YAMAHA YZF-R7 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2022, Model line: YZF-R7, Model: YAMAHA YZF-R7 2022Pages: 100, PDF Size: 3.72 MB
Page 21 of 100

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-6
3
DAU92981
Multifunctionele meter
De multifunctionele meter is ook voorzien
van een instelmodus voor de displayhel-
derheid en het contro lelampje schakelmo-
ment.
WAARSCHUWING
DWA12423
Zor g d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen in d e instellin gen van de
multifunctionele meter g aat aanbren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.
DAU92991
OPMERKINGDe functies van de multifunctionele meter
worden geregeld met de schakelaar
DAU93001
De weer gave-eenhe den wisselen
U kunt de weergave-eenheden wisselen
tussen kilometers en mijlen. Om te wisselen
tussen weergave-eenheden stelt u het mul-
tifunctionele display in op de kilometerteller
of een ritteller, en houdt u vervolgens de
schakelaar “SEL” ingedrukt totdat de weer-
gave-eenheden wijzigen.
DAU86831
Snelhei dsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
1. Aanduiding ingeschakelde versnelling
2. Snelheidsmeter
3. Toerenteller
4. Brandstofniveaumeter
5. Klok
6. Multifunctioneel display
7. Indicator snelschakelen “QS” (indien aanwe- zig)
1
2
3
45
6
7
1. Schakelaar
Page 22 of 100

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-7
3
DAU87170
Toerenteller
Met de toerenteller kan de bestuurder het
motortoerental controleren en dit binnen
het ideale bereik houden.LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl d e toe-
renteller in de ro de zone wijst.
Ro de zone: 10000 tpm en ho ger
DAU86841
Bran dstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de brandstoftank aanwe-
zig is. De displaysegmenten van de
brandstofniveaumeter verdwijnen van “F”
(vol) naar “E” (leeg) naarmate het brand-
stofniveau verder daalt. Als er ongeveer
2.5 L (0.66 US gal, 0.55 Imp.gal) brandstof
in de brandstoftank over is, gaat het laatste
segment knipperen. Vul zo snel mogelijk
brandstof bij.OPMERKINGAls er een probleem wordt gedetecteerd in
het elektrische circuit, gaan de segmenten
van de brandstofniveaumeter knipperen.
Als dit zich voordoet, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te controleren.
DAU93011
Klok
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem.
De klok instellen1. Zet de machine uit.
2. Houd de schakelaar “RES” ingedrukt en schakel de machine in. Blijf de
schakelaar “RES” ingedrukt houden
totdat de urenaanduiding begint te
knipperen.
3. Gebruik de schakelaar “SEL” om de uren in te stellen.
4. Druk op de schakelaar “RES” en de minutenaanduiding zal gaan knippe-
ren.
5. Gebruik de schakelaar “SEL” om de minuten in te stellen.
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
1
2
1. Brandstofniveaumeter
1
1. Klok
1
UBEBD0D0.book Page 7 Friday, July 2, 2021 1:24 PM
Page 23 of 100

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-8
3
6. Druk op de schakelaar “RES” om de
instelling te bevestigen.
DAU87391
Aan dui din g in geschakel de versnellin g
Deze aanduiding geeft aan welke versnel-
ling is ingeschakeld. De vrijstand wordt
aangegeven door “–” en door het vrijstand-
controlelampje.
DAU93021
In dicator snelschakelen “QS” (in dien
aanwezi g)
Deze indicator gaat branden als het snel-
schakelsysteem wordt ingeschakeld.
DAU93730
Multifunctioneel display Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een kilometerteller (ODO)
twee rittellers (TRIP 1 en TRIP 2)
een brandstofreserve-ritteller (TRIP F)
een weergave van het huidige brand-
stofverbruik (km/L, L/100 km of MPG)
een weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik (AVE_ _._ km/L,
AVE_ _._ L/100 km of AVE_ _ _._ MPG)
een weergave koelvloeistoftempera-
tuur (_ _ °C)
een weergave luchttemperatuur (Air_
_ °C)
Druk op de schakelaar “SEL” om de weer-
gave te wisselen in de onderstaande volg-
orde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → TRIP F → km/L
of L/100 km of MPG → AVE_ _._ km/L of
AVE_ _._ L/100 km of AVE_ _._ MPG → _ _
°C → Air_ _ °C → ODO
OPMERKING De brandstofreserve-ritteller wordt al-
leen weergegeven wanneer het
brandstofniveau laag is.
Gebruik de schakelaar “RES” om de
weergave in de omgekeerde volgorde
te wisselen.
