stop start YAMAHA YZF-R1 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2020, Model line: YZF-R1, Model: YAMAHA YZF-R1 2020Pages: 134, PDF Size: 16.21 MB
Page 20 of 134

Speciale kenmerken
3-3
3
WAARSCHUWING
DWA20880
Zorg d at de motor vol doen de is ver-
traa gd voor dat u naar een la gere ver-
snellin g schakelt. Als u naar een la gere
versnellin g schakelt bij een te hoo g mo-
tortoerental, kan het achterwiel grip ver-
liezen. Dit kan lei den tot verlies van de
controle over de machine, een on geval
en letsel. Het kan ook resulteren in scha-
d e aan d e motor of d e aandrijflijn.
LCS
Het launch control-systeem helpt de be-
stuurder om soepel en vlot op te trekken
vanaf de startlijn. Het voorkomt dat het mo-
tortoerental toeneemt wanneer de gas-
greep geheel wordt opengedraaid. Het
LCS regelt de vermogensafgifte van de mo-
tor in combinatie met het TCS- en LIF-sy-
steem voor een optimale grip en
verminderde wiellift.LET OP
DCA22950
Zelfs bij geb ruik van het LCS moet d e
koppelin gshen del gelei delijk wor den
los gelaten om scha de aan d e koppelin g
te voorkomen.OPMERKINGLCS is uitsluitend bedoeld voor gebruik op
het circuit.QSS
Het snelschakelsysteem maakt elektro-
nisch ondersteund schakelen zonder kop-
pelingshendel mogelijk. Als de sensor op
de schakelstang de juiste beweging van het
schakelpedaal waarneemt, wordt het mo-
torvermogen kortstondig aangepast om
schakelen mogelijk te maken. QSS werkt niet als de koppelingshendel
wordt ingetrokken, normaal schakelen is
dus ook mogelijk als QSS is ingeschakeld.
Controleer de QS-indicator voor actuele
statusinformatie en voor informatie over het
gebruik.
Opschakelomstan
dig he den
Rijsnelheid ten minste 20 km/h
(12 mi/h)
Motortoerental ten minste 2200 tpm
Optrekken (gasklep open)
Teru gschakelomstan dig he den
Rijsnelheid ten minste 20 km/h
(12 mi/h)
Motortoerental ten minste 2000 tpm
Motortoerental ver genoeg verwijderd
van de rode zone
Afremmen en gasklep gesloten
1. EBM1
2. EBM2
3. EBM3
4. Motorremkracht
5. Motortoerental
1
2
3
4
5
QSS-geb ruik In
dica-
tor Situatie
Opschakelen
OK Optrekken
Terugschake-
len OK Afremmen
QSS kan niet
worden ge-
bruikt Gestopt
QSS uitgescha-
keld Uitgeschakeld
UB3LD0D0.book Page 3 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Page 26 of 134

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-3
4
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in en draai deze naar “OFF”.
DAU66055
StuurschakelaarsLinks
Rechts
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Lichtsignaal-/LAP-schakelaar “ /LAP”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Schakelaar alarmverlichting “OFF/ ”
4. Claxonschakelaar “ ”
5. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
1
2
54 3
1. Modus-schakelaar “MODE”
2. Toets omhoog
3. Middelste toets
4. Toets omlaag
1. Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
2. Wielschakelaar “ ”
1 2
3
4
1
2
UB3LD0D0.book Page 3 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Page 27 of 134

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-4
4
DAU66091
Schakelaar Pass/LAP “ /LAP”
Druk op deze schakelaar om een lichtsig-
naal te geven met de koplampen en om de
start van elke ronde te markeren bij gebruik
van de rondetimer.
DAU79872
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.OPMERKINGAls de schakelaar op dimlicht wordt inge-
steld, gaat alleen de linker koplamp bran-
den. Als de schakelaar op grootlicht wordt
ingesteld, gaan beide koplampen branden.
DAU66040
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU66030
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU66060
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 6-2 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU88272
Schakelaar alarmverlichtin g “OFF/ ”
Met deze schakelaar wordt de alarmver-
lichting ingeschakeld (gelijktijdig knipperen
van alle richtingaanwijzers). De alarmver-
lichting wordt gebruikt in een noodgeval of
om andere verkeersdeelnemers te waar-
schuwen als uw machine stilstaat in een
mogelijk gevaarlijke verkeerssituatie.
De alarmverlichting kan alleen worden in-
of uitgeschakeld als de sleutel in de stand
“ON” staat. De ingeschakelde alarmverlich-
ting blijft knipperen als u het contactslot
naar de stand “OFF” of “LOCK” draait. Om
de alarmverlichting uit te schakelen, draait
u het contactslot weer naar de stand “ON”
en bedient u opnieuw de schakelaar van de
alarmverlichting.
LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU88400
Mo dusschakelaar “MODE”
Gebruik de modusschakelaar om de YRC-
modus te wijzigen of om de PWR-, TCS-,
SCS- en EBM-instellingen te wijzigen in het
hoofdscherm. Deze schakelaar bestaat uit
drie toetsen.
Toets omhoog - druk op deze toets om de
geselecteerde YRC-instelling te verhogen.
Mi ddelste toets - druk op deze toets om
van links naar rechts door de MODE-,
PWR-, TCS-, SCS- en EBM-items te blade-
ren.
Toets omlaa g - druk op deze toets om de
geselecteerde YRC-instelling te verlagen.OPMERKING De middelste toets wordt ook gebruikt
voor activering van het launch-con-
trolsysteem. Houd de middelste toets
ingedrukt wanneer het LCS-picto-
gram grijs is. Het LCS-pictogram gaat
knipperen en wordt wit wanneer het
systeem is geactiveerd.
UB3LD0D0.book Page 4 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Page 30 of 134

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-7
4
Vermijd extreem gebruik van de ma-
chine. Bijvoorbeeld herhaaldelijk of
overmatig openen en sluiten van de
gasgreep, racen, burnouts, wheelies,
langdurig gebruik met half geopende
gasgreep etc.
DAU88342
ABS-waarschuwin gslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
machine wordt ingeschakeld en uit als met
een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of hoger
wordt gereden.OPMERKINGAls het waarschuwingslampje niet werkt
zoals hierboven beschreven of tijdens het
rijden gaat branden, werkt het ABS moge-
lijk niet correct. Laat de machine zo snel
mogelijk controleren door een Yamaha
dealer.
WAARSCHUWING
DWA16043
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat als u een snelhei d van 10 km/h (6
mi/h) he bt bereikt of als het waarschu-
win gslampje tij dens het rij den gaat
b ran den:
Rijd extra voorzichti g om te voorko-
men dat de wielen b lokkeren bij een
noo dstop.
Laat de machine zo snel mo gelijk
controleren door een Yamaha d ea-
ler.
DAU67433
Schakelcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje gaat branden als het tijd
is om naar een hogere versnelling te scha-
kelen. De motortoerentallen waarbij het
lampje aan- of uitgaat kunnen worden aan-
gepast. (Zie pagina 4-25.)OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamaha
dealer om de machine te controleren.
DAU88350
Controlelampje start blokkerin g“”
Als het contactslot wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje na 30 seconden
continu knipperen om aan te geven dat het
startblokkeersysteem is ingeschakeld. Het
controlelampje stopt na 24 uur met knippe-
ren, maar het startblokkeersysteem blijft in-
geschakeld.
OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamaha
dealer om de machine te controleren.Storin g in het transpon dersi gnaal
Als het controlelampje startblokkering
knippert in het patroon 5 keer langzaam ge-
volgd door 2 keer snel, betreft dit mogelijk
een storing in het transpondersignaal. Als
deze fout zich voordoet, probeer dan het
volgende. 1. Houd andere startblokkeersleutels uit de buurt van het contactslot.
2. Start de motor met behulp van de co- deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
4. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan de machine en alle 3 sleu-
tels naar een Yamaha dealer en laat
de standaardsleutels opnieuw code-
ren.
UB3LD0D0.book Page 7 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Page 31 of 134

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-8
4
DAU88390
Controlelampje sta biliteitsre gelin g“”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het TCS-, SCS- of LIF-systeem wordt inge-
schakeld. Het gaat ook branden wanneer
het TCS op “OFF” wordt gezet of tijdens
het rijden wordt gedeactiveerd.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamaha
dealer om de machine te controleren.
DAU88362
Waarschuwin gslampje olie druk en
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motoroliedruk laag is of de koelvloei-
stoftemperatuur hoog is. Zet als dit gebeurt
onmiddellijk de motor uit.OPMERKING Als de machine voor het eerst wordt
ingeschakeld, moet dit lampje gaan
branden en blijven branden totdat de
motor is gestart.
Als een storing wordt gedetecteerd,
gaat dit lampje branden en gaat het
waarschuwingspictogram oliedruk
knipperen.
LET OP
DCA22441
Als het waarschuwin gslampje olie druk
en koelvloeistoftemperatuur niet uit gaat
na dat de motor is gestart of gaat bran-
d en terwijl de motor draait, moet u on-
mi ddellijk de motor afzetten en d e
machine stoppen. Als de motor oververhit raakt,
wor dt het waarschuwin gspicto-
g ram koelvloeistoftemperatuur
weer geg even. Laat de motor afkoe-
len. Controleer het koelvloeistofni-
veau (zie pa gina 7-40).
Als de motorolie druk laa g is, wor dt
het waarschuwin gspicto gram olie-
d ruk weer geg even. Controleer het
olieniveau (zie pa gina 7-14).
Als het waarschuwin gslampje blijft
b ran den nad at de motor is af ge-
koel d en het olieniveau in or de is
b evon den
, laat dan een Yamaha
d ealer de machine controleren. Rij d
niet ver der met de machine!
DAU88370
Waarschuwin gslampje hulpsystemen
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een probleem wordt gedetecteerd in een
niet-motorgerelateerd systeem.OPMERKINGAls de machine word t ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Laat als dit niet het geval is de
machine nakijken door een Yamaha dealer.
UB3LD0D0.book Page 8 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Page 36 of 134

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-13
4
stellingsniveaus aan te passen.) Als de
ERS-modus uit de ERS-indicator verdwijnt
(blanco pictogram), stop dan de machine
en wacht enkele seconden totdat de mo-
dus terugkeert.OPMERKING De vering wordt op de huidige instel-
lingen gehouden totdat het systeem
zichzelf heeft gereset.
Laat als de ERS-indicator niet in de
normale toestand terugkeert de ma-
chine nakijken door een Yamaha dea-
ler.GPS-in dicator “ ”
(mo dellen met CCU)
Dit pictogram wordt weergegeven wanneer
er een GPS-eenheid wordt gesynchroni-
seerd met uw machine.
Datalo gger-in dicator “ ”
(mo dellen met CCU)
Dit pictogram wordt weergegeven wanneer
voertuiggegevens worden opgenomen met
de registratiefunctie.
Klok
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem. Ron
detimer
Deze stopwatchfunctie meet en registreert
tot maximaal veertig ronden. Op het hoofd-
scherm geeft de rondetimer de huidige ron-
detijd en het rondenummer weer
(aangegeven door het LAP-symbool). Ge-
bruik de Pass/LAP-schakelaar om rondetij-
den te markeren. Wanneer een ronde is
voltooid, geeft de rondetimer gedurende
vijf seconden de laatste rondetijd weer (ge-
markeerd door de LATEST-indicator).
De rondetimer gebruiken
1. Druk kort op de wielschakelaar. Het item op de informatieweergave zal ge-
durende vijf seconden knipperen. 2. Draai terwijl het item op de informatie-
weergave knippert de wielschakelaar
omhoog. De rondetimer knippert ge-
durende vijf seconden.
3. Druk terwijl de rondetimer knippert
lang op de wielschakelaar om de ron-
detimer te activeren of te stoppen.
4. Druk terwijl de rondetimer is geacti-
veerd op de schakelaar Pass/LAP om
de rondetimer te starten.
OPMERKINGDe rondetimer kan alleen worden ge-
bruikt als de motor draait.
Stel de informatieweergave in op FAS-
TEST of AVERAGE voor aanvullende
rondetijdinformatie.
De rondetimer stopt automatisch als
het scherm MENU wordt geopend.
Als de rondetimer wordt gestopt,
wordt de tijd van de huidige ronde niet
opgenomen.
De rondetijdrecord kan worden weer-
gegeven en teruggesteld op het
scherm MENU.
GPS
1. Rondetijd
2. Indicator voor laatste rondetijd “LATEST”
3. Item van informatiedisplay
4. Rondenummer
N
12
12 34
LAP 01
ODO
km
123456
LATEST
1000 r/min
km/h
123
km/h
123
GEAR
GPS
LCS
QS
LIF
10 :
00
MODE-
APWR
1
TCS
3
SCS
2
EBM
1
T-2
3
4
1
22
UB3LD0D0.book Page 13 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Page 37 of 134

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-14
4
Waarschuwin gspicto grammen
Als een fout wordt gedetecteerd, worden
de volgende foutgerelateerde waarschu-
wingspictogrammen weergegeven.
Waarschuwin g SCU-storin g“”
(YZF-R1M)
Dit pictogram verschijnt als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in de voor- of
achtervering. Waarschuwin
g hulpsysteem “ ”
Dit pictogram verschijnt als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in een niet-
motorgerelateerd systeem.
Waarschuwin gslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit pictogram verschijnt als de koelvloei-
stoftemperatuur oploopt tot 117 °C (242 °F)
of hoger. Stop de machine en schakel de
motor uit. Laat de motor afkoelen.
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet d raaien terwijl deze
oververhit is.Waarschuwin gslampje olie druk “ ”
Dit pictogram verschijnt als de motorolie-
druk laag is. Als de machine voor het eerst
wordt ingeschakeld, moet nog oliedruk
worden opgebouwd. Daarom wordt dit pic-
togram weergegeven totdat de motor is ge-
start.OPMERKINGAls een storing wordt gedetecteerd, zal het
waarschuwingspictogram oliedruk doorlo-
pend knipperen.
LET OP
DCA26410
Laat de motor niet draaien als de olie-
d ruk laa g is.Waarschuwin g foutmo dus “Err”
Als zich een interne fout voordoet (bijv. uit-
val van de communicatie met een systeem-
regelaar), verschijnt de waarschuwing
foutmodus als volgt.
“Err” en “ ” duidt op een ECU-fout.
“Err” en “ ” duidt op een SCU-fout.
Alleen “Err” duidt op een ABS ECU-fout.OPMERKINGAfhankelijk van de aard van de fout werkt
het display mogelijk niet goed, waardoor
het onmogelijk kan zijn om de YRC-instel-
lingen te wijzigen. Daarnaast werkt het
ABS-systeem mogelijk niet goed. Wees ex-
tra voorzichtig bij het remmen en vraag on-
middellijk een Yamaha-dealer om de
machine na te kijken.
1. Waarschuwingspictogram SCU-storing “”
2. Waarschuwing hulpsysteem “ ”
3. Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur “ ”
4. Waarschuwingslampje oliedruk “ ”
5. Waarschuwingslampje foutmodus “Err”1000 r/min
4
12
5
3
Er r
UB3LD0D0.book Page 14 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Page 46 of 134

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-23
4
Starten en stoppen met registratie1. Selecteer “Logging” op het scherm
MENU.OPMERKINGAls geen CCU is geïnstalleerd, kan de mo-
dule “Logging” niet worden geselecteerd.2. Selecteer “START” om te beginnenmet registratie.OPMERKINGDe pijl van de datalogger-indicator wordt
groen weergegeven.
3. Als u de “Logging”-functie wilt stop-pen, selecteert u “STOP” of zet u de
machine uit.OPMERKINGDe registratiefunctie start ook automatisch
wanneer u wegrijdt.
“Maintenance”
Met deze module kunt u de afgelegde af-
stand tussen motorolieverversingen regi-
streren (gebruik het item OIL) en voor twee
andere items naar keuze (gebruik INTER-
VAL 1 en INTERVAL 2).
Een onderhoudsitem terugstellen1. Selecteer “Maintenance” op hetscherm MENU.
2. Selecteer het item dat u wilt terugstel- len.
YRC Setting
Lap TimeLogging
Maintenance
Unit
Display ModeMENU
km/h
GPS
10
:
00
1. Registratie-indicator
STOP
START
Logging
km/h
10
:
00
GPS
1
STOP
START
Logging
km/h
10
:
00
GPS
YRC Setting
Lap TimeLogging
Maintenance
Unit
Display ModeMENU
km/h
GPS
10
:
00
UB3LD0D0.book Page 23 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Page 49 of 134

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-26
4
Instellin gswijzi gin gen aan bren gen
1. Selecteer “Shift IND Setting”. 2. Selecteer “IND Mode”.
3. Selecteer “ON” voor een constante in-
dicatorverlichting, “OFF” om de indi-
cator uit te schakelen of “Flash” om de
schakelindicator te laten knipperen
wanneer de activeringsdrempel voor
de indicator is bereikt. 4. Selecteer “IND Start”.
5. Draai de wielschakelaar om het toe-
rental in te stellen waarbij de scha-
kelindicator gaat branden. “IND Start”
operationeel bereik is 8000–14800
tpm.
Mo dule Beschrijvin g
Stel het schakelindicator-
patroon in op “ON”,
“Flash”, of “OFF” en pas
aan bij hoeveel tpm de in-
dicator aangaat of uitgaat.
Pas de helderheid van de
schakelindicator aan.
Stel de kleurenweergave
van de toerenteller in op
“ON” of “OFF” en pas aan
bij hoeveel tpm de toeren-
teller groen of oranje
wordt.
Stel de peak rev-indicator
van de toerenteller in op
“ON” of “OFF”.Shift IND SettingShift IND
BrightnessTach IND SettingPeak Rev IND Setting
GP GPS
WallpaperUnit
Shift Indicator
Display Setting MENU
Maintenance
Brightness
km/h
10 :
00
GP GPS
Tach IND Setting
Shift IND Brightness
Peak Rev IND Setting Shift Indicator
Shift IND Setting
km/h
10 :
00
1000 r/min
Shift Indicator
km/h
GPS
10 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
10000
r/min
15000
r/min
1000 r/min
Shift Indicator
km/h
GPS
10 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
10000
r/min
15000
r/min
1000 r/min
Shift Indicator
km/h
GPS
10 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
10000
r/min
15000
r/min
UB3LD0D0.book Page 26 Monday, August 5, 2019 11:49 AM
Page 50 of 134

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-27
4
6. Selecteer “IND Stop” en draai vervol-
gens de wielschakelaar om het toe-
rental in te stellen, waarbij de
schakelindicator dooft. “IND Stop”
operationeel bereik is 8500–15000
tpm.OPMERKINGHet blauwe gebied op de toerenteller geeft
het huidige ingestelde bereik aan van de
schakelindicatorverlichting.“Shift IND Bri ghtness”
De schakelindicatorverlichting heeft zes
helderheidsniveaus. Selecteer “Shift IND Brightness”, gebruik
vervolgens de wielschakelaar om de instel-
ling aan te passen. Druk kort op de wiel-
schakelaar om de instelling te bevestigen
en af te sluiten.
“Tach IND Settin
g”
Met deze module kunt u de kleurenweerga-
ve van de toerenteller in- of uitschakelen.
Indien uitgeschakeld, zal de toerenteller alle
tpm-niveaus onder de rode zone weerge- ven in zwart of wit (afhankelijk van de instel-
lingen voor de achtergrond). Indien
ingeschakeld, kunnen de midden- en mid-
den-tot-hoge tpm-zones worden ingesteld
om in de kleuren groen en vervolgens oran-
je te worden weergegeven.
1. Selecteer “Tach IND Setting”.
2. Selecteer “IND Mode”.1000 r/min
Shift Indicator
km/h
GPS
10 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
10000
r/min
15000
r/min
GP GPS
Tach IND Setting
Shift IND Brightness
Peak Rev IND Setting Shift Indicator
Shift IND Setting
km/h
10 :
00
Shift Indicator
Shift IND Brightness
km/h
GPS
10 :
00
3
GPGPS
Tach IND Setting
Shift IND Brightness
Peak Rev IND Setting Shift Indicator
Shift IND Setting
km/h
10 :
00
1000 r/min
Shift Indicator
km/h
GPS
10 :
00
Tach IND Setting
IND Mode ON
8000
r/min
11000
r/min
Tach IND 1st
Tach IND 2nd
UB3LD0D0.book Page 27 Monday, August 5, 2019 11:49 AM