YAMAHA YZF-R1 2004 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2004, Model line: YZF-R1, Model: YAMAHA YZF-R1 2004Pages: 102, PDF Size: 5.09 MB
Page 71 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
6
3. Trek de borgmoeren en dan de wielas-
moer aan tot de voorgeschreven aan-
haalmomenten.
DAU23021
Smeren van de aandrijfketting De aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in vochtige
of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.LET OP:
DCA10581
De aandrijfketting moet worden ge-
smeerd nadat de motorfiets is gewassenof ermee in de regen is gereden.
1. Reinig de aandrijfketting met petro-
leum en een zacht borsteltje.LET OP:
DCA11120
Om beschadiging van de o-ringen te
voorkomen, mag de aandrijfketting niet
worden gereinigd met een stoomreiniger
of hogedrukreiniger of met niet-geschik-te ontvetters.
2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig met
speciale smering voor o-ring kettin-
gen.
LET OP:
DCA11110
Gebruik geen motorolie of andere
smeermidelen voor de aandrijfketting,
deze bevatten mogelijk toevoegingendie de o-ringen kunnen beschadigen. Aanhaalmomenten:
Borgmoer:
16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf)
Wielasmoer:
150 Nm (15.0 m·kgf, 108 ft·lbf)
U5VYD0D0.book Page 24 Friday, November 21, 2003 1:41 PM
Page 72 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
6
DAU23100
Controleren en smeren van
kabels De werking van alle bedieningskabels en de
conditie van alle kabels moet voorafgaand
aan elke rit worden gecontroleerd en de ka-
bel en kabeleinden moeten indien nodig
worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te vervan-
gen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt.
WAARSCHUWING
DWA10720
Bij schade aan de buitenkabel kan de
goede werking van de kabel worden be-
lemmerd en kan de binnenkabel gaan
roesten. Vervang een beschadigde kabel
zo snel mogelijk om onveilige conditieste voorkomen.
DAU23110
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Smeer of vervang ook de gaskabel volgens
de intervaltijden gespecificeerd in het perio-
diek onderhoudsschema.
DAU23140
Controleren en smeren van rem-
en koppelingshendels Remhendel
Koppelingshendel
De werking van de rem- en de koppe-
lingshendel moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de hendelschar-
nierpunten moeten indien nodig worden ge-
smeerd. Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
U5VYD0D0.book Page 25 Friday, November 21, 2003 1:41 PM
Page 73 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-26
6
DAU23200
Controleren en smeren van
zijstandaard De werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten indien nodig
worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10730
Als de zijstandaard niet soepel omhoog
en omlaag beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer deze te controleren of terepareren.
DAUM1650
De achterbrugscharnierpunten
smeren Het achterbrugscharnierpunt moet worden
gesmeerd volgens de intervalperioden ver-
meld in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema. Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
U5VYD0D0.book Page 26 Friday, November 21, 2003 1:41 PM
Page 74 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-27
6
DAU23271
Voorvork controleren De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma.
Om de conditie te controleren
WAARSCHUWING
DWA10750
Zorg dat de motorfiets veilig wordt on-dersteund, zodat hij niet kan omvallen.
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP:
DCA10590
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te contro-leren.
DAU23280
Controle van stuursysteem Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur
moet als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma.
1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
WAARSCHUWING
DWA10750
Zorg dat de motorfiets veilig wordt on-dersteund, zodat hij niet kan omvallen.
2. Houd de voorvorkpoten beet bij het on-
dereinde en probeer ze naar voren en
achteren te bewegen. Als speling kan
worden gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te
testen.
U5VYD0D0.book Page 27 Friday, November 21, 2003 1:41 PM
Page 75 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-28
6
DAU23290
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU23440
Accu Dit model is uitgerust met een permanent-
dichte accu (onderhoudsvrij type) waarvoor
geen onderhoud vereist is. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
WAARSCHUWING
DWA10760
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-TEN BEREIK VAN KINDEREN.
