YAMAHA XVS950CU 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2017, Model line: XVS950CU, Model: YAMAHA XVS950CU 2017Pages: 88, PDF Size: 2.34 MB
Page 11 of 88

Veilighei dsinformatie
1-4
1
In de han del verkrij gbare on der delen,
accessoires en aanpassin gssets
Hoewel er producten verkrijgbaar zijn die
qua ontwerp en kwaliteit sterk lijken op ori-
ginele Yamaha accessoires, dient u te be-
seffen dat sommige in de handel
verkrijgbare accessoires of aanpassings-
sets niet geschikt zijn vanwege mogelijke
veiligheidsrisico’s voor uzelf of anderen.
Het monteren van in de handel verkrijgbare
producten of het verrichten van aanpassin-
gen die de ontwerp- of bedieningskenmer-
ken van uw machine wijzigen kan het risico
op ernstig letsel of overlijden van uzelf of
anderen vergroten. U bent verantwoordelijk
voor letsel dat voortvloeit uit wijzigingen
aan de machine.
Volg bij de montage van accessoires de on-
derstaande richtlijnen en die vermeld onder
het kopje “Beladen”. Monteer nooit accessoires en vervoer
nooit bagage als deze een nadelige in-
vloed hebben op de prestaties van uw
motor. Inspecteer het accessoire
zorgvuldig alvorens het te gebruiken
om te waarborgen dat het de grond-
speling of de hellinghoek op geen en-
kele manier vermindert, de veerweg, de stuuruitslag of de bediening niet
beperkt en geen lampen of reflectors
afdekt.
• Accessoires die aan of nabij het stuur of de voorvork zijn gemon-
teerd zullen mogelijk instabiliteit
veroorzaken door een foutieve ge-
wichtsverdeling of door aerodyna-
mische effecten. Accessoires aan
het stuur of nabij de voorvork moe-
ten zo licht mogelijk zijn en tot een
minimum worden beperkt.
• Omvangrijke accessoires kunnen door hun aerodynamisch effect van
invloed zijn op de rijstabiliteit van de
motor. De motor kan door rijwind
worden opgetild of bij zijwind insta-
biel worden. Zulke accessoires
kunnen ook instabiliteit veroorza-
ken terwijl u grote voertuigen in-
haalt of door deze wordt ingehaald.
• Sommige accessoires dwingen de bestuurder om een andere dan de
normale zitpositie in te nemen. Zo’n
verkeerde zitpositie beperkt de be-
wegingsvrijheid van de bestuurder
en kan een comfortabele bediening
hinderen, zodat we dergelijke ac-
cessoires sterk afraden.
Wees voorzichtig bij het aanbrengen
van elektrische accessoires. Als elek-
trische accessoires de capaciteit van
het elektrisch systeem van de motor-
fiets te boven gaan, kan zich een ge-
vaarlijke elektrische storing voordoen
waardoor de verlichting of de motor
uitvalt.
In de han del verkrij gbare ban den en vel-
g en
De banden en velgen die bij uw motorfiets
werden geleverd, zijn ontworpen om de
mogelijkheden van de motorfiets te onder-
steunen en bieden de beste combinatie van
rijprestaties, remvermogen en comfort. An-
dere banden, velgen, maten of combinaties
zijn mogelijk niet geschikt. Zie pagina 6-15
voor bandenspecificaties en meer informa-
tie over het vervangen van uw banden.
De motorfiets vervoeren
Volg de onderstaande instructies als u de
motorfiets in een ander voertuig wilt ver-
voeren.
Verwijder alle loszittende voorwerpen
van de motorfiets.
Controleer of de brandstofkraan (in-
dien aanwezig) in de “OFF”-stand
staat en er geen brandstoflekkage is.
UBS5D0D0.book Page 4 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 12 of 88

Veiligheidsinformatie
1-5
1
Zorg dat het voorwiel recht naar voren
wijst op de aanhanger of de laadvloer
en zet het wiel vast in een goot om be-
weging te voorkomen.
Schakel een versnelling in (bij model-
len met een handgeschakelde ver-
snellingsbak).
