Abarth 124 Spider 2016 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2016, Model line: 124 Spider, Model: Abarth 124 Spider 2016Pages: 232, PDF Size: 3.53 MB
Page 201 of 232

CO2-EMISSIE
De CO2-emissieniveaus in de volgende tabel hebben betrekking op het gecombineerde verbruik.
VersieCO2-EMISSIES VOLGENS DE GELDENDE EUROPESE
RICHTLIJN (g/km)
1.4 Turbo Multi Air 170HP148 (*) / 153 (**)
(*) Versies met handmatige versnellingsbak
(**) Versies met automatische versnellingsbak
199
Page 202 of 232

RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN HET VOERTUIG AAN
HET EINDE VAN DE LEVENSDUUR
(indien aanwezig)
Al jaren zet FCA zich volledig in voor de bescherming van het milieu via de continue verbetering van de productieprocessen en
de realisatie van producten die steeds "eco-compatibeler" zijn. Om de klanten de best mogelijke service te garanderen in
overeenstemming met de milieuwetgeving en conform de Europese richtlijn 2000/53/EG inzake de behandeling van voertuigen
aan het einde van hun levensduur, biedt FCA haar klanten de mogelijkheid hun auto aan het einde van zijn levensduur zonder
extra kosten in te leveren. De Europese richtlijn bepaalt namelijk dat het voertuig kan worden ingeleverd zonder kosten voor de
laatste houder of eigenaar als het voertuig geen of een negatieve marktwaarde heeft.
Voor de kosteloze inlevering van het voertuig aan het einde van zijn levensduur kunt u zich, als u een andere auto gaat
aanschaffen, tot een van onze dealers of tot een door FCA goedgekeurd inzamelings- en verwerkingsbedrijf wenden. Deze
bedrijven zijn zorgvuldig geselecteerd en bieden kwaliteitsservice voor de inzameling, verwerking en recycling van afgedankte
auto’s met respect voor het milieu.
Voor meer informatie over deze inzamelings- en verwerkingsbedrijven kunt u zich wenden tot een FCA Servicepunt, het
telefoonnummer in het garantieboekje bellen of naar de websites van de verschillende merken van FCA gaan.
200
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 203 of 232

MULTIMEDIA
In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste
functies beschreven van de Radio
3” en Radio 7”-systemen die op
het voertuig gemonteerd kunnen zijn.
TIPS, BEDIENING EN ALGEMENE
INFORMATIE...............202
RADIO 3”.................203
RADIO 7”.................209
201
Page 204 of 232

TIPS, BEDIENING EN
ALGEMENE
INFORMATIE
VERKEERSVEILIGHEID
221) 222)
Zorg ervoor dat u weet hoe de
verschillende systeemfuncties gebruikt
moeten worden voordat u gaat rijden.
Lees de gebruiksaanwijzingen van het
systeem zorgvuldig door voordat u gaat
rijden.
ONTVANGSTOMSTANDIG
HEDEN
Tijdens het rijden veranderen de
ontvangstomstandigheden
voortdurend.
De ontvangst kan gestoord worden
door de aanwezigheid van bergen,
gebouwen of bruggen, vooral wanneer
u ver verwijderd bent van de zender.
BELANGRIJK Het volume kan
toenemen wanneer verkeersinformatie
of nieuws wordt ontvangen.
ONDERHOUD EN ZORG
57) 58)
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht zodat het
systeem optimaal blijft werken:
het glas van het display mag niet in
contact komen met scherpe of hardevoorwerpen die het oppervlak ervan
kunnen beschadigen; gebruik een
zachte, droge anti-statische doek om
het schoon te maken en oefen hierbij
geen druk uit;
gebruik nooit alcohol, benzine en
afgeleide producten om het glas van
het display te reinigen;
voorkom dat vloeistoffen in het
systeem komen: dit kan het systeem op
onherstelbare wijze beschadigen.
BELANGRIJKE
INFORMATIE
Kijk alleen naar het scherm wanneer dit
nodig en veilig is. Als u langere tijd naar
het scherm moet kijken, ga dan de weg
af en parkeer op een veilige plek, zodat
u niet tijdens het rijden wordt afgeleid.
Stop onmiddellijk met het gebruik van
het systeem in geval van een storing.
Anders kan het systeem beschadigd
raken.
Neem zo snel mogelijk contact op met
het Servicenetwerk om het systeem te
laten repareren.
BELANGRIJK
221)Volg de onderstaande
veiligheidsvoorschriften, want anders
kunnen de inzittenden ernstig gewond
raken of kan het systeem beschadigd
raken.222)Als het volume te hoog staat, kan dat
gevaarlijk zijn. Stel het volume zo af dat
omgevingsgeluiden (bijv. claxons,
ambulances, politievoertuigen enz.) nog
hoorbaar zijn.
BELANGRIJK
57)Maak het glas van het voorpaneel en
display alleen schoon met een zachte,
schone, droge, anti-statische doek.
Reinigings- en polijstmiddelen kunnen het
oppervlak beschadigen. Gebruik nooit
alcohol, benzine en afgeleide producten.
58)Gebruik het display niet als basis voor
steunen met zuignappen of kleefmiddelen
voor externe navigatiesystemen,
smartphones of dergelijke apparaten.
202
MULTIMEDIA
Page 205 of 232

