YAMAHA YS125 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2017, Model line: YS125, Model: YAMAHA YS125 2017Pages: 88, PDF Size: 2.19 MB
Page 51 of 88

Periodiek on derhoud en afstelling
6-16
6
DAU34302
Afstellen van het stationair toe-
rentalHet stationair toerental moet als volgt wor-
den gecontroleerd en eventueel afgesteld
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
De motor moet warm zijn om deze afstel-
ling te verrichten.
Controleer het stationair toerental en stel
dit indien nodig volgens de specificatie af
door de stationair stelschroef te verdraaien.
Draai de schroef in de richting (a) om het
stationair toerental te verhogen. Draai de
schroef in de richting (b) om het stationair
toerental te verlagen.
OPMERKINGAls het voorgeschreven stationair toerental
niet haalbaar is volgens de hierboven be-
schreven werkwijze, vraag dan een
Yamaha dealer de afstelling uit te voeren.
DAU21386
De vrije sla g van d e gas greep
controlerenMeet de vrije slag van de gasgreep zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van de gasgreep re-
gelmatig en laat de vrije slag indien nodig
afstellen door een Yamaha dealer.
1. Stationair stelschroefStationair toerental: 1300–1500 tpm
1
(b)
(a)
1. Vrije slag van gasgreep
Vrije sla g van gas greep:
3.0–7.0 mm (0.12–0.28 in)
1
UBT4D0D0.book Page 16 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 52 of 88

Periodiek onderhoud en afstelling
6-17
6
DAU21402
KlepspelingDe klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU69760
Banden Banden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rijden met deze machine met een on-
juiste bandenspanning kan leiden tot
verlies van de controle met mogelijk ern-
stig letsel of overlijden tot gevolg. De bandspanning moet worden ge-
controleerd en afgesteld terwijl de
banden koud zijn (wanneer de tem-
peratuur van de banden gelijk is aan
de omgevingstemperatuur).
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en het
totale gewicht van rijder, passagier,
bagage en accessoires dat voor dit
model is vastgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
den met een te zwaar belaste machine
kan leiden tot een ongeval.Bandenspanning (gemeten op kou-
de banden):
1 persoon:Voor:175 kPa (1.75 kgf/cm², 25 psi)
Achter: 200 kPa (2.00 kgf/cm², 29 psi)
2 personen:
Voor:175 kPa (1.75 kgf/cm², 25 psi)
Achter:
225 kPa (2.25 kgf/cm², 33 psi)
Maximale belasting: Voor:
175 kPa (1.75 kgf/cm², 25 psi)
Achter: 250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Maximale belasting*: 171 kg (377 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas-
sagier, bagage en accessoires
UBT4D0D0.book Page 17 Thursday, December 22, 2016 11:42 AM
Page 53 of 88

Periodiek on derhoud en afstelling
6-18
6
Inspectie van b anden
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten ban den door
een Yamaha dealer vervan gen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijstab iliteit, waar door
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief ban-
d en, dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha d ealer, die over de
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om dit te d oen.
Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een ban d. Het b and-
oppervlak dient eerst te zijn
in gere den v oor
dat
het zijn optimale
ei genschappen verkrij gt.
Ban deninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en rubberen bandventielen. Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10462
Monteer altij
d voor- en achter ban den
van hetzelf de merk en type. Verschillen-
d e ban den kunnen het wegge dra g van
d e machine veran deren, wat kan lei den
tot een on geval.Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
1. Wang van band
2. BandprofieldiepteMinimale ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
Voor ban d:
Maat: 2.75-18M/C 42P
Fabrikant/model:
CHENG SHIN/C910
Achter ban d:
Maat:
100/80-18M/C 59P
Fabrikant/model: CHENG SHIN/C905
UBT4D0D0.book Page 18 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 54 of 88

