YAMAHA YZF-R6 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: YZF-R6, Model: YAMAHA YZF-R6 2016Pages: 110, PDF Size: 2.43 MB
Page 81 of 110

Periodiek on derhoud en afstelling
6-31
6
DAU44276
Controleren en smeren van rem-
en schakelpe dalenDe werking van het rem- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten indien nodig worden ge-
smeerd.
Rempe daal
Schakelpe daal
DAU23144
Rem- en koppelin gshend els con-
troleren en smerenDe werking van de rem- en de koppelings-
hendel moet voorafgaand aan elke rit wor-
den gecontroleerd en de
hendelscharnierpunten moeten indien no-
dig worden gesmeerd.
Remhen del
Koppelin gshen del
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
U2CXD2D0.book Page 31 Monday, June 22, 2015 8:57 AM
Page 82 of 110

Periodiek on derhou d en afstelling
6-32
6
DAU23203
Zijstan daar d controleren en
smerenDe werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten indien nodig
worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10732
Als de zijstan daar d niet soepel omhoo g
en omlaag beweeg t, vraa g dan een
Yamaha dealer deze te controleren of te
repareren. Een slecht functioneren de
zijstan daar d kan het we gdek raken en u
aflei den, waar door u de controle over de
machine kunt verliezen.
DAUM1653
Achter bru gscharnierpunten
smerenDe achterbrugscharnierpunten moeten
worden gesmeerd door een Yamaha dealer
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Aan
bevolen smeermi ddelen:
Remhendel:
Siliconenvet
Koppelingshendel: Lithiumvet
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
U2CXD2D0.book Page 32 Monday, June 22, 2015 8:57 AM
Page 83 of 110

Periodiek on derhoud en afstelling
6-33
6
DAU23273
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de con ditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werkin g te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! On dersteun de
machine zor gvul dig om omvallen
en mo gelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP
DCA10591
Als scha de wor dt gevon den of d e voor-
vork niet soepel b eweegt, vraag d an een
Yamaha dealer te repareren of te con-
troleren.
DAU23285
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema. 1. Breng het voorwiel van de grond. (Zie
pagina 6-40.) WAARSCHUWING!
On dersteun de machine zor gvul dig
om omvallen en mog elijk letsel te
voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on- derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
U2CXD2D0.book Page 33 Monday, June 22, 2015 8:57 AM
Page 84 of 110

Periodiek on derhou d en afstelling
6-34
6
DAU23292
Controleren van wiella gersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU50211
AccuDe accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-19.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is g iftig en gevaarlijk om-
d at het zwavelzuur b evat, een stof
d ie ernsti ge bran dwon den veroor-
zaakt. Vermij d contact met de hui d,
o gen of kle din g en b escherm uw o
gen altij d b ij werkzaamhe den na-
b ij accu’s. Voer als vol gt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloe dig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
he den water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel g ed urend e 15 mi-
nuten met water en roep d irect
me dische hulp in.
Accu’s pro duceren het explosieve
waterstofg as. Houd daarom von-
ken, open vuur, si garetten e. d. uit
d e buur t van d
e acc
u en zorg voor
vol doen de ventilatie b ij acculaden
in een af gesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te la den
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
1. Accu
2. Negatieve accukabel (zwart)
3. Positieve accukabel (rood)
1
2
3
U2CXD2D0.book Page 34 Monday, June 22, 2015 8:57 AM
Page 85 of 110

Periodiek on derhoud en afstelling
6-35
6
LET OP
DCA16522
Voor het opla den van een VRLA (Valve
Re gulate d Lea d Aci d)-accu is een speci-
ale acculad er (met constante spannin g)
vereist. Bij geb ruik van een conventione-
le acculad er raakt de accu b eschadigd.Om de accu op te b ergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voor dat u de accu verwij-
d ert de sleutel naar “OFF” en haal
d an eerst de neg atieve ka bel en
d aarna de positieve ka bel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Draai voor dat u
d e accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervol gens eerst de
positieve ka bel en d aarna de ne ga-
tieve ka bel aan.
[DCA16841]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.LET OP
DCA16531
Hou d d e accu steed s opgelad en. Stallen
van een ontlad en accu kan lei den tot
permanente accuscha de.
DAU23708
Zekerin gen vervan genDe hoofdzekering, de zekering van de
brandstofinspuiting en zekeringenkastje 1
zitten onder het bestuurderszadel. (Zie pa-
gina 3-19.)OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de zekering van
het brandstofinspuitsysteem verwijdert u
de kap van het startmotorrelais door deze
omhoog te trekken.1. Hoofdzekering
2. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
3. Kap van startmotorrelais
4. Zekering brandstofinjectiesysteem
5. Zekeringenkastje 1
6. Backup-zekering (voor klok en
startblokkeersysteem)
7. Zekering elektronische smoorklep
8. Reservezekering
2
1
5
6
3
748
U2CXD2D0.book Page 35 Monday, June 22, 2015 8:57 AM
Page 86 of 110

Periodiek on derhou d en afstelling
6-36
6
Zekeringenkastje 2 bevindt zich onder pa-
neel A. (Zie pagina 6-9.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge scha
de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU39014
Koplampg loeilamp vervan genDe koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is
doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zor g d at de vol gen de on der-
d elen niet wor den beschad igd:
Koplampg loeilamp
Raak het g las van de koplamp gloei-
lamp niet aan zo dat dit vetvrij b lijft,
an ders kan d e doorzichti ghei d van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vens duur na deli g wor den beïn-
vloe d. Wrijf eventuele
verontreini gin gen en vin geraf druk-
ken op het gloeilamp glas we g met
een doekje ged renkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
d e k oplam
plens.
Ge bruik geen koplamp gloeilamp
met een ho ger watta ge dan is voor-
g eschreven.
1. Zekeringenkastje 2
2. Zekering linker radiatorkoelvinmotor
3. Zekering rechter radiatorkoelvinmotor
4. Zekering signaleringssysteem
5. Zekering ontstekingssysteem
6. Zekering achterlichtcircuit
7. Koplampzekering
8. Reservezekering
Voor geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A × 2
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering achterlichtcircuit: 7.5 A
Koplampzekering: 15.0 A
U2CXD2D0.book Page 36 Monday, June 22, 2015 8:57 AM
Page 87 of 110

Periodiek on derhoud en afstelling
6-37
6
1. Verwijder de gloeilampkap door deze
linksom te draaien.
2. Maak de koplampstekker los. 3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp aan e n z et d ez e d an v as t m e t de g l o e i-
lamphouder.
5. Sluit de koplampstekker aan.
6. Monteer de gloeilampkap door deze rechtsom te draaien. 7. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Gloeilampkap
1
1. Koplampstekker
1. Gloeilamphouder
U2CXD2D0.book Page 37 Monday, June 22, 2015 8:57 AM
Page 88 of 110

Periodiek on derhou d en afstelling
6-38
6
DAU44941
ParkeerlichtDit model heeft een parkeerlicht van het
LED-type.
Als het parkeerlicht niet werkt, laat dan een
controle uitvoeren door een Yamaha-dea-
ler.
DAU70540
Remlicht/achterlichtDit model is uitgerust met een rem-
licht/achterlicht van het LED-type.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha-dealer om het
na te kijken.
DAU24205
Gloeilamp in richtin gaanwijzer
vervan gen1. Verwijder de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en.
1. Parkeerlicht
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
21
U2CXD2D0.book Page 38 Monday, June 22, 2015 8:57 AM
Page 89 of 110

Periodiek on derhoud en afstelling
6-39
6
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef aan te brengen. LET OP: Draai d e
schroef niet te vast, hier door kan de
lens breken.
[DCA11192] DAU24314
Gloeilamp in kentekenverlichtin
g
vervan gen1. Verwijder de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de gloeilampfitting van de kentekenverlichting (samen met de
gloeilamp) door deze uit te trekken. 3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven aan
te brengen.
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1. Schroef
2. Kentekenverlichtingsunit
1
2
1. Gloeilamp kentekenverlichting
2. Gloeilampfitting kentekenverlichting
1
2
U2CXD2D0.book Page 39 Monday, June 22, 2015 8:57 AM
Page 90 of 110

Periodiek on derhou d en afstelling
6-40
6
DAU24351
On dersteunen van de motorfietsDit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
On derhou d aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of,
als geen andere standaard voorhan-
den is, door een krik te plaatsen onder
het frame aan de voorzijde van het
achterwiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwij deren van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
DAU24361
Voorwiel
DAU56351
Om het voorwiel te verwij deren
WAARSCHUWING
DWA10822
Zor g d at de machine veili g wor dt ond er-
steun d, zod at deze niet kan omvallen.1. Draai de wielasklembouten, de wiel-
asbout en dan de remklauwbouten
van het voorwiel los.
2. Licht het voorwiel van de grond vol- gens de werkwijze in de vorige para-
graaf “Ondersteunen van de
motorfiets”. 3. Verwijder aan beide zijden de rem-
slanghouders door de bout en de
moer los te halen.
4. Verwijder aan beide zijden de rem- klauwen door de bouten los te halen.
LET OP: Bekrachti g d e rem niet na-
d at de remklauwen zijn verwij der d,
hier door wor den de rem blokken te-
g en elkaar geknepen.
[DCA11052]
5. Verwijder de wielasbout, druk de wiel-
as vanaf de linkerzijde naar buiten en
verwijder dan het wiel.
1. Klembout voorwielas
1. Remslanghouder
2. Bout en moer
3. Remklauwbout
4. Remklauw
5. Wielasbout
31
2
4
5
U2CXD2D0.book Page 40 Monday, June 22, 2015 8:57 AM