Zet de motorfiets vast met spanban-
den of andere geschikte banden aan
stevige delen van de motorfiets, zoals
het frame of de bovenste voorvork-
klem (en niet aan, bijvoorbeeld, het
stuur, de richtingaanwijzers of onder-
delen die kunnen afbreken). Kies de
plaats voor de spanbanden zorgvuldig
om te voorkomen dat deze tijdens het
transport schuurplekken op de lak
veroorzaken.
Zorg indien mogelijk dat de vering iets
door de spanbanden wordt ingedrukt,
zodat de motorfiets tijdens het trans-
port niet overmatig kan stuiteren.
UBS5D0D0.book Page 5 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 13 of 88

Beschrijving
2-1
2
DAU10411
Aanzicht linkerzij de
1
24
5
6
7
3
1. Koplamp (pagina 6-29)
2. Boordgereedschapsset (pagina 6-2)
3. Stelring voor veervoorspanni ng schokdemperunit (pagina 3-16)
4. Zekeringen (pagina 6-27)
5. Olieaftapplug (pagina 6-11)
6. Schakelpedaal (pagina 3-9)
7. Olievuldop (pagina 6-11)
UBS5D0D0.book Page 1 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 14 of 88

Beschrijving
2-2
2
DAU10421
Aanzicht rechterzijde
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1. Kentekenverlichting (pagina 6-32)
2. Remlicht/achterlicht (pagina 6-31)
3. Accu (pagina 6-26)
4. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-20)
5. Luchtfilterelement (pagina 6-14)
6. Tankdop (pagina 3-11)
7. Contactslot (pagina 3-2)
8. Stuurslot (pagina 3-14) 9. Oliefilterpatroon (pagina 6-11)
10.Rempedaal (pagina 3-9)UBS5D0D0.book Page 2 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 15 of 88

Beschrijving
2-3
2
DAU10431
Bedienin gen en instrumenten
1
2
3
4
5
6
7
1. Koppelingshendel (pagina 3-8)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-7)
3. Multifunctionele meter (pagina 3-5)
4. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-20)
5. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-7)
6. Remhendel (pagina 3-9)
7. Gasgreep (pagina 6-15)
UBS5D0D0.book Page 3 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 16 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-1
3
DAU10978
Start blokkeersysteemDit voertuig is voorzien van een startblok-
keersysteem waarmee diefstal kan worden
bemoeilijkt door de codering van de stan-
daardsleutels te wijzigen. Het systeem be-
staat uit de volgende onderdelen:
een codeersleutel (met een rood bo-
vendeel)
twee standaardsleutels (met een
zwart bovendeel) die opnieuw kunnen
worden gecodeerd
een transponder (die is geïntegreerd in
de codeersleutel)
een startblokkeereenheid
een ECU
een controlelampje van de startblok-
kering (Zie pagina 3-4.) De sleutel met het rode bovendeel wordt
gebruikt om de twee standaardsleutels te
coderen. Het wijzigen van de codes is een
ingewikkelde procedure. Breng het voer-
tuig daarom met alle drie sleutels naar een
Yamaha dealer om deze opnieuw te laten coderen. Gebruik de sleutel met het rode
bovendeel niet om met het voertuig te rij-
den. Deze sleutel dient uitsluitend te wor-
den gebruikt voor het opnieuw coderen van
de standaardsleutels. Gebruik altijd een
standaardsleutel om met het voertuig te rij-
den.
LET OP
DCA11822
ZORG DAT U DE CODEERSLEUTEL
NIET VERLIEST! NEEM DIRECT
CONTACT OP MET UW DEALER
ALS U HEM VERLOREN HEBT! Als
de co deersleutel verloren is, kun-
nen de stan daar dsleutels niet op-
nieuw geco deer d wor den. U kunt
het voertui g d an no g stee ds starten
met de stan daar dsleutels, maar als
ze opnieuw g ecodeer d moeten
wor den ( d.w.z. als er een nieuwe
stan daar dsleutel is gemaakt of als
alle sleutels verloren zijn), d ient het
g ehele start blokkeersysteem ver-
van gen te wor den. Daarom wor dt u
sterk aan gera den een van d e stan- d
aar dsleutels te geb ruiken en de
co deersleutel op een veili ge plek te
b ewaren.
