YAMAHA YZF-R1 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: YZF-R1, Model: YAMAHA YZF-R1 2016Pages: 126, PDF Size: 9.24 MB
Page 81 of 126

Periodiek onderhoud en afstelling
7-6
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
22 *Schokdemperunit  Controleer op een correcte 
werking en olielekkage. 
23 *Relaisarm 
achterwielophanging 
en scharnierpunten 
verbindingsarm  Controleer de werking.
24 Motorolie  Verversen.
 Controleer het olieniveau en 
controleer de machine op 
olielekkage. 
25 Oliefilterpatroon  Vervangen. 
26 *Koelsysteem  Controleer het koelvloeistofniveau 
en controleer de machine op 
vloeistoflekkage. 
 Vervang koelvloeistof. Elke 3 jaar
27 *EXUP-systeem  Controleer de werking, de vrije 
slag van de kabel en de positie 
van de katrol. 
28 *Voor- en 
achterremschakelaar  Controleer de werking.
29 Bewegende delen 
en kabels  Smeren.
30 *Gasgreep  Controleer de werking.
 Controleer de vrije slag van de 
gasgreep en stel deze indien 
nodig af.
 Smeer de kabel en het kabelhuis. 
31 *Lampen, 
richtingaanwijzers 
en schakelaars  Controleer de werking.
 Stel de koplamplichtbundel af.
NR. ITEM
CONTROLE OF 
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE 
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km 
(6000 mi) 20000 km 
(12000 mi) 30000 km 
(18000 mi) 40000 km 
(24000 mi)
2CR-F8199-D1.book  6 ページ  2015年8月29日 土曜日 午後2時38分 
Page 82 of 126

Periodiek onderhoud en afstelling
7-7
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
DAU70402
OPMERKING
Luchtfilter
 Het luchtfilter op dit model is voorzien v an een geolied papieren filterelement. Reinig dit niet met perslucht om beschadiging  te
voorkomen.
 Het luchtfilterelement moet u vaker vervangen als u vaak in extreem vochtige of stoffige gebieden rijdt.
Hydraulisch remsysteem
 Ververs na het demonteren van de  hoofdremcilinder voor en de remklauwen altijd  de remvloeistof. Controleer regelmatig de rem-
vloeistofniveaus en vul de reservoirs indien nodig bij.
 Vervang elke twee jaar de hoofdremcilin der achter, de interne onderdelen van de hoofdremcilinder voor en de remklauwen, en
ververs de remvloeistof.
 Vervang de remslangen elke vier jaar of  eerder als deze gescheurd of beschadigd zijn of als enig gedeelte van de roestvrijstalenremslang zwart is verkleurd.
2CR-F8199-D1.book  7 ページ  2015年8月29日 土曜日 午後2時38分 
Page 83 of 126

Periodiek onderhoud en afstelling
7-8
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
DAU18713
Stroomlijn- en framepanelen 
verwijderen en aanbrengenBij het uitvoeren v an sommige onderhouds-
werkzaamheden beschreven in dit hoofd-
stuk moeten de afgebeelde stroomlijn- en
framepanelen worden verwijderd. Neem
deze paragraaf door wanneer een stroom-
lijn- of framepaneel moet worden verwijderd
of aangebracht.
DAU66972
Stroomlijnpanelen A en B (voor YZF-R1)
Verwijderen van een stroomlijnpaneelVerwijder de snelsluitschroeven en de druk-
clips en haal dan het stroomlijnpaneel los.
Aanbrengen van een stroomlijnpaneel
Plaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
1. Paneel A
2. Stroomlijnpaneel A
3. Stroomlijnpaneel C
4. Paneel B
1
2
34
1. Paneel C
2. Stroomlijnpaneel B
3. Paneel D
1
2
3
1. Stroomlijnpaneel A
2. Snelsluitschroef
3. Drukclip
1. Stroomlijnpaneel B
2. Snelsluitschroef
3. Drukclip
1
2
3 2
3
3
1
2
3
2
3
2CR-F8199-D1.book  8 ページ  2015年8月29日 土曜日 午後2時38分 
Page 84 of 126

Periodiek onderhoud en afstelling
7-9
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
kelijke positie en breng dan de drukclips en
snelsluitschroeven aan.
Stroomlijnpaneel C (voor YZF-R1)
Verwijderen van een stroomlijnpaneel1. Verwijder de stroomlijnpanelen A en B.
2. Verwijder de schroeven en flensbus- sen, en haal dan het stroomlijnpaneel
los.
Aanbrengen van een stroomlijnpaneel1. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor- spronkelijke positie en breng dan de
flensbussen en schroeven aan.
2. Monteer de stroomlijnpanelen A en B. Stroomlijnpanelen A en B (voor 
YZF-R1M)
Verwijderen van een stroomlijnpaneel
Verwijder de schroef, flensbus, snelsluit-
schroeven en de drukclips en haal dan het
stroomlijnpaneel los.
Aanbrengen van een stroomlijnpaneel
Plaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de flensbus,
schroef, drukclips en de snelsluitschroeven
aan.
DAU66980
Panelen A en C
Verwijderen van een paneelVerwijder de drukclip en de schroef en trek
dan het paneel los.
1. Stroomlijnpaneel C
2. Schroef
3. Flensbus
3
2 1
1. Stroomlijnpaneel A
2. Snelsluitschroef
3. Drukclip
4. Schroef
5. Flensbus
2
3
2
3
3
45
1
1. Stroomlijnpaneel B
2. Snelsluitschroef
3. Drukclip
4. Schroef
5. Flensbus1 2
3
4
5
2
2CR-F8199-D1.book  9 ページ  2015年8月29日 土曜日 午後2時38分 
Page 85 of 126

Periodiek onderhoud en afstelling
7-10
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
Om het paneel aan te brengenPlaats het paneel in de oorspronkelijke po- sitie en breng dan de drukclip en de schroef
aan.
Panelen B en D
Verwijderen van een paneel
1. Verwijder stroomlijnpaneel A of B. (Zie
pagina 7-8.)
2. Verwijder de schroeven en trek dan het paneel los.
Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de schroeven aan.
1. Drukclip
2. Schroef
3. Paneel A
1. Drukclip
2. Schroef
3. Paneel C
1
2
3
1
2
3
1. Schroef
2. Paneel B
1
2
1. Schroef
2. Paneel D
1
2
2CR-F8199-D1.book  10 ページ  2015年8月29日 土曜日 午後2時38分 
Page 86 of 126

Periodiek onderhoud en afstelling
7-11
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
DAU67110
Controleren van de bougiesBougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij  voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door verhit-
ting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. De conditie van de bougies kan daar-
naast veel duidelijk maken over de conditie
van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin ver-
kleurd zijn (de ideale kleur als normaal met
het voertuig wordt gereden), en alle bougies
in de motor horen dezelfde verkleuring te
hebben. Wanneer een bougie een heel an-
dere kleur vertoont, werkt de motor mogelijk
niet naar behoren. Probeer dergelijke pro-
blemen niet zelf vast te stellen. Laat in
plaats daarvan uw machine nakijken door
een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt. Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
LET OP
DCA10841
Gebruik geen gereedschap om de bou-
giedop te verwijderen of aan te brengen,
om de bobinekabel niet te beschadigen.
De bougiedop is mogelijk lastig te ver-
wijderen omdat de rubber afdichting aan
het uiteinde stevig vastzit. Haal de bou-
giedop los door hem heen en weer te
draaien en tegelijkertijd los te trekken;
breng de bougiedop aan door heen en
weer te draaien en tegelijkertijd aan tedrukken.
Voorgeschreven bougie: NGK/LMAR9E-J
1. ElektrodenafstandElektrodenafstand: 0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)
Aanhaalmoment: Bougie (nieuw):
18 Nm (1.8 m·kgf, 13 ft·lbf)
Bougie (na controle): 13 Nm (1.3 m·kgf, 9.4 ft·lbf)
1
1
2CR-F8199-D1.book  11 ページ  2015年8月29日 土曜日 午後2時38分 
Page 87 of 126

Periodiek onderhoud en afstelling
7-12
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
DAU66533
Motorolie en oliefilterpatroonVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon wor-
den vervangen volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
Om het motorolieniveau te controleren 1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop. Wanneer
de machine iets schuin staat, kan het
niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot
rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas linksonder in
het carter.OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveaustaan. 4. Als de motorolie bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, vul dan voldoende olie, van de
aanbevolen soort, bij tot het correcte
niveau.
Om de motorolie te verversen (met of 
zonder vervanging van oliefilterpa-
troon) 1. Verwijder stroomlijnpaneel A en pa- neel B. (Zie pagina 7-8.)
2. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Zet een olieopvangbak onder de motor
om de gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de olieaf- tapplug met de pakking om de olie uit het carter te laten stromen.
OPMERKINGSla de stappen 5–7 over als de oliefilterpa-troon niet wordt vervangen.
5. Verwijder de oliefilterpatroon met een
1. Kijkglas olieniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
2
3
1
1. Olievuldop
1. Olieaftapplug
2. Pakking
1
12
2CR-F8199-D1.book  12 ページ  2015年8月29日 土曜日 午後2時38分 
Page 88 of 126

Periodiek onderhoud en afstelling
7-13
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
oliefiltersleutel.
OPMERKINGDe Yamaha dealer kan een oliefiltersleutelleveren. 6. Smeer een dun laagje schone motor- olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
OPMERKINGZorg dat de O-ring correct aanligt.
7. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon met een oliefiltersleutel en zet hem dan
met een momentsleutel vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment. 8. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
9. Vul bij met de voorgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motorolie,
breng dan de olievuldop aan en zet
deze vast.
OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motoren het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
1. Oliefilterpatroon
2. Oliefiltersleutel1
2
1. O-ring
1. Momentsleutel
1
1
Aanhaalmoment:Oliefilterpatroon:17 Nm (1.7 m·kgf, 12 ft·lbf)
Aanhaalmoment: Olieaftapplug:
23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
Aanbevolen motorolie: Geheel synthetisch
10W-40, 15W-50
Oliehoeveelheid:
Olieverversing:3.90 L (4.12 US qt, 3.43 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterelement:
4.10 L (4.33 US qt, 3.61 Imp.qt)
2CR-F8199-D1.book  13 ページ  2015年8月29日 土曜日 午後2時38分 
Page 89 of 126

Periodiek onderhoud en afstelling
7-14
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppeling) mogen
geen chemische additieven worden
toegevoegd. Gebruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een hogere kwaliteit dan
gespecificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingenin het carter terecht komen.
10. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
OPMERKINGAls het olieniveau correct is, gaan de waar-
schuwingslampjes voor oliedruk en koel-
vloeistoftemperatuur na het starten van demotor weer uit.LET OP
DCA22490
Zet de motor direct af als het waarschu-
wingslampje oliedruk en koelvloeistof-
temperatuur knippert of blijft branden en laat de machine controleren door een
Yamaha dealer, zelfs als het olieniveau
in orde is.
11. Zet de motor af en wacht een paar mi- nuten tot de olie tot rust is gekomen.
Controleer dan het olieniveau en corri-
geer indien nodig.
12. Monteer het stroomlijnpaneel en het paneel.
DAU20071
KoelvloeistofVoor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU66510
Controleren van het koelvloeistofniveau1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud is,
temperatuurverschille n zijn namelijk
van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van  het koelvloeistofni-
veau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutiefworden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-niveau staan.
2CR-F8199-D1.book  14 ページ  2015年8月29日 土曜日 午後2時38分 
Page 90 of 126

Periodiek onderhoud en afstelling
7-15
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
3. Als het koelvloeistofniveau zich op of onder de merkstreep voor het mini-
mum bevindt, verwijder dan stroomlijn-
paneel B. (Zie pagina 7-8.)
4. Verwijder de dop van het koelvloeistof- reservoir, vul koelvloeistof bij tot aan
de merkstreep voor maximumniveau,
en breng dan de dop van het koelvloei-
stofreservoir weer aan.
WAARSCHUWING! Verwijder alleen
de dop van het koelvloeistofreser-
voir. Probeer nooit om de radiator-
vuldop te verwijderen als de motor
koud is.
[DWA15162]
 LET OP:  Als er geen
koelvloeistof aanwezig is, gebruik
dan in plaats daarvan gedistilleerd
water of onthard leidingwater. Ge-
bruik geen hard water of zout water, dit is schadelijk voor de motor. Als
er in plaats van koelvloeistof water
is gebruikt, vervang dit dan zo snel
mogelijk door koelvloeistof, anders
is het systeem niet beschermd te-
gen vorst en corrosie. Als er water
aan de koelvloeistof is toegevoegd,
laat dan een Yamaha dealer zo snel
mogelijk het antivriesgehalte van
de koelvloeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit van
de koelvloeistof afneemt.
[DCA10473]
5. Breng het stroomlijnpaneel aan.
DAU66520
Om de koelvloeistof te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Verwijder stroomlijnpaneel B en pa- neel D. (Zie pagina 7-8.)
3. Schuif een opvangbak onder de motor
om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
4. Verwijder de radiatorvuldop.
WAARSCHUWING! Probeer nooit
om de radiatorvuldop te verwijde-
ren als de motor warm is.
[DWA10382]
5. Verwijder de aftapplug voor koelvloei-stof en de pakking om het koelsy-
steem af te tappen.
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau1
2
1. Dop koelvloeistofreservoirInhoud koelvloeistofreservoir (tot 
aan de merkstreep voor maximumni-
veau):0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
1
1. Radiatorvuldop
1
2CR-F8199-D1.book  15 ページ  2015年8月29日 土曜日 午後2時38分