display YAMAHA YZF-R1M 2015 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2015, Model line: YZF-R1M, Model: YAMAHA YZF-R1M 2015Pages: 128, PDF Size: 9.84 MB
Page 115 of 128

8-1
1
2
3
4
5
6
789
10
11
12
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETSDAU37834
Matkleur, let opLET OP
DCA15193
Sommige modellen zijn uitgerust met
matkleurige onderdelen. Raadpleeg een
Yamaha dealer voor advies over wat
voor producten gebrui kt moeten worden
om het voertuig te reinigen. Het gebruik
van een borsteltje, chemische produc-
ten of reinigingsmiddelen tijdens het rei-
nigen van deze onderdelen kan het
oppervlak bekrassen of beschadigen.
Ook was moet niet worden aangebrachtop een van de matkleurige onderdelen.
DAU67140
VerzorgingDe open constructie van een motorfiets
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook kwets-
baarder. Er kan roestvorming en corrosie
optreden, ook al zijn hoogwaardige compo-
nenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt
bij een auto niet zo op, maar doet bij een
motorfiets afbreuk aan het algehele uiterlijk.
Regelmatige en correcte verzorging is niet
alleen vereist volgens de garantiebepalin-
gen, maar zorgt ook dat de motorfiets er
langer mooi uit blijft zien, verlengt de le-
vensduur en verbet ert de prestaties.
Alvorens te reinigen 1. Dek de uitlaatdemperopening af met een plastic zak nadat de motor is afge-
koeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek- pluggen, ook de bougiedoppen, en
alle elektrische stekkers en aansluitin-
gen stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo-
als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen, tandwielen, de
aandrijfketting en de wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met water. Reinigen
LET OP
DCA22530
Vermijd het gebruik van sterke en
bijtende wielreinigingsmiddelen,
vooral bij spaakwielen of magnesi-
um wielen. Als dergelijke producten
toch worden gebruikt om hardnek-
kig vuil los te maken, laat het reini-
gingsmiddel dan niet langer
inwerken dan is vermeld in de ge-
bruiksinstructies. Spoel vervolgens
grondig na met water, laat direct
drogen en breng daarna een corro-
siewerende spray aan.
Onjuiste reinigingsmethoden kun-
nen resulteren in schade aan
stroomlijnpanelen en panelen, de
kuipruit, het instrumentenpaneel en
het display, de wielen, koplamplen-
zen, onderdelen van kunststof of
carbon etc. en de dempers. Gebruik
alleen een zachte, schone doek of
spons om dergelijke onderdelen te
reinigen. Als de onderdelen niet af-
doende kunnen worden gereinigd,
kan water met een mild reinigings-
middel worden gebruikt. Spoel rei-
nigingsmiddelresten zorgvuldig af
met grote hoeveelheden water, aan-
gezien ze de kunststof delen kun-
2CR-9-DG.book 1 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 124 of 128

11-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1011
12
INDEXAAandrijfketting, reinigen en smeren .........7-27
ABS-waarschuwingslampje .......................4-6
Accu .........................................................7-31
Achterbrugscharnierpunten, smeren........7-29
Achteruitkijkspiegels ................................4-38BBanden.....................................................7-18
Bougies, controleren ................................7-11
Brandstof..................................................4-33
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ......6-3CCCU .........................................................4-37
Claxonschakelaar ......................................4-4
Contactslot/stuurslot ..................................4-2
Controlelampje grootlicht ...........................4-6
Controlelampje richtingaanwijzers .............4-6
Controlelampje schakelmoment.................4-6
Controlelampjes en waarschuwingslampjes............................4-5
Controlelampje stabiliteitsregeling .............4-7
Controlelampje startblokkering ..................4-6DDe motorfiets ondersteunen.....................7-35
De motor starten ........................................6-1
Dimlichtschakelaar .....................................4-4
Display, menuscherm ..............................4-13EEXUP-systeem.........................................4-44GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren...................................................7-27
Gelijkstroom kabelstekker voor
accessoires............................................4-47 Gereedschapsset ...................................... 7-2
IIdentificatienummers ............................... 10-1
Inrijperiode ................................................. 6-4KKabels, controleren en smeren................ 7-27
Klepspeling .............................................. 7-18
Koelvloeistof ............................................ 7-14
Koppelingshendel .................................... 4-29
Koppelingshendel, vrije slag afstellen ..... 7-22LLuchtfilterelement .................................... 7-17MMatkleur, let op .......................................... 8-1
Modelinformatiesticker............................. 10-2
Motorolie en oliefilterpatroon ................... 7-12OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ......... 7-3
Opbergruimte voor documenten .............. 4-38PParkeren .................................................... 6-4
Plaats van de onderdelen .......................... 2-1
Problemen oplossen ................................ 7-35RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren .......................... 7-28
Rem- en schakelpedalen controleren en smeren ............................................. 7-28
Remhendel .............................................. 4-30
Remlichtschakelaars ............................... 7-23
Rempedaal .............................................. 4-31
Remsysteem............................................ 4-31
Remvloeistofniveau, controleren ............. 7-24
Remvloeistof, verversen .......................... 7-25 Richtingaanwijzerschakelaar..................... 4-4
SSchakelaar alarmverlichting ...................... 4-4
Schakelaar Pass/LAP ............................... 4-4
Schakelen ................................................. 6-2
Schakelpedaal......................................... 4-30
Schokdemperunit, afstellen ..................... 4-41
Serienummer motorblok .......................... 10-1
Smering en onderhoud, periodiek ............. 7-4
Spanning aandrijfketting.......................... 7-25
Speciale kenmerken.................................. 3-1
Specificaties .............................................. 9-1
Stalling ...................................................... 8-4
Startblokkeersysteem................................ 4-1
Startspersysteem .................................... 4-45
Stationair toerental, controleren .............. 7-17
Stop/Run/Start-schakelaar ........................ 4-4
Storingzoekschema’s .............................. 7-37
Stroomlijn- en framepanelen,
verwijderen en aanbrengen .................... 7-8
Stuurschakelaars ...................................... 4-3
Stuursysteem, controleren ...................... 7-30TTankbeluchtingsslang en overloopslang ....................................... 4-34
Tankdop .................................................. 4-32UUitlaatkatalysator..................................... 4-35VVeiligheidsinformatie ................................. 1-1
Verzorging ................................................. 8-1
Visuele gids voor YRC-functies................. 3-5
Voertuigidentificatienummer.................... 10-1
Voertuigverlichting................................... 7-34
2CR-9-DG.book 1 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分