YAMAHA XVS250 2001 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2001, Model line: XVS250, Model: YAMAHA XVS250 2001Pages: 86, PDF Size: 10.35 MB
Page 71 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-39
6
DAU03189
Achterwiel Verwijderen van het achterwiel
DW000122
WAARSCHUWING
_ l
Het is aan te bevelen om onder-
houd aan het wiel uit te laten voe-
ren door een Yamaha dealer.
l
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat er geen risico
is op omvallen.
_1. Draai de wielasmoer los en de moer
van de remankerstang bij de reman-
kerplaat.
2. Licht het achterwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-36.
3. Haal de remankerstang los van de re-
mankerplaat door de moer en de bout
te verwijderen.
4. Verwijder de stelmoer voor vrije rem-
pedaalslag en haal dan de rempedaal-
stang los van de remnokhefboom.5. Draai de borgmoer los en draai de
stelmoer voor kettingspanning los aan
beide uiteinden van de swingarm.
6. Verwijder de wielasmoer en trek dan
de voorwielas los.
7. Druk het wiel naar voren en haal dan
de aandrijfketting van het achtertand-
wiel.
OPMERKING:_ De aandrijfketting hoeft niet te worden ge-
demonteerd om het achterwiel te verwijde-
ren en aan te brengen. _8. Verwijder het wiel.
1. Wielasmoer
2. Remankerstang
3. Moer remankerstang
4. Rempedaalstang
5. Stelmoer vrije slag rempedaal
1. Wielas
2. Stelmoer spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
D_5kr.book Page 39 Monday, September 11, 2000 7:00 PM
Page 72 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-40
6
DAU03190
Aanbrengen van het achterwiel
1. Steek de wielas in vanaf de linkerzijde
en breng dan de aandrijfketting aan
over het achtertandwiel.
2. Breng de wielasmoer aan en laat het
achterwiel dan zakken zodat dit op de
grond rust.
3. Monteer de rempedaalstang aan de
remnokhefboom en breng dan de stel-
moer voor vrije rempedaalslag aan op
de rempedaalstang.
4. Koppel de remankerstang aan de re-
mankerplaat door de bout en de moer
aan te brengen en zet dan de bout
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment.
5. Stel de spanning van de aandrijfket-
ting af. (Zie pagina 6-25 voor de
werkwijze bij spannen van de aandrijf-
ketting.)6. Draai de wielasmoer vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
7. Stel de stand en de vrije slag van het
rempedaal af. (Zie pagina 6-20 voor
afstelprocedures voor de stand en de
vrije slag van het rempedaal.)
DW000103
WAARSCHUWING
_ Controleer de werking van het remlicht
na het afstellen van de vrije rempedaal-
slag. _
DAU01008
Storingzoeken Yamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In het volgende storingzoekschema is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de machine correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn. Aanhaalmoment:
Bout remankerstang:
23 Nm (2,3 m·kg)
Aanhaalmoment:
Wielasmoer:
104 Nm (10,4 m·kg)
D_5kr.book Page 40 Monday, September 11, 2000 7:00 PM
Page 73 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-41
6
DAU01297
Storingzoekschema
DW000125
WAARSCHUWING
_ Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt. _
2. Compressie
3. Ontbranding
4. Accu1. BrandstofControleer het brandstofpeil
in de benzinetank.Voldoende benzine.
Te weinig benzine.Controleer de compressie.
Benzine bijvullen. De motor start niet: Controleer de compressie.
Laat de motor ronddraaien
met de startmotor.Er is compressie.
Er is geen compressie.Controleer de ontsteking.
Verzoek een Yamaha dealer om inspectie.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.Nat
DroogVeeg de bougies schoon met een droge doek en stel
de elektrodenafstand bij of vervang de bougies.
Verzoek een Yamaha dealer om inspectie.Draai de gasgreep half open en
start de motor.
De motor start niet:
Controleer de accu.
Laat de motor ronddraaien
met de startmotor.De motor draait snel rond.
De motor draait
langzaam rond.De accu is in orde.
Controleer de accuklemmen en laad
indien nodig de accu op.
De motor start niet:
Verzoek een Yamaha
dealer om inspectie.
D_5kr.book Page 41 Monday, September 11, 2000 7:00 PM
Page 74 of 86

7-1
7
DAU03430
7-VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETSVerzorging De open constructie van een motorfiets
maakt de fraaie techniek wel beter zicht-
baar, maar de machine is hierdoor ook
meer kwetsbaar. Er kan sprake zijn van
roestvorming en corrosie, ook al zijn hoog-
waardige componenten gebruikt. Een roes-
tige uitlaatpijp valt bij een auto niet zo op, bij
een motorfiets is dit echter nadelig voor de
algehele aanblik. Regelmatige en correcte
verzorging is niet alleen vereist volgens de
garantiebepalingen, maar verzekert ook
een fraai uiterlijk van de machine, verlengt
de levensduur en verbetert de prestaties.Alvorens te reinigen
1. Dek de openingen van de uitlaatdem-
pers af met plastic zakken nadat de
motor is afgekoeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen, ook de bougiedoppen, en
alle elektrische stekkers en aansluitin-
gen stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo-
als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen, tandwielen, de
aandrijfketting en de wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met water.Reinigen
DCA00010
LET OP:_ l
Vermijd het gebruik van sterke en
bijtende wielreinigingsmiddelen,
vooral bij spaakwielen. Als dergelij-
ke producten toch worden gebruikt
om hardnekkig vuil los te maken,
laat het reinigingsmiddel dan niet
langer inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel ook
de directe omgeving schoon met
water, laat direct drogen en breng
daarna een corrosiewerende spray
aan.
l
Bij verkeerd reinigen kunnen de
kuipruit, de kuip, framepanelen en
andere kunststof delen worden be-
schadigd. Gebruik alleen een zach-
te, schone doek of een spons met
zachte zeep en water om kunststof
delen te reinigen.
D_5kr.book Page 1 Monday, September 11, 2000 7:00 PM
Page 75 of 86

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-2
7
l
Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van doe-
ken of sponzen die in contact zijn
geweest met bijtende of schurende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.
l
Gebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontstaan:
afdichtingen (van wiel- en
swingarmlagers, voorvork en rem-
men), elektrische componenten
(kabelstekkers, messtekkers, in-
strumenten, schakelaars en ver-
lichting), beluchtings- en
ontluchtingsslangen.
l
Bij motorfietsen met een kuipruit:
gebruik geen bijtende reinigings-
middelen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigingsmid-
delen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de
kuipruit. Test het product op een
klein, niet-zichtbaar gedeelte van
de kuipruit om zeker te zijn dat
geen sporen achterblijven op de
kuipruit. Als de kuipruit krasjes ver-
toont, breng dan na wassen een
hoogwaardige polish voor gebruik
op kunststof aan.
_Na normaal gebruikVerwijder vuil met lauw water, zachte zeep
en een zachte, schone spons en spoel dan
grondig met schoon water. Gebruik een
tandenborstel op moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en insec-
tenresten laten gemakkelijker los als de
bewuste plek alvorens te reinigen een paar
minuten met een vochtige doek wordt be-
dekt.Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-
kelde wegenZilte zeelucht en wegenzout waarmee we-
gen ’s winters worden bestrooid hebben in
combinatie met water een zeer corrosieve
werking; handel daarom als volgt na een rit
in een regenbui, nabij de kust of op bepe-
kelde wegen.OPMERKING:_ ’s Winters gestrooid wegenzout kan nog tot
in de lente aanwezig blijven. _1. Reinig de motorfiets met koud water
en zachte zeep nadat de machine is
afgekoeld.
DCA00012
LET OP:_ Gebruik geen heet water, dit versterkt de
corrosieve werking van het zout. _2. Laat de motorfiets drogen en breng
dan met een spuitbus een corrosiewe-
rend middel aan op alle metalen
delen, ook op verchroomde en vernik-
kelde componenten, om zo corrosie te
voorkomen.
D_5kr.book Page 2 Monday, September 11, 2000 7:00 PM
Page 76 of 86

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-3
7
Na reinigen
1. Droog de motorfiets met een zeemle-
ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen
en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaat-
systemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
4. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
5. Gebruik een reinigingsspray als uni-
verseel schoonmaakmiddel om even-
tueel nog achtergebleven vuil te
verwijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen bij ver-
oorzaakt door steenslag e.d.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
8. Laat de motorfiets volledig drogen al-
vorens te stallen of af te dekken.
DWA00001
WAARSCHUWING
_ l
Controleer of er geen olie of was
aanwezig is op de wielen of de rem-
men. Reinig de remschijven en
remvoeringen zo nodig met een
normale remschijfreiniger of ace-
ton en spoel de banden schoon met
lauw water en een zachte zeep.
l
Test eerst de remwerking en het
weggedrag in bochten alvorens de
motorfiets werkelijk te gaan gebrui-
ken.
_
DCA00013
LET OP:_ l
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
l
Breng oliespray of was nooit aan
op rubber of kunststof delen, be-
handel deze met een daartoe be-
stemd verzorgingsmiddel.
l
Vermijd het gebruik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lak
aan.
_OPMERKING:_ Vraag een Yamaha dealer om advies over
de te gebruiken producten. _
D_5kr.book Page 3 Monday, September 11, 2000 7:00 PM
Page 77 of 86

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-4
7
Stalling Korte termijn
Stal uw motorfiets steeds in een koele en
droge ruimte en bescherm zo nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stallinghoes.
DCA00014
LET OP:_ l
Als de motorfiets wordt gestald in
een slecht geventileerde ruimte of
in vochtige toestand wordt afge-
dekt met een hoes of een dekzeil,
zal water en vocht kunnen binnen-
dringen en roestvorming veroorza-
ken.
l
Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochtige kel-
der, een stal (i.v.m. de aanwezig-
heid van ammoniakdamp) en in een
opslagruimte voor sterke chemica-
liën.
_
Lange termijn
Voordat uw motorfiets gedurende enkele
maanden wordt gestald:
1. Volg alle instructies op in de paragraaf
“Verzorging” in dit hoofdstuk.
2. Draai de kraanhendel in “ON”.
3. Leeg de vlotterkamers in de carbura-
teur door de aftappluggen los te
draaien; u voorkomt zo dat neerslag
uit de brandstof achterblijft. Giet de af-
getapte brandstof terug in de brand-
stoftank.
4. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)
toe om roestvorming in de tank en
achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
5. Voer de volgende stappen uit om de
cilinders, de zuigerveren etc. te be-
schermen tegen corrosie.a. Verwijder de bougiedoppen en de
bougies.
b. Giet een theelepel motorolie in elk
bougiegat.
c. Breng de bougiedoppen aan op de
bougies en leg dan de bougies zoda-
nig op de cilinderkop dat de elektroden
aan massa liggen. (Dit voorkomt von-
ken tijdens de volgende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond-
draaien op de startmotor. (De cilinder-
wanden worden zo geolied.)
e. Haal de bougiedoppen los van de
bougies en breng dan de bougies en
de bougiedoppen weer aan.
DWA00003
WAARSCHUWING
_ Om schade of letsel door vonkvorming
te voorkomen, moeten de bougie-elek-
troden aan massa liggen terwijl de mo-
tor wordt rondgedraaid. _
D_5kr.book Page 4 Monday, September 11, 2000 7:00 PM
Page 78 of 86

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-5
7
6. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.
7. Controleer de bandspanning en corri-
geer deze zo nodig en breng dan de
motorfiets omhoog, zodat beide wie-
len los van de grond zijn. Een andere
mogelijkheid is de wielen elke maand
iets te draaien, zodat de banden niet
op één gedeelte sterker achteruit-
gaan.
8. Dek de uitlaatdemperopeningen af
met een plastic zak om te voorkomen
dat vocht kan binnendringen.
9. Verwijder de accu en laad deze volle-
dig bij. Berg de accu op een koele en
droge plek op en laad hem eens per
maand bij. Zet de accu niet weg op een
extreem koude of warme plek (kouder
dan 0 °C of warmer dan 30 °C). Zie pa-
gina 6-31 voor meer informatie over
het opbergen van de accu.
OPMERKING:_ Voer eventueel benodigde reparaties uit
voordat u uw motorfiets stalt. _
D_5kr.book Page 5 Monday, September 11, 2000 7:00 PM
Page 79 of 86

8-1
8
DAU01038
8-SPECIFICATIES
Specificaties CS-01D
Model XVS250
Afmetingen
Grootste lengte 2.320 mm
Grootste breedte 910 mm
Grootste hoogte 1.075 mm
Zadelhoogte 670 mm
Wielbasis 1.530 mm
Grondspeling 150 mm
Minimale draaicirkel 2.900 mm
Basisgewicht (met olie en
afgevulde benzinetank)
159 kg
Motor
Type motor Luchtgekoeld, 4-takt, SOHC
Cilinderopstelling 2 cilinders in V-blok
Cilinderinhoud 249 cm
3
Boring ´ slag 49 ´ 66 mm
Compressieverhouding 10:1
Startsysteem Elektrische startmotor
Smeersysteem Oliecar terMotorolie
Ty p e
Aanbevolen klasse motorolie API service SE, SF, SG type of
hoger
Hoeveelheden
Zonder vervanging van
oliefilterelement 1,4 L
Met vervanging van
oliefilterelement 1,6 L
Totale hoeveelheid
(droge motor) 1,75 L
-20 -10 0
10 20 30
40
50 °C
SAE 10W–30
SAE 15W–40SAE 20W–40SAE 20W–50
SAE 10W–40
LET OP:Gebruik uitsluitend motorolie die geen anti-frictie
toevoegingen bevat. Motorolie bedoeld voor gebruik in
personenauto’s (vaak voorzien van de aanduiding
“ENERGY CONSERVING II”) bevat anti-frictie toevoegingen
die het slippen van de koppeling en/of van de startkoppeling
kunnen veroorzaken, met een verkorte levensduur van de
componenten en slechte motorprestaties tot gevolg.
D_5kr.book Page 1 Monday, September 11, 2000 7:00 PM
Page 80 of 86

SPECIFICATIES
8-2
8
LuchtfilterDroog type element
Brandstof
Ty p e
Normale loodvrije brandstof
Inhoud brandstoftank 11 L
Reservehoeveelheid 3,4 L
Carburateur
Merk MIKUNI
Model ´ aantal BDS26 ´ 1
Bougie
Merk/model NGK / CR6HSA of
DENSO / U20FSR-U
Elektrodenafstand 0,6–0,7 mm
Type koppelingNatte, meervoudige
platenkoppeling
Versnellingsbak
Primaire reductie Tandwiel met rechte vertanding
Overbrengingsverhouding
primaire reductie 3,130
Secundaire reductie Kettingaandrijving
Overbrengingsverhouding
secundaire reductie 2,800
Aantal tanden
kettingtandwielen
(voor/achter) 20/56
Type versnellingsbak Constant-mesh, 5 versnellingen
Bediening LinkervoetOverbrengingsverhoudingen
1e 2,643
2e 1,684
3e 1,261
4e 1,000
5e 0,821
Frame
Frametype Dubbele wiegkonstruktie
Balhoofdhoek 35°
Naloop 135 mm
Banden
Voor
Type Met binnenband
Maat 80/100-18 47P
Merk/model CHENG SHIN / C-916
INOUE / MARBELLA NF27
Achter
Type Met binnenband
Maat 130/90-15 M/C 66P
Merk/model CHENG SHIN / C-915
INOUE / MARBELLA NR31
D_5kr.book Page 2 Monday, September 11, 2000 7:00 PM