Periodiek on derhou d en afstelling
6-19
6
DAU21963
GietwielenLet ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
DAU51253
Vrije sla g van koppelin gshen del
afstellenMeet de vrije slag van de koppelingshendel
zoals getoond.
Controleer de vrije slag van de koppelings-
hendel regelmatig en stel indien nodig als
volgt af.
1. Schuif de rubber afdekking bij de kop- pelingshendel terug.
2. Draai de borgmoer los. 3. Draai de stelbout van de koppelings-
speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelbout richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.
OPMERKINGAls de voorgeschreven vrije slag van de
koppelingshendel kan worden verkregen
zoals hierboven beschreven, kunt u de
stappen 4–7 overslaan.4. Draai de stelbout bij de koppelings-hendel richting (a) om de koppelings-
kabel losser te stellen.
5. Schuif de rubber afdekking die lager op de koppelingskabel zit terug, en
draai dan de borgmoer terug.
1. Borgmoer
2. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel
3. Rubberafdekking
4. Vrije slag van koppelingshendelVri je sl a g van koppeling shendel:
10.0–15.0 mm (0.39–0.59 in)
321
(a)(b)
4
1. Rubberafdekking
2. Stelmoer voor vrije slag van de
koppelingshendel
3. Borgmoer
3
21(b)
(a)
UBT4D0D0.book Page 19 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 55 of 88

Periodiek on derhoud en afstelling
6-20
6
6. Draai de stelmoer van de koppelings-
speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelmoer richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.
7. Draai de borgmoer op de koppelings- kabel vast en schuif de rubber afdek-
king weer naar de oorspronkelijke
positie.
8. Draai de borgmoer op de koppelings- hendel vast en schuif de rubber afdek-
king weer naar de oorspronkelijke
positie.
DAU37914
Vrije slag van remhen del contro-
lerenAan het uiteinde van de remhendel mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha dea-
ler het remsysteem inspecteren.
WAARSCHUWING
DWA14212
Een zacht of sponzi g g evoel in d e rem-
hend el kan betekenen dat er lucht in het
hy draulisch systeem aanwezi g is. Als er
lucht in het hy draulisch systeem zit, laat
d an het systeem d oor een Yamaha d ea-
ler ontluchten voord at de machine word t
g eb ruikt. Lucht in het hy draulisch sy-
steem heeft een neg atief effect op de remwerkin
g, waar door u de macht over
het stuur zou kunnen verliezen met een
on geluk als gevol g.1. Geen vrije slag remhendel
1
UBT4D0D0.book Page 20 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 56 of 88

Periodiek on derhou d en afstelling
6-21
6
DAU39815
Vrije sla g van rempe daal afstel-
lenMeet de vrije slag van het rempedaal aan
het uiteinde van het rempedaal, zoals ge-
toond.
Controleer de vrije slag van het rempedaal
regelmatig en stel indien nodig als volgt af.
Draai de stelmoer van het rempedaal op de
rempedaalstang richting (a) voor meer vrije
slag van het rempedaal. Draai de stelmoer
richting (b) voor minder vrije slag van het
rempedaal.
WAARSCHUWING
DWA10681
Controleer altij d d e vrije sla g van
het rempe daal na het spannen van
d e kettin g of na het verwij deren en
monteren van het achterwiel.
Vraa g een Yamaha d ealer de afstel-
lin g te doen als de juiste afstellin g
niet haal baar is vol gens de be-
schreven werkwijze.
Controleer de werkin g van het rem-
licht na het afstellen van de vrije
rempe daalsla g.
DAU22274
RemlichtschakelaarsHet remlicht, dat wordt geactiveerd door
het rempedaal en de remhendel, moet op-
lichten nét voordat de remmen aangrijpen.
Stel de remlichtschakelaar achter indien
nodig als volgt af. De remlichtschakelaar
voor dient te worden afgesteld door een
Yamaha dealer. Verdraai de stelmoer van de achterste rem-
lichtschakelaar en houd daarbij de rem-
lichtschakelaar vast. Draai de stelmoer in
de richting (a) om het remlicht eerder te la-
ten branden. Draai de stelmoer in de rich-
ting (b) om het remlicht later te laten
branden.
1. Vrije slag rempedaalVrije sla g rempe daal:
10.0–20.0 mm (0.39–0.79 in)
1
1. Stelmoer vrije slag rempedaal
1
(a)
(b)
1. Remlichtschakelaar
2. Stelmoer remlichtschakelaar
1 2
(a)
(b)
UBT4D0D0.book Page 21 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 57 of 88