1. Aanduiding ingeschakelde versnelling
1
1.
zig)
1. Multifunctioneel display
1
1
UBEBD0D0.book Page 8 Friday, July 2, 2021 1:24 PM
Page 24 of 100

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-9
3
DAU86890
Kilometerteller
De kilometerteller toont de totale afstand
die door de machine is afgelegd.OPMERKINGDe kilometert eller wordt vergrendeld bij
999999 en kan niet worden teruggesteld.
DAU89142
Rittellers
De rittellers tonen de afgelegde afstand
sinds de tellers voor het laatst werden te-
ruggesteld.
Stel om een ritteller terug te stellen het dis-
play in op de betreffende ritteller en houd
de schakelaar “RES” ingedrukt totdat de
terugstelling plaatsvindt.OPMERKINGDe rittellers worden te ruggesteld en blijven
tellen nadat 9999.9 is bereikt.
DAU89152
Bran dstofreserve-ritteller
Als het laatste segment van de brandstofni-
veaumeter begint te knipperen, wisselt de
weergave automatisch naar de brandstof-
reserve-ritteller “TRIP F” en wordt de afge-
legde afstand vanaf dat punt aangegeven. Om de brandstofreserve-ritteller terug te
stellen, wisselt u naar de weergave van de
brandstofreserve-ritteller en houdt u de
schakelaar “RES” ingedrukt totdat de te-
rugstelling plaatsvindt.
OPMERKINGAls u de brandstofreserve-ritteller niet
handmatig terugstelt, wordt deze automa-
tisch teruggesteld en verdwijnt deze van
het display zodra u na het tanken 5 km
(3 mi) hebt gereden.
DAU89181
Weer
gave hui dig b ran dstofver bruik
Deze weergave toont het brandstofverbruik
onder de huidige rijomstandigheden. De
weergave kan worden ingesteld op “km/L”
of “L/100 km”, of “MPG” wanneer mijlen
worden gebruikt. Houd om te wisselen tus- sen de eenheden voor het brandstofver-
bruik de schakelaar “SEL” ingedrukt totdat
de eenheid wordt gewijzigd.
“km/L”: de afstand die kan worden af-
gelegd op 1.0 L brandstof.
“L/100 km”: de hoeveelheid brandstof
die nodig is om 100 km af te leggen.
“MPG”: de afstand die kan worden af-
gelegd op 1.0 Imp.gal brandstof.
OPMERKINGBij snelheden onder 10 km/h (6 mi/h) wordt
DAU87790
OPMERKINGHet huidige verbruik dient alleen gebruikt te
worden als algemene referentie. Gebruik
dit getal niet om de afstand te schatten die
met de huidige brandstoftank kan worden
afgelegd.
1. Weergave huidig brandstofverbruik
1
UBEBD0D0.book Page 9 Friday, July 2, 2021 1:24 PM
Page 25 of 100

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-10
3
DAU89192
Weer gave gemi ddel d b ran dstofverb ruik
Deze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op
nul is teruggezet. De weergave van het ge-
middelde brandstofverbruik kan worden in-
gesteld op “AVE_ _._ km/L” of “AVE_ _._
L/100 km”, of “AVE_ _._ MPG” wanneer
mijlen worden gebruikt. Houd om te wisse-
len tussen de eenheden voor het brand-
stofverbruik de schakelaar “SEL” ingedrukt
totdat de eenheid wordt gewijzigd. “AVE_ _._ km/L”: de gemiddelde af-
stand die kan worden afgelegd op
1.0 L brandstof.
“AVE_ _._ L/100 km”: de gemiddelde
hoeveelheid brandstof die nodig is om
100 km af te leggen.
“AVE_ _._ MPG”: de gemiddelde af-
stand die kan worden afgelegd op
1.0 Imp.gal brandstof.
OPMERKINGOm de weergave terug te stellen, wis-
selt u naar de weergave voor het ge-
middelde brandstofverbruik en houdt
u de schakelaar “RES” ingedrukt tot-
dat de terugstelling plaatsvindt.
Nadat de weergave is teruggesteld,
wordt “- -.-” weergegeven totdat eni-
ge afstand met de machine is gere-
den.
DAU93210
Weer gave koelvloeistoftemperatuur
Deze weergave toont de koelvloeistoftem-
peratuur van 40 °C tot 116 °C in stappen
van 1 °C. Als de melding “HI” knippert, stop dan de
machine, stop vervolgens de motor en laat
de motor afkoelen. (Zie pagina 6-37.)
OPMERKING
Als de koelvloeistoftemperatuur lager
is dan 40 °C, wordt “Lo” weergege-
ven.
De koelvloeistoftemperatuur is afhan-
kelijk van de weersomstandigheden
en de motorbelasting.
DAU93222
Luchttemperatuurweer gave
Deze weergave toont de luchttemperatuur
van –9 °C tot 50 °C in stappen van 1 °C. De
weergegeven temperatuur kan afwijken
van de werkelijke omgevingstemperatuur.
