Abarth 500 2010 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2010, Model line: 500, Model: Abarth 500 2010Pages: 170, PDF Size: 3.11 MB
Page 21 of 170

20
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
OpmerkingHet “Geprogrammeerd on-
derhoudsschema” houdt een onder-
houdsinterval van 30.000 km (of 18.000
mijl) aan; de weergave verschijnt automa-
tisch, bij contactslot op MAR, vanaf 2.000
km (of dezelfde afstand in mijlen) vóór de
betreffende kilometerstand en wordt el-
ke 200 km (of dezelfde afstand in mijlen)
herhaald. Onder de 200 km wordt de
weergave met kleinere intervallen weer-
gegeven. De weergave vindt plaats in km
of mijlen afhankelijk van de instelling van
de eenheid. Als het geprogrammeerd on-
derhoud zeer binnenkort moet worden
uitgevoerd, dan verschijnt als het con-
tactslot in de stand MARwordt gezet, op
het display de tekst “Service” gevolgd
door het resterende aantal kilometers/mij-
len. Wendt u tot het Abarth Servicenet-
werk voor het uitvoeren van de werk-
zaamheden van het “Onderhoudsschema”
of van het “Jaarlijks inspectieschema”, en
voor het op nul zetten van deze weerga-
ve (reset).Passagiersairbag in-/uitschakelen
(In-/uitschakelen van de
frontairbag en de side-/headbag
aan de passagierszijde
(waar voorzien)
Met deze functie kan de passagiersairbag
worden in-/uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:
– druk op de knop MENU
ESC, selecteer
op het display (Bag pass: Off) (om uit te
schakelen) of (BAG pass: On) (voor in-
schakeling) is verschenen door het in-
drukken van de knop
+en –, druk op-
nieuw op de knop MENU ESC;
– op het display verschijnt een bevestiging;
– selecteer door het indrukken van de
knop
+of –(Ja) (voor bevestiging van de
inschakeling/uitschakeling) of (Nee) (om
te annuleren);
– druk kort op de knop MENU
ESC, er
verschijnt een bevestiging van de keuze en
er wordt teruggekeerd naar het menu-
scherm of druk de knop lang in om terug
te keren naar het standaardscherm zon-
der op te slaan.Dag-dimlicht (DRL)
Met deze functie kan het dag-dimlicht
worden in- en uitgeschakeld.
Ga voor het in- of uitschakelen van deze
functie als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU
ESC; op
het display verschijnt een submenu;
– druk de MENU
ESCknop kort in, op
het display wordt knipperend On of Off
weergegeven, afhankelijk van de eerder in-
gevoerde instelling;
– druk de knop
+of –om de keuze uit te
voeren;
– druk kort op de knop MENU
ESCom
terug te keren naar het submenu of houd
de knop even ingedrukt om terug te keren
naar het hoofdmenu zonder op te slaan;
– druk nogmaals lang op MENU
ESCom
terug te keren naar het standaardscherm
of het hoofdmenuscherm afhankelijk van het
menuscherm dat wordt weergegeven.
Menu verlaten
Laatste functie waarmee de instellingen uit
het menu worden afgesloten.
Druk kort op de knop MENU
ESC, het
display keert terug naar het standaard-
scherm zonder op te slaan.
Als u de knop
–indrukt, wordt terugge-
keerd naar het eerste menu-onderdeel
(Snelh. lim).
001-022 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:01 Pagina 20
Page 22 of 170

21
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
TRIP COMPUTER
Algemeen
De “Tripcomputer” kan, als het contact-
slot in de stand MARstaat, de gegevens
weergeven betreffende het gebruik van de
auto. Deze functie bestaat uit twee af-
zonderlijke delen “Trip A” en “Trip B” die
de gehele rit van de auto onafhankelijk van
elkaar controleren.
Beide functies kunnen op nul gezet wor-
den (reset – begin van een nieuwe reis/pe-
riode).
“Trip A” geeft achtereenvolgens de vol-
gende gegevens weer:
– Actieradius
– Afgelegde afstand
– Gemiddeld verbruik
– Huidig verbruik
– Gemiddelde snelheid
– Reisduur.“Trip B” geeft de volgende gegevens weer:
– Afgelegde afstand B
– Gemiddeld brandstofverbruik B
– Gemiddelde snelheid B
– Reisduur B.
Opmerking“Trip B” kan worden uitge-
schakeld (zie de paragraaf “inschakeling
Trip B”) De gegevens “Actieradius” en
“Huidig brandstofverbruik” kunnen niet
op nul worden gezet.
Weergegeven gegevens
Actieradius
Geeft de waarschijnlijke afstand aan die
nog met de brandstof in de tank afgelegd
kan worden; hierbij wordt er van uit ge-
gaan dat de rit wordt voortgezet met de-
zelfde rijstijl. Op het display wordt “- - - -
” weergegeven als de volgende situatie
wordt gesignaleerd:
– actieradius kleiner dan 50 km (of 30 mijl)
– als de auto lang stilstaat met draaiende
motor..WAARSCHUWING De wijziging van de
waarde van de actieradius kan door ver-
schillende factoren beïnvloed worden: de
rijstijl (zie paragraaf “rijstijl” in het hoofd-
stuk “Starten en rijden”), het type traject
(snelweg, stadsverkeer, bergwegen,
etc…), en de gebruiksomstandigheden van
de auto (volbeladen, bandenspanning enz.).
Bij het programmeren van een reis moet
men dan ook rekening houden met deze
omstandigheden.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand aan die is afgelegd vanaf
het begin van de rit.
Gemiddeld verbruik
Geeft het gemiddelde verbruik vanaf het
begin van de rit aan.
Huidig verbruik
Geeft de doorlopend bijgewerkte verande-
ring van het brandstofverbruik aan. Als de
auto lang stil staat met draaiende motor
wordt op het display “- - - -” weergegeven.
001-022 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:01 Pagina 21
Page 23 of 170

22
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid weer, af-
hankelijk van de tijd die verstreken is van-
af het begin van de rit.
Reistijd
Tijd die vanaf het begin van de nieuwe rit
verstreken is.
Bedieningsknop TRIP fig. 15
Met de knop TRIP, aan het uiteinde van
de rechter hendel, krijgt u, als de con-
tactsleutel in stand MARstaat, toegang
tot de hiervoor beschreven gegevens en
kunnen de gegevens op nul worden gezet
om een nieuwe rit te beginnen:
– kort indrukken voor weergave van de
verschillende gegevens;
– even ingedrukt houden voor het op nul
zetten (reset) en het beginnen van een
nieuwe rit.Nieuwe rit
Begint als is gereset:
– handmatig door de bestuurder, door de
betreffende kort in te drukken;
– “automatisch” als de “afgelegde afstand”
9.999,9 km wordt of als de “reisduur” 99,59
(99 uur en 59 minuten) wordt;
– telkens als de accu is losgenomen en ver-
volgens weer wordt aangesloten.
WAARSCHUWING Als een gegeven van
“Trip A” wordt weergegeven en de weer-
gave op nul wordt gezet, dan heeft dit al-
leen invloed op de gegevens van “Trip A”.
WAARSCHUWING Als een gegeven van
“Trip B” wordt weergegeven en de weer-
gave op nul wordt gezet, dan heeft dit al-
leen invloed op de gegevens van “Trip B”.Procedure voor het begin van een rit
Voer met het contactslot op MAReen
reset uit door langer dan 2 seconden op
de knop TRIPte drukken.
Verlaten Trip
De functie TRIPwordt automatisch ver-
laten als alle grootheden éénmaal weer-
gegeven zijn of wanneer de knop MENU
ESClanger dan 1 seconde ingedrukt
wordt gehouden.fig. 15F0S015Ab
001-022 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:01 Pagina 22
Page 24 of 170

23
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
Hoogteverstelling fig. 18
Verhoog of verlaag m.b.v. hendel Cde
achterzijde van de zitting, zodat een be-
tere en comfortabeler zitpositie wordt be-
reikt.Rugleuning omklappen fig. 19
Bedien hendel Dom de rugleuning neer
te klappen (beweging a) en druk de rug-
leuning naar voren tot deze blokkeert (be-
weging b); laat hendel Dlos en druk te-
gen de rugleuning om de stoel vooruit te
schuiven (beweging c).
ZITPLAATSEN
ZITPLAATSEN VOOR
fig. 16F0S016Ab
fig. 17F0S017Ab
Verstellen in lengterichting fig. 16
Trek hendel Aomhoog en schuif de stoel
naar voren of naar achteren: als u rijdt, moe-
ten de armen licht gebogen zijn en de han-
den op de rand van het stuur rusten.
Verstel de zitplaatsen al-
leen als de auto stilstaat.
OPGELET
Controleer of de stoel goed
geblokkeerd is door hem
naar voren en naar achteren te schui-
ven. Als de stoel niet is geblokkeerd,
kan de stoel onverhoeds verschuiven
waardoor u de controle over de au-
to zou kunnen verliezen.
OPGELET
fig. 18F0S018Ab
fig. 19
2
34
6
5
1
DD
F0S019Ab
Rugleuning verstellen fig. 17
Draai knop B.
023-045 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 23
Page 25 of 170

24
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
De bestuurders- en passagierszijde
zijn voorzien van een geheugen voor
de stand van de stoel
Zet de stoel in de beginstand door de
stoel naar achteren te schuiven (druk te-
gen de rugleuning - beweging d), totdat
de stoel blokkeert; bedien hendel D(be-
weging e) en zet de rugleuning omhoog
(beweging f), totdat de rugleuning hoor-
baar blokkeert.
OPGELET Als hendel Dwordt gebruikt
voordat de stoel in de beginstand is ge-
blokkeerd, dan is de beginstand van de stoel
niet meer bekend; in dat geval moet de
stand van de stoel worden versteld m.b.v.
de stoelverstelling in lengterichting fig. 16.
De passagierszijde hoeft niet voor-
zien te zijn van een geheugen voor
de stand van de stoel
Zet de stoel in de beginstand door de
stoel naar achteren te schuiven (druk te-
gen de rugleuning - beweging d), totdat
de stoel in de gewenste stand staat; bedien
hendel D(beweging e) en zet de rugleu-
ning omhoog (beweging f), totdat de rug-
leuning hoorbaar blokkeert.
Alle afstellingen mogen uit-
sluitend bij een stilstaande au-
to worden uitgevoerd.
OPGELET
fig. 20F0S020Ab
De wijze van vergrendelen is gekozen
voor de veiligheid van de inzittende. Als
een obstakel aanwezig is (bijv. een porte-
monnee), kan de beginstand van de stoel
niet meer worden bereikt; dankzij het me-
chanisme wordt de stoel vergrendeld, als
de rugleuning wordt teruggezet; hierdoor
wordt altijd met een vergrendelde stoel
gereden.
ZITPLAATSEN ACHTER fig. 20
Ontgrendelen van de rugleuning
❒Plaats bij uitvoeringen met een eendeli-
ge achterbank de hendels Aen Bom-
hoog en plaats de rugleuning op de zit-
ting.
❒Plaats bij uitvoeringen met gedeelde ach-
terbank de hendel Aof Bomhoog om
resp. de linker of rechter rugleuning te
ontgrendelen en plaats de rugleuning op
de zitting.
HOOFDSTEUNEN
ACHTER (waar voorzien)
fig. 21
Druk voor het verwijderen van de hoofd-
steunen achter tegelijkertijd op de knop-
pen B en Caan de zijkanten van de steu-
nen en trek de hoofdsteun omhoog. De
hoofdsteunen mogen alleen met losge-
haakte rugleuning in geheel neergeklapte
stand worden verwijderd. Trek de hoofd-
steun, als deze moet worden gebruikt,
omhoog totdat deze hoorbaar vergren-
delt.
Druk op knop Bom de hoofdsteun om-
laag te zetten. De speciale vormgeving van
de hoofdsteunen interfereren met de cor-
recte rugleuning van de passagier op de
achterbank om hem te verplichten de
hoofdsteun correct in te stellen.
WAARSCHUWING Als de zitplaatsen
achter gebruikt worden, moeten de hoofd-
steunen altijd volledig zijn uitgetrokken.
023-045 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 24
Page 26 of 170

25
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
fig. 21F0S021Ab
STUUR
Het stuurwiel kan verticaal worden ver-
steld (waar voorzien).
Zet voor de verstelling de hendel A-fig.
22omlaag in stand 2, stel de stand van het
stuurwiel in de gewenste stand af en blok-
keer de vergrendeling door de hendel A
in stand 1te zetten.
fig. 22F0S022Ab
Het stuur mag alleen wor-
den versteld als de auto stil-
staat.
OPGELET
023-045 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 25
Page 27 of 170

26
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
De buitenspiegels zijn licht ge-
bogen, waardoor de waarne-
ming van de afstand wordt gewijzigd.
OPGELET
Tijdens het rijden moeten de
spiegels altijd in stand 1
staan.
OPGELET
fig. 23F0S023Ab
BUITENSPIEGELS
elektrisch verstelbaar fig. 24
Ga als volgt te werk:
✲met schakelaar Bkiest u welke spiegel
(links of rechts) u wilt verstellen;
❒met bedieningsknop Akunt u de spie-
gel in 4 richtingen afstellen.
Inklappen fig. 25
Indien nodig (bijv. bij nauwe doorgangen)
kunnen de buitenspiegels worden inge-
klapt door ze van stand 1(open) in stand
2(gesloten) te zetten.
SPIEGELS
BINNENSPIEGEL fig. 23
De binnenspiegel is voorzien van een be-
veiligingsmechanisme, waardoor de spie-
gel bij een krachtig contact met een inzit-
tende losschiet.
Met het hendeltje Akan de spiegel in twee
standen worden gezet: normale of anti-
verblindingsstand.
ELEKTROCHROOM
BINNENSPIEGEL
(waar voorzien)
Bepaalde uitvoeringen zijn voorzien van
een elektrochroom spiegel met automati-
sche bescherming tegen verblinding. On-
deraan de spiegel bevindt zich knop
ON/OFFvoor het in-/uitschakelen van
deze functie. De ingeschakelde functie
wordt aangegeven door het branden van
de led op de spiegel. Door de achteruit
in te schakelen, wordt de spiegel altijd in-
gesteld op gebruik overdag.
fig. 25F0S025Ab
fig. 24F0S024Ab
023-045 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 26
Page 28 of 170