RADIO 3”
VOORPANEEL
16006020300-121-001
203
Page 206 of 232

BEDIENINGSTOETSEN
OP STUURWIEL
De bedieningen van het belangrijkste
systeemfuncties zijn op het stuurwiel
aangebracht fig. 161 (versies zonder
Bluetooth®-handsfree) en
fig. 162 (versies metBluetooth®-
handsfree) om de bediening te
vereenvoudigen.VOLUMEKNOPPEN
Druk de volumeknop+omhoog om het
volume te verhogen. Druk de
volumeknop–omlaag om het volume
te verlagen.
ZOEKEN-KNOP
MW/LW/FM-radio
Druk op de zoeken-knop
/.
De radio schakelt over naar de
volgende/vorige opgeslagen zender in
de volgorde waarin de zenders zijn
opgeslagen.
Houd de zoeken-knop
/
ingedrukt om naar alle bruikbare
zenders op een hogere of lagere
frequentie te zoeken, ongeacht of ze
wel of niet zijn opgeslagen.
De radiozenders die eerder in het
automatische geheugen zijn
opgeslagen, kunnen met een druk op
de zoeken-knop
/worden
opgeroepen tijdens het uitzenden van
een radiozender die in het automatische
geheugen is opgeslagen.
De radiozenders kunnen bij elke druk
op de knop
/opgeroepen
worden in de volgorde waarin ze zijn
opgeslagen.
USB Audio /
Bluetooth®Audio
Druk op de zoeken-knop
om naar
het begin van het volgende nummer te
springen. Druk binnen een aantalseconden nadat het afspelen is gestart
op de zoeken-knop
om naar het
begin van het vorige nummer te
springen.
Druk nadat aantal seconden is
verstreken op de zoeken-knop
om naar het begin van het actuele
nummer te springen.
MUTE-KNOP
Druk één keer op de mute-knop
om
het geluid te dempen. Druk nog een
keer op de knop om de
geluidsweergave te hervatten.
De mute-functie wordt geannuleerd
wanneer het contact uitgeschakeld
wordt terwijl het geluid gedempt wordt.
Het geluid wordt dus niet langer
gedempt wanneer de motor weer
gestart wordt. Druk op de mute-knop
om de geluidsdemping weer in te
schakelen.
AAN-UIT /
VOLUMEKNOPPEN
AAN / UIT
Schakel het contact naar ACC of ON.
Schakel het audiosysteem in door op
de aan-uit/volumeknop te drukken.
Schakel het audiosysteem uit door
weer op de aan-uit/volumeknop te
drukken.
1610620500-122-001
1620620500-121-001
204
MULTIMEDIA
Page 207 of 232

Volumeregeling
Draai aan de aan-uit/volumeknop.
Verhoog het volume door de
aan-uit/volumeknop rechtsom te
draaien; verlaag het volume door de
knop linksom te draaien.
Audio afstellen
Selecteer de functie door op de
MENU-knop te drukken. De
geselecteerde functie wordt
weergegeven.
Draai aan de audioregelknop om de
volgende functies in te stellen:
AF (Alternatieve frequentie);
REG (Regionaal programma);
ALC (Automatische volumeregeling);
BASS (Lage tonen);
TREB (Hoge tonen);
FADE (Volumebalans voor/achter);
BAL (Volumebalans links/rechts);
BEEP (Geluid werking audio);
12Hr < > 24Hr (tijdweergave
12 uur/24 uur).
KLOK
De tijd instellen
Wanneer het contact op ACC of ON
gedraaid wordt kan de klok op een
willekeurige tijd worden ingesteld.
Stel de tijd in door ongeveer
2 seconden lang op de klokknopFM/AMte drukken tot u een pieptoon
hoort. De actuele tijd van de klok zal
knipperen.
Instelling van de tijd
Stel de tijd in door op de
uren/minuten-knop
/te
drukken terwijl de actuele tijd van de
klok knippert.
De uren verspringen terwijl de urenknop
wordt ingedrukt. De minuten
verspringen terwijl de minutenknop
wordt ingedrukt.
Start de klok door weer op de klokknop
FM/AMte drukken.
DE RADIO AANZETTEN
Radio AAN: zet de radio aan door op
de FM/AM-bandkeuzeknop te drukken.
Bandselectie: druk op deFM/
AM-bandkeuzeknop om als volgt van
de ene naar de andere band over te
schakelen: M1–FM2–MW/LW
Handmatig afstemmen: kies de
zender door de knop
/licht
in te drukken.
Zoeken: druk op de knop
/
. Het zoeken wordt gestopt zodra
een zender is gevonden.
Scannen: houd deMEDIA-scanknop
ingedrukt om automatisch naar zenders
met en sterk signaal te zoeken. Het
scannen wordt bij elke zender ongeveer5 seconden lang onderbroken.
Blokkeer een station door de
MEDIA-scanknop tijdens dit interval
ingedrukt te houden.
Vooraf ingesteld kanaal afstemmen
De 6 vooraf ingestelde kanalen kunnen
gebruikt worden om 6 MW/LW- en
12 FM-zenders op te slaan.
Stel het eerste kanaal in door
MW/LW, FM1, of FM2 te selecteren.
Stem af op de gewenste zender.
Druk ongeveer 2 seconden lang op
een kanaalknop tot u een pieptoon
hoort. Het nummer van het kanaal of de
frequentie van de radiozender zal
worden weergegeven. De zender is nu
in het geheugen opgeslagen.
Herhaal deze handeling voor de
andere zenders die u wilt opslaan.
Schakel een zender in het geheugen in
door MW/LW, FM1, of FM2 te
selecteren en druk vervolgens op de
desbetreffende kanaalknop. De
frequentie van de zender of het
kanaalnummer wordt weergegeven.
AUX / USB / iPod
Aux-aansluiting / USB-poort
Door een in de handel verkrijgbare
draagbaar audioapparaat op de
AUX-aansluiting aan te sluiten kan de
audio via de luidsprekers van het
voertuig worden weergegeven.
Daarvoor is een in de handel
205
Page 208 of 232

verkrijgbare stereo minikabel zonder
impedantie (3,5 Ø) nodig. Bovendien
kan het audiosysteem van het voertuig
audio weergeven door een
USB-apparaat of een iPod op de
USB-poort aan te sluiten.
De AUX-modus gebruiken
Schakel het contact op ACC of ON,
schakel het audiosysteem in door op de
aan-uit/volumeknop te drukken.
Schakel over naar de AUX-modus door
op deMEDIA-knop van het
audiosysteem te drukken.
De USB-modus gebruiken
Dit systeem ondersteunt geen USB
3.0-apparaat. Afhankelijk van het model
of de versie van het besturingssysteem
is het bovendien mogelijk dat andere
apparaten niet worden ondersteund.
Afspelen
Schakel het contact op ACC of ON,
schakel het audiosysteem in door op de
aan-uit/volumeknop te drukken.
Schakel over naar de USB-modus door
op deMEDIA-knop van het
audiosysteem te drukken en start het
afspelen.
Track zoeken
Druk op de knop track omhoog
om naar het begin van het
volgende nummer te springen.Druk binnen een aantal seconden nadat
het afspelen is gestart op de knop track
omlaag
om naar het begin van
het vorige nummer te springen.
Druk nadat aantal seconden is
verstreken op de knop track omlaag
om naar het begin van het actuele
nummer te springen.
De iPod-modus gebruiken
Afhankelijk van het model of de versie
van het besturingssysteem is het
mogelijk dat een iPod niet worden
ondersteund. In dit geval wordt een
foutmelding weergegeven.
OPMERKING De iPod-functies werken
niet wanneer de iPod op het systeem is
aangesloten aangezien in dit geval het
systeem de functies van de iPod regelt.
Track zoeken
Druk op de knop track omhoog
om naar het begin van het
volgende nummer te springen.
Druk binnen een aantal seconden nadat
het afspelen is gestart op de knop track
omlaag
(afhankelijk van de
softwareversie van de iPod) om naar
het begin van het vorige nummer te
springen.
Druk nadat aantal seconden is
verstreken op de knop track omlaag
(afhankelijk van de softwareversievan de iPod) om naar het begin van het
actuele nummer te springen.
Categorie zoeken: druk op de knop
categorie omlaag5om de vorige
categorie te kiezen; druk op de knop
categorie omhoog6om de volgende
categorie te kiezen. De categorieën zijn:
Afspeellijst, Artiest, Album, Nummer,
Podcast, Genre, Componist en
Luisterboek.
Lijst zoeken: druk op de knop lijst
omlaag
om de vorige lijst te kiezen;
druk op de knop lijst omhoog
om de
volgende lijst te kiezen. In het geval van
de categorie Nummer of Luisterboek
wordt geen lijst weergegeven.
Bluetooth® HANDSFREE
Apparaat koppelen
Om
Bluetooth®-audio en de
handsfree te kunnen gebruiken moet de
Bluetooth®-apparatuur aan de hand
van de volgende procedure met het
systeem gekoppeld worden. In totaal
kunnen zeven apparaten, inclusief
Bluetooth®-audio-apparaten en
handsfree mobiele telefoons worden
gekoppeld.
OPMERKING Het is mogelijk dat het
Bluetooth®-systeem 1 of 2 minuten
lang niet werkt nadat het contact naar
ACC of ON is gedraaid. Dit betekent
niet dat er een probleem aanwezig is.
Als het
Bluetooth®-systeem niet
automatisch ingeschakeld wordt nadat
206
MULTIMEDIA
Page 209 of 232

1 of 2 minuten verstreken zijn, verzeker
u ervan dat deBluetooth®-instelling
op het apparaat in orde is en probeer
het
Bluetooth®-apparaat weer vanaf
het voertuig aan te sluiten.
Koppelcode instellen
De 4-cijferige koppelcode voor de
registratie van uw mobiele telefoon
(koppelen) kan vooraf worden ingesteld.
De originele instelling is "0000".
Ga als volgt te werk:
druk kort op de antwoord- of
spreekknop;
Zeg: [Pieptoon] "Setup [set-up]"
Prompt: "Select one of the following
[selecteer één van de volgende opties]:
Pairing options, confirmation prompts,
language, passcode, select phone or
select music player [koppelopties,
bevestigingsprompts, taal,
wachtwoord, selecteer telefoon of
selecteer muziekspeler]."
Zeg: [Pieptoon] "Pairing options
[koppelopties]"
Prompt: "Select one of the following
[selecteer één van de volgende opties]:
Pair, Edit, Delete, List, or Set Pairing
Code [koppelen, bewerken, wissen, lijst
of koppelcode instellen]."
Zeg: [Pieptoon] "Set pairing code
[stel koppelcode in]"
Prompt: "Your current pairing code
is XXXX [uw huidige koppelcode is
XXXX]. Do you want to change it to adifferent pairing code [wilt u dit in een
andere koppelcode wijzigen]?"
Zeg: [Pieptoon] "Yes [ja]"
Prompt: “Please say a 4-digit pairing
code [zeg a.u.b. een 4-cijferige
koppelcode]."
Zeg: [Pieptoon] "YYYY"
Prompt: "YYYY is this correct [YYYY
is dit juist?]"
Zeg: [Pieptoon] "Yes [ja]" of "No
[nee]". Indien "Yes [ja]" ga door naar de
volgende stap. Indien "No [nee]" keert
de procedure terug naar stap 9
Prompt: "Your new pairing code is
YYYY [uw nieuwe koppelcode is XXXX].
Use this pairing code when pairing
devices to the Hands free system
[gebruik deze koppelcode wanneer u
apparaten met het handsfree-systeem
koppelt]. Do you want to pair a device
now [wilt u nu een apparaat
koppelen?]"
Zeg: [Pieptoon] "Yes [ja]" of "No
[nee]". Indien "Yes [ja]" zal het systeem
naar de apparaten registratiemodus
overschakelen. Indien "No [nee]" keert
de procedure terug naar stand-by.Apparaat koppelen
Ga als volgt te werk:
schakel deBluetooth®-applicatie
van het apparaat in;
druk kort op de antwoord- of
spreekknop;
Zeg: [Pieptoon] "Setup [set-up]"
Prompt: "Select one of the following
[selecteer één van de volgende opties]:
Pairing options, confirmation prompts,
language, passcode, select phone or
select music player [koppelopties,
bevestigingsprompts, taal,
wachtwoord, selecteer telefoon of
selecteer muziekspeler]."
Zeg: [Pieptoon] "Pairing options
[koppelopties]"
Prompt: "Select one of the following
[selecteer één van de volgende opties]:
Pair, Edit, Delete, List, or Set Pairing
Code [koppelen, bewerken, wissen, lijst
of koppelcode instellen]."
Zeg: [Pieptoon] "Pair [koppelen]"
Prompt: "Start the pairing process
on your
Bluetooth®device [start het
koppelproces op uwBluetooth®-
apparaat]. Your pairing code is 0000
(XXXX) [uw koppelcode is 0000 (XXXX)].
Input this on your
Bluetooth®device
when prompted on the device [voer
deze code op uw
Bluetooth®-
apparaat in wanneer daarom wordt
gevraagd]. See device manual for
instructions [raadpleeg het handboek
voor aanwijzingen]."
207
Page 210 of 232

zoek met uw apparaat naar het
Bluetooth®-apparaat (randapparaat)selecteer "124 Spider" in de lijst met
apparaten die door uw apparaat
gevonden zijn en voer de 4-cijferige
koppelcode op het apparaat in;
Prompt: "Please say the name of
the device after the beep [zeg a.u.b. de
naam van het apparaat na de
pieptoon]."
Zeg: [Pieptoon] "XXXX---”(zeg een
"apparaatnaam", d.w.z. een arbitraire
naam van het apparaat). Bijvoorbeeld:
"Apparaat van Stan."
Prompt: "XXXXXX---(Bijv. "Stan's
device [apparaat van Stan]")
(apparaatnaam). Is this correct [is dit
juist]?"
Zeg: [Pieptoon] "Yes [ja]"
Prompt: "Pairing complete
[koppelen voltooid]"Het systeem herkent het apparaat
automatisch nadat een apparaat
geregistreerd is.
OPMERKING Zeg binnen 10 seconden
een "apparaatnaam". Als meer dan
twee apparaten gekoppeld zullen
worden, kunnen ze niet met dezelfde of
een soortgelijke "apparaatnaam"
worden gekoppeld.
208
MULTIMEDIA