Dompel de sleutels nooit in water.
St
el de sleutels nooit bloot aan ex-
treem ho ge temperaturen.
Leg d e sleutels nooit vlak bij ma gne-
tische voorwerpen (zoals bijvoor-
b eel d speakers enz.).
Plaats nooit voorwerpen d ie elektri-
sche si gnalen uitzend en vlakbij de
sleutels.
Plaats nooit zware voorwerpen op
de sleutels.
U ma g d e sleutels nooit slijpen of d e
vorm ervan wijzi gen.
U ma g het plastic ged eelte van de
sleutels nooit demonteren.
Han g nooit twee sleutels van een
start blokkeersysteem aan dezelf de
sleutelrin g.
Bewaar de stan daar dsleutels en
ook de sleutels van an dere start-
b lokkeersystemen altij d op een an-
d ere plek dan
de co deersleutel van
het voertui g.
Hou d sleutels van an dere start blok-
keersystemen altij d uit de buurt van
het contactslot, want an ders kun-
nen ze si gnaalstorin g veroorzaken.
1. Codeersleutel (rood bovendeel)
2. Standaardsleutels (zwart bovendeel)UBS5D0D0.book Page 1 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 17 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-2
3
DAU57670
ContactslotVia het contactslot worden het ontstekings-
systeem en de verlichtingssystemen be-
diend. De diverse standen van het
contactslot worden hierna beschreven.LET OP
DCA17961
Ge bruik geen metalen sleutelhan gers en
b ewaar niet meer dan één sleutel aan
d ezelf de sleutelhan ger. Terwijl het voer-
tui g rij dt kan een metalen sleutelhan ger,
metalen sleutelrin g of extra sleutel in
contact komen met omli ggende on der-
d elen en deze bescha dig en. Het is d aar-
om aan te rad en om een stoffen of
le deren sleutelhan ger te geb ruiken.
OPMERKINGGebruik de standaardsleutel (zwarte greep)
voor regelmatig gebruik van de machine.
Bewaar de codeersleutel (rode greep) op
een veilige plaats en gebruik deze uitslui-
tend voor hercodering om het risico op ver-
lies te minimaliseren.
DAU38531
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting, het
achterlicht, de kentekenverlichting en het
parkeerlicht gaan branden en de motor kan
worden gestart. De sleutel kan niet worden
uitgenomen.OPMERKINGDe koplamp gaat automatisch branden als
de motor wordt gestart en blijft aan totdat
de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid, zelfs
als de motor afslaat.
DAU45752
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA10073
Draai de contactsleutel nooit naar “OFF”
terwijl de machine rij dt; elektrische sy-
stemen wor den dan af geschakel d en
mo gelijk zult u zo de macht over het
stuur verliezen of een on geval veroorza-
ken.
DAU62271
(Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
De sleutel moet in de “OFF”-stand worden
ingedrukt om naar “ ” te kunnen worden
gedraaid.
LET OP
DCA20760
Als u d e alarmverlichtin g of d e richtin g-
aanwijzers lan gdurig g eb ruikt, kan d it de
accu ontla den.
P
ON
OFF
UBS5D0D0.book Page 2 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 18 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-3
3
DAU4939C
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes
DAU11022
Controlelampje richtin gaanwijzers
“”
Dit controlelampje kn ippert wanneer een
richtingaanwijzer knippert.
DAU11061
Vrijstan dcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11256
Waarschuwin gslampje olieniveau “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden gaan
branden en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden terwijl het
olieniveau correct is (zie pagina 6-11), laat
de machine dan controleren door een
Yamaha dealer.OPMERKING Bij een voldoende hoog olieniveau kan
het waarschuwingslampje soms toch
knipperen bij rijden op een helling of
bij plotseling afremmen of optrekken,
er is dan echter geen sprake van een
storing.
Dit model is uitgerust met een zelfdi-
agnosesysteem voor het circuit van
het waarschuwingslampje olieniveau.
Als er een probleem wordt gedetec-
teerd in het circuit van het waarschu-
wingslampje olieniveau, knippert het
waarschuwingslampje olieniveau her-
haaldelijk. Als dit zich voordoet, vraag
dan een Yamaha-dealer de machine
te controleren.