Periodiek on derhoud en afstelling
6-22
6
DAU22382
Controleren van voorrem blokken
en achterremschoenen De voorremblokken en achterremschoenen
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU22432
Rem blokken voorrem
Elk voorremblok is voorzien van slijtage-in-
dicatorgroeven, zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te
hoeven demonteren. Let op de slijtage-in-
dicatorgroeven om de remblokslijtage te
controleren. Wanneer een remblok zover is
afgesleten dat de slijtage-indicatorgroeven vrijwel zijn verdwenen, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set te
vervangen.
DAU43171
Remschoenen achterrem
De achterrem heeft een slijtage-indicator
zodat de remschoenslijtage kan worden
gecontroleerd zonder de rem te hoeven de-
monteren. Bekrachtig de rem en let op de
stand van de slijtage-indicator om de rem-
schoenslijtage te controleren. Wanneer een
remschoen zover is afgesleten dat de slijta-
ge-indicator bij de slijtagelimiet komt, vraag
dan een Yamaha dealer de remblokken als
set te vervangen.
DAU32346
Controleren van remvloeistofni-
veauControleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van
het reservoir horizontaal staat. Vul indien
nodig remvloeistof bij.
WAARSCHUWING
DWA15991
Onjuist uit
gevoer d on derhou d kan resul-
teren in verlies van remvermo gen. Neem
d e vol gen de voorzor gsmaatre gelen in
acht:
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
1
1
1. Slijtagelimiet van remschoen
2. Slijtage-indicator remschoen
1
2
1. Merkstreep minimumniveau
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 41
UBT4D0D0.book Page 22 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 58 of 88

Periodiek on derhou d en afstelling
6-23
6
Bij een te laa g remvloeistofniveau
kan lucht b innendrin gen in het rem-
systeem, waar door de rempresta-
ties afnemen.
Reini g de reservoir dop alvorens
d eze te verwij deren. Ge bruik uit-
sluiten d DOT 4 remvloeistof uit een
onaan geb roken verpakkin g.
Gebruik uitsluiten d d e aan bevolen
remvloeistof, an ders kunnen de
ru bberaf dichtin gen bescha digd ra-
ken met lekka ge tot g evolg.
Vul bij met hetzelf de type remvloei-
stof. Toevoeg ing van een an der
type remvloeistof d an DOT 4 kan re-
sulteren in een scha delijke chemi-
sche reactie.
Pas op en zor g d at tij den s
bij
vullen
g een water het remvloeistofreser-
voir kan binnen drin gen. Water zal
het kookpunt van de remvloeistof
aanzienlijk verla gen zo dat damp-
b elvormin g kan optre den.
LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
on der delen beschad ig en. Vee g g emors-
te remvloeistof stee ds direct af.
Naarmate de remblokke n afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en /of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
plotseling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
DAU22724
Remvloeistof verversen Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema. Laat bovendien de
oliekeerringen van de hoofdremcilinder, de
remklauwen en de remslang vervangen vol-
gens de intervalperioden of wanneer ze lek-
ken of zijn beschadigd. Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Remslang: Vervang elke vier jaar.
UBT4D0D0.book Page 23 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 59 of 88

