YAMAHA YZF-R1 2015 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2015, Model line: YZF-R1, Model: YAMAHA YZF-R1 2015Pages: 128, PDF Size: 9.84 MB
Page 61 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-39
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
DAU66473
De voorvork afstellenLET OP
DCA22471
Let erop dat u de goudkleurig ge-
anodiseerde afwerking niet bescha-
digt bij het afstellen van de vering.
Probeer nooit voorbij de maximum-
of minimuminstellingen te draaien
om schade aan de interne mecha-
nismen van de vering te voorko-men.
Voor YZF-R1:
Dit model is voorzien van instelbare vering.
De veervoorspanning, uitgaande demping
en ingaande demping van beide vorkpoten
kunnen worden ingesteld.WAARSCHUWING
DWA10181
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolgzijn.
Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
moer op beide vorkpoten in de richting (a).
Draai om de veervoorspanning te verlagen en zo de vering zachter te maken de stel-
moer op beide vorkpoten in de richting (b).
Uitgaande demping
Draai om de uitveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stelbout
op beide vorkpoten in de richting (a). Draai
om de uitveerdemping te verlagen en zo de
vering zachter te maken de stelbout op bei-
de vorkpoten in de richting (b).
Ingaande demping
Draai om de ingaande demping te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).
Draai om de ingaande demping te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b).
1. Stelmoer veervoorspanningAfstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):0 slag(en) in de richting (a)*
Standaard:
9 slag(en) in de richting (a)*
Maximum (hard): 15 slag(en) in de richting (a)*
* Met de stelmoer volledig gedraaid in de richting (b)
1
(a) (b)
1. Stelbout voor uitveerdempingAfstelling uitgaande demping:
Minimum (zacht):
14 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 7 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 0 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelbout volledig gedraaid in
de richting (a)
1
(a) (b)
2CR-9-DG.book 39 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 62 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-40
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
OPMERKINGDoor geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeenko-
men; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem- pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dieno
vereenkomstig aan te
passen.
Voor YZF-R1M:
Dit model is voorzien van de ÖHLINS elek-
tronische vering.
De ingaande en uitgaande dempingskrach-
ten worden elektronisch afgesteld. (Zie
ERS op pagina 4-18.)
Veervoorspanning
De veervoorspanning wordt handmatig af-
gesteld.
1. Zet de machine uit.
2. Schuif de rubber afdekking van elke stekker terug.
3. Haal de stekker los van elke vorkpoot.
LET OP: Gebruik om beschadiging
van de stekkers te voorkomen geen
scherpe gereedschappen of over-
matige kracht.
[DCA22770]
4. Draai om de veervoorspanning te ver-
hogen en zo de vering stugger te ma-
ken de stelbout op beide vorkpoten in
de richting (a). Draai om de veervoor-
spanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelbout op beide
vorkpoten in de richting (b).
1. Stelbout voor inveerdempingAfstelling ingaande demping:Minimum (zacht):
23 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 17 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 0 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelbout volledig gedraaid in
de richting (a)
1
(a) (b)
1. Rubberafdekking
2. Kabelaansluiting
2
1
2CR-9-DG.book 40 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 63 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-41
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
5. Sluit de stekker van elke vorkpoot aan.
6. Schuif de rubber afdekking weer naar de oorspronkelijke positie.
DAU66492
Afstellen van de
schokdemperunit
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan de
cilinder zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-dea-ler.
LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om schade aan het mechanisme te voorko-
men.
Voor YZF-R1:
Dit model is voorzien van instelbare vering.
De veervoorspanning, uitgaande demping,
snelle ingaande demping en langzame in-
gaande demping kunnen worden ingesteld.
Veervoorspanning
1. Draai de borgmoer los.
2. Draai om de veervoorspanning te ver- hogen en zo de vering stugger te ma-
ken de stelring in de richting (a). Draai
om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de
stelring in de richting (b).
De instelling voor de veervoorspan-
ning wordt bepaald door de afstand A
te meten. Hoe groter afstand A, des te
hoger de veervoorspanning; hoe klei-
ner afstand A , des te lager de veer-
voorspanning.
Verricht de afstelling met de speci-
ale sleutel in de boordgereed-
schapsset.
1. Stelbout veervoorspanningAfstelling veervoorspanning:Minimum (zacht):
0 slag(en) in de richting (a)*
Standaard: 5 slag(en) in de richting (a)*
Maximum (hard): 15 slag(en) in de richting (a)*
* Met de stelmoer volledig gedraaid in
de richting (b)
1
(a) (b)
2CR-9-DG.book 41 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 64 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-42
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
3. Draai de borgmoer vast met het voor- geschreven aanhaalmoment.
LET OP: Draai de borgmoer altijd
vast tegen de stelring, en haal de
borgmoer vervolgens aan met het
voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
[DCA22760]
Uitgaande demping
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef in de richting (a). Draai om de
uitgaande demping te verlagen en zo de ve-
ring zachter te maken de stelschroef in de
richting (b). Ingaande demping
Snelle ingaande demping
Draai om de ingaande demping te verhogen
en zo de snelle ingaande demping stugger
te maken de stelbout in de richting (a). Draai
om de ingaande demping te verlagen en zo
de vering zachter te maken de stelbout in de
richting (b).
1. Stelring veervoorspanning
2. Borgmoer
1. Afstand A
(a)
(b)1
2
1
Veervoorspanning:
Minimum (zacht):Afstand A = 77.5 mm (3.05 in)
Standaard:
Afstand A = 79.0 mm (3.11 in)
Maximum (hard): Afstand A = 85.5 mm (3.37 in)
Aanhaalmoment: Borgmoer:25 Nm (2.5 m·kgf, 18 ft·lbf)
1. Stelschroef uitgaande dempingAfstelling uitgaande demping: Minimum (zacht):
23 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 12 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 0 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig gedraaid
in de richting (a)(a) (b)
1
2CR-9-DG.book 42 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 65 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-43
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
Langzame ingaande dempingDraai om de ingaande demping te verhogen
en zo de langzame ingaande demping stug-
ger te maken de stelschroef in de richting
(a). Draai om de ingaande demping te ver-
lagen en zo de vering zachter te maken de
stelschroef in de richting (b).
OPMERKINGOm een nauwkeurige afstelling te bereiken,
is het raadzaam om het aantal klikken of
slagen te tellen waarmee elk afstelmecha-
nisme van de demping wordt verdraaid. Het
kan voorkomen dat dit afstelbereik vanwe-
ge kleine productieverschillen niet exact
overeenkomt met de opgegeven specifica-
ties.
Voor YZF-R1M:
Dit model is voorzien van de ÖHLINS elek-
tronische vering.
Ingaande en uitgaande dempingskrach-
ten
De ingaande en uitgaande demping worden
elektronisch geregeld en afgesteld via het
menuscherm. Zie ERS op pagina 4-18 voor
informatie over het aanpassen van deze in-
stellingen.
Veervoorspanning
De veervoorspanning wordt handmatig af-
gesteld.LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-men.
1. Draai de borgmoer los.
2. Draai om de veervoorspanning te ver- hogen en zo de vering stugger te ma-
ken de stelring in de richting (a). Draai
om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de
stelring in de richting (b).
1. Stelbout snelle ingaande demping Instelling snelle ingaande dempingMinimum (zacht):
5.5 slag(en) in de richting (b)*
Standaard: 3 slag(en) in de richting (b)*
Maximum (hard): 0 slag(en) in de richting (b)*
* Met de stelbout volledig gedraaid in
de richting (a)
(a) (b)
1
1. Stelschroef langzame ingaande demping Instelling langzame ingaande dem-
ping Minimum (zacht):18 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
10 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 0 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig gedraaid in de richting (a)
(a) (b)
1
2CR-9-DG.book 43 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 66 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-44
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
De instelling voor de veervoorspan-
ning wordt bepaald door de afstand A
te meten. Hoe groter afstand A, des te
hoger de veervoorspanning; hoe klei-
ner afstand A , des te lager de veer-
voorspanning.
