YAMAHA YS125 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2017, Model line: YS125, Model: YAMAHA YS125 2017Pages: 88, PDF Size: 2.19 MB
Page 21 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-6
3
DAU12822
Koppelin gshen delDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerzijde van het stuur. Trek de hendel
naar het stuur toe om de koppeling te ont-
koppelen. Laat de hendel los om de koppe-
ling te laten aangrijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam wor-
den losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-12.)
DAU12872
Schakelped aalHet schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij
het schakelen van de versnellingen van de
5-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
DAU78900
RemhendelDe remhendel bevindt zich aan de rechter-
zijde van het stuur. Trek de hendel naar de
gasgreep toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
Dit model is uitgerust met een gekoppeld
remsysteem.
Als de remhendel wordt ingetrokken, wordt
ook de achterrem proportioneel bekrach-
tigd. Voor maximale remprestaties moet u
de remhendel en het rempedaal gelijktijdig
bedienen.OPMERKING Omdat het gekoppelde remsysteem
mechanisch is, kan extra vrije slag
worden gevoeld in het rempedaal
1. Koppelingshendel
1
1. Schakelpedaal
1
1. Remhendel
1
UBT4D0D0.book Page 6 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 22 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-7
3
wanneer de remhendel wordt inge-
knepen. Dit duidt echter niet op een
storing.
Het gekoppelde remsysteem werkt
niet wanneer het rempedaal meteen
wordt ingedrukt.
DAU78910
Rempe daalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.OPMERKINGOmdat het gekoppelde remsysteem me-
chanisch is, kan extra vrije slag worden ge-
voeld in het rempedaal wanneer de
remhendel wordt ingeknepen. Dit duidt
echter niet op een storing.
DAU13003
Tank dopOm de tank dop te verwij deren
Steek de sleutel in het slot en draai deze
een kwartslag rechtsom. Het slot wordt
ontgrendeld en de tankdop kan worden
verwijderd.
Om de tank dop aan te bren gen
1. Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor- spronkelijke positie en neem deze dan
uit.
1. Rempedaal
1
1. Ontgrendelen.
1
UBT4D0D0.book Page 7 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 23 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-8
3
OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden aange-
bracht met de sleutel in het slot. Bovendien
kan de sleutel niet worden uitgenomen als
de tankdop niet correct aangebracht en
vergrendeld is.
WAARSCHUWING
DWA11142
Controleer voor u gaat rij den of d e tank-
d op correct is aan geb racht. Door b rand-
stoflekka ge ontstaat bran dgevaar.
DAU13213
Bran dstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en b enzinedampen zijn zeer
b ran dbaar. Vol g de on derstaan de in-
structies om b rand en ontploffin g te
voorkomen en het letselrisico tij dens het
tanken te verla gen.1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Stop met vullen zodra de brandstof de
onderkant van de vulhals heeft be-
reikt. Omdat brandstof uitzet als deze
warm wordt, kan de warmte van de
motor of de zon ervoor zorgen dat
brandstof uit de brandstoftank
stroomt. 3. Veeg uitgestroomde brandstof on-
middellijk af. LET OP: Vee g g emors-
te bran dstof onmi ddellijk af met een
schone, dro ge, zachte d oek, aange-
zien de bran dstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof d elen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is g iftig en kan letsel of overlij-
d en veroorzaken. Sprin g zor gvul dig om
met benzine. Pro beer nooit om b enzine
via de mon d over te hevelen. Roep on-
mi ddellijk me dische hulp in nad at u ben-
zine heeft in geslikt, veel benzined amp
heeft in gead emd of b enzine in uw o gen
heeft gekre gen. Als b enzine op uw hui d1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
1
2
UBT4D0D0.book Page 8 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 24 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-9
3
terechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kle din g
morst, trek dan an dere kled ing aan.
DAU76860
LET OP
DCA11401
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine.
Loo dhou den de benzine veroorzaakt
ernsti ge schad e aan inwen dig e motor-
on der delen als kleppen en zui gerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
OPMERKING Deze markering geeft de aanbevolen
brandstof voor dit voertuig aan zoals
gespecificeerd in de Europese voor-
schriften (EN228).
Controleer bij het tanken of het vulpi-
stool dezelfde markering draagt.Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt. Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.
Voor
geschreven bran dstof:
Normale loodvrije benzine (gasohol
[E10] acceptabel)
Inhou d b ran dstoftank:
14 L (3.7 US gal, 3.1 Imp. gal)
Bran dstofreserve:
2.2 L (0.58 US gal, 0.48 Imp.gal)
E10
UBT4D0D0.book Page 9 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 25 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-10
3
DAU13447
Uitlaatkatalysatoren Dit voertuig is uitgerust met uitlaatkatalysa-
toren in het uitlaatsysteem.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet na dat de mo-
tor heeft g ed raai d. Let op het vol gen de
om bran dgevaar of bran dwon den te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit na bij
b ran dgevaarlijke stoffen, zoals op
g ras of op an der materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voet gan gers of kin deren niet
g emakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanrakin g kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoel d alvorens on derhou ds-
werkzaamhed en uit te voeren.
Laat de motor niet lan ger dan enke-
le minuten stationair draaien. Lan g
stationair draaien kan lei den tot
oververhitting .
