YAMAHA YZF-R7 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2022, Model line: YZF-R7, Model: YAMAHA YZF-R7 2022Pages: 100, PDF Size: 3.72 MB
Page 31 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-16
3
OPMERKINGHet ABS-systeem voert een zelfdiag-
nosetest uit telkens nadat de sleutel
op “ON” is gezet en de machine een
rijsnelheid bereikt van 5 km/h (3 mi/h)
of hoger. Tijdens deze test hoort u een
“klikkend” geluid van de hydraulische
regeleenheid en wanneer u de rem-
hendel of het rempedaal licht bedient,
kan een trilling in de hendel of het pe-
daal voelbaar zijn. Dit duidt niet op een
storing.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de remhendel of
het rempedaal terwijl het ABS-sy-
steem actief is. Er is echter speciaal
gereedschap vereist, dus neem con-
tact op met uw Yamaha dealer.LET OP
DCA20100
Let op dat de wielsensor en de rotor van
de wielsensor niet beschadigd raken,
anders kan het ABS-systeem niet meer
naar behoren werken.
DAU13077
TankdopOpenen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in en draai deze dan 1/4 slag
rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld en de
tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdop
Duw de brandstoftankdop omlaag met de
sleutel nog ingestoken. Draai de sleutel 1/4
slag linksom, neem de sleutel uit en sluit
dan het slotplaatje.
1. Voorwielsensor
2. Opneemring voorwielsensor
1. Achterwielsensor
2. Opneemring achterwielsensor
1 1 1
2 2
1 1 1
2 2
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
1 1 1
2 2
UBEBD0D0.book Page 16 Friday, July 2, 2021 1:24 PM
Page 32 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-17
3
OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de tank-
dop niet correct gesloten en vergrendeld is.
WAARSCHUWING
DWA11092
Na het tanken moet de tankdop goed
worden aangedraaid. Door brandstof-
lekkage ontstaat brandgevaar.
DAU13222
BrandstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande in-
structies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens het
tanken te verlagen.1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt. 3. Veeg uitgestroomde brandstof on-
middellijk af. LET OP: Veeg gemors-
te brandstof onmiddellijk af met een
schone, droge, zachte doek, aange-
zien de brandstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep on-
middellijk medische hulp in nadat u ben-
zine heeft ingeslikt, veel benzinedamp
heeft ingeademd of benzine in uw ogen
heeft gekregen. Als benzine op uw huid1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
2
1
UBEBD0D0.book Page 17 Friday, July 2, 2021 1:24 PM
Page 33 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-18
3
terechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kleding
morst, trek dan andere kleding aan.
DAU86072
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van 90 of hoger. Als de
motor gaat kloppen (pingelen), gebruik dan
benzine van een ander merk of met een ho-
ger octaangetal.
OPMERKINGDeze markering geeft de aanbevolen
brandstof voor dit voertuig aan zoals
gespecificeerd in de Europese voor-
schriften (EN228).
Controleer of het vulpistool van de
brandstofpomp dezelfde markering
heeft.Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.LET OP
DCA11401
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt
ernstige schade aan inwendige motor-
onderdelen als kleppen en zuigerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
DAU86160
TankoverloopslangDe overloopslang voert overtollige brand-
stof af en leidt deze veilig weg van de ma-
chine.
Voordat u de machine gaat gebruiken:
Controleer de aansluiting van de over-
loopslang van de brandstoftank.
Controleer de overloopslang van de
brandstoftank op scheuren of bescha-
diging en vervang deze indien nodig.
Controleer of de overloopslang van de
brandstoftank niet verstopt is en reinig
deze indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de over-
loopslang van de brandstoftank is ge-
plaatst zoals afgebeeld.
Aanbevolen brandstof:
Loodvrije benzine (E10 acceptabel)
Octaangetal (RON): 90
Inhoud brandstoftank: 13 L (3.4 US gal, 2.9 Imp. gal)
Brandstofreserve:
2.5 L (0.66 US gal, 0.55 Imp.gal)
E5
E10
1. Overloopslang brandstoftank
2. Klem
1 1 1
2 2
UBEBD0D0.book Page 18 Friday, July 2, 2021 1:24 PM
Page 34 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-19
3
OPMERKINGZie pagina 6-11 voor informatie over de fil-
terbus.
DAU13435
UitlaatkatalysatorHet uitlaatsysteem bevat een of meer uit-
laatkatalysatoren om schadelijke uitlaate-
missies te verminderen.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanraking kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.
Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden tot
oververhitting.
DAU93101
ZadelsDuozadel
Verwijderen van het duozadel1. Steek de sleutel in het zadelslot en
draai rechtsom.
2. Trek de voorzijde van het duozadel omhoog en trek het zadel naar voren.
Aanbrengen van het duozadel1. Steek het uitsteeksel aan de achterzij- de van het duozadel in zoals getoond.1. Zadelslot
2. Ontgrendelen.
1 1 1
2 2
UBEBD0D0.book Page 19 Friday, July 2, 2021 1:24 PM
Page 35 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-20
3
2. Steek de sleutel in het zadelslot en
draai rechtsom. Houd de sleutel in de
positie rechtsom vast en druk dan de
voorzijde van het zadel omlaag om het
te vergrendelen.
3. Neem de sleutel uit.
Bestuurderszadel
Verwijderen van het bestuurderszadel1. Verwijder het duozadel en verwijder vervolgens de afdekking door de
drukclips te verwijderen. 2. Verwijder de zeskantsleutel.
3. Verwijder de bouten met de zeskant-
sleutel. 4. Trek het zadel naar achteren en om-
hoog om het te verwijderen.
Aanbrengen van het bestuurderszadel
1. Schuif de sleuf in het zadel op het uit- steeksel op de dwarsverbinding van
het frame en plaats het zadel dan in de
oorspronkelijke positie.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1
2 2 2
1. Kap
2. Drukclip
1. Zeskantsleutel
1 1 1 2 2
1 1 1
1. Bout
1 1 1
UBEBD0D0.book Page 20 Friday, July 2, 2021 1:24 PM
Page 36 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-21
3
2. Breng de bouten aan met de zeskant-
sleutel.
3. Berg de zeskantsleutel weer op de oorspronkelijke plaats op.
4. Plaats de afdekking in de oorspronke-
lijke positie en bren g dan de drukclips
aan.
5. Installeer het duozadel.
OPMERKINGControleer of de zadels stevig zijn vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
DAU39672
AchteruitkijkspiegelsDe achteruitkijkspiegels van dit voertuig
kunnen naar voren of naar achteren worden
ingeklapt om het parkeren in smalle ruimten
te vergemakkelijken. Klap de spiegels terug
in hun oorspronkelijke stand voordat u gaat
rijden.
WAARSCHUWING
DWA14372
Vergeet niet de achteruitkijkspiegels in
hun oorspronkelijk stand terug te klap-
pen alvorens weg te rijden.
1. Sleuf
2. Uitsteeksel
1 1 1
2 2
1. Rijstand
2. Parkeerstand1 1
2 2 22 2
UBEBD0D0.book Page 21 Friday, July 2, 2021 1:24 PM
Page 37 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-22
3
DAU76345
De voorvork afstellen
WAARSCHUWING
DWA14671
Geef altijd beide vorkpoten dezelfde
veervoorspanning, anders kan slecht
weggedrag en verminderde rijstabiliteit
het gevolg zijn.Beide vorkpoten zijn voorzien van een stel-
bout voor veervoorspanning, de rechter-
vorkpoot is voorzien van een stelschroef
voor uitgaande demping en de linkervork-
poot is voorzien van een stelschroef voor
ingaande demping.LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.Veervoorspanning
Draai de stelbout in de richting (a) om de
veervoorspanning te verhogen.
Draai de stelbout in de richting (b) om de
veervoorspanning te verlagen. De afstelling voor veervoorspanning wordt
gecontroleerd door de afstand A te meten,
zoals getoond in de afbeelding. Hoe korter
de afstand A, hoe hoger de veervoorspan-
ning; hoe langer de afstand A, hoe lager de
veervoorspanning.
Uitgaande demping
De uitgaande demping wordt alleen afge-
steld op de rechtervorkpoot.
Draai de stelschroef in de richting (a) om de
uitgaande demping te verhogen.
Draai de stelschroef in de richting (b) om de
uitgaande demping te verlagen.
Draai om de uitgaande demping in te stel-
len de versteller in de richting (a) tot deze
niet meer verder kan, en tel vervolgens het
aantal klikken in de richting (b).
OPMERKINGVoer deze afstelling uit aan de rechtervork-
poot.
1. Stelbout veervoorspanning
1. Afstand A
(a) (a)
(b) (b)
(a) (b) 1 1
1
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
Afstand A = 19.0 mm (0.75 in)
Standaard: Afstand A = 14.0 mm (0.55 in)
Maximum (hard): Afstand A = 4.0 mm (0.16 in)
UBEBD0D0.book Page 22 Friday, July 2, 2021 1:24 PM
Page 38 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-23
3
OPMERKINGWanneer u de versteller voor de veer-
demping in richting (a) draait, kunnen
de positie van 0 klikken en de positie
van 1 klik gelijk aan elkaar zijn.
Als de versteller voor de veerdemping
in de richting (b) wordt gedraaid kan
deze mogelijk voorbij de aangegeven specificaties klikken, maar zo’n instel-
ling is niet effectief en kan schade aan
de vering veroorzaken.
Ingaande demping
De ingaande demping wordt alleen afge-
steld op de linkervorkpoot.
Draai de stelschroef in de richting (a) om de
ingaande demping te verhogen.
Draai de stelschroef in de r ichting (b) om de
ingaande demping te verlagen.
Draai om de ingaande demping in te stellen
de versteller in de richting (a) tot deze niet
meer verder kan, en tel vervolgens het aan-
tal klikken in de richting (b).OPMERKINGVoer deze afstelling uit aan de linkervork-
poot.
OPMERKING
Wanneer u de versteller voor de veer-
demping in richting (a) draait, kunnen
de positie van 0 klikken en de positie
van 1 klik gelijk aan elkaar zijn.
Als de versteller voor de veerdemping
in de richting (b) wordt gedraaid kan
deze mogelijk voorbij de aangegeven
specificaties klikken, maar zo’n instel-
ling is niet effectief en kan schade aan
de vering veroorzaken.
1. Stelschroef uitgaande dempingAfstelling uitgaande demping:
Minimum (zacht):11 klik(ken) in de richting (b)
Standaard:
5 klik(ken) in de richting (b)
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)
(a) (a) (b) (b)
(a) (b)
1 1
1. Stelschroef voor inveerdemping
1 1 1
(a) (a) (b) (b)
(a) (b)
Afstelling ingaande demping:
Minimum (zacht):
11 klik(ken) in de richting (b)
Standaard: 8 klik(ken) in de richting (b)
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)
UBEBD0D0.book Page 23 Friday, July 2, 2021 1:24 PM
Page 39 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-24
3
DAU91870
Afstellen van de schokdem-
perunitDeze schokdemperunit is voorzien van een
stelring voor veervoorspanning en een stel-
schroef voor uitgaande demping.LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.Veervoorspanning
Draai de stelring in de richting (a) om de
veervoorspanning te verhogen.
Draai de stelring in de richting (b) om de
veervoorspanning te verlagen.
Zet de gewenste inkeping in de stelring te-
genover de positie-indicator op de schok-
demper.
OPMERKINGVerricht de afstelling met de speciale sleu-
tel en het verlengstuk in de extra gereed-
schapsset.Uitgaande demping
Draai de stelschroef in de richting (a) om de
uitgaande demping te verhogen. Draai de stelschroef in de richting (b) om de
uitgaande demping te verlagen.
Draai om de uitgaande demping in te stel-
len de versteller in de richting (a) tot deze
niet meer verder kan, en tel vervolgens het
aantal slagen in de richting (b).1. Stelring veervoorspanning
2. Speciale sleutel
3. Verlengstuk
4. Positie-indicator
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):1
Standaard:
5
Maximum (hard): 776
54321
33
2
13
2
1
4
(b)(b)(a)(a)(b)
(a)
1. Stelschroef uitgaande demping
Afstelling uitgaande demping: Minimum (zacht): 2+1/2 slag(en) in de richting (b)
Standaard:
1+1/2 slag(en) in de richting (b)
Maximum (hard): 0 slag(en) in de richting (b)
1(a)(b)
UBEBD0D0.book Page 24 Friday, July 2, 2021 1:24 PM
Page 40 of 100

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-25
3
OPMERKINGAls de versteller voor de veerdemping in de
richting (b) wordt gedraaid kan deze moge-
lijk voorbij de aangegeven specificaties
draaien, maar zo’n instelling is niet effectief
en kan schade aan de vering veroorzaken.
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan de
cilinders zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-dea-
ler.
DAU70641
Gelijkstroom aansluitcontact
voor accessoiresDit voertuig is uitgerust met een gelijk-
stroom kabelstekker voor accessoires.
Raadpleeg uw Yamaha dealer voordat u
accessoires monteert.
DAU15306
ZijstandaardDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voo r de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de
bestuurder afleiden, waardoor de ma-
chine mogelijk onbestuurbaar wordt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om de bestuurder te helpen bij
zijn verantwoordelijkheid de zijstan-
daard op te trekken alvorens weg te rij-
den. Controleer dit systeem daarom
UBEBD0D0.book Page 25 Friday, July 2, 2021 1:24 PM