YAMAHA YZF-R6 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: YZF-R6, Model: YAMAHA YZF-R6 2016Pages: 110, PDF Size: 2.43 MB
Page 91 of 110

Periodiek on derhoud en afstelling
6-41
6
Aanbren gen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Breng de asbout aan, laat het voorwiel zover zakken dat het op de grond rust
en klap vervolgens de zijstandaard uit.
4. Monteer aan beide zijden de remklau- wen door de bouten aan te brengen.OPMERKINGKijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd.5. Monteer aan beide zijden de rem-
slanghouders door de bout en de
moer aan te brengen. 6. Zet de remklauwbouten en de rem-
slanghouderbouten vast met de voor-
geschreven aanhaalmomenten.
7. Draai de wielasbout vast met het voor- geschreven aanhaalmoment.
OPMERKINGBlokkeer bij het vastzetten van de wielas-
bout de wielas met een 19 mm zeskant-
sleutel, zodat deze niet meedraait.8. Zet wielasklembout B vast en draaidan klembout A aan met het voorge-
schreven aanhaalmoment. 9. Draai klembout B opnieuw aan met
het voorgeschreven aanhaalmoment.
10. Tik met een rubber hamer tegen de buitenkant van de rechter vorkpoot
om deze in lijn te brengen met het uit-
einde van de wielas.
11. Zet wielasklembout D vast en draai dan klembout C aan met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
12. Draai klembout D opnieuw aan met het voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Wielas
Aanhaalmomenten:Remklauwbout:
35 Nm (3.5 m·kgf, 25 ft·lbf)
Remslanghouderbout: 7 Nm (0.7 m·kgf, 5.1 ft·lbf)
Aanhaalmoment: Wielasbout:
91 Nm (9.1 m·kgf, 66 ft·lbf)
1. Klembout voorwielas A
2. Klembout voorwielas B
3. Klembout voorwielas C
4. Klembout voorwielas D
Aanhaalmoment:Wielasklembout: 21 Nm (2.1 m·kgf, 15 ft·lbf)
U2CXD2D0.book Page 41 Monday, June 22, 2015 8:57 AM
Page 92 of 110

Periodiek on derhou d en afstelling
6-42
6
13. Bekrachtig de voorrem en duw het
stuur een paar keer stevig op en neer
om te zien of de voorvork correct
werkt.
DAU25081
Achterwiel
DAU56721
Verwij deren van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10822
Zor g d at de machine veili g wor dt ond er-
steun d, zod at deze niet kan omvallen.1. Draai de wielasmoer los.
2. Licht het achterwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-40.
3. Verwijder de wielasmoer.
4. Draai de borgmoer volledig los aan
beide zijden van de achterbrug. 5. Draai de kettingspannerbouten in de
richting (a) om de ketting zover te ont-
spannen dat deze van het achtertand-
wiel kan worden verwijderd en duw
het wiel naar voren.
6. Haal de aandrijfketting van het achter- tandwiel.
Aanhaalmoment:
Wielasklembout:
21 Nm (2.1 m·kgf, 15 ft·lbf)1. Wielasmoer
2. Remklauw
3. Remklauwsteun
1
2
3
1. Stelbout spanning aandrijfketting
2. Borgmoer
(a)
12
U2CXD2D0.book Page 42 Monday, June 22, 2015 8:57 AM
Page 93 of 110

Periodiek on derhoud en afstelling
6-43
6
OPMERKINGAls het verwijderen van de aandrijfket-
ting problemen oplevert, verwijder
dan eerst de wielas en breng het wiel
voldoende omhoog om de ketting van
het achtertandwiel te kunnen halen.
De aandrijfketting kan niet worden ge-
splitst.7. Ondersteun de remklauwsteun, trek
de wielas uit en verwijder dan het wiel.
LET OP: Bekrachti g d e rem niet ter-
wijl het wiel en de remschijf zijn ver-
wij der d, an ders wor den de
rem blokken teg en elkaar g eperst.
[DCA11073]
Om het achterwiel aan te bren gen
1. Monteer het wiel en de remklauw- steun door de wielas vanaf de linker-
zijde in te steken.OPMERKINGZorg ervoor dat de borging op de rem-
klauwsteun in de sleuf in de achter-
brug valt.
Kijk of er voldoende afstand tussen de
remblokken is voordat u het wiel aan-
brengt.2. Breng de aandrijfketting aan op het
achtertandwiel.
3. Breng de asmoer aan, laat het achter- wiel zover zakken dat het op de grond
rust en klap vervolgens de zijstan-
daard uit. 4. Stel de spanning van de aandrijfket-
ting af. (Zie pagina 6-28.)
5. Draai de wielasmoer vast met het voorgeschreven aanhaalmoment.
6. Zet de stelbouten voor kettingspan- ning vast in richting (b) met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
7. Draai de borgmoeren vast met het voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Wielas
1. Borging
2. Sleuf
Aanhaalmoment:Wielasmoer: 110 Nm (11 m·kgf, 80 ft·lbf)
1. Stelbout spanning aandrijfketting
Aanhaalmoment:Stelbout spanning aandrijfketting:
2.0 Nm (0.20 m·kgf, 1.4 ft·lbf)
(b)
1
U2CXD2D0.book Page 43 Monday, June 22, 2015 8:57 AM
Page 94 of 110

Periodiek on derhou d en afstelling
6-44
6
DAU25872
Prob lemen oplossenYamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de motorfiets co rrect te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tij dens het controleren van het
b ran dstofsysteem en let erop d at er
g een open vuur of vonken in de omg e-
vin g zijn, inclusief waakvlammen van
g eisers of ovens. Benzine en benzine-
d ampen kunnen vlam vatten of explo de-
ren, met ernsti g letsel of scha de aan
ei gen dommen tot gevol g.
Aanhaalmoment:
Borgmoer:
16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf)
U2CXD2D0.book Page 44 Monday, June 22, 2015 8:57 AM
Page 95 of 110

Periodiek on derhoud en afstelling
6-45
6
DAU42505
Storingzoekschema’sStartpro blemen of slechte werkin g van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.4. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougies af of vervang de bougies. Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de ontsteking.
Bedien de elektrische
startknop.2. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en vraag indien nodig een
Yamaha dealer om de accu te laden.
DroogNat
Bedien de elektrische startknop.
U2CXD2D0.book Page 45 Monday, June 22, 2015 8:57 AM
Page 96 of 110

Periodiek on derhou d en afstelling
6-46
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwij der de ra diatorvul dop niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernsti ge bran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is af gekoel d.
Bren g een dikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de rad iatorvul dop en draai deze dan lan gzaam linksom te gen
d e aanslag zodat de no g aanwezi ge druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaa g zo dra het sis gelui d stopt en d raai deze links-
om en verwij der de dop.OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater wo rden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
U2CXD2D0.book Page 46 Monday, June 22, 2015 8:57 AM
Page 97 of 110

Verzorgin g en stallin g van de motorfiets
7-1
7
DAU37834
Matkleur, let opLET OP
DCA15193
Sommi ge mo dellen zijn uit gerust met
matkleuri ge on der delen. Raa dplee g een
Yamaha dealer voor a dvies over wat
voor prod ucten geb ruikt moeten wor den
om het voertui g te reini gen. Het g eb ruik
van een b orsteltje, chemische pro duc-
ten of reini gin gsmi ddelen tij dens het rei-
ni gen van deze on der delen kan het
oppervlak bekrassen of bescha dig en.
Ook was moet niet wor den aan geb racht
op een van de matkleuri ge on der delen.
DAU54721
Verzor gin gDe open constructie van een motorfiets
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook kwets-
baarder. Er kan roestvorming en corrosie
optreden, ook al zijn hoogwaardige com-
ponenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp
valt bij een auto niet zo op, maar doet bij
een motorfiets afbreuk aan het algehele ui-
terlijk. Regelmatige en correcte verzorging
is niet alleen vereist volgens de garantiebe-
palingen, maar zorgt ook dat de motorfiets
er langer mooi uit blijft zien, verlengt de le-
vensduur en verbetert de prestaties.
Alvorens te reinig en
1. Dek de uitlaatdemperopening af met
een plastic zak nadat de motor is af-
gekoeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen, ook de bougiedoppen, en
alle elektrische stekkers en aansluitin-
gen stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo- als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen, tandwielen, de
aandrijfketting en de wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met water. Reini
gen
LET OP
DCA11143
Vermij d het geb ruik van sterke en
b ijten de wielreini gin gsmi ddelen,
vooral bij spaakwielen. Als der gelij-
ke pro ducten toch wor den geb ruikt
om har dnekki g vuil los te maken,
laat het reini gin gsmi ddel dan niet
lan ger inwerken dan is vermel d in
d e geb ruiksinstructies. Spoel ver-
vol gens gron dig na met water, laat
d irect dro gen en bren g d aarna een
corrosieweren de spray aan.
Bij verkeer d reini gen kunnen kunst-
stof delen (zoals stroomlijnpanelen,
framepanelen, kuipruiten, kop-
lamplenzen, lenzen van de instru-
mentenverlichtin g enz.) en de
u i
tlaat dempers beschad igd raken.
Ge bruik alleen een zachte, schone
d oek of een spons met water om
kunststof delen te reini gen. Als de
kunststof delen met water niet af-
d oen de kunnen wor den gereini gd,
kan een mil d reini gin gsmi ddel met
water wor den geb ruikt. Spoel reini-
g in gsmi ddelresten zor gvul dig af
met grote hoeveelhed en water,
aan gezien ze d e kunststof d elen
kunnen bescha dig en.
U2CXD2D0.book Page 1 Monday, June 22, 2015 8:57 AM
Page 98 of 110

Verzorgin g en stallin g van de motorfiets
7-2
7
Gebruik geen bijten de chemische
reini gin gsmi ddelen op kunststof
d elen of op de uitlaat demper. Ver-
mij d het g eb ruik van doeken of
sponzen die in contact zijn geweest
met bijten de of schuren de reini-
g in gsmi ddelen, oplosmi ddelen of
thinner, bran dstof ( benzine), roest-
verwij derin gsmi ddelen of corro-
sieremmers, remvloeistof, antivries
of elektrolyt.
Gebruik geen ho ged rukreini gers of
stoomreini gers, om dat dan op de
vol gen de plaatsen water kan door-
d rin gen en zo schad e kan ontstaan:
af dich t
in gen (van wiel- en achter-
b ru gla gers, voorvork en remmen),
opb ergcompartimenten, elektri-
sche componenten (ka belstekkers,
messtekkers, instrumenten, scha-
kelaars en verlichtin g), beluchting s-
en ontluchtin gsslan gen.
Bij motorfietsen met een kuipruit:
Gebruik geen bijten de reini gin gs-
mi ddelen of har de sponzen, deze
veroorzaken dofhei d en laten kras-
jes achter. Sommi ge reini gin gsmi d-
d elen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op d e
kuipruit. Test het prod uct op een
klein, niet-zicht baar ged eelte van d
e kuipruit om zeker te zijn dat
g een sporen achter blijven op de
kuipruit. Als d e kuipruit krasjes ver-
toont, bren g d an na wassen een
hoo gwaar dig e
polish voor geb ruik
op kunststof aan.
Na normaal gebruikVerwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone
spons en spoel dan grondig met schoon
water. Gebruik een tandenborstel of fles-
senborstel voor moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en
insectenresten laten gemakkelijker los als
de bewuste plek alvorens te reinigen een
paar minuten met een vochtige doek wordt
bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-kelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen in
de winter worden bestrooid hebben in
combinatie met water een zeer corrosieve
werking; handel daarom als volgt na een rit
in een regenbui, nabij de kust of op bepe-
kelde wegen.
OPMERKINGIn de winter gestrooid wegenzout kan nog
tot in de lente aanwezig blijven.1. Reinig de motorfiets met koud water en een mild reinigingsmiddel nadat de
motor is afgekoeld. LET OP: Gebruik
g een warm water, d it versnelt de
corrosieve werkin g van het zout.
[DCA10792]
2. Laat de motorfiets drogen en breng
dan met een spuitbus een corrosiewe-
rend middel aan op alle metalen de-
len, ook op de verchroomde en
vernikkelde onderdelen (niet op de ti-
tanium uitlaatdemper) om zo roestvor-
ming tegen te gaan.
De kuipruit reinigenVermijd alkalische of zuurhoudende reini-
gingsmiddelen, benzine, remvloeistof of
enig ander oplosmiddel. Reinig het wind-
scherm met een doek of spons die is be-
vochtigd met een neut raal reinigingsmiddel
en was het vervolgens grondig af met wa-
ter. Gebruik voor extra reiniging Yamaha
reinigingsmiddel voor windschermen of
een ander hoogwaardig reinigingsproduct.
Sommige kunststofreinigers kunnen kras-
sen achterlaten op het windscherm. Test
U2CXD2D0.book Page 2 Monday, June 22, 2015 8:57 AM
Page 99 of 110