DAU11368
Waarschuwin gslampje bran dstofniveau
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer het brandstofniveau daalt tot be-
neden ca. 2.8 L (0.74 US gal, 0.62 Imp.gal).
Vul in dat geval zo snel mogelijk brandstof
bij.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden gaan
branden en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden nadat u
brandstof hebt bijgevuld, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
1. Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
2. Controlelampje startblokkering “ ”
3. Controlelampje richtingaanwijzers “ ”
4. ABS-waarschuwingslampje “ ”
5. Waarschuwingslampje brandstofniveau “”
6. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
7. Vrijstandcontrolelampje “ ”
8. Controlelampje grootlicht “ ”
1
35 42
8
7
6
ABS
UBS5D0D0.book Page 3 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 19 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-4
3
OPMERKINGDit model is uitgerust met een zelfdiagno-
sesysteem voor het circuit van het waar-
schuwingslampje brandstofniveau. Als er
een probleem wordt gedetecteerd in het
circuit van het waarschuwingslampje
brandstofniveau, knippert het waarschu-
wingslampje brandstofniveau herhaaldelijk.
Als dit zich voordoet, vraag dan een
Yamaha-dealer de mach ine te controleren.
DAU73171
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
motor of een ander regelsysteem van de
machine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden, vraag dan
uw Yamaha dealer om de machine na te
zien.
DAU69891
ABS-waarschuwin gslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat dit
waarschuwingslampje branden als de sleu-
tel naar “ON” wordt gedraaid en gaat het uit
zodra met een snelheid van 10 km/h
(6 mi/h) of hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje: niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-10 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat zo dra met een snelheid van
10 km/h (6 mi/h) of hog er wordt g ered en,
of als het waarschuwin gslampje tij dens
het rij den gaat bran den of knipperen,
keert het remsysteem teru g naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaan de gevallen zich voor doet, of
als het waarschuwin gslampje helemaal niet
gaat bran den, rij d an extra voorzich-
ti g om te voorkomen d at de remmen in
noo dsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mo gelijk door een Yamaha d ealer
controleren.
DAU73120
Controlelampje start blokkerin g“”
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
continu te knipperen om aan te geven dat
het startblokkeersysteem is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt na 24 uur met
knipperen, maar het startblokkeersysteem
blijft ingeschakeld.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden gecontroleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Als het controlelampje niet gaat branden
wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, blijft branden of in een patroon
knippert, laat de machine dan nazien door
een Yamaha dealer. (Als er een probleem
wordt gedetecteerd in het startblokkeersy-
steem, gaat het controlelampje startblok-
kering in een patroon knipperen.)
ABS
UBS5D0D0.book Page 4 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 20 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-5
3
OPMERKINGAls het controlelampje startblokkering
knippert in het patroon 5 keer langzaam ge-
volgd door 2 keer snel, betreft dit mogelijk
een storing in het transpondersignaal. Als
deze fout zich voordoet, probeer dan het
volgende. 1. Houd andere startblokkeersleutels uit
de buurt van het contactslot. Andere
startblokkeersleutels kunnen signaal-
storing veroorzaken, waardoor de mo-
tor weigert te starten.
2. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
4. Als de motor niet kan worden gestart met een of beide standaardsleutels,
breng dan de machine en alle 3 sleu-
tels naar een Yamaha dealer en laat
de standaardsleutels opnieuw code-
ren.
DAU57683
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zor g d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen in d e instellin gen van de
multifunctionele meter gaat aan bren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
een snelheidsmeter
een kilometerteller
twee rittellers
een ritteller brandstofreserve
een klok
OPMERKINGDe sleutel moet op “ON” staan om de
“SELECT”- en “RESET”-schakelaar te
kunnen gebruiken.
Voor Verenigd Koninkrijk: Om te wis-
selen tussen de kilometer- en mijlen-
weergave van de snelheidsmeter en
de kilometertelle r/ritteller houdt u de
“SELECT”-schakelaar minstens drie
seconden ingedrukt.
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofreserve/klok
21
1. “SELECT”-schakelaar
2. “RESET”-schakelaar
1
2
UBS5D0D0.book Page 5 Monday, October 17, 2016 11:45 AM