27
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
KLIMAATREGELING
UITSTROOMOPENINGEN fig. 26
1.Uitstroomopeningen voor ontdooien
of ontwasemen voorruit
2.Verstelbare en richtbare uitstroom-
openingen in het midden
3.Verstelbare en richtbare uitstroom-
openingen aan de zijkant
4.Vaste uitstroomopeningen voor de zij-
ruiten
5.Onderste uitstroomopeningen
fig. 26F0S026Ab
023-045 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 27
Page 29 of 170

28
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
fig. 27F0S027Ab
TTC
A
E
BCDVERWARMING
EN VENTILATIE
BEDIENINGSORGANEN fig. 27
A.Draaiknop voor regeling
luchttemperatuur
(rood-warm / blauw-koud)
BDraaiknop aanjagersnelheid
OPMERKING Als u de draaiknop in de
stand 0zet, komt er geen luchtstroom uit
de luchtroosters.
CRecirculatieknop
…– luchtrecirculatie
Ú– luchttoevoer van buiten
BELANGRIJK Schakel de recirculatiefunc-
tie in om de toevoer van buitenlucht in het
interieur te voorkomen; dit is vooral nut-
tig in de file of in tunnels om de toevoer
van vervuilde buitenlucht te blokkeren.
We raden u niet aan dit systeem langdu-
rig te laten werken, omdat de kans anders
aanzienlijk toeneemt dat de ruiten beslaan,
vooral als u met meerdere personen in de
auto zit.
D.Draaiknop voor instelling luchtverdeling
μop het lichaam en de zijruiten
∑op het lichaam, de zijruiten en de
beenruimte
∂alleen op de beenruimte
∏op de beenruimte en de voorruit
-direct op de voorruit.EKnop voor in-/uitschakelen achter-
ruitverwarming.
Bij inschakeling gaat een led op de
drukknop branden.
Om de accu niet te overbelasten
wordt deze functie na ongeveer 20 mi-
nuten uitgeschakeld.Voorruit snel
ontdooien/ontwasemen
Ga als volgt te werk:
❒ draai de draaiknop Ain het rode ge-
bied;
❒ draai de draaiknop Cnaar Ú;
❒ draai de draaiknop Dnaar -;
❒ draai de draaiknop Bnaar 4-(maxi-
male aanjagersnelheid).
023-045 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 28
Page 30 of 170

29
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
AIRCONDITIONING,
HANDBEDIEND
(waar voorzien)
BEDIENINGSORGANEN fig. 28
ADraaiknop voor regeling luchttempe-
ratuur (rood-warm / blauw-koud)
BDraaiknop voor in-/uitschakeling kli-
maatregeling en regeling aanjagersnel-
heid. Als u de draaiknop indrukt,
wordt de klimaatregeling ingeschakeld
en gaat de led op de draaiknop bran-
den; hiermee kan het interieur snel
worden afgekoeld.
CRecirculatieknop
…– luchtrecirculatie
Ú– luchttoevoer van buiten
WAARSCHUWING Wij raden u aan de
recirculatiefunctie in te schakelen in de fi-
le of in tunnels. Hiermee wordt voorko-
men dat vervuilde lucht het interieur be-
reikt. Het is niet raadzaam dit systeem
langdurig te laten werken, omdat anders,
vooral als u met meerdere personen in de
auto zit, de kans aanzienlijk toeneemt dat
de ruiten beslaan.
fig. 28F0S028Ab
TTC
A
E
BCD
DDraaiknop voor instelling luchtverdeling
μop het lichaam en de zijruiten
∑op het lichaam, de zijruiten en de
beenruimte
?alleen op de beenruimte
∏op de beenruimte en de voorruit
-direct op de voorruit.EKnop voor in-/uitschakelen achter-
ruitverwarming.
Bij inschakeling gaat een led op de
drukknop branden.
Om de accu niet te overbelasten
wordt deze functie na ongeveer 20 mi-
nuten uitgeschakeld.
023-045 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 29