Verzorgin g en stallin g van de motorfiets
7-3
7
dergelijke producten eerst op een deel van
het windscherm dat uw zicht niet beïn-
vloedt.
Reinigen van de titanium uitlaatdemperDit model is uitgerust met een titanium uit-
laatdemper die als volgt speciale verzor-
ging nodig heeft.
Gebruik alleen een zachte, schone
doek of een spons met zachte zeep en
water om de titanium uitlaatdemper te
reinigen. Als de uitlaatdemper met ge-
bruik van zachte zeep niet echt
schoon wordt, kan een zachte borstel
met een basisch product worden ge-
bruikt.
Gebruik nooit chemische stoffen of
andere speciale reinigingsmiddelen
om de uitlaatdemper schoon te ma-
ken, deze zullen de buitenste deklaag
van de demper aantasten.
Al heel geringe hoeveelheden olie zo-
als afkomstig van vingerafdrukken of
van met olie besmeurde poetsdoeken
zullen vlekken achterlaten op de titani-
um demper, die met een zachte zeep
kunnen worden verwijderd.
De door hitte veroorzaakte verkleurin-
gen op een gedeelte van de uitlaatpijp
naar de titanium uitlaatdemper zijn
normaal en kunnen niet worden ver-
wijderd.
Na reini gin g
1. Droog de motorfiets met een zeemle- ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver- chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te laten glanzen.
4. Het is aan te bevelen om met een spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
5. Gebruik oliespray als universeel schoonmaakmiddel om nog achter-
gebleven vuil te verwijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen door steenslag e.d. bij.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in de was.
8. Laat de motorfiets volledig drogen al-
vorens deze te stallen of af te dekken.
WAARSCHUWING
DWA11132
Verontreinig ing van d e remmen of ban-
d en kan lei den tot verlies van de controle
over de machine.
Controleer of er geen olie of was op
d e remmen of b anden zit.
Reini g d e remschijven en remvoe-
rin gen in dien no dig met een norma-
le remschijfreini ger of aceton en
spoel de ban den schoon met lauw
water en een mil d reini gin gsmi ddel.
Test de remwerkin g en het we gge-
d ra g van d e machine in b ochten
voor dat u met ho ge snelhe den gaat
rij den.LET OP
DCA10801
Bren g een g eringe hoeveelhei d
oliespray en was aan en verwij der
overtolli ge hoeveelhe den.
Bren g oliespray of was nooit aan op
ru bber of kunststof delen, behan del
d eze met een d aartoe bestem d ver-
zor gin gsmi ddel.
Vermij d het geb ruik van schuren de
poetsmi ddelen, deze tasten de lak
aan.
U2CXD2D0.book Page 3 Monday, June 22, 2015 8:57 AM
Page 100 of 110

Verzorgin g en stallin g van de motorfiets
7-4
7
OPMERKING Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
DAU26183
Stallin gKorte termijn
Stal uw motorfiets steeds op een koele en
droge plek en bescherm indien nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stallinghoes.
Zorg ervoor dat de motor en het uitlaatsy-
steem zijn afgekoeld alvorens de motorfiets
af te dekken.LET OP
DCA10811
Als de motorfiets wor dt gestal d in
een slecht g eventileerde ruimte of
in vochtig e toestand wor dt af ge-
d ekt met een hoes of een dekzeil,
zal water en vocht kunnen binnen-
d rin gen en roestvormin g veroorza-
ken.
Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochtig e kel-
d er, een stal (i.v.m. de aanwezi g-
hei d van ammoniak damp) en in een
opsla gruimte voor sterke chemica-
liën.Lang e termijn
Alvorens uw motorfiets gedurende meer-
dere maanden aaneen te stallen: 1. Volg alle instructies op in de paragraaf “Verzorging” in dit hoofdstuk. 2. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)
toe om roestvorming in de tank en
achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
3. Voer de volgende stappen uit om de cilinders, de zuigerveren etc. te be-
schermen tegen corrosie.a. Verwijder de bougiedoppen en de bougies.
b. Giet een theelepel motorolie in elk
bougiegat.
c. Breng de bougiedoppen aan op de bougies en leg dan de bougies
zodanig op de cilinderkop dat de
elektroden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond- draaien op de startmotor. (De cilin-
derwanden worden zo geolied.)
WAARSCHUWING! Ver bin d de
b ou gie-elektro des met d e mas-
sa bij het ron ddraaien van d e
motor om scha de of letsel d oor
vonkvormin g te voorkomen.
[DWA10952]
e. Haal de bougiedoppen los van de
bougies en breng dan de bougies
en de bougiedoppen weer aan.
U2CXD2D0.book Page 4 Monday, June 22, 2015 8:57 AM