Verricht de afstelling met de speci-
ale sleutel in de boordgereed-
schapsset.
3. Draai de borgmoer vast met het voor-geschreven aanhaalmoment.
LET OP: Draai de borgmoer altijd
vast tegen de stelring, en haal de
borgmoer vervolgens aan met het
voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
[DCA22760] DAU67050
EXUP-systeemDit model is uitgerust met het Yamaha
EXUP-systeem (regelsy
steem voor uitlaat-
druk). Dit systeem verhoogt het motorver-
mogen door middel van een klep die de
uitlaatstroom binnen de uitlaatkamer regelt.LET OP
DCA15611
Het EXUP-systeem werd afgesteld en
uitgebreid getest op de Yamaha fabriek.
Als deze afstellingen worden gewijzigd
zonder dat voldoende technische kennis
aanwezig is, kan de werking van de mo-
tor achteruitgaan of wordt de motor be-schadigd.
1. Stelring veervoorspanning
2. Borgmoer
1
(a) (b)
2
1. Afstand AVeervoorspanning:
Minimum (zacht):
Afstand A = 0 mm (0.00 in)
Standaard: Afstand A = 4 mm (0.16 in)
Maximum (hard): Afstand A = 9 mm (0.35 in)
Aanhaalmoment: Borgmoer:25 Nm (2.5 m·kgf, 18 ft·lbf)
1
2CR-9-DG.book 44 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 67 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-45
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
DAU15306
ZijstandaardDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor eenuitleg over het st artspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig en
laat het repareren door een Yamaha dea-ler als de werking niet naar behoren is.
DAU44893
StartspersysteemHet startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshen-
delschakelaar en de vrijstandschakelaar
deel uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersy-
steem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.
2CR-9-DG.book 45 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 68 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-46
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De motorstopknop moet in de stand staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens
te gaan rijden een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
WAARSCHUWING
“ ”
2CR-9-DG.book 46 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 69 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-47
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
DAU59950
Gelijkstroom kabelstekker voor
accessoires
WAARSCHUWING
DWA12532
Controleer, om een elektrische schok of
kortsluiting te voorkomen, of de dop op
de gelijkstroomaansluiting is aange-bracht als u de aansluiting niet gebruikt.LET OP
DCA20090
Het accessoire dat is aangesloten op de
gelijkstroomaansluiting voor accessoi-
res moet niet worden gebruikt terwijl de
motor uit staat en mag niet meer stroom
opnemen dan 24 W (2 A), anders zou de
zekering door kunnen branden of deaccu ontladen kunnen raken. Dit voertuig is uitgerust met een gelijk-
stroom kabelstekker voor accessoires. U
kunt een op de gelijkst
room kabelstekker
voor accessoires aangesloten 12 V-acces-
soire gebruiken als de sleutel in de stand
“ON” staat.
1. Gelijkstroom kabelstekker voor accessoires
2. Gelijkstroom kabelstekkerdop voor accessoires21
2CR-9-DG.book 47 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 70 of 128

5-1
1
2
3
45
6
7
8
9
10
11
12
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
DAU15599
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en procedures
voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u
een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de machi-ne dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Brandstof Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.
Controleer de tankbeluchtingsslang en ov
erloopslang op obstakels, scheuren of
beschadiging en controleer de slangaansluitingen. 4-33, 4-34
Motorolie Controleer het olieniveau in de motor.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie
bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage. 7-12
Koelvloeistof Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig de aanbevolen koelvloei
stof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het koelsysteem op lekkage. 7-14
Voorrem Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer het hydraulis ch systeem op lekkage. 7-23, 7-24
2CR-9-DG.book 1 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分