LET OP
DCA10702
Gebruik uitsluiten d loo dvrije benzine. Bij
g eb ruik van loo dhou den de benzine zal
onherstel bare scha de wor den toeg e-
b racht aan d e uitlaatkatalysator.
DAU78851
ZadelVerwij deren van het zad el
1. Verwijder de panelen A en B. (Zie pa- gina 6-8.)
2. Verwijder de bouten.1. Bout
1. Bout
1
1
UBT4D0D0.book Page 10 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 26 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-11
3
3. Til de voorzijde van het zadel omhoog
en trek het naar voren.
Aan bren gen van het za del
1. Steek het uitsteeksel aan de achterzij- de van het zadel in de zadelbevesti-
ging, zoals getoond in de afbeelding.
2. Plaats het zadel in de oorspronkelijke positie en draai dan de bouten vast.
3. Monteer de panelen.OPMERKINGControleer alvorens te gaan rijden of het za-
del stevig is vergrendeld.
DAU68420
Afstellen van d e schokdem-
perunits
WAARSCHUWING
DWA10211
Geef bei de vorkpoten stee ds dezelf de
afstellin g, an ders kan slecht we ggedra g
en vermin der de rijsta biliteit het g evolg
zijn.Elke schokdemperunit is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.LET OP
DCA10102
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te d raaien om
scha de aan het mechanisme te voorko-
men.Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
ring op beide schokdemperunits in de rich-
ting (a). Draai om de veervoorspanning te
verlagen en zo de vering zachter te maken
de stelring op beide schokdemperunits in
de richting (b). Zet de gewenste inkeping in de stel-
ring tegenover de positie-indicator op
de schokdemper.
Verricht de afstelling met de speciale
sleutel in de boordgereedschapsset.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1
2
1. Stelring veervoorspanning
2. Positie-indicator
3. SchroevendraaierAfstelling veervoorspannin g:
Minimum (zacht):
1
Standaard: 2
Maximum (hard): 5
2
13(a)
(b)
UBT4D0D0.book Page 11 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 27 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-12
3
DAU15306
Zijstan daar dDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
d en terwijl de zijstan daar d omlaa g staat
of niet behoorlijk kan wor den op getrok-
ken (of niet omhoo g b lijft), an ders kan d e
zijstan daar d d e gron d raken en zo de
b estuur der aflei den, waar door de ma-
chine mo gelijk on bestuur baar wor dt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om de bestuur der te helpen b ij
zijn verantwoor delijkhei d de zijstan-
d aar d op te trekken alvorens we g te rij-
d en. Controleer dit systeem d aaromre
gelmati g en laat het repareren door
e e
n Yamaha d ealer als de werking niet
naar behoren is.
DAU78340
Start blokkerin gssysteemHet startblokkeringssysteem (waarvan de
zijstandaardschakelaar , de koppelingshen-
delschakelaar en de vrijstandschakelaar
deel uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de zijstandaard is op-
geklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startblokke-
ringssysteem regelmatig volgens de onder-
staande procedure.
UBT4D0D0.book Page 12 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 28 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-13
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Draai de sleutel naar aan.
3. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
4. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
5. Beweeg de zijstandaard omhoog.
6. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
7. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
8. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
9. Beweeg de zijstandaard omhoog.
10. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
11. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
●
Bij deze inspectie moet de machine op de
middenbok worden gezet.
●
Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer
het systeem te controleren.WAARSCHUWING
JA NEE JA NEE JA NEE
UBT4D0D0.book Page 13 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 29 of 88

Voor uw veilighei d – controles voor het rijd en
4-1
4
DAU15599
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en p roce-
dures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvol doen de inspectie of on derhou d van d e machine ver groot het risico op on geval of scha de. Rijd niet met d e machine als u
een pro bleem heb t g evon den. Als een pro bleem niet kan wor den op gelost via de proce dures in d eze handleid ing, laat de machi-
ne dan nazien door een Yamaha dealer.Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Bran dstof • Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage. 3-8
Motorolie • Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage. 6-11
Vo or re m • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-22, 6-22
Achterrem • Controleer de werking.
• Controleer de vrije slag van het rempedaal.
• Stel indien nodig bij. 6-21, 6-22
UBT4D0D0.book Page 1 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 30 of 88

Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
4-2
4
Koppelin g • Controleer de werking.
• Smeer indien nodig de kabel.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij. 6-19
Gas greep • Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel-
len en de kabel en het kabelhuis te smeren. 6-16, 6-26
Be dienin gska bels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig. 6-26
Aan drijfkettin g • Controleer of de ketting correct is aangespannen.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer de conditie van de ketting.
• Smeer indien nodig. 6-24, 6-25
Wielen en ban den • Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
6-17, 6-19
Rem- en schakelped alen• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten.
6-26
Rem- en koppelin gshen dels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten. 6-27
Mi dd enbok, zijstan daar d • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de scharnierpunten.
6-28
Frame bevesti gin gen • Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast.
—
Instrumenten, verlichtin g,
si gnalering ssysteem en
schakelaars • Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.
—
ITEM CONTROLES PAGINA
UBT4D0D0.book Page 2 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM