens.
Ge bruik geen koplamp gloeilamp
met een ho ger watta ge dan is voor-
g eschreven.
1. Verwijder de afdekking van de rich-
tingaanwijzersteun door de bouten te
verwijderen.
2. Verwijder de koplampunit door de bouten aan beide zijden los te halen.
Voo r
geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 10.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 20.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Backup-zekering: 10.0 A1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Afdekking richtingaanwijzersteun
2. Bout
1
2
2
U1CSD1D0.book Page 30 Tuesday, August 6, 2013 11:22 AM
Page 72 of 90

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
3. Maak de koplampstekker los en ver-wijder dan de gloeilampkap.
4. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp. 5. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
6. Breng de gloeilampkap aan en sluit dan de koplampstekker aan.
7. Monteer de koplampunit door de bou- ten aan te brengen.
8. Plaats de afdekking van de richting-
aanwijzersteun in zijn oorspronkelijke
positie, en breng daarna de bouten
aan. 9. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.1. Bout
1. Gloeilampkap
2. Koplampstekker
1
2
1. Gloeilamphouder
2. Koplampgloeilamp
1 2
U1CSD1D0.book Page 31 Tuesday, August 6, 2013 11:22 AM
Page 73 of 90

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
DAU24284
Een richtingaanwijzer gloeilamp
of de gloeilamp in remlicht/ach-
terlicht vervan gen1. Verwijder de lamplens door de
schroeven te verwijderen. 2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te draai-
en.
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit- ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroe- ven aan te brengen. LET OP: Draai de
schroeven niet te vast, hier door kan
d e lens b reken.
[DCA10682] DAU42486
Gloeilamp in kentekenverlichtin
g
vervan gen1. Verwijder het kapje over de kenteken-
verlichting door de bouten te verwij-
deren.
2. Trek de kentekenverlichtingsunit eruit zoals weergegeven.
1. Schroef
1. Schroef
1. Afdekking van kentekenverlichting
2. Bout
U1CSD1D0.book Page 32 Tuesday, August 6, 2013 11:22 AM
Page 74 of 90

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
3. Verwijder de gloeilampfitting van dekentekenverlichting (samen met de
gloeilamp) door deze eerst linksom te
draaien en daarna eruit te trekken.
4. Verwijder de doorgebrande gloeilamp door deze uit de fitting te trekken. 5. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
6. Breng de lampfitting (samen met de
gloeilamp) aan door deze in te druk-
ken en rechtsom te draaien tot hij
stuit.
7. Plaats de kentekenverlichtingsunit in zijn oorspronkelijke positie, en mon-
teer daarna het kapje over de kente-
kenverlichting door de bouten aan te
brengen.
DAU42874
Parkeerlicht gloeilamp vervan genVervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit. (Zie pagina
6-30.)
2. Verwijder de fitting van de parkeer- lichtgloeilamp (samen met de stekker
en de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken.
1. Kentekenverlichtingsunit
1. Gloeilampfitting kentekenverlichting
1. Gloeilamp kentekenverlichting
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp1
U1CSD1D0.book Page 33 Tuesday, August 6, 2013 11:22 AM
Page 75 of 90

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-ting.
5. Monteer de fitting (samen met de
stekker en de gloeilamp) door deze in
te drukken en rechtsom te draaien.
6. Breng de koplampunit aan.
DAU24351
On dersteunen van d e motorfietsDit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
Onderhou d aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of,
als geen andere standaard voorhan-
den is, door een krik te plaatsen onder
het frame aan de voorzijde van het
achterwiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwij deren van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
DAU25872
Prob lemen oplossenYamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
1. Parkeerlichtgloeilamp1
U1CSD1D0.book Page 34 Tuesday, August 6, 2013 11:22 AM
Page 76 of 90

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tijdens het controleren van het
b ran dstofsysteem en let erop dat er
g een open vuur of vonken in de omg e-
vin g zijn, inclusief waakvlammen van
g eisers of ovens. Benzine en benzine-
d ampen kunnen vlam vatten of explo de-
ren, met ernsti g letsel of scha de aan
ei gen dommen tot g evolg.U1CSD1D0.book Page 35 Tuesday, August 6, 2013 11:22 AM
Page 77 of 90

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
6
DAU42505
Storingzoekschema’sStartpro blemen of slechte werkin g van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.4. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougies af of vervang de bougies. Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de ontsteking.
Bedien de elektrische
startknop.2. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en vraag indien nodig een
Yamaha dealer om de accu te laden.
DroogNat
Bedien de elektrische startknop.
U1CSD1D0.book Page 36 Tuesday, August 6, 2013 11:22 AM
Page 78 of 90

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-37
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwij der de ra diatorvul dop niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernsti ge bran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is af gekoel d.
Bren g een dikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de rad iatorvul dop en draai deze dan lan gzaam linksom te gen
d e aanslag zodat de no g aanwezi ge druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaa g zo dra het sis gelui d stopt en d raai deze links-
om en verwij der de dop.OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater wo rden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
U1CSD1D0.book Page 37 Tuesday, August 6, 2013 11:22 AM
Page 79 of 90

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-1
7
DAU37834
Matkleur, let opLET OP
DCA15193
Sommige mo dellen zijn uit gerust met
matkleuri ge on der delen. Raa dplee g een
Yamaha dealer voor a dvies over wat
voor prod ucten geb ruikt moeten wor den
om het voertui g te reini gen. Het g eb ruik
van een b orsteltje, chemische pro duc-
ten of reini gin gsmi ddelen tij dens het rei-
ni gen van deze on der delen kan het
oppervlak bekrassen of bescha dig en.
Ook was moet niet wor den aan geb racht
op een van de matkleuri ge on der delen.
DAU26075
Verzor gin gDe open constructie van een motorfiets
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook kwets-
baarder. Er kan roestvorming en corrosie
optreden, ook al zijn hoogwaardige com-
ponenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp
valt bij een auto niet zo op, maar doet bij
een motorfiets afbreuk aan het algehele ui-
terlijk. Regelmatige en correcte verzorging
is niet alleen vereist volgens de garantiebe-
palingen, maar zorgt ook dat de motorfiets
er langer mooi uit blijft zien, verlengt de le-
vensduur en verbetert de prestaties.
Alvorens te reini gen
1. Dek de uitlaatdemperopening af met
een plastic zak nadat de motor is af-
gekoeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen, ook de bougiedoppen, en
alle elektrische stekkers en aansluitin-
gen stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder zeer hardnekkige vervuiling, zoals verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen, de aandrijfriem
en de wielassen. Spoel vuil en ontvet-
ter altijd af met water. Reini
gen
LET OP
DCA10773
Vermij d het geb ruik van sterke en
b ijten de wielreini gin gsmi ddelen,
vooral bij spaakwielen. Als der gelij-
ke pro ducten toch wor den geb ruikt
om har dnekki g vuil los te maken,
laat het reini gin gsmi ddel dan niet
lan ger inwerken dan is vermel d in
d e geb ruiksinstructies. Spoel ver-
vol gens gron dig na met water, laat
d irect dro gen en bren g d aarna een
corrosieweren de spray aan.
Bij verkeer d reini gen kunnen kunst-
stof delen (zoals stroomlijnpanelen,
framepanelen, kuipruiten, kop-
lamplenzen, lenzen van de instru-
mentenverlichtin g enz.) en de
u
itlaat dempers beschad igd raken.
Ge bruik alleen een zachte, schone
d oek of een spons met water om
kunststof delen te reini gen. Als de
kunststof delen met water niet af-
d oen de kunnen wor den gereini gd,
kan een mil d reini gin gsmi ddel met
water wor den geb ruikt. Spoel reini-
g in gsmi ddelresten zor gvul dig af
met grote hoeveelhed en water,
aan gezien ze d e kunststof d elen
kunnen bescha dig en.
U1CSD1D0.book Page 1 Tuesday, August 6, 2013 11:22 AM
Page 80 of 90

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-2
7
Gebruik geen bijten de chemische
reini gin gsmi ddelen op kunststof
d elen. Vermij d het geb ruik van doe-
ken of sponzen d ie in contact zijn
g eweest met bijten de of schuren de
reini gin gsmi ddelen, oplosmi ddelen
of thinner, bran dstof ( benzine),
roestverwij derin gsmi ddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.
Gebruik geen ho ged rukreini gers of
stoomreini gers, om dat dan op de
vol gen de plaatsen water kan door-
d rin gen en zo schad e kan ontstaan:
af dichtin gen (van wiel- en achter-
b ru gla ger
s, voorvork en remmen),
elektrische componenten (ka bel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichtin g),
b eluchtin gs- en ontluchting sslan-
g en.
Bij motorfietsen met een kuipruit:
Gebruik geen bijten de reini gin gs-
mi ddelen of har de sponzen, deze
veroorzaken dofhei d en laten kras-
jes achter. Sommi ge reini gin gsmi d-
d elen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op d e
kuipruit. Test het pro duct op een
klein, niet-zicht baar ged eelte van
d e kuipruit om zeker te zijn dat g
een sporen achter blijven op de
kuipruit. Als d e kuipruit krasjes ver-
toont, bren g d an na wassen een
hoo gwaar dig e polish voor geb ruik
o
p kunststof aan.
Na normaal gebruikVerwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone
spons en spoel dan grondig met schoon
water. Gebruik een tandenborstel of fles-
senborstel voor moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en
insectenresten laten gemakkelijker los als
de bewuste plek alvorens te reinigen een
paar minuten met een vochtige doek wordt
bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-kelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen in
de winter worden bestrooid hebben in
combinatie met water een zeer corrosieve
werking; handel daarom als volgt na een rit
in een regenbui, nabij de kust of op bepe-
kelde wegen.OPMERKINGIn de winter gestrooid wegenzout kan nog
tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de motorfiets met koud water
en een mild reinigingsmiddel nadat de
motor is afgekoeld. LET OP: Gebruik
g een warm water, d it versnelt de
corrosieve werkin g van het zout.
[DCA10792]
2. Laat de motorfiets drogen en breng
dan met een spuitbus een corrosiewe-
rend middel aan op alle metalen de-
len, ook op verchroomde en
vernikkelde componenten, om zo cor-
rosie te voorkomen.
Na reini gin g
1. Droog de motorfiets met een zeemle-
ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
U1CSD1D0.book Page 2 Tuesday, August 6, 2013 11:22 AM