Periodiek on derhoud en afstelling
6-24
6
DAU22762
Spannin g aan drijfkettin gDe spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en indien nodig worden bijgesteld.
DAU22799
Aandrijfkettin g controleren op spannin g
1. Zet de motorfiets op de middenbok.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand.
3. Meet de spanning van de aandrijfket- ting zoals getoond.
4. Stel de spanning van de ketting als volgt bij als deze niet correct is. LET
OP: Een onjuiste kettin gspanning
lei dt tot over belastin g van d e motor en an
dere essentiële on der delen
van de machine en kan resulteren in
overslaan of breken van d e ketting.
Hou d om d it te voorkomen de ket-
tin gspannin g b innen de gespecifi-
ceer de waar den.
[DCA10572]
DAU78831
Om de spannin g van de aan drijfkettin g
af te stellen
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
de spanning van de aandrijfketting afstelt. 1. Haal de motorfiets van de middenbok
en klap de zijstandaard omlaag.
2. Draai de stelmoer voor de vrije rempe- daalslag, de bevestigingsmoer van de
remankerstang en de wielasmoer los. 3. Draai de borgmoer op de kettingspan-
ner aan beide uiteinden van de achter-
brug los.
4. Zet de motorfiets op de middenbok.
5. Draai de stelmoer op beide uiteinden van de achterbrug in de richting (a) om
de aandrijfketting strakker te stellen.
Stel de ketting losser door de stel-
moer op beide uiteinden van de ach-
terbrug in de richting (b) te draaien en
dan het achterwiel naar voren te druk-
ken.
1. Spanning aandrijfkettingSpannin g aan drijfkettin g:
40.0–50.0 mm (1.57–1.97 in)
1
1. Stelmoer vrije slag rempedaal
2. Bevestigingsmoer remankerstang
1
2
1. Wielasmoer
2. Stelmoer spanning aandrijfketting
3. Borgmoer kettingspanner
4. Aandrijfkettingspanner
4 31
2
(a)(b)
UBT4D0D0.book Page 24 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 60 of 88

Periodiek on derhou d en afstelling
6-25
6
OPMERKINGGebruik de uitlijnmerktekens op de aan-
drijfkettingspanners om beide aandrijfket-
tingspanners in dezelfde stand te zetten,
zodat het wiel goed is uitgelijnd.6. Haal de motorfiets van de middenbok
en klap de zijstandaard omlaag.
7. Draai beide borgmoeren vast en zet dan de wielasmoer en de bevesti-
gingsmoer van de remankerstang vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment. 8. Stel de vrije slag van het rempedaal af.
(Zie pagina 6-21.)
WAARSCHUWING
DWA10661
Controleer de werkin g van het remlicht
na het afstellen van de vrije rempe daal-
sla g.9. Zorg ervoor dat de kettingspanners in
dezelfde stand staan, dat de spanning
van de aandrijfketting correct is en dat
de aandrijfketting soepel beweegt.
DAU23018
Aan drijfkettin g reini gen en sme-
renDe aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in vochtige
of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.LET OP
DCA10584
De aan drijfkettin g moet wor den ge-
smeer d na dat de motorfiets is g ewassen
of ermee in de re gen of in vochti ge ge-
b ie den is gere den.1. Verwijder alle vuil en modder van de
aandrijfketting met een borstel of een
doek.OPMERKINGVraag een Yamaha dealer de aandrijfket-
ting los te halen om deze grondig te reini-
gen in oplosmiddel.2. Spuit Yamaha-kettingsmeermiddel of
een ander geschikt kettingsmeermid-
del op de volledige ketting en zorg er-
voor dat alle zijplaten en rollen
voldoende zijn gesmeerd.
1. Ring
2. Uitlijnmerktekens
1
2
Aanhaalmomenten:Borgmoer:
7 N·m (0.7 kgf·m, 5.1 lb·ft)
Wielasmoer: 90 N·m (9.0 kgf·m, 65 lb·ft)
Bevestigingsmoer remankerstang: 18 N·m (1.8 kgf·m, 13 lb·ft)
UBT4D0D0.book Page 25 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM