YAMAHA YZF-R125 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: YZF-R125, Model: YAMAHA YZF-R125 2016Pages: 96, PDF Size: 6.77 MB
Page 11 of 96

Veiligheidsinformatie
1-5
1
Controleer of de brandstofkraan (in-
dien aanwezig) in de “OFF”-stand
staat en er geen brandstoflekkage is.
Zorg dat het voorwiel recht naar voren
wijst op de aanhanger of de laadvloer
en zet het wiel vast in een goot om be-
weging te voorkomen.
Schakel een versnelling in (bij model-
len met een handgeschakelde ver-
snellingsbak).
Zet de motorfiets vast met spanban-
den of andere geschikte banden aan
stevige delen van de motorfiets, zoals
het frame of de bovenste voorvork-
klem (en niet aan, bijvoorbeeld, het
stuur, de richtingaanwijzers of onder-
delen die kunnen afbreken). Kies de
plaats voor de spanbanden zorgvuldig
om te voorkomen dat deze tijdens het
transport schuurplekken op de lak
veroorzaken.
Zorg indien mogelijk dat de vering iets
door de spanbanden wordt ingedrukt,
zodat de motorfiets tijdens het trans-
port niet overmatig kan stuiteren.
U5D7D6D0.book Page 5 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 12 of 96

Beschrijving
2-1
2
DAU63371
Aanzicht linkerzijde
234
5 761
1. Accu (pagina 6-32)
2. Boordgereedschapsset (voor ABS-modellen) (pagina 6-2)
3. Boordgereedschapsset (pagina 6-2)
4. Zekeringenkastje (pagina 6-33)
5. Schakelpedaal (pagina 3-12)
6. Olieaftapplug (pagina 6-11)
7. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-13)
U5D7D6D0.book Page 1 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 13 of 96

Beschrijving
2-2
2
DAU63391
Aanzicht rechterzijde
1
2 3 4 5 6
1. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-24)
2. Bougie (pagina 6-9)
3. Oliefilterelement (pagina 6-11)
4. Peilstok (pagina 6-11)
5. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-24)
6. Rempedaal (pagina 3-13)
U5D7D6D0.book Page 2 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 14 of 96

Beschrijving
2-3
2
DAU63401
Bedieningen en instrumenten
12 34 567
1. Koppelingshendel (pagina 3-12)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-11)
3. Multifunctionele meter (pagina 3-3)
4. Contactslot/stuurslot (pagina 3-1)
5. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-11)
6. Gasgreep (pagina 6-16)
7. Remhendel (pagina 3-13)
U5D7D6D0.book Page 3 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 15 of 96

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-1
3
DAU10462
Contactslot/stuurslot
Via het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtingssy-
stemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
DAU36871ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting, het
achterlicht, de kentekenverlichting en het
parkeerlicht gaan branden en de motor kan
worden gestart. De sleutel kan niet worden
uitgenomen.
OPMERKING
De koplamp gaat automatisch branden als
de motor wordt gestart en blijft aan totdat
als de motor afslaat.
DAU10662OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA10062
Draai nooit de sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl de machine rijdt. Hier-
door worden de elektrische systemen
uitgeschakeld, wat mogelijk kan leiden
tot verlies van de controle of een onge-
val.
DAU10693LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar links of
rechts.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in
en draai deze dan naar “LOCK”. Houd
de sleutel hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.
Om het stuur te ontgrendelen
Druk de sleutel in het contactslot en draai
deze dan naar “OFF”. Houd de sleutel hier-
bij ingedrukt.
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Drukken.
2. Draaien.
12
12
U5D7D6D0.book Page 1 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 16 of 96

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-2
3
DAU49398
Controlelampjes en waarschu-
wingslampjes
DAU11022Controlelampje
richtingaanwijzers “ ”
Dit controlelampje knippert wanneer een
richtingaanwijzer knippert.
DAU11061Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11341Waarschuwingslampje
brandstofniveau “ ”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het brandstofniveau daalt tot beneden ca.
3.0 L (0.79 US gal, 0.66 Imp.gal). Vul in dat
geval zo snel mogelijk brandstof bij.Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan volgens de volgende pro-
cedure worden gecontroleerd.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Als het waarschuwingslampje niet
gaat branden, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
DAUT1936Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje begint te knippe-
ren of blijft branden wanneer een elektrisch
systeem dat de motorwerking controleert,
defect is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het zelfdiagnosesysteem te contro-
leren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
DAU58530ABS-waarschuwingslampje “ ” (voor
modellen met ABS)
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid en uit als
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje:
niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
1. Controlelampje richtingaanwijzers “ ”
2. Vrijstandcontrolelampje “ ”
3. Controlelampje grootlicht “ ”
4. Waarschuwingslampje hoge toeren
5. Waarschuwingslampje
brandstofniveau “ ”
6. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
7. ABS-waarschuwingslampje “ ” (voor mo-
dellen met ABS)
Lo
Hi
1/2
x1000r/min
ZAUM1316SELECTRESET
km/L/100kmMPGkm/h
MPH
ODOFTRIP12OILOIL
1235467
ABS
ABS
U5D7D6D0.book Page 2 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 17 of 96

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-3
3
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-14 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat zodra met een snelheid van 10
km/h (6 mi/h) of hoger wordt gereden, of
als het waarschuwingslampje tijdens
het rijden gaat branden of knipperen,
keert het remsysteem terug naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaande gevallen zich voordoet, of
als het waarschuwingslampje helemaal
niet gaat branden, rij dan extra voorzich-
tig om te voorkomen dat de remmen in
noodsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mogelijk door een Yamaha dealer
controleren.
DAUM3440Waarschuwingslampje hoge toeren
Dit waarschuwingslampje gaat bij 9500
tpm knipperen om u te waarschuwen dat
het motortoerental de hogetoerenzone
heeft bereikt. Zodra het motortoerental
10000 tpm bereikt, gaat dit lampje branden
om u te waarschuwen dat u moet opscha-
kelen om motorschade te voorkomen.
Om het waarschuwingslampje hoge toeren
te activeren of deactiveren houdt u de “IN-
FO”-toets ingedrukt, draait u de sleutel
naar “ON” en drukt u op de “SELECT”-
toets wanneer het waarschuwingslampje
hoge toeren begint te knipperen.
OPMERKING
Bij het activeren of deactiveren van het
waarschuwingslampje zal het lampje na het
branden om aan te geven dat de functie is
geactiveerd of uitgaan om aan te geven dat
de functie is gedeactiveerd.
DAUM3422
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen in de instellingen van de
multifunctionele meter gaat aanbren-
gen. Het aanbrengen van wijzigingen tij-
dens het rijden kan u afleiden en
vergroot het risico op een ongeval.
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
1. Schakelaar “INFO”
2. “RESET”-toets
3. “SELECT”-toets
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
2. Toerenteller
3. Brandstofniveaumeter
4. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve
5. Klok
6. Weergave foutcode
7. Snelheidsmeter
8. Multifunctioneel display
Lo1/2ODO
ZAUM1299
SELECTRESET
INFO
km/L/100kmMPGkm/h
MPH
ODOFTRIPx1000r/minOILOIL
23
1
Lo
Hi
1/2
x1000r/min
ZAUM1300
km/h
ODOOIL
123
45678
U5D7D6D0.book Page 3 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 18 of 96

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-4
3
een snelheidsmeter
een toerenteller
een klok
een brandstofniveaumeter
een temperatuurmeter koelvloeistof
een kilometerteller en ritteller
een multifunctioneel display
een voorziening voor zelfdiagnose
OPMERKING
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de “SELECT”-, “RE-
SET”- en “INFO”-toets gebruikt.
Als de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, verschijnen alle segmenten
kort op het multifunctionele display
om het elektrische circuit te testen. De
snelheidsmeter, toerenteller, brand-
stofmeter en koelvloeistoftempera-
tuurmeter voeren een displaycontrole
uit en er schuift een welkomstbericht
over het multifunctionele display.
Alleen voor Groot-Brittannië: Om de
weergaven van de snelheidsmeter en
multifunctionele meter te wisselen
tussen kilometers en mijlen, houdt u
de “SELECT”- en “RESET”-toets te-
gelijkertijd ingedrukt, draait u de sleu-
tel naar “ON” en laat u vervolgens de
toetsen los. Druk op de “SELECT”-
toets om te wisselen tussen kilome-
ters en mijlen en houd vervolgens de
“SELECT”-toets twee seconden inge-
drukt om de instelling te bevestigen.
Toerenteller
Met de toerenteller kan de bestuurder het
motortoerental controleren en dit binnen
het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de toerenteller uit tot het hoogste toe-
rental en keert daarna weer terug naar nul
tpm om het elektrische circuit te testen.
LET OP
DCAM1150
Laat de motor niet draaien in de hoge-
toerenzone van de toerenteller.
Hogetoerenzone: 10000 tpm en hoger
Klok
De klok wordt weergegeven als de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid.
Om de klok op tijd te zetten
1. Draai de sleutel naar “ON”.
1. Toerenteller
2. Hogetoerenzone
1. Klok
x1000r/min
ZAUM1301
km/h
1
2
1/2
ZAUM1302
ODOTRIP1
1
U5D7D6D0.book Page 4 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 19 of 96

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-5
3
2. Houd de “SELECT”-toets minstens
twee seconden ingedrukt.
3. Als de urenaanduiding begint te knip-
peren, drukt u op de “RESET”-toets
om de uren in te stellen.
4. Druk op de “SELECT”-toets en de mi-
nutenaanduiding zal gaan knipperen.
5. Gebruik de “RESET”-toets om de mi-
nuten in te stellen.
6. Druk op de “SELECT”-toets en laat
deze dan los om de klok te starten.
OPMERKING
Druk bij het instellen van de uren en minu-
de in stappen van één te verhogen, of houd
de toets ingedrukt om de waarde doorlo-
pend te verhogen.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (leeg) naar-
mate het brandstofniveau verder daalt. Als
het brandstofniveau laag wordt, gaat het
laatste segment knipperen (het bericht
“LOW FUEL” wordt ook weergegeven) engaat het waarschuwingslampje
brandstofniveau “ ” branden. Vul zo snel
mogelijk brandstof bij.
OPMERKING
Deze brandstofniveaumeter is voorzien van
een zelfdiagnosesysteem. Als er een sto-
ring is in het elektrische circuit van de
brandstofmeter, knipperen de segmenten
van de brandstofmeter herhaaldelijk acht
keer met tussenpauzes van 3 seconden.
Vraag in dat geval een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
Temperatuurmeter koelvloeistof
Met de contactsleutel in de stand “ON”
geeft de temperatuurmeter voor koelvloei-
stof de temperatuur van de koelvloeistof
aan. De koelvloeistoftemperatuur is afhan-
kelijk van de weersomstandigheden en de
motorbelasting. Als de koelvloeistoftempe-
ratuur de maximumlimiet benadert, gaat
het tweede segment van boven knipperen.
Als de bovenste twee segmenten en “ ”
gaan knipperen (het bericht “HIGH TEMP”
wordt ook weergegeven), zet dan de ma-
chine stil en laat de motor afkoelen.
1. Brandstofniveaumeter
2. Waarschuwingslampje
brandstofniveau “ ”
3. Ritteller brandstofreserve
4. Informatieweergave
Lo
Hi
1/2
x1000r/min
ZAUM1303
km/h
FTRIP
21
34
1. Waarschuwingsindicator
koelvloeistoftemperatuur Ž
2. Informatieweergave
3. Temperatuurmeter koelvloeistof
Lo
Hi
ZAUM1304
31
2
U5D7D6D0.book Page 5 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM
Page 20 of 96

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-6
3
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
OPMERKING
Bij machines met een of meer radia-
torkoelvinnen schakelt de radiator-
koelvin automatisch in of uit op basis
van de koelvloeistoftemperatuur in de
radiator.
Als de motor oververhit raakt, staan
op pagina 6-43 nadere instructies ver-
meld.
Kilometerteller- en rittellerweergave
De kilometerteller- en rittellerweergave
heeft de volgende voorzieningen:
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand tonen sinds de teller voor het
laatst werd teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afgelegde afstand aangeeft sinds
het waarschuwingslampje brandstof-
reserve aanging)
Door indrukken van de “SELECT”-toets
wisselt de weergave tussen de kilometer-
tellermodus en de diverse rittellermodi, in
de onderstaande volgorde:
ODO (kilometerteller) → TRIP 1 (ritteller) →
TRIP 2 (ritteller) → ODO (kilometerteller)Als nog ca. 3.0 L (0.79 US gal, 0.66 Imp.gal)
brandstof in de brandstoftank aanwezig is,
wisselt het display automatisch naar de
brandstofreserve-ritteller “F TRIP” en wordt
de afgelegde afstand vanaf dat punt aan-
gegeven. In dat geval wordt door het in-
drukken van de “SELECT”-toets in de
onderstaande volgorde gewisseld tussen
de diverse weergaven van rittellers en kilo-
meterteller:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → F TRIP (brand-
stofreserve-ritteller) → ODO
Om een ritteller terug te stellen, selecteert u
deze door de “SELECT”-toets ingedrukt te
houden totdat “TRIP 1, TRIP 2, F TRIP”
wordt weergegeven. Houd terwijl “TRIP 1,
TRIP 2, F TRIP” wordt weergegeven de
“RESET”-toets twee seconden ingedrukt.
De brandstofreserve-ritteller wordt auto-
matisch teruggesteld en verdwijnt nadat u
hebt bijgetankt en de sleutel naar “OFF”
hebt gedraaid.
1. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve
1/2
ZAUM1305
TRIP1
1
1. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve
1/2
ZAUM1306
F TRIP
1
U5D7D6D0.book Page 6 Thursday, June 18, 2015 1:28 PM