1. Negatieve accupool
2. Accu
3. Positieve accupool
U5VYD0D0.book Page 28 Friday, November 21, 2003 1:41 PM
Page 76 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-29
6
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de motorfiets
langer dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad volledig bij en zet dan weg
op een koele en droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.LET OP:
DCA10630
Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen toe-
stand weg te bergen kan permanen-
te accuschade ontstaan.
Om een permanent-dichte accu (on-
derhoudsvrij type) te laden, is een
speciale acculader (met constante
laadspanning) vereist. Bij gebruik
van een conventionele acculader
raakt de accu beschadigd. Wanneer
u niet beschikt over een speciale
acculader voor permanent-dichteaccu’s (onderhoudsvrij type), vraag
dan een Yamaha dealer uw accu op
te laden.
DAU34052
Zekeringen vervangen De hoofdzekering en de zekering voor het
elektronisch brandstofinjectiesysteem be-
vinden zich onder het bestuurderszadel.
(Zie pagina 3-18.)
Het zekeringenkastje met de zekeringen
voor de afzonderlijke circuits bevindt zich
achter het afgebeelde stroomlijnpaneel.1. Hoofdzekering
2. Reservezekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem
3. Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem
U5VYD0D0.book Page 29 Friday, November 21, 2003 1:41 PM
Page 77 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-30
6
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.OPMERKING:Voer de stappen 2–4 en 8–9 alleen uit voorde zekeringen in het zekeringenkastje.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de drukclips door met een
schroevendraaier op het midden te
drukken en dan de drukclip los te trek-
ken.3. Verwijder de snelsluitschroeven en
schuif dan de afgebeelde delen van
het stroomlijnpaneel naar voren.
4. Neem het stroomlijnpaneel van de ma-
chine zoals afgebeeld.5. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.1. Stroomlijnpaneel
1. Drukclip
1. Snelsluitschroef
2. Stroomlijnpaneel
1. Zekeringenkastje
2. Stroomlijnpaneel
U5VYD0D0.book Page 30 Friday, November 21, 2003 1:41 PM
Page 78 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-31
6
LET OP:
DCA10640
Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te vermij-den.
6. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur werkt.
7. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.8. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
snelsluitschroeven aan.
OPMERKING:Zorg dat de uitsteeksels in de uitsparingenvallen.
9. Breng de drukclips aan.OPMERKING:Om een drukclip te bevestigen wordt de pen
teruggedrukt zodat deze uitsteekt uit de kop
van de drukclip; daarna wordt de drukclip in-
gebracht en de uitstekende pen ingedrukttot deze gelijk ligt met de kop van de clip.
1. Koplampzekering
2. Reservezekering
3. Zekering linker radiatorkoelvin
4. Zekering rechter radiatorkoelvin
5. Backup-zekering (voor kilometerteller, klok
en startblokkeersysteem)
6. Zekering richtingaanwijzers
7. Zekering signaleringssysteem
8. Zekering ontstekingssysteem
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Koplampzekering:
25.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering richtingaanwijzers:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
15.0 Ax 2
Zekering elektronisch gestuurde
brandstofinspuiting:
15.0 A
1. Sleuf
2. Uitsteeksel
U5VYD0D0.book Page 31 Friday, November 21, 2003 1:41 PM
Page 79 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-32
6
DAU33900
Koplampgloeilamp vervangen De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is doorgebrand.
Koplampgloeilamp voor grootlicht ver-
vangen
1. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.2. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
WAARSCHUWING
DWA10790
Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit nietis afgekoeld.
3. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.LET OP:
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
1. Gloeilamp voor grootlicht
2. Gloeilamp voor dimlicht
1. Gloeilampkap
2. Koplampstekker
1. Gloeilamphouder
U5VYD0D0.book Page 32 Friday, November 21, 2003 1:41 PM
Page 80 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-33
6
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-geschreven.
4. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
5. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
Koplampgloeilamp voor dimlicht ver-
vangen
1. Verwijder de gloeilampkap door deze
linksom te draaien.2. Maak de koplampstekker los.
3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
WAARSCHUWING
DWA10790
Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit nietis afgekoeld.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.LET OP:
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Gloeilampkap
1. Koplampstekker
1. Gloeilamphouder
U5VYD0D0.book Page 33 Friday, November 21, 2003 1:41 PM