1. Weergave gemiddeld brandstofverbruik
1
1. Weergave koelvloeistoftemperatuur
1
1. Luchttemperatuurweergave
1
UBEBD0D0.book Page 10 Friday, July 2, 2021 1:24 PM
Page 26 of 100

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-11
3
OPMERKINGBij een temperatuur onder –9 °C wordt “_ _”
weergegeven.
DAU93241
Instelmo dus voor displayhel derhei d en
controlelampje schakelmoment
De volgende instellingen kunnen achter-
eenvolgens worden aangepast: Displayhelderheid
Controlelampje schakelmoment ON /
FLASH / OFF
Toerental voor activering controle-
lampje schakelmoment
Toerental voor deactivering controle-
lampje schakelmoment
Helderheid van controlelampje scha-
kelmoment
Om de instelmodus te verlaten1. Zet de machine uit.
2. Houd de schakelaar “SEL” ingedrukt, schakel de machine in blijf de schake-
laar “SEL” ingedrukt houden totdat
het display wisselt naar de regelmo-
dus voor de displayhelderheid.
3. Gebruik de schakelaar “RES” om de
instelwaarden te wijzigen. 4. Druk op de schakelaar “SEL” om de
geselecteerde instelwaarde te beves-
tigen en naar de volgende instelling te
gaan, in de hierboven vermelde volg-
orde.
OPMERKINGDe instelmodus wordt afgesloten nadat alle
instellingen zijn bevestigd.Displayhel derhei d
Er verschijnt een indicatiebalk voor het hel-
derheidsniveau onderaan het display. Ge-
bruik de schakelaar “RES” om het
gewenste helderheidsniveau te selecteren
en druk op de schakelaar “SEL” om het te
bevestigen. Controlelampje schakelmoment
Het controlelampje schakelmoment heeft 3
instellingen:
Instelling ON: het controlelampje
schakelmoment gaat branden als het
ingestelde motortoerental wordt be-
reikt. Als deze instelling wordt gese-
lecteerd, gaat het controlelampje
branden en blijft het aan totdat de vol-
gende instelling wordt geselecteerd
met de schakelaar “RES” of bevestigd
met de schakelaar “SEL”.
Instelling FLASH: het controlelampje
schakelmoment gaat knipperen als
het ingestelde motortoerental wordt
bereikt. Als deze instelling wordt ge-
selecteerd, knippert het controlelamp-
je schakelmoment 4 keer per seconde
totdat de volgende instelling wordt
geselecteerd met de schakelaar
“RES” of bevestigd met de schakelaar
“SEL”.
Instelling OFF: het controlelampje
schakelmoment is gedeactiveerd. Als
deze instelling wordt geselecteerd,
knippert het controlelampje schakel-
moment elke 2 seconden totdat de
volgende instelling wordt geselec-
teerd met de schake laar “RES” of be-
vestigd met de schakelaar “SEL”.1. Displayhelderheid
1
UBEBD0D0.book Page 11 Friday, July 2, 2021 1:24 PM
Page 27 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-12
3
Toerental voor activering controlelamp-
je schakelmoment
Het controlelampje schakelmoment kan
worden ingesteld tussen 6000 tpm en
12000 tpm in stappen van 200 tpm. Tijdens
het wijzigen van deze instelling gaat het
controlelampje schakelmoment branden
en blijft het aan en wordt de geselecteerde
stap weergegeven op de toerenteller.
Gebruik de schakelaar “RES” om het ge-
wenste motortoerental te selecteren voor
activering van het controlelampje schakel-
moment.
Toerental voor deactivering controle-
lampje schakelmoment
Het controlelampje schakelmoment kan
worden ingesteld tussen 6000 tpm en
12000 tpm in stappen van 200 tpm. Tijdens
het wijzigen van deze instelling gaat het
controlelampje schakelmoment knipperen
en wordt de geselecteerde stap weergege-
ven op de toerenteller.
Gebruik de schakelaar “RES” om het ge-
wenste motortoerental te selecteren voor
deactivering van het controlelampje scha-
kelmoment.
OPMERKINGDenk eraan dat het deactiveringspunt op
een hoger toerental moet worden ingesteld
dan het activeringspunt, anders zal het
controlelampje schakelmoment niet gaan
branden.Helderheid van controlelampje schakel-
moment
Het controlelampje schakelmoment gaat
branden en blijft aan totdat de instelling is
bevestigd. Het helderheidsniveau van het
lampje verandert als het niveau wordt aan-
gepast.
Gebruik de schakelaar “RES” om het ge-
wenste helderheidsniveau te selecteren en
druk op de schakelaar “SEL” om het te be-
vestigen.
DAU1234R
StuurschakelaarsLinks 1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Schakelaar “SEL/RES”
3. Dimlichtschakelaar “ / ”
4. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
5. Claxonschakelaar “ ”
1 1 1
2
4
5 3 2
4
5 3
UBEBD0D0.book Page 12 Friday, July 2, 2021 1:24 PM
Page 28 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-13
3
Rechts
DAU12352
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.OPMERKINGAls de dimlichtschakelaar is ingesteld
op “ ”, heeft de lichtsignaalschakelaar
geen effect.
DAU12402
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12664
Noodstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” (run) alvorens
de motor te starten. Zet deze schakelaar
op “ ” (stop) om de motor uit te schakelen
in een noodgeval, zoals wanneer de machi-
ne omslaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU12713
Startknop “ ”
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien. Zie pagina 5-2 voor
startinstructies voordat u de motor start.
DAU88273
Schakelaar alarmverlichting “OFF/ ”
Met deze schakelaar wordt de alarmver-
lichting ingeschakeld (gelijktijdig knipperen
van alle richtingaanwijzers). De alarmver-
lichting wordt gebruikt in een noodgeval of
om andere verkeersdeelnemers te waar-
schuwen als uw machine stilstaat in een
mogelijk gevaarlijke verkeerssituatie.
De alarmverlichting kan alleen worden in-
of uitgeschakeld als het contactslot in de
stand “ON” staat. De ingeschakelde alarm-
verlichting blijft knipperen als u het contact-
slot naar de stand “OFF” of “LOCK” draait.
Om de alarmverlichting uit te schakelen,
draait u het contactslot weer naar de stand
“ON” en bedient u opnieuw de schakelaar
van de alarmverlichting.LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ont-
laden.
DAU88941
Schakelaar “SEL/RES”
Deze schakelaar wordt gebruikt om instel-
lingen en weergaven te wijzigen in de mul-
tifunctionele meter. Zie pagina 3-6 voor
meer informatie.
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Schakelaar alarmverlichting “OFF/ ”
3. Startknop “ ”
1 1 12
3 23
UBEBD0D0.book Page 13 Friday, July 2, 2021 1:24 PM
Page 29 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-14
3
Als u de schakelaar “SEL” wilt gebruiken,
draait u de schakelaar “SEL/RES” in de
richting (a). Als u de schakelaar “RES” wilt
gebruiken, draait u de schakelaar
“SEL/RES” in de richting (b).
DAU12823
KoppelingshendelTrek om de aandrijflijn te ontkoppelen van
de motor, bijvoorbeeld om te schakelen, de
koppelingshendel in. Laat de hendel los om
de koppeling te laten aangrijpen, zodat ver-
mogen wordt overgebracht op het achter-
wiel.OPMERKINGVoor soepel schakelen moet de hendel snel
worden ingetrokken en langzaam worden
losgelaten. (Zie pagina 5-3.)
DAU12876
SchakelpedaalHet schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor. Beweeg het scha-
kelpedaal omhoog om te schakelen naar
een hogere versnelling. Beweeg het scha-
kelpedaal omlaag om te schakelen naar
een lagere versnelling. (Zie pagina 5-3.)
1. Schakelaar “SEL/RES”
1 1 1
(a) (a)
(b) (b)
(a)
(b)
1. Koppelingshendel
1 1 1
1. Schakelpedaal
1 1 1
UBEBD0D0.book Page 14 Friday, July 2, 2021 1:24 PM
Page 30 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-15
3
DAU93080
RemhendelDe remhendel bevindt zich aan de rechter-
zijde van het stuur. Trek de hendel naar de
gasgreep toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
De remhendel is voorzien van een stelknop
voor de positie van de remhendel. Om de
afstand tussen de remhendel en de gas-
greep af te stellen, moet u de stelknop
draaien terwijl u de hendel van de gasgreep
vandaan houdt.
Draai de stelknop in de richting (a) om de
afstand te vergroten. Draai de stelknop in
de richting (b) om de afstand te verkleinen.
DAU12944
RempedaalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU93090
ABSHet Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Bij activering van
het ABS-systeem kan een pulsatie worden
gevoeld in de remhendel of het rempedaal.
Ga in dat geval door met remmen en laat
het ABS-systeem het werk doen. Ga niet
“pompend” remmen, dit vermindert de re-
meffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Houd altijd een veilige afstand tot voor-
liggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS.
Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lange remwegen.
Op bepaalde oppervlakken, zoals
slechte wegen of grindwegen, kan
de remafstand met het ABS-sy-
steem langer zijn dan zonder ABS-
systeem.Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
1. Remhendel
2. Afstand
3. Stelknop voor afstelpositie van remhendel
1 1 1
2 2
3 3
(a) (a) (a)
(b) (b) (b)
1. Rempedaal
1 1 1
UBEBD0D0.book Page 15 Friday, July 2, 2021 1:24 PM